Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 oktober 2011
gepubliceerd op 08 november 2011

Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsattesten voor de nucleaire sector en tot regeling van de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of tot de nucleaire documenten in bepaalde bijzondere omstandigheden

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst justitie, ministerie van landsverdediging, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federaal agentschap voor nucleaire controle
numac
2011205533
pub.
08/11/2011
prom.
17/10/2011
ELI
eli/besluit/2011/10/17/2011205533/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsattesten voor de nucleaire sector en tot regeling van de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of tot de nucleaire documenten in bepaalde bijzondere omstandigheden


Verslag aan de Koning Sire, Wij hebben de eer ter ondertekening van Uwe Majesteit een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de veiligheidsattesten voor de nucleaire sector en tot regeling van de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of tot de nucleaire documenten in bepaalde bijzondere omstandigheden voor te leggen.

In het kader van de implementatie van een efficiënt systeem van fysieke beveiliging van kernmateriaal, nucleaire installaties en transporten, is het noodzakelijk niet alleen het kernmateriaal te categoriseren, maar ook de plaatsen waar dit zich bevindt - met inbegrip van de nucleaire transportvoertuigen - evenals de documenten die hiermee te maken hebben, om de toegang te kunnen beperken en controleren.

Overeenkomstig artikel 17ter van de wet van 15 april 1994 worden er veiligheidsrangen bepaald en toegekend aan drie categorieën van kernmateriaal, aan de nucleaire documenten, evenals aan de fysieke beveiligingszones van een nucleaire installatie of een nucleair vervoerbedrijf - met inbegrip van de voertuigen die kernmateriaal of nucleaire documenten bevatten - hierna « veiligheidszones » genoemd.

De veiligheidsrangen « Vertrouwelijk - NUC », « Geheim - NUC », « Zeer geheim - NUC » worden bepaald op basis van de gevoeligheid, de gevaarlijkheid van het materiaal, van de veiligheidszones of de documenten t.o.v. de non-proliferatie en de stralingsbescherming, evenals van hun aantrekkelijkheid voor misdadigers die deze voor criminele of terroristische doeleinden zouden willen bemachtigen, betreden of saboteren.

Daarenboven wordt er in de internationale normen en aanbevelingen inzake de fysieke beveiliging van het kernmateriaal, de nucleaire installaties en het nucleair vervoer voor gepleit om de betrouwbaarheid na te gaan van de personen die nucleair materiaal vervoeren, die toegang hebben tot veiligheidszones, tot materiaal, of de nucleaire documenten of tot uitrustingen, systemen of voorzieningen of om het even welk ander element waarvan de sabotage tot ernstige radiologische gevolgen voor de werknemers, de bevolking of het leefmilieu zou kunnen leiden.

In ons land vormen de veiligheidsmachtigingen zoals voorzien door de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen en haar uitvoeringsbesluiten op dit ogenblik ontegensprekelijk de beste manier om zich van de betrouwbaarheid van een persoon te verzekeren.

Bijgevolg moeten bovenvermelde personen houder zijn van een veiligheidsmachtiging van een niveau dat op zijn minst gelijk is aan het categoriseringsniveau van het kernmateriaal, de veiligheidszones en de nucleaire documenten.

Deze regel is zowel van toepassing op de betrokken personeelsleden van een nucleaire installatie of een nucleair vervoerbedrijf als op het betrokken personeel van derde bedrijven die, in het kader van een werk- of dienstverleningscontract, toegang moeten hebben tot veiligheidszones, tot kernmateriaal of tot de nucleaire documenten.

De termijnen voor het verkrijgen van een veiligheidsmachtiging zijn evenwel niet steeds verenigbaar met de behoeften van de nucleaire sector in termen van veiligheid, stralingsbescherming en operationaliteit. Daarenboven laat de wet van 11 december 1998 niet toe dat deze de enige basis zou zijn om volledig aan de vereisten inzake veiligheid van een nucleaire installatie of een nucleair vervoerbedrijf te kunnen beantwoorden. Bijgevolg heeft de wetgever via de wet van 30 maart 2011 tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen beslist dat er veiligheidsmachtigingen kunnen worden afgeleverd om toegang te verkrijgen tot het kernmateriaal, de nucleaire documenten en de veiligheidszones hoewel deze niet geclassificeerd zijn in de zin van de wet van 11 december 1998 maar gecategoriseerd zoals hierboven vermeld.

De wetgever bepaalt via dezelfde wet dat het aan U is om de vereiste maatregelen te treffen opdat niet gemachtigde personen in strikt bepaalde gevallen of omstandigheden, tijdelijk toegang kunnen hebben tot kernmateriaal, de nucleaire documenten of de veiligheidszones.

Ratione loci regelt dit ontwerp, de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten die zich in kerninstallaties en nucleaire vervoerbedrijven bevinden; het regelt anderzijds de toegang tot de nucleaire documenten die een publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon dient te bewaren of te behandelen buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf (bv. maatschappelijke zetel die zich niet een kerninstallatie bevindt).

Dit ontwerpbesluit machtigt de directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle om voor de toegang tot de veiligheidszones van kerninstallaties en nucleaire vervoerbedrijven, evenals tot het kernmateriaal of de nucleaire documenten die er zich bevinden, in vier gevallen een veiligheidsattest af te leveren : a) wanneer een persoon die in een nucleaire installatie of een nucleair vervoerbedrijf werkt, toegang dient te hebben tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten terwijl hij wacht op een veiligheidsmachtiging, hetzij omdat hij net werd aangeworven, hetzij omdat de veiligheidsmachtiging in zijn bezit van een lager dan vereist niveau is (artikelen 2 en 3);b) wanneer de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten mogelijk moet worden gemaakt voor een periode die korter is dan de machtigingsaanvraagprocedure (artikel 4);c) wanneer een persoon die werkt voor een bedrijf dat voor het uitvoeren van werken of diensten contractueel met de nucleaire installatie of het vervoerbedrijf verbonden is, in het kader van een werk- of dienstverleningscontract, toegang moet hebben tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten (artikel 5);d) wanneer een persoon van de exploitant de toelating heeft om een of meerdere veiligheidszones te bezoeken (artikel 7). Bovendien machtigt dit ontwerpbesluit, voor de toegang tot de nucleaire documenten die een publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon dient te bewaren of behandelen buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf, tevens de Directeur-generaal om een veiligheidsattest af te leveren in drie gevallen die mutatis mutandis overeenstemmen met deze die beschreven worden wanneer de toegang plaats heeft in een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf (zie hieronder de commentaar bij artikelen 15 tot 18).

Er dient te worden opgemerkt dat de geldigheid van de veiligheidsattesten beperkt is in de tijd. Deze verstrijkt, hetzij op het ogenblik waarop de betrokkene de kennisgeving ontvangt dat hem een veiligheidmachtiging van het vereiste niveau wordt toegekend of op het moment van de mededeling van de definitieve weigering van de toekenning ofwel zodra de geldigheidsduur die voorzien werd in het attest verloopt ofwel als de geldigheidstermijn voorzien door dit besluit op zijn einde loopt.

Rekening houdend met het feit dat gekwalificeerde werkkrachten in de nucleaire sector enerzijds zeldzaam zijn en anderzijds met het feit dat de bijna-totaliteit van onze nucleaire installaties afhangen van multinationals, gebeurt het vaak dat een persoon die in een derde land verblijft of die over een buitenlandse veiligheidsmachtiging beschikt, door een exploitant gemandateerd wordt om werken of diensten uit te voeren in een nucleaire installatie of een nucleair vervoerbedrijf en dat hij aldus toegang dient te hebben tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten.

Welnu, ingeval deze persoon niet over een Belgische of buitenlandse veiligheidsmachtiging van het vereiste niveau beschikt, kan een veiligheidsattest zich niet steeds op voldoende elementen baseren.

Om aan dit probleem tegemoet te komen, voorziet het ontwerp dat de betrokkene hiervoor : a) hetzij het bewijs moet leveren dat hij houder is van een veiligheidsmachtiging van het vereiste niveau die door de bevoegde autoriteiten van het land waar hij gewoonlijk verblijft, werd toegekend en die erkend is door de internationale overeenkomsten en verdragen die België binden (artikel 8);b) hetzij een attest voorlegt dat minder dan één jaar geleden werd afgeleverd door de bevoegde autoriteiten van het land waar hij gewoonlijk verblijft en waarin gecertificeerd wordt dat hij in dat land toegang heeft tot een kerninstallatie, of een nucleair vervoerbedrijf, tot kernmateriaal, tot de plaatsen waar het zich bevindt of tot de documenten die er betrekking op hebben (artikel 9). Dit attest moet niet verward worden met het veiligheidsattest.

Het besluit voorziet dat deze laatste maatregel, die leidt tot de aflevering van wat het ontwerpbesluit een toegangsvergunning noemt, eveneens van toepassing is op personen die niet in België verblijven die in het kader van een tijdelijk arbeidscontract, van een stageovereenkomst of van een opleiding die voorzien is voor een kortere periode dan deze van de procedure voor de machtigingsaanvraag, toegang dienen te hebben tot de veiligheidszones, tot het gecategoriseerd kernmateriaal of tot de nucleaire documenten (artikel 12). In dit opzicht, moet de aandacht getrokken worden op het feit dat een stageaanvraag of een opleidingsaanvraag aan het bovenvermelde attest gelijkgesteld mag worden als deze ingeleid wordt via de Europese Commissie of de Internationale Organisatie voor Atoomenergie of nog het Nucleair Energie Agentschap.

Het ontwerp regelt ten slotte de toegang van de hulp- en politiediensten tot de veiligheidszones in geval van een radiologische of andere noodsituatie (artikel 6).

In alle bovenvermelde gevallen legt het ontwerp op dat er bijkomende beschermingsmaatregelen, zoals bijvoorbeeld de begeleiding, de beperkte en voorwaardelijke toegang tot kernmateriaal of de nucleaire documenten, moeten worden getroffen om de fysieke beveiliging van onze nucleaire installaties en onze nucleaire vervoerbedrijven te garanderen en zo te verhelpen aan het tekort in termen van beveiliging dat ertoe kan leiden dat het moeilijk of soms onmogelijk wordt om de betrouwbaarheid van een persoon die uit hoofde van zijn functies toegang dient te hebben tot kernmateriaal, de nucleaire documenten en de veiligheidszones grondig te kunnen onderzoeken.

Er dient te worden vermeld dat de Raad van State van oordeel is dat de wet van 15 april 1994, in het bijzonder artikel 17bis, 1e en 2e streepjes, geen enkele juridische basis biedt voor dit ontwerp.

De ondertekenende ministers blijven er evenwel bij dat deze bepaling wel degelijk een juridische basis biedt voor artikel 19 betreffende de bijkomende beschermingsmaatregelen.

Commentaar bij de artikelen Het ontwerpbesluit telt twaalf hoofdstukken en vijfentwintig artikelen.

Artikel één De eerste twee paragrafen van het eerste artikel zijn een weergave van de structuur en het eigenlijke voorwerp van het ontwerpbesluit dat erin bestaat de modaliteiten uiteen te zetten volgens welke de directeur-generaal van het Agentschap de toegang tot gecategoriseerd kernmateriaal, tot veiligheidszones of tot nucleaire documenten kan regelen in geval van het ontbreken van een veiligheidsmachtiging van het vereiste niveau, afgeleverd door de Belgische autoriteiten.

Enerzijds stelt de eerste paragraaf van het ontwerp dat de directeur-generaal van het Agentschap zorgt voor de toekenning van de veiligheidsattesten. De gevallen die toelaten dat een aanvraag voor een veiligheidsattest wordt ingediend, behoren tot twee categorieën.

De eerste categorie bevat de toegangsaanvragen m.b.t. kerninstallaties of nucleaire vervoerbedrijven, namelijk de toegangsaanvragen m.b.t. de veiligheidszones (die zich per definitie in een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf bevinden) of tot gecategoriseerd kernmateriaal of nucleaire documenten die zich in een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf bevinden.

De tweede categorie heeft betrekking op de toegang tot de nucleaire documenten die een publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon dient te bewaren of behandelen buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf (zoals de maatschappelijke zetel van een kerninstallatie die zich buiten de installatie bevindt).

Anderzijds stelt § 2 van het ontwerp dat de Directeur-generaal van het Agentschap de toegangsvergunningen aflevert (artikelen 9 tot 14) of de buitenlandse machtigingsdocumenten verifieert (artikel 8). De gevallen die het mogelijk maken dat een aanvraag voor een toegangsvergunning gevraagd wordt, stemmen mutatis mutandis overeen met deze die voorzien zijn voor de aanvragen van veiligheidsvergunningen.

Door de intrinsieke kwetsbaarheid van het nucleair vervoer is het absoluut noodzakelijk dat er geen uitzondering kan worden gemaakt op de vereiste van een veiligheidsmachtiging voor die personen die het meest van nabij belast zijn met de beveiliging van het nucleair vervoer, te meer daar het bijzonder moeilijk zou zijn om bijkomende beschermingsmaatregelen in te voeren die nog strenger zijn dan deze die buiten deze omstandigheden vereist zijn.

