Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 augustus 2018
gepubliceerd op 29 augustus 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2018012937
pub.
29/08/2018
prom.
17/08/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 AUGUSTUS 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 augustus 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2017 Vorming (Overeenkomst geregistreerd op 19 februari 2018 onder het nummer 144646/CO/318.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van de artikelen 9 tot en met 21 van de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk (Belgisch Staatsblad van 16 maart 2017).

Art. 3.De sociale partners engageren zich om elke werknemer de mogelijkheid te geven vorming te genieten gedurende de arbeidstijd.

Deze vormingsmogelijkheden kunnen zowel intern op de plaats van de tewerkstelling als extern van de onderneming georganiseerd worden. De vorming kan zowel door de werkgever ingericht worden als door opleidingsderden, hiertoe gemandateerd door de werkgever.

Art. 4.Zoals omschreven in artikel 9, eerste lid, a) en b) van de wet werkbaar en wendbaar werk worden formele en informele opleidingen in aanmerking genomen voor de bepaling van de opleidingsinspanningen, alsook de opleidingen op de werkplek in de mate dat deze nog niet in de informele opleidingen zijn opgenomen.

Inbegrepen zijn de formele opleidingen cursist (zoals onder meer bijscholing individueel en collectief, syndicale vorming, professioneel educatief verlof en e-learning) en de informele opleidingen cursist (zoals jobcoaching, casuïstiek naar aanleiding van de wijkwerking, alle overlegmomenten die informeel deskundigheid bevorderen, coachinggesprekken, loopbaanbegeleiding en gesprekken in het kader van persoonlijke ontwikkelingstrajecten).

De werkgevers engageren zich om ten minste 50 pct. van de opleidingstijd in de vorm van formele opleidingen te voorzien.

Art. 5.Het groeipad, met het oog op het bereiken op interprofessioneel niveau van de doelstelling van een gemiddelde van 5 dagen opleiding per voltijds equivalent per jaar, zoals voorzien in artikel 11 van de wet betreffende werkbaar en wendbaar werk, wordt bepaald als volgt : De sociale partners engageren zich om de participatiegraad inzake vorming na het jaar 2018 jaarlijks bijkomend met 0,05 dagen te verhogen.

Art. 6.In uitvoering van artikelen 3 tot en met 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt aan de werknemers een collectieve opleidingstijd op het niveau van de onderneming toegekend.

Deze collectieve opleidingstijd komt tot stand door een verlenging van de : - collectieve arbeidsovereenkomst van 7 oktober 2013 betreffende de vorming met registratienummer 117700; - collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2014 betreffende de vorming met registratienummer 123583; - collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2016 betreffende de vorming met registratienummer 134527.

Deze opleidingstijd op het niveau van de onderneming wordt als volgt berekend : - Voor het jaar 2017 : het aantal werknemers tewerkgesteld in de onderneming op 1 januari 2017 uitgedrukt in voltijds equivalenten, vermenigvuldigd met 7,1 uren, omgezet in 0,93 dagen; - Voor het jaar 2018 : het aantal werknemers tewerkgesteld in de onderneming op 1 januari 2018 uitgedrukt in voltijds equivalenten, vermenigvuldigd met 2 dagen, waarbinnen een individueel recht van 1 dag vorming voorzien wordt, waarvan de helft formele vorming.

Art. 7.De partijen sluiten dit akkoord in afwachting van afspraken over een nieuw groeipad en over het individueel opleidingsrecht in het kader van een nieuw VIA-akkoord. Afspraken van het VIA-akkoord zullen worden geïntegreerd in deze collectieve arbeidsovereenkomst. Bij ontstentenis van afspraken in het VIA-akkoord, engageren de sociale partners zich ertoe om deze collectieve arbeidsovereenkomst opnieuw te bespreken op basis van de wettelijke suppletieve regeling.

Art. 8.§ 1. De opleidingstijd zoals toegekend in toepassing van artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan uitsluitend worden opgenomen in het kader van het vormings- of opleidingsplan van de onderneming zoals opgemaakt in overleg tussen de werkgever en de werknemers. § 2. In overleg met de werknemers (ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming op het werk of vakbondsafvaardiging en, bij ontstentenis, daarvan het personeel) voert elke onderneming een aangepast vormings- en opleidingsbeleid, waarbij een globaal vormings- en opleidingsplan wordt opgemaakt, rekening houdende met onder meer de wettelijke bepalingen waaraan de onderneming onderworpen is. § 3. Het vormings- en opleidingsplan in de onderneming zorgt er voor dat alle verschillende functies hierin aan bod komen en dat het aantal uren vorming dat per functie is vastgelegd in de wetgeving of bij collectieve arbeidsovereenkomst wordt gerealiseerd voor de verschillende functiegroepen.

Art. 9.Verzorgenden die op vraag van de dienst de kwalificatie van zorgkundige behalen om bijvoorbeeld te kunnen worden ingeschakeld in een project kunnen de opleiding tot zorgkundige kosteloos volgen in arbeidstijd. Alle vormingstijd is gelijk aan arbeidstijd. Onder "vormingstijd" wordt verstaan : de effectieve contacturen en stage-uren.

