Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 oktober 2008
gepubliceerd op 20 oktober 2008

Koninklijk besluit tot regeling van het statuut van de wapenhandelaar

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2008009863
pub.
20/10/2008
prom.
16/10/2008
ELI
eli/besluit/2008/10/16/2008009863/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit tot regeling van het statuut van de wapenhandelaar


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, de artikelen 5, § 2, eerste lid en 35, 4°;

Gelet op het advies van de Adviesraad voor wapens, gegeven op 28 mei 2008;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 augustus 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 9 september 2008;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de wet van 25 juli 2008 tot wijziging van de wapenwet bepaalt dat de artikelen van de wapenwet die nog niet in werking zijn getreden, op 1 september 2008 in werking treden; dat ze tegen die tijd de nodige uitvoeringsbepalingen moeten krijgen opdat de rechtszekerheid gewaarborgd zou zijn; dat het om praktische redenen wenselijk is dat de door dezelfde wet aangebrachte wijzigingen in de wapenwet op hetzelfde moment in werking treden en er een einde komt aan de al te lang heersende verwarring over de toepassing van de Wapenwet; dat het nog resterende gedeelte van de overgangsperiode die afloopt op 31 oktober 2008 in het belang van de burger die er gebruik van wil maken, zo ruim mogelijk moet zijn;

Gelet op advies 45.231/2 van de Raad van State, gegeven op 26 september 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - De aanvraag tot erkenning als wapenhandelaar

Artikel 1.De persoon die een erkenning als wapenhandelaar aanvraagt, voegt bij zijn aanvraag een attest, waaruit blijkt dat hij geslaagd is in het beroepsbekwaamheidsexamen. HOOFDSTUK II. - Het beroepsbekwaamheidsexamen

Art. 2.De kandidaat die wenst deel te nemen aan het beroepsbekwaamheidsexamen richt een aangetekende brief aan de Federale Wapendienst, die hem uitnodigt voor het eerstvolgende examen dat tijdens het eerste en het derde trimester van het jaar wordt georganiseerd.

De kandidaat mag geen andere datum vragen om het examen af te leggen.

De niet-deelname aan een examen moet vooraf of binnen vijf werkdagen na het examen worden gewettigd door middel van een afdoende gemotiveerde brief gericht aan de Federale Wapendienst. Bij gebrek hieraan staat de afwezigheid gelijk met een mislukking die wordt meegedeeld aan de kandidaat, die wordt uitgesloten van deelname aan een examen dat wordt georganiseerd binnen een periode van een jaar volgend op de datum van het proces-verbaal van het examen waarvoor hij ingeschreven was. De oproeping voor het examen maakt uitdrukkelijk melding van deze regels.

De uitsluiting wordt aan de betrokkene betekend bij aangetekend schrijven.

Art. 3.Het examen bestaat uit : 1° een schriftelijke proef met betrekking tot de kennis van de na te leven regelgeving en van de techniek;2° een mondelinge proef met betrekking tot de kennis van de beroepsdeontologie, aan de hand van de confrontatie met situaties die zich kunnen voordoen bij de uitoefening van het beroep, en van het gebruik van wapens. De gestelde vragen staan in verband met de activiteit waarvoor de kandidaat een erkenning heeft gevraagd.

De jury verbetert de schriftelijke proef en beoordeelt de mondelinge proef.

Om te slagen voor het examen moet de kandidaat minimum 14/20 behalen voor elk van de proeven.

Art. 4.De jury is samengesteld uit : 1° een ambtenaar van de Federale Wapendienst, die desgevallend voor de vertaling kan zorgen;2° de directeur van de Proefbank of zijn gemachtigde;3° een politieambtenaar met specifieke kennis van wapens door de voorzitter telkens gekozen uit een lijst van kandidaturen, samengesteld na een interne oproep daartoe;4° een Nederlandstalige en een Franstalige door de Minister van Justitie aangeduide vertegenwoordiger voorgesteld door representatieve beroepsorganisaties van wapenhandelaars.Hun taalaanhorigheid wordt bepaald door de taal gebruikt op hun identiteitskaart. Beiden zetelen in de jury.

De jury zetelt onder het voorzitterschap van het lid van de Federale Wapendienst.

Art. 5.De beraadslaging van de jury gebeurt bij consensus. Bij gebrek daaraan wordt de beslissing genomen door de meerderheid. In geval van gelijkheid heeft de voorzitter van de jury een doorslaggevende stem.

Art. 6.Het proces-verbaal met het resultaat van het examen wordt ondertekend door de leden van de jury en bewaard bij de Federale Wapendienst.

De Federale Wapendienst reikt een attest dat gedurende twee jaar geldig is uit aan de kandidaat die geslaagd is voor het examen.

In geval van mislukking licht de Federale Wapendienst de betrokkene in. Deze laatste laat binnen drie maanden aan de Federale Wapendienst weten of hij aan het volgende examen deelneemt.

Art. 7.De kandidaat die geslaagd is voor één van de twee proeven en die deelneemt aan de volgende examenzittijd wordt vrijgesteld van de proef waarvoor hij al is geslaagd.

Art. 8.De wapenhandelaars die overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de wapenwet de hernieuwing van hun erkenning aanvragen, zijn vrijgesteld van het beroepsbekwaamheidsexamen. HOOFDSTUK III. - De deontologische code

Art. 9.Deze deontologische code is samengesteld uit regels die een waardige, integere en verantwoordelijke uitoefening van het beroep van wapenhandelaar moeten garanderen.