Dit is de reden waarom paragraaf 3 bepaalt dat de directeur-generaal van het Agentschap geen veiligheidsattesten en evenmin toegangsvergunningen mag afleveren in het kader van de toepassing van de §§ 1 tot 8 van artikel 3 van het ontwerp van koninklijk besluit betreffende de categorisering en de definiëring van veiligheidszones in de nucleaire installaties en de nucleaire vervoerbedrijven, dwz de paragrafen die de machtigingsniveaus bepalen die vereist zijn om het nucleair vervoer te organiseren, voor te bereiden, uit te voeren of te begeleiden.

Er dient hierbij te worden benadrukt dat deze uitsluiting uit het toepassingsgebied van het koninklijk besluit geen betrekking heeft op de ganse sector van het nucleair vervoer, maar enkel op de activiteiten waarvoor de aangehaalde bepalingen van het ontwerp van koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de categorisering en de definiëring van veiligheidszones het bezit van een veiligheidsmachtiging voorschrijven. Een veiligheidsmachtiging is aldus door de §§ 1 tot 8 van artikel 3 van dit koninklijk besluit vereist voor : - personen die deelnemen aan de diverse fasen van de voorbereiding en de organisatie van een vervoer waarvoor de toegang tot het kernmateriaal vereist is ( §§ 2 tot 4); hieruit vloeit voort dat de veiligheidsmachtiging ter zake daarvan niet vereist is om deel te nemen aan de aspecten inzake de voorbereiding van het vervoer waarvoor de toegang tot het kernmateriaal niet vereist is; - personen die wegvervoer verrichten ( § 5, 1e lid, § 6 en § 8, 1e lid). - en voor de persoon die specifiek belast is met de begeleiding van een vervoer via de lucht, de spoorwegen, de zee of de binnenwateren ( § 5, 2e lid, § 7, § 8, 2e lid).

Hieruit vloeit voort dat paragraaf 3 de andere personen van het nucleair vervoerbedrijf van het toepassingsgebied van dit ontwerp van koninklijk besluit niet uitsluit.

Artikel 2 Dit artikel voorziet dat er een veiligheidsattest kan worden aangevraagd voor een persoon die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd is en die aan alle aanwervingsvoorwaarden heeft voldaan voor een betrekking waarbij de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal en de bijbehorende documenten vereist is. De geldigheid van het veiligheidsattest verstrijkt op de dag waarop de betrokkene op de hoogte werd gebracht van de toekenning of de definitieve weigering van de machtiging, of op de dag waarop de betrekking eindigt.

Artikel 3 Een bepaling die gelijkaardig is aan deze die in artikel 2 wordt vermeld, is voorzien voor de personen die reeds deel uitmaken van het personeel van een nucleaire installatie of een nucleair vervoerbedrijf en die geen veiligheidsmachtiging of een veiligheidsmachtiging van een lager dan het vereiste niveau bezitten en die binnen deze installatie of dit nucleair vervoerbedrijf aangesteld zijn voor een functie waarvoor de veiligheidsmachtiging vereist is.

Artikel 4 Dit artikel biedt aan een persoon die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd is, op basis van de toekenning van een veiligheidsattest, de mogelijkheid om toegang te hebben tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten wanneer de periode tijdens dewelke deze persoon toegang dient te hebben, korter is dan deze die voorzien is voor de toekenningsprocedure van een machtiging.

Deze situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen in het kader van een arbeidscontract van bepaalde duur, een arbeidscontract voor een duidelijk omschreven werk, een vervangingscontract voor een interimcontract, een stageovereenkomst of een opleiding.

Het gaat dus over een zeer belangrijke bepaling omdat ze de mogelijkheid biedt om zowel aan de behoeften inzake de veiligheid en de stralingsbescherming als aan die van het beheer van de competenties of de opleiding van de hooggekwalificeerde onderzoekers en technici te beantwoorden.

Om te vermijden dat deze bepaling haar oorspronkelijk doel mist, wordt voorzien dat het veiligheidsattest niet opnieuw kan worden toegekend binnen een termijn van drie jaar (behalve in geval van een strikt omschreven afwijking in § 4, 2e lid) en dat het slechts met maximaal zes maanden kan worden verlengd, op voorwaarde dat het bewijs wordt geleverd dat de opdracht die het voorwerp van de tijdelijke of interimbetrekking, de stageovereenkomst of de opleiding uitmaakt, ingevolge omstandigheden buiten de wil van de betrokken partijen om, niet binnen de oorspronkelijk voorziene termijnen kon worden uitgevoerd.

Er wordt, op een uitzondering na, gevraagd dat de persoon waarvoor het veiligheidsattest wordt gevraagd op erewoord verklaart dat hij sinds drie jaar geen veiligheidsattest heeft gehad. Een gelijkaardige vereiste wordt gesteld in de artikelen 5, 12 13, 17 en 18. Deze vereiste werd voorzien omdat er een middel moest worden gevonden waardoor de directeur-generaal de mogelijkheid had zich ervan te verzekeren dat de regel van drie jaar werd nageleefd, gezien de bewaartermijn van persoonlijke gegevens beperkt is uit hoofde van de wet.

De Raad van State is van oordeel dat een eenvoudige verklaring op erewoord onvoldoende is; wij stellen voor om het mechanisme te versterken door te eisen dat de betrokkene een lijst overmaakt met zijn eerdere werkgevers of van de bedrijven waarbij hij arbeidsprestaties of diensten heeft uitgevoerd en dat hij vermeldt of hij reeds een dosimeter heeft gedragen in het kader van zijn opleiding of beroepsactiviteit, waardoor kan worden nagegaan of de betrokkene in het verleden in Belgische nucleaire installaties een opleiding heeft gevolgd, of beroepsactiviteiten heeft uitgeoefend.

Artikel 5 Dit artikel biedt de mogelijkheid een veiligheidsattest af te leveren voor niet of niet op het vereiste niveau gemachtigde personen die aan een nucleaire installatie of een nucleair vervoerbedrijf d.m.v. een werk- of dienstencontract verbonden zijn, zodat ze toegang kunnen krijgen tot de veiligheidszones, het kernmateriaal, of de nucleaire documenten.

Artikel 6 Dit artikel bepaalt de toegangsmodaliteiten voor de hulp- en/of politiediensten tot veiligheidszones in noodgevallen ingegeven door een nucleair incident of ongeval met een radiologische impact of door een incident of ongeval zonder risico op een radiologische impact.

Het abnormaal radiologisch risico dat in de eerste paragraaf bedoeld wordt, dient te worden begrepen als een radiologisch risico dat leidt tot de inwerkingtreding van het nucleair en radiologisch noodplan zoals vermeld in het koninklijk besluit van 17 oktober 2003 tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied en het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen.

Artikel 7 Dit artikel heeft betrekking op de modaliteiten die van toepassing zijn bij een individueel of groepsbezoek aan een nucleaire installatie of een nucleair vervoerbedrijf en, meer in het bijzonder, aan hun veiligheidszones. Hierin wordt voorzien dat de directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle de mogelijkheid heeft om op basis van het risico dat het bezoek met zich meebrengt, te beslissen over bijkomende modaliteiten die door de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging van de nucleaire installatie of het nucleair vervoerbedrijf moeten worden goedgekeurd vooraleer de procedure voor de toekenning van een veiligheidsattest wordt aangevat. In geval van een verhoogd dreigingsniveau kan de directeur-generaal weigeren om gevolg te geven aan het verzoek voor een veiligheidsattest.

Artikel 8 Dit artikel heeft betrekking op de toegang tot veiligheidszones, kernmateriaal of nucleaire documenten van personen die houder zijn van een buitenlandse veiligheidsmachtiging.

Het artikel dat bepaalt dat de persoon die houder is van een buitenlandse veiligheidsmachtiging het bewijs dient te leveren dat hij houder is van een dergelijke veiligheidsmachtiging, voorziet dat de directeur-generaal van het Agentschap, om tot de verificatie van de geldigheid van deze documenten over te gaan, bevoegd is om zich hierbij door de bevoegde Belgische autoriteiten te laten bijstaan; dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de herkomst van de uitgevaardigde documenten weinig courant is of wanneer ze een of andere anomalie vertonen.

Artikelen 9 tot 14 Deze artikelen behandelen met name de toegang tot de veiligheidszones, tot het gecategoriseerd kernmateriaal of tot de nucleaire documenten van een persoon met verblijfplaats in een derde land, al dan niet Belg van origine, die geen veiligheidsmachtiging van het vereiste niveau bezit, erkend door de internationale overeenkomsten en verdragen die bindend zijn voor België bedoeld in de wet van 11 december 1998.

Deze artikelen zijn van toepassing op personen die niet in België verblijven en de verblijfplaats wordt hier begrepen in de zin van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

De gevraagde toegang dient zich te situeren in het kader van a) een betrekking van onbepaalde of lange duur, een stage of een opleiding van lange duur (artikel 10), b) een heraanstelling (artikel 11), c) een tijdelijke of interimbetrekking, een stage- of opleidingsovereenkomst (artikel 12), d) een contract voor de prestatie van werken of diensten (artikel 13), of, tenslotte, e) in het kader van een bezoek van een veiligheidszone (artikel 14).

Om de gevraagde toegangsvergunning te verkrijgen moet deze persoon een attest bezorgen, afgeleverd door de bevoegde overheid van het land waar hij gewoonlijk verblijft dat verzekert dat hij in dat land toegang heeft tot een kerninstallatie, of een nucleair vervoerbedrijf, tot kernmateriaal, tot de plaatsen waar het zich bevindt of tot de documenten die er betrekking op hebben, met dien verstande dat de geldigheid van dit document door de directeur-generaal van het Agentschap wordt nagegaan. Artikel 9 voorziet dat de directeur-generaal de bekwaamheid heeft om de bijstand van de bevoegde Belgische autoriteiten aan te vragen als bijvoorbeeld, de documenten van een niet courante afkomst zijn of nog als zij een om het even welke anomalie presenteren.

Deze maatregel is voorzien om een antwoord te geven op een optredend probleem waar de nucleaire sector mee geconfronteerd wordt.

Zoals al aangegeven, wordt er in deze industriële sector regelmatig beroep gedaan op in het buitenland gelegen ondernemingen, soms bezit hun personeel veiligheidsmachtigingen erkend door ons intern recht maar dit is niet steeds het geval. Dit is hetzelfde voor stagairs, studenten op het eind van hun opleiding of werkzoekenden die niet in België verblijven en waartoe onze installaties bestemd zijn hen te ontvangen.

Meer nog, als een persoon niet in België verblijft, is het moeilijk en soms onmogelijk om effectief zijn betrouwbaarheid te verifiëren. Om een minimale garantie in dit opzicht te bekomen is het dus voorzien dat de betrokkene een attest moet bezorgen, uitgereikt door de bevoegde overheid van de Staat waar hij verblijft. Echter, wanneer de persoon de toegang vraagt tot veiligheidszones, tot kernmateriaal of nucleaire documenten waaraan een veiligheidsrang « VERTROUWELIJK- NUC » werd toegekend, dan kan de directeur-generaal van het Agentschap in geval van een verhoogde dreiging beslissen om de toegang te weigeren op basis van de analyse van het nucleaire proliferatierisico of het risico op sabotage.

Daarenboven wanneer de toegekende veiligheidsrang « GEHEIM -NUC » of « VERTROUWELIJK-NUC » is, dan kan de directeur-generaal van het Agentschap de gevraagde toegang weigeren indien hij kennis heeft van feiten die tot ernstige twijfels over de betrouwbaarheid van de betrokken persoon zouden kunnen leiden.

Artikelen 15 tot 18 Hoofdstuk IX van dit ontwerpbesluit regelt de toegang tot nucleaire documenten die door een publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon moeten worden bewaard of behandeld buiten een kerninstallatie, of een nucleair vervoerbedrijf. De directeur-generaal van het Agentschap is gemachtigd om een veiligheidsattest te verstrekken in drie gevallen die mutatis mutandis overeenstemmen met deze die beschreven worden wanneer de toegang plaatsheeft in een nucleaire installatie of een nucleair vervoerbedrijf : a) wanneer een persoon die voor een dergelijke persoon werkt, toegang moet hebben tot de nucleaire documenten die er zich bevinden terwijl hij op zijn veiligheidsmachtiging wacht en dit hetzij omdat hij net werd aangeworven, hetzij omdat de veiligheidsmachtiging waarover hij beschikt van een lager dan het vereiste niveau is (artikelen 15 en 16);b) wanneer de toegang tot de nucleaire documenten mogelijk moet worden gemaakt voor een kortere periode dan deze van de procedure voor de aanvraag van de machtiging (artikel 17);c) wanneer een persoon die voor een bedrijf werkt dat voor de prestatie van werken of diensten contractueel verbonden is met de natuurlijke of rechtspersoon die nucleaire documenten buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf bewaart of behandelt, in het kader van het contract voor de prestatie van werken of diensten toegang dient te hebben tot deze nucleaire documenten (artikel 18). Artikel 19 Dit artikel is bijzonder belangrijk omdat het bepaalt dat er bijkomende beschermingsmaatregelen moet worden getroffen wanneer personen die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd zijn, toegang hebben tot veiligheidszones, kernmateriaal of nucleaire documenten.

Deze maatregelen zijn hoofdzakelijk : begeleiding en beperkte en voorwaardelijke toegang tot het kernmateriaal of de nucleaire documenten; meestal moeten ze tegelijk worden uitgevoerd.