Alle andere werknemers volgen de opleiding tot zorgkundige in eigen tijd (zie bijlage).

Art. 10.In het kader van de evoluties in de zorgsector enerzijds en de individuele competentieontwikkeling en loopbaanontplooiing anderzijds, vinden de sociale partners het belangrijk om kansen te creëren voor werknemers met het statuut verzorgende om de beroepstitel zorgkundige te kunnen behalen.

De werkgevers engageren zich daarom - binnen de mogelijkheden en middelen voorzien door de VDAB - tot het organiseren van een verkort traject tot zorgkundige ten belope van 275 uren.

Deze plaatsen zijn voorbehouden aan onvrijwillig deeltijds tewerkgestelden. Voor de definitie van het begrip "onvrijwillig deeltijds tewerkgestelden" wordt verwezen naar de modaliteiten zoals bepaald door de VDAB.

Art. 11.Voor 200 verzorgenden die niet in aanmerking komen om een verkort traject tot zorgkundige te volgen met middelen voorzien door de VDAB wordt, gespreid over 2 jaar, door de diensten voorzien in een tussenkomt in de helft van het inschrijvingsgeld om een verkort traject tot zorgkundige te volgen in CVO's (zie bijlage).

Deze werknemers engageren zich om nog minstens 2 jaar na het voltooien van de vorming contractueel verbonden te blijven aan de organisatie.

Art. 12.Het volgen van de opleiding mag de continuïteit van de dienst niet verstoren. Indien meerdere werknemers zich kandidaat stellen voor een opleiding, en deze opleiding gelijktijdig wordt gevolgd waardoor de werking van de dienst wordt verstoord, kan de vraag van de werknemer worden uitgesteld door de werkgever. In dit geval komt de werknemer terecht op een wachtlijst.

Het sociaal overleg van de betrokken organisatie beslist de criteria op basis waarvan de werknemer voorrang krijgt om de opleiding te volgen (anciënniteit, stabiliteit tewerkstelling, maatregelen in het kader van werkbaarheid oudere werknemers, loting,...).

Art. 13.Voor ondernemingen waar in het kader van het vormings- en opleidingsbeleid reeds een vormings- of opleidingstijd, -recht of -krediet wordt toegekend aan de werknemers, geldt dat de opleidingstijd zoals bepaald in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst integraal deel uitmaakt van de bestaande maatregelen inzake vormings- of opleidingstijd, -recht of -krediet op het niveau van de onderneming.

Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2017 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2018.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming

Doelgroep/Groupe cible

Opleidingstijd/ Temps de formation

Opleidingskost(1)/ Coût de formation(1)

Verzorgenden die de kwalificatie van zorgkundige behalen. En in aanmerking komen om het verkort traject tot zorgkundige te volgen met middelen van de VDAB/ Soignant(e)s qui obtiennent la qualification d'aide-soignant(e). Et entrent en ligne de compte pour suivre le parcours raccourci vers aide-soignant(e) avec des moyens du VDAB

Eigen tijd/Temps libre

Ten laste van de werkgever/ A charge de l'employeur

Verzorgenden die op vraag van de dienst de kwalificatie van zorgkundige behalen (om bijvoorbeeld te kunnen worden ingeschakeld in een project)/ Soignant(e)s qui obtiennent la qualification d'aide-soignant(e) à la demande du service (pour pouvoir, par exemple, être intégré(e)s dans un projet)

Arbeidstijd/Temps de travail

Ten laste van de werkgever/ A charge de l'employeur

Verzorgenden die niet in aanmerking komen voor een verkort traject tot zorgkundige te volgen met middelen van de VDAB. En die op eigen initiatief de opleiding volgen in één van de opleidingscentra van de sector/ Soignant(e)s qui n'entrent pas en ligne de compte pour suivre le parcours raccourci vers aide-soignant(e) avec des moyens du VDAB. Et qui de leur propre initiative suivent la formation dans un des centres de formation du secteur

Eigen tijd/Temps libre

Ten laste van de werkgever/ A charge de l'employeur

Verzorgenden die niet in aanmerking komen voor een verkort traject tot zorgkundige te volgen met middelen van de VDAB. En die op eigen initiatief de opleiding volgen in een CVO/ Soignant(e)s qui n'entrent pas en ligne de compte pour suivre le parcours raccourci vers aide-soignant(e) avec des moyens du VDAB. Et qui de leur propre initiative suivent la formation dans un CVO

Eigen tijd/Temps libre

Tussenkomst van de werkgever voor 200 werknemers gespreid over 2 jaar voor de helft van het inschrijvingsgeld/ Intervention de l'employeur pour 200 travailleurs répartis sur 2 ans pour la moitié du droit d'inscription


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Opleidingskost = enkel de kostprijs van het inschrijvingsgeld. Bijkomende kosten (verplaatsingskosten, cursussen,...) vallen hier niet onder.

^