De veronachtzaming van de artikelen 10 tot 12 en 15 tot 19 maakt geen strafbaar feit uit, maar kan, in geval van gevaar voor de openbare orde, de weigering, de intrekking, de schorsing of de beperking van de erkenning door de gouverneur met zich meebrengen.

Als de bevoegde diensten een inbreuk op deze code vaststellen, verwittigen ze de gouverneur daarvan. Afdeling 1. - Beroepsplichten van de wapenhandelaar

1. Plichten tegenover de klant Art.10. De wapenhandelaar helpt de klant zijn behoeften te formuleren en analyseert ze.

Hij informeert de klant correct over de reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op de verkochte zaken. Met dit doel informeert de wapenhandelaar zichzelf regelmatig en behoorlijk over de toepasselijke regelgeving en haar evolutie.

Voor elke overdracht van wapens of munitie geeft hij richting aan de keuzes van zijn klant en adviseert hij hem met name de wapens en de munitie te verwerven die het meest aangewezen zijn in functie van het beoogde doel.

Daarnaast licht de wapenhandelaar de klant in over de mogelijke gevaren van het gebruik van wapens en munitie, evenals over de in acht te nemen veiligheidsmaatregelen die deze gevaren kunnen beperken. 2. Verantwoordelijkheid tegenover de samenleving Art.11. De wapenhandelaar kan zich niet beroepen op zijn functie om in te staan voor een onwettelijke handeling en onthoudt zich van elke handeling die het niet naleven van de regelgeving door zijn klanten uitlokt. Hij werkt niet mee aan verrichtingen waarvan hij vermoedt of had kunnen weten dat ze de integriteit of de veiligheid van personen in gevaar brengen.

Art. 12.De wapenhandelaar en zijn personeel zijn verplicht aan de toezichthoudende overheden alle informatie te geven die noodzakelijk is voor een afdoende controle. 3. Technische uitoefeningsmodaliteiten (a) Algemeenheden Art.13. De wapenhandelaar oefent zijn activiteit uit in de domeinen waarvoor hij zijn beroepsbekwaamheid heeft bewezen.

Als hij andere activiteiten uitoefent waarvoor hij ten privaten titel wapens voorhanden heeft, waakt hij erover dat er geen enkele verwarring bestaat op het vlak van het beheer van zijn handelszaak.

Als hij houder is van een erkenning als verzamelaar, behoudt hij een strikte scheiding tussen zijn beide vermogens.

De rechtspersonen zijn verplicht een bestuurder aan te wijzen die binnen de onderneming verantwoordelijk is voor alle vragen betreffende de regelgeving.

Art. 14.De wapenhandelaar vervult zijn administratieve plichten op zorgvuldige wijze. Hij vult onverwijld zijn registers en de andere reglementair bepaalde documenten in, op een duidelijke, leesbare en systematische wijze.

De wapenhandelaar moet op zijn documenten en op zijn website vermelden : - zijn adres, erkennings- en ondernemingsnummer; - in geval van een rechtspersoon : benaming, rechtsvorm en naam van de personen die hem mogen vertegenwoordigen; - de wettelijk verplichte vermeldingen. (b) Publiciteit Art.15. Alle publiciteitsmiddelen mogen worden gebruikt mits de naleving van de van kracht zijnde regelgeving.

Bij het voeren van publiciteit leeft de wapenhandelaar zijn informatieplicht ten aanzien van de klant na, hij informeert hem correct over de regelgeving, over de aan het product verbonden gevaren en over de technische aspecten ervan.

Art. 16.Gepubliceerde en voor het publiek zichtbare aankondigingen moeten minstens de naam of de handelsbenaming van de wapenhandelaar bevatten.

Als de publiciteit zaken betreft die minderjarigen niet mogen verwerven, vermeldt ze dat zij niet op het aanbod kunnen ingaan. Afdeling 2. - Verantwoordelijkheid van de wapenhandelaar

1. Algemeenheden Art.17. De wapenhandelaar organiseert zijn handel in functie van een wettelijke uitoefening van zijn activiteit, en hij lokt geen illegale activiteiten uit.

Hij gaat niet in op vragen van derden die uit zijn op een onwettig of immoreel voordeel, of die misbruik willen maken van zijn diensten.

De wapenhandelaar mag geen activiteit aanvaarden, nastreven of verder zetten waarvan de aard of het voorwerp in tegenstrijd is met deze Code, dwingende bepalingen overtreedt of de openbare orde bedreigt. 2. Verantwoordelijkheid voor de personen die werken voor de wapenhandelaar Art.18. De wapenhandelaar informeert, coördineert en houdt toezicht op de personen waarvoor hij verantwoordelijk is.

Hij waakt erover dat de aangestelden beschikken over een opleiding, die enerzijds is aangepast aan de activiteiten van wapenhandelaar die ze uitvoeren onder zijn gezag, en anderzijds conform is met de deontologische plichten, waaraan hij is onderworpen. Afdeling 3. - Onverenigbaarheden

Art. 19.De wapenhandelaar mag geen wapens, munitie of onderdelen daarvan verhandelen of tentoonstellen in lokalen waar hij een andere beroepsactiviteit uitoefent.

Hij onthoudt zich van elk contact met personen waarvan hij weet of waarvan het algemeen bekend is dat ze in milieus verkeren die de democratische beginselen niet naleven zoals ze met name worden verwoord in de Grondwet of het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaalsocialistische regime is gepleegd, of van elke andere vorm van genocide.

Hij onthoudt zich van elke handeling die, of elk gedrag dat hem vatbaar kan maken voor chantage en hij neemt niet deel aan kansspelen in casino's. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 20.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 21.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 oktober 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Justitie, J. VANDEURZEN

^