De Raad van State heeft een bijzondere opmerking gemaakt m.b.t. artikel 19, § 5, laatste lid en m.b.t. het onvoorwaardelijk karakter van het verbod t.o.v. niet-gemachtigde personen die een veiligheidszone betreden omdat ze voor dringende redenen toegang tot het kernmateriaal of de nucleaire documenten moeten hebben; de Raad van State vraagt de auteur van het ontwerp om de gegrondheid van dit onvoorwaardelijk karakter van het verbod na te gaan.

Wij zijn van oordeel dat dit verbod moet worden gehandhaafd; de intervenant dient immers geen toegang tot het kernmateriaal, noch tot de nucleaire documenten te hebben, vermits er voorzien is dat de intervenant in noodgevallen steeds begeleid wordt.

Artikelen 20 tot 22 Deze artikelen hebben betrekking tot de procedure van een ingediende aanvraag van een veiligheidsattest krachtens dit besluit.

De Raad van State heeft een bijzondere opmerking gemaakt m.b.t. artikel 21 en de bijlage. De Raad van State merkt op dat er een legistieke fout werd begaan door de auteurs van het koninklijk besluit van 3 juni 2005 : de door dit besluit bij het koninklijk besluit van 24 maart 2000 bijgevoegde bijlage had als dusdanig moeten worden omschreven en niet als een bijlage bij de wijzigingstekst.

De Raad van State beveelt derhalve dan ook aan om van deze gelegenheid waarbij deze bijlage door dit ontwerp wordt gewijzigd, gebruik te maken om de fout die in 2005 werd begaan, te corrigeren door de bijlage bij het koninklijk besluit van 3 juni 2005 in te trekken en door deze bijlage bij te voegen bij het koninklijk besluit van 24 maart 2000, nadat ze op de door dit ontwerp voorziene wijze werd gewijzigd.

Om grotendeels met deze opmerking rekening te kunnen houden, zonder afbreuk te doen aan de noodzaak van een snelle goedkeuring van het reglementair kader voor de fysieke beveiliging van het kernmateriaal en de nucleaire installaties in België en gezien de fout die werd begaan door de auteurs van het koninklijk besluit van 3 juni 2005 geen betrekking heeft op de vermelding van de bijlage in het corpus van het besluit, maar enkel op de titel van de Bijlage, leek het ons een eenvoudige en doeltreffende oplossing om tot de voorgestelde intrekking en bijvoeging over te gaan en deze titel te corrigeren. Het door de Raad van State voorgestelde herschrijfwerk van de bijlage, kan dan later gebeuren, eventueel rekening gehouden met de specificiteit van de betrokken sectoren.

Artikel 23 In dit artikel worden van het toepassingsgebied van het ontwerpbesluit die personen uitgesloten die toegang moeten hebben tot de nucleaire installaties van de Krijgsmacht, tot het nationaal of internationaal vervoer van kernmateriaal dat bevolen of vergund wordt door de Minister van Landsverdediging, of tot de nucleaire documenten die worden aangemaakt door de Krijgsmacht.

Artikel 24 De suggestie van de Raad van State om de een gelijktijdige inwerkingtreding van het voorstel van besluit en zijn rechtsgrond te voorzien werd gevolgd. De inwerkingtreding is voortaan voorzien 6 maanden na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, of ten laatste op 1 oktober 2012. Bovendien werd het artikel 17 van het ontwerp van koninklijk besluit betreffende de fysieke beveiliging van het kernmateriaal en de nucleaire installaties dat betrekking heeft op de inwerkingtreding zodanig aangepast dat een gelijktijdige inwerkingtreding van de wettelijke bepalingen die de rechtsgrond vormen voor de vier koninklijke besluiten betreffende de fysieke beveiliging van het kernmateriaal en de nucleaire installaties alsook de andere bepalingen van de wet van 30 maart 2011 die ten laatste op 1 oktober 2012 in werking moet treden mogelijk wordt.

Artikel 25 Dit artikel behoeft geen commentaar.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Eerste Minister, Y. LETERME De Minister van Buitenlandse Zaken, S. VANACKERE De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM

17 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsattesten voor de nucleaire sector en tot regeling van de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of tot de nucleaire documenten in bepaalde bijzondere omstandigheden ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, het artikel 17bis, eerste streepje, ingevoegd door de wet van 2 april 2003 tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie, en artikel 17bis, tweede streepje, vervangen door de wet van 30 maart 2011 tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot wijziging van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen;

Gelet op de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, artikel 8bis,ingevoegd bij de wet van 30 maart 2011;

Gelet op de voorstellen van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle verstuurd aan de Minister van Binnenlandse Zaken op 20 april 2009 en 18 maart 2011;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 juli 2009;

Gelet op het advies van het Ministerieel Comité voor Inlichtingen en Veiligheid, gegeven op 10 juli 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 16 juli 2009;

Overwegende het advies nr. 32/2009 van 25 november 2009 uitgevaardigd door de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer;

Gelet op het advies 49.674/2 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2011 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1/, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Eerste Minister, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Justitie, de Minister van Landsverdediging en de Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Specifieke bevoegdheden van de directeur-generaal van het Agentschap

Artikel 1.§ 1. De directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (hierna de directeur-generaal van het Agentschap genoemd) zorgt voor de toekenning en intrekking van de veiligheidsattesten in de nucleaire sector volgens de modaliteiten vermeld in dit besluit en onverminderd de ter zake dienende bepalingen vermeld in het koninklijk besluit van 24 maart 2000 houdende uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen.

Hij kan deze bevoegdheden delegeren aan de verantwoordelijke van het departement van het Agentschap dat bevoegd is voor de beveiliging. § 2. De directeur-generaal van het Agentschap : a) zorgt voor de toekenning en intrekking van de toegangsvergunningen voor de in artikel 9, § 1 bedoelde personen;b) is belast met de verificatie van de in artikel 8 bedoelde documenten, overeenkomstig de procedure voorzien in dit artikel. § 3. De directeur-generaal van het Agentschap kan uit hoofde van dit besluit geen veiligheidsattest, noch een toegangsvergunning verlenen in het kader van de toepassing van de §§ 1 tot 8 van artikel 3 van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de categorisering, en de definiëring van veiligheidszones in de kerninstallaties en de nucleaire vervoerbedrijven. § 4. De directeur-generaal van het Agentschap kan in geen enkel geval uit hoofde van dit besluit een veiligheidsattest, en evenmin een toegangsvergunning afleveren wanneer de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten waarvoor de toegang gevraagd wordt, gecategoriseerd worden als « ZEER GEHEIM-NUC ». § 5. Onverminderd artikel 6 betreffende de toegang tot veiligheidszones in noodgevallen, kan geen enkele van de in dit besluit bedoelde personen toegang hebben tot de veiligheidszones, het gecategoriseerd kernmateriaal of de gecategoriseerde nucleaire documenten : - tijdens de duur van de procedure voor het verlenen van het veiligheidsattest of in geval van een weigering of intrekking ervan; - tijdens de duur van de procedure voor de toegangsvergunning of in geval van een weigering of intrekking ervan; - tijdens de duur van de procedure voor de verificatie van de in artikel 8 bedoelde documenten. HOOFDSTUK II. - Toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten in het kader van betrekkingen van onbepaalde of lange duur, van stages of opleidingen van lange duur

Art. 2.§ 1. Wanneer een persoon die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd is, de toegang vraagt tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten van een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf a) hetzij omwille van een betrekking van onbepaalde duur bij de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf waarvoor hij aan alle voorwaarden voldoet die door de aanwervingsprocedure voorzien zijn, b) hetzij omwille van een tijdelijke of interim-betrekking bij de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf, waarvoor hij aan alle voorwaarden voldoet die door de aanwervingsprocedure voorzien zijn en wanneer de duur van deze betrekking twaalf maanden of meer bedraagt wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze zones, dit kernmateriaal of deze nucleaire documenten « VERTROUWELIJK- NUC » is, of vijftien maanden of meer bedraagt wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze zones, dit kernmateriaal of deze nucleaire documenten « GEHEIM - NUC » is, c) hetzij omwille van een stageovereenkomst of een opleiding bij de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf en wanneer de duur van deze overeenkomst twaalf maanden of meer bedraagt wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze zones, dit kernmateriaal of deze nucleaire documenten « VERTROUWELIJK- NUC » is, of vijftien maanden of meer bedraagt wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze zones, dit kernmateriaal of deze nucleaire documenten « GEHEIM - NUC » is, deze toegang is mogelijk mits de verwerving van een veiligheidsattest dat volgens de volgende voorwaarden en modaliteiten moet worden aangevraagd. § 2. Gelijktijdig met de indiening van een aanvraag voor een veiligheidsmachtiging overeenkomstig de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen (hierna de wet van 11 december 1998 genoemd) dient de veiligheidsofficier van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf voor de persoon in kwestie een aanvraag in bij de directeur-generaal van het Agentschap om een veiligheidsattest te verkrijgen. Deze aanvragen worden ten laatste vijftien dagen voor de vastgestelde datum voor de aanvang van de arbeidsprestaties, de stageovereenkomst, of de opleidingsovereenkomst ingediend en ten laatste bij de aanwerving of de afsluiting van de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst.

De veiligheidsofficier brengt de directeur-generaal van het Agentschap op de hoogte van de aard en van de veiligheidsrang van het kernmateriaal, de veiligheidszones of de nucleaire documenten waartoe bovenvermelde persoon toegang dient te hebben. Bovenop deze informatie vermeldt hij de datum waarop de arbeidsprestaties of de uitvoering van de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst van start gaan, de datum waarop de tijdelijke of interim-betrekking, de stageovereenkomst, of de opleidingsovereenkomst afloopt, evenals het voorwerp van het werk, de stage of de opleiding. § 3. De geldigheid van het attest verstrijkt van zodra zich de eerste van de volgende vervaldagen voordoet : hetzij op de dag waarop de persoon de kennisgeving ontvangt van de beslissing om hem een veiligheidsmachtiging te verlenen, of de kennisgeving van de definitieve beslissing hem deze te weigeren, hetzij op de dag waarop de betrekking of de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst afloopt. HOOFDSTUK III. - Toegang van personen die heraangesteld werden in een betrekking waarvoor de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal en de nucleaire documenten vereist is

Art. 3.§ 1. Gelijktijdig met de indiening van de aanvraag voor de veiligheidsmachtiging overeenkomstig de wet van 11 december 1998, dient de veiligheidsofficier bij de directeur-generaal van het Agentschap een aanvraag in, om een veiligheidsattest af te leveren voor de persoon die reeds deel uitmaakt van het personeel van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf en die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd is en die heraangesteld werd in een betrekking binnen voornoemde installatie of vervoerbedrijf waarvoor de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten vereist is.

De aanvragen voor de veiligheidsmachtigingen en -attesten worden ten laatste vijftien dagen voor de vastgestelde datum van de aanvang van de arbeidsprestaties bij de nieuwe aanstelling ingediend. § 2. De veiligheidsofficier brengt de directeur-generaal van het Agentschap op de hoogte van de aard en van de veiligheidsrang van het kernmateriaal, de veiligheidszones of de nucleaire documenten waartoe bovenvermelde persoon toegang dient te hebben. Naast deze informatie vermeldt hij het voorwerp van de heraanstelling en de datum van de indiensttreding in de nieuwe dienstaanstelling. § 3. De geldigheid van het veiligheidsattest verstrijkt van zodra zich de eerste van de volgende vervaldagen voordoet : hetzij op de dag waarop deze persoon de kennisgeving ontvangt van de beslissing om hem een veiligheidsmachtiging van het vereiste niveau te verlenen, of van de kennisgeving van de definitieve beslissing hem deze te weigeren, hetzij op de dag waarop er een einde wordt gesteld aan de betrekking of aan de aanstelling waarvoor de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten vereist is. HOOFDSTUK IV. - Tijdelijke toegang tot veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten

Art. 4.§ 1. Wanneer de toegang van een niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd persoon tot veiligheidszones, kernmateriaal of nucleaire documenten ingevolge een tijdelijke of interim-betrekking, een stageovereenkomst of een opleidingsovereenkomst vereist is voor een periode van minder dan twaalf maanden wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze zones, dit kernmateriaal of deze nucleaire documenten « VERTROUWELIJK - NUC » is, of voor een periode van minder dan vijftien maanden wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze zones, dit kernmateriaal of deze nucleaire documenten « GEHEIM - NUC » is, dan dient de veiligheidsofficier van de kerninstallatie of van het nucleair vervoerbedrijf op zijn minst vijftien dagen voor de vastgestelde datum van de aanvang van de arbeidsprestaties of de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst bij de directeur-generaal van het Agentschap een aanvraag in om een veiligheidsattest voor die persoon af te leveren. § 2. De veiligheidsofficier brengt de directeur-generaal van het Agentschap op de hoogte van de aard en van de veiligheidsrang van het kernmateriaal, de veiligheidszones of de nucleaire documenten waartoe bovenvermelde persoon toegang dient te hebben. Bovenop deze informatie, geeft hij de datum aan waarop de arbeidsprestaties, de uitvoering van de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst van start gaan, de datum waarop de tijdelijke of interim-betrekking, de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst aflopen, evenals het voorwerp van de tijdelijke of interim-betrekking, de stage of de opleiding.

