Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 april 2018
gepubliceerd op 22 mei 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, tot oprichting van regionale overlegorganen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2018200636
pub.
22/05/2018
prom.
18/04/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 APRIL 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, tot oprichting van regionale overlegorganen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, tot oprichting van regionale overlegorganen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 april 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017 Oprichting van regionale overlegorganen (Overeenkomst geregistreerd op 19 oktober 2017 onder het nummer 142089/CO/201) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de kleinhandelsondernemingen uit de niet-voedingssector (Nacecode 52320 tot en met 52740) die 20 werknemers of meer tewerkstellen en die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel. § 2. Met "bedienden" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld.

Art. 2.§ 1. Om uit te maken of een werkgever 20 of meer werknemers tewerkstelt, moet men het gemiddelde berekenen van de tewerkstelling tijdens het 4de kwartaal van het "kalenderjaar -2" en het 1ste tot en met het 3de kwartaal van het "kalenderjaar -1". Het gemiddelde wordt verkregen door het totaal aantal werknemers in dienst op het einde van ieder van de bedoelde kwartalen te delen door het aantal kwartalen waarvoor een aangifte werd ingediend. § 2. Bij het eerste jaar tewerkstelling is het in aanmerking te nemen aantal het aantal werknemers tewerkgesteld op de laatste dag van het eerste burgerlijk kwartaal waarvoor betrokken onderneming een aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid heeft ingediend. HOOFDSTUK II. - Oprichting en samenstelling

Art. 3.Binnen het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel zal per regio (Vlaanderen, Wallonië en Brussel) een regionaal overlegorgaan worden opgericht. Deze regionale overlegorganen zullen worden opgericht per 1 januari 1998.

Art. 4.Voor zowel Vlaanderen als Wallonië wordt het respectievelijk regionaal overlegorgaan samengesteld uit enerzijds 7 effectieve leden en 7 plaatsvervangende leden die de werkgeversorganisaties vertegenwoordigen en anderzijds 7 effectieve leden en 7 plaatsvervangende leden die de werknemersorganisaties vertegenwoordigen.

Met betrekking tot het regionaal overlegorgaan van het Gewest Brussel wordt het aantal effectieve en plaatsvervangende leden, zowel voor de organisaties die de werkgevers vertegenwoordigen als voor de organisaties die de werknemers vertegenwoordigen, vastgesteld op 5 effectieve en 5 plaatsvervangers.

De leden van de regionale overlegorganen mogen hun mandaat enkel uitoefenen in de regio waarvoor zij uitdrukkelijk benoemd werden.

Art. 5.De effectieve en plaatsvervangende leden die deel uitmaken van de regionale overlegorganen worden aangeduid door het paritair comité op voordracht van de respectievelijke en representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties. HOOFDSTUK III. - Bevoegdheid

Art. 6.Het regionaal overlegorgaan is bevoegd op het vlak van individuele of collectieve geschillen of conflicten betreffende : - de arbeidsverhoudingen; - de toepassing in de onderneming van de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten, de individuele arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement.

Art. 7.Het bevoegde regionaal overlegorgaan nodigt de werkgever uit naar aanleiding van een geschil of betwisting van individuele of collectieve aard die zich in de onderneming voordoet of dreigt te ontstaan.

Art. 8.De individuele klachten die bij de vertegenwoordigers in het regionaal overlegorgaan worden ingediend, worden binnen het regionaal overlegorgaan behandeld.

Art. 9.De bevoegdheden hebben eveneens betrekking op de organisatie van de informatie van de werkgevers en werknemers door de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers in het regionaal overlegorgaan. Deze informatie betreft de arbeidsverhoudingen en de toepassing van de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement. HOOFDSTUK IV. - Werking

Art. 10.De regionale overlegorganen vergaderen tienmaal per jaar.