Wanneer het veiligheidsattest uit hoofde van dit artikel, met uitzondering van paragraaf 4, tweede lid, wordt aangevraagd, dan voegt de veiligheidsofficier hierbij een verklaring op erewoord van de betrokken persoon volgens welke hem uit hoofde hiervan sinds drie jaar geen veiligheidsattest werd afgeleverd. De betrokken persoon maakt, voor de drie voorgaande jaren, de lijst over van zijn werkgevers, of van de inrichtingen, bedrijven of entiteiten waarbij hij arbeidsprestaties, diensten, stages of opleidingen heeft uitgevoerd.

De lijst wordt bij de verklaring op erewoord gevoegd.

Daarenboven vermeldt de betrokken persoon of hij een dosimeter diende te dragen in het kader van zijn opleiding, zijn stage of beroepsactiviteit. Deze indicatie wordt tevens bij de verklaring op erewoord gevoegd.

Bij de initiële aanvraag voor een veiligheidsattest voorzien uit hoofde van paragraaf 4, tweede lid, dient de veiligheidsofficier de aanvraag voor het verkrijgen van een veiligheidsattest voor de desbetreffende persoon gelijktijdig in met de indiening van de aanvraag voor de veiligheidsmachtiging overeenkomstig de wet van 11 december 1998.

Bij de latere aanvra(a)g(en) voor een veiligheidsattest die uit hoofde van en onder de voorwaarden van paragraaf 4, tweede lid werd(en) ingediend, nemen de veiligheidsofficier bevoegd voor de latere aanvraag en de veiligheidsofficier bevoegd voor de vorige, of de initiële aanvraag contact op met elkaar om zich te informeren over de indiening van een aanvraag voor een veiligheidsmachtiging voor de betrokken persoon. § 3. De geldigheid van het veiligheidsattest verstrijkt van zodra een van de volgende vervaldagen zich voordoet : hetzij bij de verstrijking van de voorziene geldigheidsduur, hetzij op de dag waarop de tijdelijke of interim-betrekking, de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst aflopen. § 4. Het veiligheidsattest kan niet hernieuwd worden binnen een termijn van drie jaar die begint te lopen vanaf de dag na die waarop het verstreken is.

In afwijking van het eerste lid, kan het veiligheidsattest een of meerdere keren hernieuwd worden zonder dat de wachttermijn van drie jaar gerespecteerd moet worden, mits de volgende cumulatieve voorwaarden worden nageleefd : 1°) zodra de veiligheidsofficier de aanvraag voor het verkrijgen van het initiële veiligheidsattest indient, dient hij voor de betrokken persoon gelijktijdig een aanvraag in voor een veiligheidsmachtiging overeenkomstig de wet van 11 december 1998. 2°) de aanvra(a)g(en) voor een later veiligheidsattest heeft/hebben betrekking op toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten van een andere kerninstallatie of een ander nucleair vervoerbedrijf dan de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf waarvoor reeds een veiligheidsattest uit hoofde van dit lid werd afgeleverd. § 5. Een verlenging van de geldigheid van het veiligheidsattest met een maximumtermijn van zes maanden toegekend uit hoofde van dit artikel kan worden toegestaan op verzoek van de veiligheidsofficier van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf wanneer deze het bewijs levert dat de opdracht die het voorwerp van de tijdelijke of interim-betrekking, de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst uitmaakt, ingevolge omstandigheden buiten de wil van de betrokken partijen om, niet binnen de oorspronkelijk voorziene termijnen kon worden voltooid.

De aanvraag tot verlenging kan worden ingediend bij de directeur-generaal van het Agentschap van zodra er zich een geval van overmacht voordoet en ten laatste binnen de vijftien dagen die daarop volgen. Ze moet worden ingediend tijdens de geldigheidsperiode van het veiligheidsattest. HOOFDSTUK V. - Toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten in het kader van een contract voor de prestatie van werken of diensten.

Art. 5.§ 1. Wanneer een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf een contract voor de uitvoering van werken of diensten met een bedrijf heeft afgesloten en er voor de uitvoering van dit contract toegang vereist is tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten, is een dergelijke toegang door een persoon die voor dit bedrijf prestaties levert maar die niet gemachtigd is, of waarvan het machtigingsniveau lager is dan datgene wat vereist is, mogelijk op basis van de verwerving van een veiligheidsattest volgens de modaliteiten bepaald in de volgende paragrafen. § 2. De toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten kan enkel in de volgende gevallen worden gevraagd : a) de uitvoering van het contract voor de prestatie van werken of diensten vereist de regelmatige toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten en de duur tijdens welke de persoon deze toegang dient te hebben bedraagt minder dan twaalf of vijftien maanden afhankelijk van het feit of het normaal vereiste machtigingsniveau respectievelijk « VERTROUWELIJK » of « GEHEIM » is;b) de uitvoering van het contract voor de prestatie van werken of diensten vereist de regelmatige toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten en de duur tijdens welke de persoon deze toegang dient te hebben is langer dan of gelijk aan de periode van twaalf of vijftien maanden afhankelijk van het feit of het normaal vereiste machtigingsniveau respectievelijk « VERTROUWELIJK » of « GEHEIM » is;c) de uitvoering van het contract voor de prestatie van werken of diensten vereist de occasionele toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten en de duur tijdens welke de persoon deze toegang dient te hebben is korter dan of gelijk aan zes uur. § 3. De aanvraag voor het verkrijgen van een veiligheidsattest voor de desbetreffende persoon wordt bij de directeur-generaal van het Agentschap ten laatste vijftien dagen voor de datum van de gevraagde toegang ingediend door : - hetzij de veiligheidsofficier van een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf; - hetzij de veiligheidsofficier van het bedrijf dat de werken of diensten uitvoert.

De in het voorgaande lid vermelde veiligheidsofficier brengt de directeur-generaal van het Agentschap op de hoogte van de aard en van de veiligheidsrang van het kernmateriaal, de veiligheidszones of de nucleaire documenten waartoe bovenvermelde persoon toegang dient te hebben.

In het in paragraaf 2, b) voorziene geval dient de bevoegde veiligheidsofficier de aanvraag voor het verkrijgen van een veiligheidsattest voor de desbetreffende persoon tegelijkertijd in met de indiening van de aanvraag voor een veiligheidsmachtiging overeenkomstig de wet van 11 december 1998.

In de in paragraaf 2 a) en b) voorziene gevallen vermeldt hij bovenop deze informatie, welke de aard van de overeengekomen prestaties is, de datum waarop ze aanvangen en de data waarop ze dienen te zijn afgerond.

In het in paragraaf 2 c) bedoelde geval vermeldt hij bovenop deze informatie welke de aard is van de overeengekomen prestaties, de datum en het uur van de gevraagde toegang.

Wanneer het veiligheidsattest uit hoofde van paragraaf 2, punten a) of b) maar niet uit hoofde van paragraaf 5, tweede lid, wordt aangevraagd, dan voegt hij hierbij een verklaring op erewoord van de betrokken persoon volgens welke hem uit hoofde hiervan sinds drie jaar geen veiligheidsattest werd afgeleverd. De betrokken persoon maakt, voor de drie voorgaande jaren, de lijst over van zijn werkgevers, of van de inrichtingen, bedrijven of entiteiten waarbij hij arbeidsprestaties, diensten, stages of opleidingen heeft uitgevoerd.

De lijst wordt bij de verklaring op erewoord gevoegd.

Daarenboven vermeldt de betrokken persoon of hij een dosimeter diende te dragen in het kader van zijn opleiding, zijn stage of beroepsactiviteit. Deze indicatie wordt tevens bij de verklaring op erewoord gevoegd.

Bij de initiële aanvraag voor een veiligheidsattest voorzien uit hoofde van paragraaf 5, tweede lid, dient de bevoegde veiligheidsofficier de aanvraag voor het verkrijgen van een veiligheidsattest voor de desbetreffende persoon gelijktijdig in met de indiening van de aanvraag voor de veiligheidsmachtiging overeenkomstig de wet van 11 december 1998.

Bij de latere aanvra(a)g(en) voor veiligheidsattesten die worden ingediend uit hoofde van en onder de voorwaarden van paragraaf 5, tweede lid, nemen de veiligheidsofficier bevoegd voor de latere aanvraag en de veiligheidsofficier bevoegd voor de vorige of de initiële aanvraag contact op met elkaar om zich te informeren over de indiening van een aanvraag voor een veiligheidsmachtiging voor de betrokken persoon. § 4. De geldigheid van het veiligheidsattest verstrijkt van zodra zich een van de volgende vervaldagen voordoet : hetzij bij de verstrijking van de voorziene geldigheidsduur, hetzij op de dag waarop het contract voor de prestatie van de werken of diensten afloopt, hetzij wanneer het contract dat het bedrijf met de persoon verbindt afloopt, hetzij, in de in paragraaf 2, b), en paragraaf 5, 2e lid, voorziene gevallen, op de dag waarop de persoon de kennisgeving ontvangt van de beslissing om hem een veiligheidsmachtiging te verlenen of de kennisgeving van de definitieve beslissing hem deze te weigeren.

In het in paragraaf 2, c), bedoelde geval heeft het veiligheidsattest een maximale geldigheidsduur die beperkt is tot zes uur. § 5. In de in paragraaf 2, a) en b), bedoelde gevallen mag het veiligheidsattest niet opnieuw worden toegekend binnen een termijn van drie jaar die begint te lopen op de dag na die waarop het verstreken is.

In afwijking van het eerste lid, kan het in het in paragraaf 2, a) voorziene geval toegekende veiligheidsattest een of meerdere keren hernieuwd worden zonder dat de wachttermijn van drie jaar die door het eerste lid voorgeschreven wordt, gerespecteerd moet worden, mits de volgende cumulatieve voorwaarden : 1°) zodra de veiligheidsofficier vermeld in paragraaf 3, eerste lid, de aanvraag voor het verkrijgen van het initiële veiligheidsattest indient, dient hij voor de betrokken persoon gelijktijdig een aanvraag in voor een veiligheidsmachtiging overeenkomstig de wet van 11 december 1998. 2°) de aanvra(a)g(en) voor een later veiligheidsattest heeft/hebben betrekking op toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten van een andere kerninstallatie of een ander nucleair vervoerbedrijf dan de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf waarvoor uit hoofde van dit lid reeds een veiligheidsattest werd afgeleverd.

In het in paragraaf 2, c), voorziene geval kan het veiligheidsattest, behalve in geval van overmacht, niet meer dan tweemaal hernieuwd worden binnen de termijn van een jaar vanaf de dag na die waarop het verstreken is. § 6. In het in paragraaf 2, a), voorziene geval kan een verlenging van de geldigheid van het veiligheidsattest dat uit hoofde van dit artikel werd toegekend, gevraagd worden in geval de opdracht die het voorwerp uitmaakt van het contract voor de prestatie van werken of diensten niet voltooid is.

De veiligheidsofficier van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf of de veiligheidsofficier van het uitvoerend bedrijf dient de aanvraag in bij de directeur-generaal van het Agentschap. Hij moet het bewijs leveren dat de opdracht die het voorwerp van het contract voor de prestatie van werken of diensten uitmaakt, ingevolge omstandigheden buiten de wil van de betrokken partijen om, niet binnen de oorspronkelijk voorziene termijnen kon worden voltooid.

De verlenging van de geldigheid van het veiligheidsattest mag niet worden toegestaan voor een periode die meer dan zes maanden bedraagt.

De verlengingsaanvraag kan worden ingediend van zodra er zich een geval van overmacht voordoet en ten laatste binnen de vijftien dagen die daar op volgen. Ze moet worden ingediend tijdens de geldigheidsperiode van het veiligheidsattest. HOOFDSTUK VI. - Toegang tot veiligheidszones in noodgevallen

Art. 6.§ 1. In uitvoering van artikel 8bis, § 4, eerste zin, van de wet van 11 december 2011, kan, in noodgevallen naar aanleiding van een nucleair incident of ongeval of door om het even welke oorzaak die van dien aard is dat ze op imminente wijze kan leiden tot hetzij een abnormaal radiologisch risico voor de bevolking, de werknemers of het leefmilieu, hetzij tot ernstige schade aan personen of goederen, de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging die werd aangesteld in toepassing van artikel 6, § 5, van het KB van 17 oktober 2011 betreffende de fysieke beveiliging van het kernmateriaal en de nucleaire installaties, of in toepassing van artikel 7, § 5, van ditzelfde besluit, of, desgevallend, de door de exploitant van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf (hierna de exploitant genoemd) aangestelde persoon aan niet of onvoldoende gemachtigde personen de toelating verlenen om toegang te hebben tot veiligheidszones op vertoon van de rechtstitel die hen toelaat tussen te komen in functie van hulpdienst of politiedienst. De intervenanten moeten tevens aangeven welke persoon effectief alarm heeft geslagen overeenkomstig artikel 19, § 5.

De afgevaardigde voor de fysieke beveiliging brengt de directeur-generaal van het Agentschap onmiddellijk op de hoogte van de maatregelen die hij in het kader van de noodsituatie diende te nemen.

Ten laatste twaalf uur nadat bovenvermelde feiten zich hebben voorgedaan, dient de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging aan de directeur-generaal van het Agentschap de namen, beroepsadressen en hoedanigheden van de personen te vermelden die toegang hebben gehad tot de veiligheidszones en tevens gedetailleerde informatie te verstrekken over de aard en de ernst van de voorgedane disfunctie. § 2 In uitvoering van artikel 8bis, § 4, eerste zin, van de wet van 11 december 1998, mag, in noodgevallen naar aanleiding van een incident of ongeval zonder risico op radiologische gevolgen, de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging aan niet of niet op het juiste niveau gemachtigde personen, toegang verlenen tot veiligheidszones, op vertoon van hun identiteitsdocument en de rechtstitel die hen toelaat tussen te komen in functie van hulpdienst en/of politiedienst. De intervenanten moeten tevens aangeven welke persoon effectief alarm heeft geslagen overeenkomstig artikel 19, § 5.

De afgevaardigde voor de fysieke beveiliging brengt de directeur-generaal van het Agentschap onmiddellijk op de hoogte van de maatregelen die hij in het kader van het noodgeval heeft genomen.

Ten laatste binnen de twaalf uur die volgen op het zich voordoen van voorgenoemde feiten, deelt de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging aan de directeur-generaal van het Agentschap de namen, de beroepsadressen en de hoedanigheid van de personen mee die toegang hebben gehad tot de veiligheidszones, en verstrekt tevens gedetailleerde informatie over de aard van het incident of ongeval, en de graad van de ernst ervan. HOOFDSTUK VII. - Bezoek aan veiligheidszones van een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf

Art. 7.§ 1. Iedereen die een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf wil bezoeken, dient hiervoor een uitdrukkelijk verzoek tot de exploitant van de kerninstallatie of van het nucleair vervoerbedrijf te richten.

Het verzoek wordt behoorlijk gemotiveerd. Wanneer de exploitant van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf ingaat op dit verzoek en wanneer het bezoek de toegang tot veiligheidszones inhoudt, dan dient de veiligheidsofficier ten laatste vijftien dagen voor de datum van het voorziene bezoek bij de directeur-generaal van het Agentschap een aanvraag in voor een veiligheidsattest voor de personen die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd zijn. § 2. De veiligheidsofficier brengt de directeur-generaal van het Agentschap op de hoogte van de aard en van de veiligheidsrang van de bezochte veiligheidszones, van de datum van het bezoek, van de aard van het bezoek - dat individueel of in groep gebeurt - en van het doel van het bezoek. § 3. De geldigheid van het veiligheidsattest vervalt na afloop van het bezoek - met een maximumduur van zes uur - van één of meerdere veiligheidszones. § 4. De directeur-generaal van het Agentschap mag, voor de aflevering van de veiligheidsattesten, op basis van de analyse van het risico dat het bezoek inhoudt, beslissen om het aantal bezoekers te beperken dat, al dan niet samen, toegelaten wordt om veiligheidszones te betreden en mag die veiligheidszones definiëren die voor hen toegankelijk zijn.

Hij brengt de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging op de hoogte van zijn beslissing. De afgevaardigde voor de fysieke beveiliging moet schriftelijk zijn akkoord bevestigen over de door de directeur-generaal vastgelegde modaliteiten voor het bezoek alvorens deze begint met de procedure tot toekenning of weigering van een veiligheidsattest.

Wanneer het dreigingsniveau het rechtvaardigt, ongeacht of het nu om een individueel of groepsbezoek gaat, dan kan de directeur-generaal van het Agentschap weigeren om gevolg te geven aan het verzoek/de verzoeken voor een veiligheidsattest. HOOFDSTUK VIII. - Toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten, voor personen die houder zijn van een buitenlandse veiligheidsmachtiging of die niet in België verblijven

Art. 8.Om toegang te hebben tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten, moet de persoon die houder is van een veiligheidsmachtiging van het vereiste niveau die werd afgeleverd door de bevoegde autoriteiten van een derde land en erkend is door de internationale conventies en verdragen die België terzake binden, onverminderd deze conventies en verdragen, aan de bevoegde veiligheidsofficier het bewijs leveren dat hij houder is van een dergelijke veiligheidsmachtiging.

Ten laatste drie maanden voor de datum die werd vastgesteld voor de gevraagde toegang, maakt de veiligheidsofficier bovenvermelde documenten over aan de directeur-generaal van het Agentschap. Hij brengt deze tevens op de hoogte van de aard en de veiligheidsrang van de veiligheidszones, het kernmateriaal en de nucleaire documenten waartoe bovenvermelde persoon toegang dient te hebben.

De directeur-generaal van het Agentschap gaat over tot de verificatie van de geldigheid van de bedoelde documenten. Indien nodig mag hij zich bij deze taak laten bijstaan door de bevoegde Belgische autoriteiten, met inbegrip van de Nationale Veiligheidsautoriteit of haar leden.

Art. 9.§ 1. De persoon die niet in België verblijft en die al dan niet de Belgische nationaliteit heeft, en die noch houder is van een veiligheidsmachtiging van het vereiste niveau die werd afgeleverd overeenkomstig hoofdstuk III van de wet van 11 december 1998, noch van een veiligheidsmachtiging van het vereiste niveau afgeleverd door de bevoegde autoriteiten van een derde land en erkend is door de internationale conventies en verdragen die België terzake binden, mag geen toegang hebben tot de veiligheidzones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten, behalve in de gevallen bedoeld in de artikelen 10 tot 14 en volgens de door dit besluit voorziene modaliteiten. § 2. Overeenkomstig artikel 8bis, § 3, van de wet van 11 december 2011, moet bovenvermelde persoon, opdat hem de gevraagde toegang zou worden verleend, aan de bevoegde veiligheidsofficier een attest voorleggen dat minder dan één jaar geleden door de bevoegde autoriteiten van het land waar hij gewoonlijk verblijft werd afgeleverd en waarin gecertificeerd wordt dat het hem in dat land is toegestaan om toegang te hebben tot een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf, tot kernmateriaal, tot de plaatsen waar het zich bevindt of tot de documenten die er betrekking op hebben. § 3. Het toegangsverzoek voor de desbetreffende persoon wordt door de veiligheidsofficier van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf bij de directeur-generaal van het Agentschap ingediend; in het in artikel 13 bedoelde geval kan het verzoek eveneens worden ingediend door de veiligheidsofficier van het bedrijf dat de werken of diensten uitvoert.

Ten laatste drie maanden voor de datum die werd vastgesteld voor de gevraagde toegang, maakt de veiligheidsofficier bovenvermelde documenten over aan de directeur-generaal van het Agentschap. Hij brengt de directeur-generaal van het Agentschap tevens op de hoogte van de aard en de veiligheidsrang van de veiligheidszones, het kernmateriaal en de nucleaire documenten waartoe bovenvermelde persoon toegang dient te hebben. § 4. De directeur-generaal van het Agentschap gaat over tot de verificatie van de geldigheid van de bedoelde documenten. Indien nodig mag hij zich bij deze taak laten bijstaan door de bevoegde Belgische autoriteiten, met inbegrip van de Nationale Veiligheidsautoriteit of haar leden. § 5. Wanneer bovenvermelde persoon toegang vraagt tot veiligheidszones, kernmateriaal of nucleaire documenten waaraan een veiligheidsrang werd toegekend die gelijk is aan « GEHEIM - NUC », kan de directeur-generaal van het Agentschap, op basis van de analyse van het nucleair proliferatierisico of het risico op sabotage, de gevraagde toegang weigeren, en hiervoor mag hij de bevoegde autoriteiten, met inbegrip van de Nationale Veiligheidsautoriteit of haar leden raadplegen.

Wanneer deze persoon toegang vraagt tot veiligheidszones, kernmateriaal of nucleaire documenten waaraan de veiligheidsrang « VERTROUWELIJK - NUC » werd toegekend, dan kan de directeur-generaal van het Agentschap, in geval van een verhoogde dreiging, deze toegang weigeren op basis van de analyse van het nucleair proliferatierisico of het risico op sabotage en hiervoor kan hij de bevoegde autoriteiten, met inbegrip van de Nationale Veiligheidsautoriteit of haar leden raadplegen.

Daarenboven kan de directeur-generaal van het Agentschap, ongeacht of de toegekende veiligheidsrang nu « GEHEIM-NUC » of « VERTROUWELIJK-NUC » is, de gevraagde toegang weigeren indien hij kennis heeft van feiten die tot ernstige twijfels over de betrouwbaarheid van de betrokken persoon zouden kunnen leiden.

Art. 10.Wanneer een in artikel 9, § 1, bedoelde persoon toegang vraagt tot veiligheidszones, kernmateriaal of nucleaire documenten van een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf a) hetzij omwille van een betrekking van onbepaalde duur bij de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf, waarvoor hij aan alle voorwaarden voldoet die door de aanwervingsprocedure voorzien zijn;b) hetzij omwille van een tijdelijke of interim-betrekking bij de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf, waarvoor hij aan alle voorwaarden voldoet die door de aanwervingsprocedure voorzien zijn en wanneer de duur van deze betrekking twaalf maanden of meer bedraagt wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze zones, dit kernmateriaal of deze nucleaire documenten « VERTROUWELIJK- NUC » is, of vijftien maanden of meer bedraagt wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze zones, dit kernmateriaal of deze nucleaire documenten « GEHEIM - NUC » is;c) hetzij omwille van een stageovereenkomst of een opleidingsovereenkomst bij de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf en wanneer de duur van deze overeenkomst twaalf maanden of meer bedraagt wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze zones, dit kernmateriaal of deze nucleaire documenten « VERTROUWELIJK - NUC » is of vijftien maanden of meer bedraagt wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze zones, dit kernmateriaal of deze nucleaire documenten « GEHEIM - NUC » is; is deze toegang mogelijk mits de verwerving van een toegangsvergunning die volgens de hierna voorziene voorwaarden en modaliteiten en volgens de bepalingen van artikel 9 moet worden afgeleverd.

Een aanvraag voor een veiligheidsmachtiging moet hiermee gelijktijdig worden ingediend.

De geldigheid van de toegangsvergunning die aan deze persoon wordt toegekend, vervalt van zodra zich de eerste van de volgende vervaldagen voordoet : hetzij op de dag waarop de persoon de kennisgeving ontvangt van de beslissing om hem een veiligheidsmachtiging te verlenen, of de kennisgeving van de definitieve beslissing hem deze te weigeren, hetzij op de dag waarop de betrekking of de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst eindigt.

Art. 11.Wanneer de toegang tot veiligheidszones, kernmateriaal of nucleaire documenten vereist is voor een persoon bedoeld in artikel 9, § 1, die reeds deel uitmaakt van het personeel van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf en die heraangesteld werd in een betrekking binnen voornoemde installatie of vervoerbedrijf waarvoor de toegang tot veiligheidszones, kernmateriaal, of nucleaire documenten vereist is, kan er een toegangsvergunning worden afgeleverd volgens de hierna voorziene voorwaarden en modaliteiten en volgens de bepalingen vermeld in artikel 9.

Er moet gelijktijdig een veiligheidsmachtiging worden aangevraagd.

De geldigheid van de aan de persoon toegekende toegangsvergunning verstrijkt van zodra zich de eerste van de volgende vervaldagen voordoet : hetzij op de dag waarop deze persoon de kennisgeving ontvangt van de beslissing om hem een veiligheidsmachtiging van het vereiste niveau toe te kennen, of de kennisgeving van de definitieve beslissing hem deze te weigeren, hetzij wanneer er een einde wordt gesteld aan de betrekking of aan de aanstelling waarvoor de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten vereist was.

Art. 12.§ 1. Wanneer de toegang tot veiligheidszones, kernmateriaal of nucleaire documenten vereist is voor een persoon bedoeld in artikel 9, § 1, omwille van een tijdelijke of interim-betrekking, een stageovereenkomst of een opleidingsovereenkomst waarvoor de toegang tot veiligheidszones, kernmateriaal, of nucleaire documenten vereist is voor een periode die minder dan twaalf maanden bedraagt wanneer de veiligheidsrang die aan deze zones, dit kernmateriaal of deze nucleaire documenten wordt toegekend « VERTROUWELIJK - NUC » is, of voor een periode die minder dan vijftien maanden bedraagt wanneer de veiligheidsrang die aan deze zones, dit kernmateriaal of deze nucleaire documenten wordt toegekend « GEHEIM - NUC » is, dan kan er een toegangsvergunning worden verleend volgens de hierna voorziene voorwaarden en modaliteiten en volgens de bepalingen vermeld in artikel 9.

Wanneer de toegangsvergunning uit hoofde van dit artikel, met uitzondering van paragraaf 3, tweede lid, wordt aangevraagd, dan voegt de veiligheidsofficier hierbij een verklaring op erewoord van de betrokken persoon volgens welke hem uit hoofde hiervan sinds drie jaar geen toegangsvergunning werd afgeleverd.

De betrokken persoon maakt, voor de drie voorgaande jaren, de lijst over van zijn werkgevers, of van de inrichtingen, bedrijven of entiteiten waarbij hij arbeidsprestaties, diensten, stages of opleidingen heeft uitgevoerd.

De lijst wordt bij de verklaring op erewoord gevoegd.

Daarenboven vermeldt de betrokken persoon of hij een dosimeter diende te dragen in het kader van zijn opleiding, zijn stage of beroepsactiviteit. Deze indicatie wordt tevens bij de verklaring op erewoord gevoegd. § 2. De geldigheid van de aan de persoon toegekende toegangsvergunning verstrijkt van zodra zich een van de volgende vervaldagen voordoet : hetzij bij het verstrijken van de voorziene geldigheidsduur, hetzij op de dag waarop er een einde wordt gesteld aan de tijdelijke of interim-betrekking of aan de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst. § 3. De toegangsvergunning kan niet opnieuw worden toegekend binnen een termijn van drie jaar die begint te lopen vanaf de dag na die waarop deze verstreken is.