Art. 11.De regionale overlegorganen worden voorgezeten door de voorzitter van het paritair comité of zijn vervanger. De voorzitter nodigt de leden uit en bepaalt de agenda. De leden van de regionale overlegorganen kunnen de voorzitter verzoeken bepaalde punten op de agenda toe te voegen voor zover deze kaderen binnen de bevoegdheden van de regionale overlegorganen.

Het bevoegd regionaal overlegorgaan nodigt de werkgever uit naar aanleiding van een geschil of betwisting van collectieve aard die zich in de onderneming voordoet of dreigt te ontstaan. De voorzitter kan individuele klachten die bij hem of bij de vertegenwoordigers in het regionaal overlegorgaan worden ingediend, op de agenda plaatsen.

De regionale overlegorganen beslissen op dezelfde wijze als de paritaire comités. Elk regionaal overlegorgaan bepaalt waar de vergaderingen plaatsvinden. HOOFDSTUK V. - Organisatie van de informatie

Art. 12.De informatie bedoeld in artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt in de onderneming verspreid mits voorafgaandelijke berichtgeving aan het regionaal overlegorgaan en aan de werkgever. Deze informatie moet objectief en correct blijven en de werkgever en werknemers respecteren.

De informatie wordt bezorgd aan de werkgever die ze als volgt verspreidt : - hetzij bij wijze van berichtgeving "ad valvas" in de onderneming op een voor de bedienden gemakkelijk toegankelijke plaats; - hetzij door een bediende van de onderneming.

In geval de werkgever zich verzet tegen de verspreiding van de informatie, moet hij deze weigering motiveren aan het regionaal overlegorgaan.

Art. 13.De vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties die deel uitmaken van de regionale overlegorganen eventueel bijgestaan door hun regionale afgevaardigden, kunnen mits berichtgeving hiervan op hetzelfde ogenblik aan het regionaal overlegorgaan contact opnemen met de werkgevers van de ondernemingen die eronder ressorteren, met het oog op een bijeenkomst met deze werkgever.

Zij dienen binnen de 7 dagen na de datum van de aanvraag schriftelijk plaats, datum en agenda met de betrokken werkgever af te spreken. De werkgever kan zich tijdens deze bijeenkomst laten bijstaan door een vertegenwoordiger van een werkgeversorganisatie die deel uitmaakt van het regionaal overlegorgaan.

Deze contacten mogen het normaal beheer van de onderneming niet hinderen.

Art. 14.In overleg met de betrokken werkgever en met zijn akkoord kan er, ter voorkoming of oplossing van een collectief geschil in de onderneming, een contact plaatsvinden tussen enerzijds de vertegenwoordigers van werknemersorganisaties die lid zijn van het regionaal overlegorgaan, eventueel bijgestaan door de regionale afgevaardigde, en anderzijds de werknemers van de onderneming.

Het regionaal overlegorgaan en de betrokken werkgever dienen hiervan 7 dagen op voorhand schriftelijk op de hoogte te worden gebracht met opgave van plaats, agenda en uur. In geval van verzet moet de werkgever zijn weigering informeren en motiveren aan het regionaal overlegorgaan. HOOFDSTUK VI. - Financiering

Art. 15.De financiering van de werking binnen het kader van de bevoegdheden en samenstelling van de regionale overlegorganen gebeurt bij wijze van een specifieke werkgeversbijdrage aan het sociaal fonds. HOOFDSTUK VII. - Sociale vrede

Art. 16.De werknemers- en werkgeversorganisaties verbinden zich ertoe om geen nieuwe eisen te stellen gedurende de duur van het akkoord. Zij verbinden zich ertoe de sociale vrede te respecteren en niet éénzijdig af te wijken van de bepalingen van dit akkoord. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten onder de opschortende voorwaarde van algemeen verbindend verklaring bij koninklijk besluit.

Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1997 tot oprichting van regionale overlegorganen (47076/CO/201).

Zij treedt in werking op 1 augustus 2017 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 april 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^