In afwijking van het eerste lid, kan de toegangsvergunning een of meerdere keren hernieuwd worden zonder dat de wachttermijn van drie jaar gerespecteerd moet worden, mits aan de volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldaan : 1°) zodra de veiligheidsofficier de aanvraag voor het verkrijgen van de initiële toegangsvergunning indient, dient hij voor de betrokken persoon gelijktijdig een aanvraag voor een veiligheidsmachtiging in overeenkomstig de wet van 11 december 1998. 2°) de aanvra(a)g(en) voor een latere toegangsvergunning heeft/hebben betrekking op toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten van een andere kerninstallatie of een ander nucleair vervoerbedrijf dan de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf waarvoor uit hoofde van dit lid reeds een toegangsvergunning werd afgeleverd. § .4. Een verlenging van de geldigheid van de toegangsvergunning met een maximumtermijn van zes maanden kan in het kader van dit artikel worden toegestaan op verzoek van de veiligheidsofficier van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf wanneer deze het bewijs levert dat de opdracht die het voorwerp van de tijdelijke of interim-betrekking, van de stageovereenkomst of de opleiding uitmaakt, ingevolge omstandigheden buiten de wil van de betrokken partijen om, niet binnen de oorspronkelijk voorziene termijnen kon worden voltooid.

De aanvraag tot verlenging kan worden ingediend van zodra er zich een geval van overmacht voordoet en ten laatste binnen de vijftien dagen die daarop volgen. Ze moet worden ingediend tijdens de geldigheidsperiode van de toegangsvergunning.

Art. 13.§ 1. Wanneer een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf een contract voor de prestatie van werken of diensten heeft afgesloten met een bedrijf en er voor de uitvoering van dit contract toegang vereist is tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten, dan kan een dergelijke toegang aan de persoon bedoeld in artikel 9, § 1, die voor dit bedrijf prestaties verricht, worden toegekend mits de verwerving van een toegangsvergunning die volgens de hierna voorziene voorwaarden en modaliteiten en volgens de bepalingen vermeld in artikel 9 werd afgeleverd. § 2. De toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten kan enkel in de volgende gevallen worden gevraagd : a) de uitvoering van het contract voor de prestatie van werken of diensten vereist de regelmatige toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten en de duur tijdens welke de persoon deze toegang dient te hebben, bedraagt minder dan twaalf of vijftien maanden afhankelijk van het feit of het normaal vereiste machtigingsniveau respectievelijk « VERTROUWELIJK » of « GEHEIM » is;b) de uitvoering van het contract voor de prestatie van werken of diensten vereist de regelmatige toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten en de duur tijdens welke de persoon deze toegang dient te hebben is langer dan of gelijk aan de periode van twaalf of vijftien maanden, afhankelijk van het feit of het normaal vereiste machtigingsniveau respectievelijk « VERTROUWELIJK » of « GEHEIM » is;c) de uitvoering van het contract voor de prestatie van werken of diensten vereist de occasionele toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten en de duur tijdens welke de persoon deze toegang dient te hebben is korter dan of gelijk aan zes uur. § 3 - In het in paragraaf 2, b), voorziene geval dient de bevoegde veiligheidsofficier de aanvraag voor het verkrijgen van een toegangsvergunning voor de desbetreffende persoon gelijktijdig in met de indiening van de aanvraag voor een veiligheidsmachtiging overeenkomstig de wet van 11 december 1998.

Wanneer de toegangsvergunning uit hoofde van paragraaf 2, punt a) of b), met uitzondering van paragraaf 5, 2e lid, wordt aangevraagd dan voegt de veiligheidsofficier hierbij een verklaring op erewoord van de betrokken persoon volgens welke hem reeds sinds drie jaar uit hoofde hiervan geen toegangsvergunning werd toegekend.

De betrokken persoon maakt, voor de drie voorgaande jaren, de lijst over van zijn werkgevers, of van de inrichtingen, bedrijven of entiteiten waarbij hij arbeidsprestaties, diensten, stages of opleidingen heeft uitgevoerd.

De lijst wordt bij de verklaring op erewoord gevoegd.

Daarenboven vermeldt de betrokken persoon of hij een dosimeter diende te dragen in het kader van zijn opleiding, zijn stage of beroepsactiviteit. Deze indicatie wordt tevens bij de verklaring op erewoord gevoegd.

Bij de initiële aanvraag voor een toegangsvergunning voorzien uit hoofde van paragraaf 5, tweede lid, dient de veiligheidsofficier de aanvraag voor het verkrijgen van een toegangsvergunning voor de desbetreffende persoon gelijktijdig in met de indiening van de aanvraag voor de veiligheidsmachtiging overeenkomstig de wet van 11 december 1998.

Bij de latere aanvra(a)g(en) voor een toegangsvergunning die werd(en) ingediend uit hoofde van en onder de voorwaarden van paragraaf 5, tweede lid, nemen de veiligheidsofficier bevoegd voor de latere aanvraag en de veiligheidsofficier bevoegd voor de vorige, of de initiële aanvraag contact op met elkaar om zich te informeren over de indiening van een aanvraag voor een veiligheidsmachtiging voor de betrokkene. § 4. De geldigheid van de toegangsvergunning verstrijkt van zodra zich een van de volgende vervaldagen voordoet : hetzij bij het verstrijken van de voorziene geldigheidsduur, hetzij op de dag waarop het contract voor de prestatie van werken of diensten afloopt, hetzij wanneer het contract dat het bedrijf met de persoon verbindt eindigt, hetzij, in de in paragraaf 2, b), en paragraaf 5, tweede lid, voorziene gevallen, op de dag waarop de persoon de kennisgeving ontvangt van de beslissing om hem een veiligheidsmachtiging te verlenen of de kennisgeving van de definitieve beslissing hem deze te weigeren.

In het in paragraaf 2, c), bedoelde geval heeft de toegangsvergunning een maximale geldigheidsduur die beperkt is tot zes uur. § 5. In de in paragraaf 2, a) en b), bedoelde gevallen mag de toegangsvergunning niet opnieuw worden toegekend binnen een termijn van drie jaar die begint te lopen op de dag na die waarop deze verstreken is.

In afwijking van het eerste lid, kan de toegangsvergunning een of meerdere keren opnieuw toegekend worden zonder dat de wachttermijn van drie jaar gerespecteerd moet worden, mits aan de volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldaan : 1°) zodra de veiligheidsofficier de aanvraag voor het verkrijgen van de initiële toegangsvergunning indient, dient hij voor de betrokken persoon gelijktijdig een aanvraag voor een veiligheidsmachtiging in overeenkomstig de wet van 11 december 1998. 2°) de aanvra(a)g(en) voor een latere toegangsvergunning heeft/hebben betrekking op toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten van een andere kerninstallatie of een ander nucleair vervoerbedrijf dan de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf waarvoor reeds een toegangsvergunning uit hoofde van dit lid werd afgeleverd.

In het in paragraaf 2, c), voorziene geval kan de toegangsvergunning, behalve in geval van overmacht, niet meer dan tweemaal hernieuwd worden binnen de termijn van een jaar vanaf de dag na die waarop ze verstreken is. § 6. - In het in paragraaf 2 a) voorziene geval kan een verlenging van de geldigheid van de toegangsvergunning die uit hoofde van dit artikel werd toegekend, gevraagd worden in geval de opdracht die het voorwerp uitmaakt van het contract voor de prestatie van werken of diensten niet voltooid is.

De veiligheidsofficier van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf of de veiligheidsofficier van het uitvoerend bedrijf dient de aanvraag in bij de directeur-generaal van het Agentschap. Hij moet het bewijs leveren dat de opdracht die het voorwerp van het contract voor de prestatie van werken of diensten uitmaakt, ingevolge omstandigheden buiten de wil van de betrokken partijen om, niet binnen de oorspronkelijk voorziene termijnen kon worden voltooid.

De verlenging van de toegangsvergunning mag niet worden toegekend voor meer dan zes maanden.

De verlengingsaanvraag kan worden ingediend van zodra er zich een geval van overmacht voordoet en ten laatste binnen de vijftien dagen die daarop volgen. Ze moet worden ingediend tijdens de geldigheidsperiode van de toegangsvergunning.

Art. 14.§ 1. Wanneer de toegang tot de veiligheidszones vereist is voor een persoon bedoeld in artikel 9, § 1, die een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf wil bezoeken, dan kan er een toegangsvergunning worden verleend volgens de hierna voorziene voorwaarden en modaliteiten en volgens de bepalingen van artikel 9. § 2. Bovenvermelde persoon die een bezoek wenst uit te voeren, dient hiervoor een uitdrukkelijk verzoek tot de exploitant van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf te richten. Het verzoek wordt behoorlijk gemotiveerd. Wanneer de exploitant ingaat op dit verzoek en het bezoek de toegang tot veiligheidszones inhoudt, dient de veiligheidsofficier bij de directeur-generaal van het Agentschap een aanvraag in voor een toegangsvergunning.

De veiligheidsofficier brengt de directeur-generaal van het Agentschap op de hoogte van de aard en van de veiligheidsrang van de bezochte veiligheidszones, van de datum van het bezoek, van de aard van het bezoek - individueel bezoek of in groep - en van het doel van het bezoek. § 3. De directeur-generaal van het Agentschap mag, voor de aflevering van de toegangsvergunningen, op basis van de analyse van het risico dat het bezoek inhoudt, beslissen om het aantal bezoekers te beperken dat, al dan niet samen, toegelaten wordt om veiligheidszones te betreden en kan de veiligheidszones definiëren die voor hen toegankelijk zijn. Hij brengt de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging op de hoogte van zijn beslissing. De afgevaardigde voor de fysieke beveiliging moet zijn akkoord met de door de directeur-generaal vastgelegde modaliteiten voor het bezoek schriftelijk bevestigen vooraleer deze van start gaat met de procedure tot toekenning of weigering van een toegangsvergunning.

De directeur-generaal van het Agentschap kan, ongeacht of het nu om een individueel of een groepsbezoek gaat, weigeren om gevolg te geven aan het verzoek/de verzoeken voor een toegangsvergunning op basis van de analyse van het nucleair proliferatierisico of het risico op sabotage en hiervoor kan hij de bevoegde autoriteiten, met inbegrip van de Nationale Veiligheidsautoriteit of haar leden, raadplegen. § 4. De geldigheid van de toegangsvergunning die aan de persoon werd toegekend, vervalt na afloop van het bezoek - met een maximale duur van zes uur - van één of meerdere veiligheidszones. HOOFDSTUK IX. - Toegang van onvoldoende of niet-gemachtigde personen tot nucleaire documenten die bewaard of behandeld worden buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf

Art. 15.Wanneer een persoon die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd is, verzoekt om toegang te hebben tot nucleaire documenten die door een publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon worden bewaard of behandeld buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf in toepassing van artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 houdende de categorisering en de bescherming van de nucleaire documenten en dat deze toegang gevraagd wordt : a) hetzij omwille van een betrekking van onbepaalde duur bij die publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon waarvoor hij aan alle voorwaarden voldoet die door de aanwervingsprocedure voorzien zijn;b) hetzij omwille van een tijdelijke of interim-betrekking bij die publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon, waarvoor hij aan alle voorwaarden voldoet die door de aanwervingsprocedure voorzien zijn en wanneer de duur van deze betrekking twaalf maanden of meer bedraagt wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze nucleaire documenten « VERTROUWELIJK- NUC » is of vijftien maanden of meer bedraagt wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze nucleaire documenten « GEHEIM - NUC » is;c) hetzij omwille van een stageovereenkomst of een opleidingsovereenkomst bij die publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon en wanneer de duur van deze overeenkomst twaalf maanden of meer bedraagt wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze nucleaire documenten « VERTROUWELIJK- NUC » is of vijftien maanden of meer bedraagt wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze nucleaire documenten « GEHEIM - NUC » is; is deze toegang mogelijk mits de verwerving van een veiligheidsattest.

De procedure en de voorwaarden vermeld in artikel 2 zijn van toepassing op de verwerving van dit veiligheidsattest.

De aanvraag wordt ingediend door de veiligheidsofficier van de publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die de nucleaire documenten bewaart of behandelt, of, bij ontstentenis hiervan, door de veiligheidsofficier van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf waarvan het nucleair document afkomstig is of waarop het betrekking heeft.

Art. 16.Wanneer een publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon nucleaire documenten bewaart of behandelt buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf in toepassing van artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 houdende de categorisering en de bescherming van de nucleaire documenten, dan is de toegang tot deze nucleaire documenten mogelijk met een veiligheidsattest door de persoon die reeds deel uitmaakt van het personeel van de publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon en die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd is en die heraangesteld werd in een betrekking bij voornoemde natuurlijke of rechtspersoon waarvoor de toegang tot de nucleaire documenten vereist is. De procedure en de voorwaarden bedoeld in artikel 3 zijn van toepassing op de verkrijging van dit veiligheidsattest.

De aanvraag wordt ingediend door de veiligheidsofficier van de publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die de nucleaire documenten bewaart of behandelt, of, bij ontstentenis hiervan, door de veiligheidsofficier van de kerninstallatie of het nucleaire vervoerbedrijf waarvan het nucleair document afkomstig is of waarop het betrekking heeft.

Art. 17.Wanneer een publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon nucleaire documenten bewaart of behandelt buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf in toepassing van artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 houdende de categorisering en de bescherming van de nucleaire documenten, en wanneer omwille van een tijdelijke of interim-betrekking, een stageovereenkomst of een opleidingovereenkomst de toegang van een persoon die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd is, tot deze nucleaire documenten vereist is voor een periode van minder dan twaalf maanden wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze nucleaire documenten « VERTROUWELIJK - NUC » is, of minder dan vijftien maanden wanneer de veiligheidsrang toegekend aan deze nucleaire documenten « GEHEIM - NUC is, dan is de toegang van deze persoon tot deze nucleaire documenten mogelijk met een veiligheidsattest. De procedure en de voorwaarden bedoeld in artikel 4 zijn van toepassing op de verkrijging van dit veiligheidsattest.

De aanvraag wordt ingediend door de veiligheidsofficier van de publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die de nucleaire documenten bewaart of behandelt, of, bij ontstentenis hiervan, door de veiligheidsofficier van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf waarvan het nucleair document afkomstig is of waarop het betrekking heeft.

Wanneer het veiligheidsattest uit hoofde van dit artikel, met uitzondering van het 4e lid, wordt aangevraagd, dan voegt de veiligheidsofficier bij de informatie die met de aanvraag gepaard gaat een verklaring op erewoord van de betrokken persoon volgens welke hem sinds drie jaar uit hoofde hiervan geen veiligheidsattest werd afgeleverd.

De betrokken persoon maakt, voor de drie voorgaande jaren, de lijst over van zijn werkgevers, of van de inrichtingen, bedrijven of entiteiten waarbij hij arbeidsprestaties, diensten stages of opleidingen heeft uitgevoerd.

De lijst wordt bij de verklaring op erewoord gevoegd.

Daarenboven vermeldt de betrokken persoon of hij een dosimeter diende te dragen in het kader van zijn opleiding, zijn stage of beroepsactiviteit. Deze indicatie wordt tevens bij de verklaring op erewoord gevoegd.

In afwijking van artikel 4, § 4, eerste lid, kan het veiligheidsattest een of meerdere keren opnieuw toegekend worden zonder dat de wachttermijn van drie jaar gerespecteerd moet worden, mits aan de volgende cumulatieve voorwaarden wordt voldaan : 1°) zodra de bovenvermelde veiligheidsofficier de aanvraag voor het verkrijgen van het initiële veiligheidsattest indient, dient hij voor de betrokken persoon gelijktijdig een aanvraag in voor een veiligheidsmachtiging overeenkomstig de wet van 11 december 1998. 2°) de aanvra(a)g(en) voor een later veiligheidsattest heeft/hebben betrekking op de toegang tot de nucleaire documenten die worden bewaard of behandeld door een andere publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon dan de publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon waarvoor reeds een toegangsvergunning uit hoofde van dit lid werd afgeleverd.

Art. 18.§ 1. Wanneer een bedrijf een contract voor de prestatie van werken of diensten heeft afgesloten met een publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die nucleaire documenten bewaart of behandelt buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf overeenkomstig artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 houdende de categorisering en de bescherming van de nucleaire documenten en er voor de uitvoering van dit contract toegang vereist is tot de nucleaire documenten, is een dergelijke toegang door een persoon die voor dit bedrijf prestaties levert maar die niet gemachtigd is, of waarvan het machtigingsniveau lager is dan vereist, mogelijk op basis van de verwerving van een veiligheidsattest in de gevallen voorzien in paragraaf 2. De gevallen, de procedure, de modaliteiten en de voorwaarden bedoeld in artikel 5 zijn van toepassing op de verkrijging van dit veiligheidsattest. § 2. De toegang tot de nucleaire documenten kan enkel in de volgende gevallen worden gevraagd : a) voor de uitvoering van een contract voor werken of diensten is de regelmatige toegang tot nucleaire documenten vereist en de duur tijdens dewelke de persoon deze toegang dient te hebben, bedraagt minder dan twaalf of vijftien maanden, afhankelijk van het feit of het normaal vereiste machtigingniveau respectievelijk « VERTROUWELIJK » of « GEHEIM » is.b) voor de uitvoering van een contract voor werken of diensten is de regelmatige toegang tot nucleaire documenten vereist en de duur tijdens dewelke de persoon deze toegang dient te hebben, bedraagt twaalf of vijftien maanden, of meer, afhankelijk van het feit of het normaal vereiste machtigingniveau respectievelijk « VERTROUWELIJK » of « GEHEIM » is.c) voor de uitvoering van een contract voor werken of diensten is de occasionele toegang tot nucleaire documenten vereist en de duur tijdens dewelke de persoon deze toegang dient te hebben, bedraagt zes uur of minder. § 3. De aanvraag voor de verkrijging van een veiligheidsattest wordt ingediend : - hetzij door de veiligheidsofficier van de publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die de nucleaire documenten bewaart of behandelt; - hetzij door de veiligheidsofficier van het bedrijf dat de werken of diensten uitvoert.

Bij ontstentenis hiervan wordt ze ingediend door de veiligheidsofficier van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf waarvan het nucleair document afkomstig is of waarop het betrekking heeft.

Wanneer het veiligheidsattest uit hoofde van paragraaf 2, a) of b), maar niet uit hoofde van paragraaf 4, wordt aangevraagd, dan voegt de veiligheidsofficier bij de informatie die gepaard gaat met de aanvraag een verklaring op erewoord van de betrokken persoon volgens welke hem uit hoofde hiervan sinds drie jaar geen veiligheidsattest werd afgeleverd.

De betrokken persoon maakt, voor de drie voorgaande jaren, de lijst over van zijn werkgevers, of van de inrichtingen, bedrijven of entiteiten waarbij hij arbeidsprestaties, diensten, stages of opleidingen heeft uitgevoerd.

De lijst wordt bij de verklaring op erewoord gevoegd.

Daarenboven vermeldt de betrokken persoon of hij een dosimeter diende te dragen in het kader van zijn opleiding, zijn stage of beroepsactiviteit. Deze indicatie wordt tevens bij de verklaring op erewoord gevoegd. § 4. In afwijking van artikel 5, § 5, eerste lid, kan het in het in paragraaf 2, a), voorziene geval toegekende veiligheidsattest een of meerdere keren hernieuwd worden zonder dat de wachttermijn van drie jaar gerespecteerd moet worden, mits de volgende cumulatieve voorwaarden worden nageleefd : 1°) zodra de bovenvermelde veiligheidsofficier de aanvraag voor de aflevering van het initiële veiligheidsattest indient, dient hij voor de betrokken persoon gelijktijdig een aanvraag in voor een veiligheidsmachtiging overeenkomstig de wet van 11 december 1998. 2°) de aanvra(a)g(en) voor een later veiligheidsattest heeft/hebben betrekking op de toegang tot de nucleaire documenten die bewaard of behandeld werden door een andere publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon dan de publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon waarvoor reeds een veiligheidsattest uit hoofde van dit paragraaf werd afgeleverd. HOOFDSTUK X. - Bijkomende beschermingsmaatregelen

Art. 19.§ 1. Gedurende de ganse periode van zijn verblijf in een veiligheidszone wordt elke persoon bedoeld in de artikelen 2 tot 5 en 9 tot 13, begeleid door ten minste één persoon met een veiligheidsmachtiging van het vereiste niveau die bevoegd is deze te betreden. De afgevaardigde voor de fysieke beveiliging neemt daarenboven de vereiste maatregelen om te voorkomen dat de persoon en zijn begeleider in de veiligheidszone aanwezig zouden zijn terwijl er zich daar geen enkele andere gemachtigde en bevoegde persoon bevindt. § 2. Tijdens de ganse duur van zijn verblijf in de lokalen waarin zich in toepassing van artikel 7, § 2 van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 houdende de categorisering en de bescherming van de nucleaire documenten de nucleaire documenten buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf bevinden, wordt elke persoon bedoeld in de artikelen 15 tot 18 begeleid door ten minste één persoon met een veiligheidsmachtiging van het vereiste niveau die bevoegd is deze te betreden. De bevoegde veiligheidsofficier neemt daarenboven de vereiste maatregelen om te voorkomen dat bovenvermelde persoon en zijn begeleider in de lokalen aanwezig zouden zijn terwijl er zich daar geen enkele andere gemachtigde en bevoegde persoon bevindt. Bij ontstentenis van een veiligheidsofficier worden deze maatregelen getroffen door de verantwoordelijke voor de beveiliging of door de leidinggevende van de natuurlijke of rechtspersoon. § 3. De toegang tot het kernmateriaal van de personen bedoeld in de artikelen 2 tot 5 en 9 tot 13 kan enkel gebeuren op instructie van de begeleider en in aanwezigheid van andere personen die gemachtigd en bevoegd zijn om toegang te hebben tot de veiligheidszone waar zich het betrokken kernmateriaal bevindt. § 4. De begeleider neemt de nodige maatregelen opdat de in de artikelen 2 tot 5, 9 tot 13 en 15 tot 18 bedoelde personen enkel kennis zouden nemen van die nucleaire documenten of uitreksels daaruit die onontbeerlijk zijn voor de uitvoering van hun taak, en waarvan verzekerd kan worden dat deze onder geen enkele vorm gereproduceerd kunnen worden. § 5 In het geval van een incident of ongeval bedoeld in artikel 6, moet de persoon die de hulpdiensten en/of politiediensten verwittigt, de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging hiervan op de hoogte brengen zonder de aankomst van de betreffende diensten af te wachten.

De afgevaardigde voor de fysieke beveiliging neemt, indien mogelijk, de vereiste maatregelen opdat de diensten tijdens hun verblijf in de veiligheidszone, vergezeld worden door gemachtigde personen.

In het geval van een incident of ongeval bedoeld in artikel 6, § 2, is het de verantwoordelijkheid van de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging om de hulpdiensten en/of de politiediensten op te roepen.

Wanneer, in geval van overmacht of om elke andere reden gemotiveerd door een noodgeval, deze oproep gebeurt door een derde, inf ormeert deze de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging voorafgaand aan de aankomst van de betreffende diensten. De afgevaardigde voor de fysieke beveiliging verzekert de begeleiding van de hulpdiensten en/ of politiediensten gedurende hun verblijf in de veiligheidszone.

Gedurende hun verblijf in de veiligheidszone, mogen de niet of niet op het vereiste niveau gemachtigde personen, geen toegang hebben tot het kernmateriaal of tot de nucleaire documenten. § 6.- De in artikelen 7 en 14 bedoelde persoon wordt gedurende het ganse bezoek van de nucleaire installatie of het nucleair vervoerbedrijf begeleid en draagt een badge met de vermelding « bezoeker ».

In een veiligheidszone wordt hij begeleid door een persoon die gemachtigd en bevoegd is om deze te betreden.

Onverminderd artikel 7, § 4, en artikel 14, § 3, wanneer het bezoek in groepen wordt georganiseerd, bestaan deze uit maximaal zes personen en worden er twee begeleiders per groep voorzien.

In een veiligheidszone wordt de groep begeleid door twee personen die gemachtigd en bevoegd zijn om deze te betreden.

Behoudens uitdrukkelijke afwijking die door de directeur-generaal van het Agentschap wordt toegestaan, gebeuren de bezoeken tijdens de normale openingsuren van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf. HOOFDSTUK XI. - Algemene en wijzigingende bepalingen

Art. 20.Aan artikel 30bis van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 houdende uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, tweede lid, 3°, worden de woorden « of wat betreft het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, waarvan de controle valt onder zijn verantwoordelijkheid » toegevoegd tussen de woorden « aarvoor zij verantwoordelijk zijn » en de woorden « of in geval van evenementen die zijzelf organiseren ».

Art. 21.De bijlage gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juni 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 houdende uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen wordt gevoegd als bijlage III bij voornoemd koninklijk besluit van 24 maart 2000.

In de bijlage die gevoegd wordt als bijlage III bij het koninklijk besluit van 24 maart 2000 houdende uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift wordt vervangen als volgt : 'Bijlage III'; 2° een punt 2.(D) aldus opgesteld wordt ingevoegd : « 2.(D) de bevoegde veiligheidsofficier, (art. 8bis en 22ter, al.2 van de wet) (nucleaire sector) » 3° een punt 3.(D) aldus opgesteld en de volgende tabel bevattend wordt ingevoegd : « 3.(D) veiligheidsattesten voorzien door artikel 8bis van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen.

Verwijzing naar het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de veiligheidsattesten voor de nucleaire sector en tot regeling van de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of tot de nucleaire documenten in bepaalde bijzondere omstandigheden

Korte samenvatting van het geval

Vereiste bijzonderheden

Art. 2

Kandidaat voor een betrekking van lange duur; stages of opleidingen van lange duur

- aard en veiligheidsrang van het kernmateriaal, de veiligheidszones en de nucleaire documenten waartoe de persoon toegang dient te hebben; - datum van het begin van de arbeidsprestaties of de uitvoering van de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst; - datum van het einde van de tijdelijke of interim-betrekking, de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst; - voorwerp van de betrekking, de stage of de opleiding.

Art. 3

Heraangestelde werknemer

- aard en veiligheidsrang van het kernmateriaal, de veiligheidszones en de nucleaire documenten waartoe de persoon toegang dient te hebben; - datum van de indiensttreding bij de nieuwe aanstelling; - voorwerp van de nieuwe aanstelling.

Art. 4

Tijdelijke of interim-werknemer, stage of opleiding voor minder dan 12 maanden (« VERTROUWELIJK - NUC » toegang) of voor minder dan 15 maanden (« GEHEIM-NUC » toegang)

- aard en veiligheidsrang van het kernmateriaal, de veiligheidszones en de nucleaire documenten waartoe de persoon toegang dient te hebben; - datum van het begin en einde van de tijdelijke of interim-betrekking, de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst; - voorwerp van de tijdelijke of interim-betrekking, de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst.

Art. 5, § 2, a)

Verstrekker van arbeid of diensten - regelmatige toegang en met een duur van minder dan 12 maanden (« VERTROUWELIJK-NUC ») of 15 maanden (« GEHEIM-NUC »)

- aard en veiligheidsrang van het kernmateriaal, de veiligheidszones en de nucleaire documenten waartoe de persoon toegang dient te hebben; - aard van de overeengekomen prestaties; - datum waarop de prestaties aanvangen en moeten eindigen.

Art. 5, § 2, b)

Verstrekker van arbeid of diensten - regelmatige toegang en met een duur van meer dan of gelijk aan 12 maanden (« VERTROUWELIJK »-NUC) of 15 maanden ("GEHEIM-NUC")

- aard en veiligheidsrang van het kernmateriaal, de veiligheidszones en de nucleaire documenten waartoe de persoon toegang dient te hebben; - aard van de overeengekomen prestaties; - datum waarop de prestaties aanvangen en moeten eindigen.

Art. 5, § 2, c)

Verstrekker van arbeid of diensten - occasionele toegang van minder dan zes uur

- aard en veiligheidsrang van het kernmateriaal, de veiligheidszones en de nucleaire documenten waartoe de persoon toegang dient te hebben; - aard van de overeengekomen prestaties; - datum en uur van de gevraagde toegang.

Art. 7

Bezoeker

- betrokken veiligheidszone(s) met aanduiding van hun veiligheidsrang; - datum van het bezoek; - aard van het bezoek (individueel of groepsbezoek); - doel van het bezoek.

Art. 15

Kandidaat voor een betrekking van lange duur; stages of opleidingen van lange duur (toegang tot nucleaire documenten bewaard of behandeld buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf)

- aard en veiligheidsrang van de nucleaire documenten waartoe de persoon toegang dient te hebben; - datum van het begin van de arbeidsprestaties of de uitvoering van de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst; - datum van het einde van de tijdelijke of interim-betrekking, de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst; - voorwerp van de betrekking, de stage of de opleiding.

Art. 16

Heraangestelde werknemer (toegang tot nucleaire documenten bewaard of behandeld buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf)

- aard en veiligheidsrang van de nucleaire documenten waartoe de persoon toegang dient te hebben; - datum van de indiensttreding bij de nieuwe aanstelling; - voorwerp van de nieuwe aanstelling.

Art. 17

Tijdelijke of interim-werknemer, stage of opleiding voor minder dan 12 maanden (« VERTROUWELIJK - NUC » toegang) of voor minder dan 15 maanden (« GEHEIM-NUC » toegang) (toegang tot nucleaire documenten bewaard of behandeld buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf)

- aard en veiligheidsrang van de nucleaire documenten waartoe de persoon toegang dient te hebben; - datum van het begin en einde van de tijdelijke of interim-betrekking, de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst; - voorwerp van de tijdelijke of interim-betrekking, de stageovereenkomst of de opleidingsovereenkomst.

Art. 18, § 2, a) 12 maanden (« VERTROUWELIJK - NUC ») of vijftien maanden (« GEHEIM-NUC ») (toegang...).

Verstrekker van arbeid of diensten - regelmatige toegang en met een duur van minder dan 12 maanden (« VERTROUWELIJK -NUC ») of 15 maanden (GEHEIM-NUC ») (toegang tot nucleaire documenten bewaard of behandeld buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf)

- aard en veiligheidsrang van de nucleaire documenten waartoe de persoon toegang dient te hebben; - aard van de overeengekomen prestaties; - datum waarop de prestaties aanvangen en datum waarop ze moeten eindigen.

Art. 18, § 2, b)

Verstrekker van arbeid of diensten - regelmatige toegang en met een duur van meer dan of gelijk aan 12 maanden (« VERTROUWELIJK-NUC ») of 15 maanden (« GEHEIM-NUC ») (toegang tot nucleaire documenten bewaard of behandeld buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf)

- aard en veiligheidsrang van de nucleaire documenten waartoe de persoon toegang dient te hebben; - aard van de overeengekomen prestaties; - datum waarop de prestaties aanvangen en datum waarop ze moeten eindigen.

Art. 18, § 2, c)

Verstrekker van arbeid of diensten - occasionele toegang van minder dan zes uur (toegang tot nucleaire documenten bewaard of behandeld buiten een kerninstallatie of een nucleair vervoerbedrijf)

- aard en veiligheidsrang van de nucleaire documenten waartoe de persoon toegang dient te hebben; - aard van de overeengekomen prestaties; - datum en uur van de gevraagde toegang.

Référence à l'arrêté royal du 17 octobre 2011 relatif aux attestations de sécurité pour le secteur nucléaire et réglant l'accès aux zones de sécurité, aux matières nucléaires ou aux documents nucléaires dans certaines circonstances particulières.

Description sommaire du cas

Précisions requises

Art. 2

Candidat à un emploi de longue durée; stages ou formations de longue durée

- nature et échelon de sécurité des matières nucléaires, des zones de sécurité et des documents nucléaires auxquels la personne doit avoir accès; - date à laquelle débutent les prestations de travail ou l'exécution de la convention de stage ou de formation; - date à laquelle prend fin l'emploi temporaire ou intérimaire ou la convention de stage ou de formation; - objet de l'emploi, du stage ou de la formation.

Art. 3

Travailleur réaffecté

- nature et échelon de sécurité des matières nucléaires, des zones de sécurité et des documents nucléaires auxquels la personne doit avoir accès; - date de l'entrée en service dans la nouvelle affectation; - objet de la nouvelle affectation.

Art. 4

Travailleur temporaire/intérimaire, stage ou formation pour moins de 12 mois (accès « CONFIDENTIEL-NUC ») ou pour moins de 15 mois (accès « SECRET-NUC »)

- nature et échelon de sécurité des matières nucléaires, des zones de sécurité et des documents nucléaires auxquels la personne doit avoir accès; - dates du début et de l'expiration de l'emploi temporaire ou intérimaire, de la convention de stage ou de la formation; - objet de l'emploi temporaire ou intérimaire, de la convention de stage ou de la formation.

Art. 5, § 2, a)

Prestataire de travaux ou de services- accès de manière régulière et d'une durée inférieure à 12 mois (« CONFIDENTIEL-NUC ») ou à 15 mois (« SECRET-NUC »)

- nature et échelon de sécurité des matières nucléaires, des zones de sécurité et des documents nucléaires auxquels la personne doit avoir accès; - nature des prestations convenues; - date à laquelle débutent les prestations et date à laquelle elles doivent prendre fin.

Art. 5, § 2, b)

Prestataire de travaux ou de services- accès de manière régulière et d'une durée supérieure ou égale à 12 mois (« CONFIDENTIEL-NUC ») ou à 15 mois (« SECRET-NUC »)

- nature et échelon de sécurité des matières nucléaires, des zones de sécurité et des documents nucléaires auxquels la personne doit avoir accès; - nature des prestations convenues; - date à laquelle débutent les prestations et date à laquelle elles doivent prendre fin.

Art. 5, § 2, c)

Prestataire de travaux ou de services- accès de manière occasionnelle et de moins de six heures -

nature et échelon de sécurité des matières nucléaires, des zones de sécurité et des documents nucléaires auxquels la personne doit avoir accès; - nature des prestations convenues; - date et heure de l'accès demandé.

Art. 7

Visiteur

- zone(s) de sécurité concernée(s) avec indication de leur échelon de sécurité; - date de la visite; - nature de la visite (visite individuelle ou en groupe); - objectif de la visite.

Art. 15

Candidat à un emploi de longue durée; stages ou formations de longue durée (accès à des documents nucléaires conservés ou traités hors d'une installation nucléaire ou d'une entreprise de transport nucléaire)

- nature et échelon de sécurité des documents nucléaires auxquels la personne doit avoir accès; - date à laquelle débutent les prestations de travail ou l'exécution de la convention de stage ou de formation; - date à laquelle prend fin l'emploi temporaire ou intérimaire ou la convention de stage ou de formation; - objet de l'emploi, du stage ou de la formation.

Art. 16

Travailleur réaffecté (accès à des documents nucléaires conservés ou traités hors d'une installation nucléaire ou d'une entreprise de transport nucléaire)

- nature et échelon de sécurité des documents nucléaires auxquels la personne doit avoir accès; - date de l'entrée en service dans la nouvelle affectation; - objet de la nouvelle affectation.

Art. 17

Travailleur temporaire/intérimaire, stage ou formation pour moins de 12 mois (accès « CONFIDENTIEL-NUC ») ou pour moins de 15 mois (accès « SECRET-NUC ») (accès à des documents nucléaires conservés ou traités hors d'une installation nucléaire ou d'une entreprise de transport nucléaire)

- nature et échelon de sécurité des documents nucléaires auxquels la personne doit avoir accès; - dates du début et de l'expiration de l'emploi temporaire ou intérimaire, de la convention de stage ou de la formation; - objet de l'emploi temporaire ou intérimaire, de la convention de stage ou de la formation.

Art. 18, § 2, a)

Prestataire de travaux ou de services- accès de manière régulière et d'une durée inférieure à 12 mois (« CONFIDENTIEL-NUC ») ou à 15 mois (« SECRET-NUC ») (accès à des documents nucléaires conservés ou traités hors d'une installation nucléaire ou d'une entreprise de transport nucléaire)

- nature et échelon de sécurité des documents nucléaires auxquels la personne doit avoir accès; - nature des prestations convenues; - date à laquelle débutent les prestations et date à laquelle elles doivent prendre fin.

Art. 18, § 2, b)

Prestataire de travaux ou de services- accès de manière régulière et d'une durée supérieure ou égale à 12 mois (« CONFIDENTIEL »-NUC) ou à 15 mois (« SECRET-NUC ») (accès à des documents nucléaires conservés ou traités hors d'une installation nucléaire ou d'une entreprise de transport nucléaire)

- nature et échelon de sécurité des documents nucléaires auxquels la personne doit avoir accès; - nature des prestations convenues; - date à laquelle débutent les prestations et date à laquelle elles doivent prendre fin.

Art. 18, § 2, c)

Prestataire de travaux ou de services- accès de manière occasionnelle et de moins de six heures (accès à des documents nucléaires conservés ou traités hors d'une installation nucléaire ou d'une entreprise de transport nucléaire) -

nature et échelon de sécurité des documents nucléaires auxquels la personne doit avoir accès; - nature des prestations convenues; - date et heure de l'accès demandé.


4°) in punt 5, wordt de letter « (D) » ingevoegd na de letter « (B) ». 5°) In de toelichting bij de bijlage, in punt 1. « Wettelijke basis » worden de woorden « van 30 maart 2011 » ingevoegd na de woorden « de wetten van 3 mei 2005 ». 6°) In de toelichting bij de bijlage, in punt 1. « Wettelijke basis » worden de woorden « evenals in de nucleaire sector, het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 »betreffende de veiligheidsattesten voor de nucleaire sector en tot regeling van de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of tot de nucleaire documenten in bepaalde bijzondere omstandigheden » toegevoegd na de woorden « (Belgisch staatsblad van 27 mei 2005 en van 7 juni 2005) », 7°) In de toelichting bij de bijlage, punt 2. a. « Doelstelling », wordt het volgende lid toegevoegd : « De veiligheidsverificatie in de nucleaire sector (geval (D)) heeft tot doel zich te verzekeren dat een persoon toegang kan hebben tot kernmateriaal, tot nucleaire documenten, of tot een veiligheidszone van een kerninstallatie of van een nucleair vervoerbedrijf waarvan de toegang, behalve in de voorziene uitzonderingen, is voorbehouden aan personen die houder zijn van een veiligheidsmachtiging, zonder een risico te vormen voor de efficiënte fysieke beveiliging van de betrokken zones, materialen of documenten. » 8°) In de toelichting bij de bijlage, punt 2. c. « Termijnen », eerste streepje, worden de woorden « in de gevallen A en B » vervangen door de woorden « in de gevallen A, B en D ».

Art. 22.De bijlage gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juni 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 houdende uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen wordt opgeheven.

Art. 23.Dit besluit is niet van toepassing op personen die toegang moeten hebben tot de nucleaire installaties van de Krijgsmacht, het nationaal of internationaal vervoer van kernmateriaal, bevolen of vergund door de Minister van Landsverdediging, noch op de nucleaire documenten uitgaande van de Krijgsmacht. HOOFDSTUK XII. - Slotbepalingen

Art. 24.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand na die waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, of ten laatste op 1ste oktober 2012.

Art. 25.De Eerste Minister, de Minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken, de Minister bevoegd voor Justitie, de Minister bevoegd voor Landsverdediging, evenals de Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, zijn ieder voor wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, op 17 oktober 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Minister van Buitenlandse Zaken, S. VANACKERE De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM

^