Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 juli 2002
gepubliceerd op 18 oktober 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2001-2002 voor de vaklui

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012878
pub.
18/10/2002
prom.
18/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/18/2002012878/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 JULI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2001-2002 voor de vaklui (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het havenbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2001-2002 voor de vaklui.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 juli 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het havenbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2001 Sociaal akkoord 2001-2002 voor de vaklui (Overeenkomst geregistreerd op 16 juli 2001 onder het nummer 57917/CO/301)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het havenbedrijf en op de vaklui die zij tewerkstellen.

Duurtijd

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2001. Zij is van toepassing tot en met 31 maart 2003.

Syndicale premie

Art. 3.Voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt het bedrag van de syndicale premie vastgelegd op 0,84 EUR per taak en gelijkgestelde dag.

Koopkracht

Art. 4.a) verhoging basisuurloon Vanaf 1 mei 2001 wordt het basisuurloon van de vaklui buiten categorie verhoogd met 0,875 pct. en vanaf 1 januari 2002 met 1,314 pct. b) verhoging individueel uurloon Het individuele uurloon wordt aangepast zoals voorzien in punt a) .c) éénmalige premie Per effectief gepresteerde taak in de periode van 1 januari 2001 tot en met 30 april 2001 wordt een éénmalige premie van 0,62 EUR toegekend.Deze wordt uitbetaald op 1 juli 2001. d) loon - indexbinding - Het basisuurloon van de vaklui buiten categorie blijft gebonden aan het rekenkundig gemiddeld gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen, zoals vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 1998 betreffende de koppeling van het basisloon aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. - In 2002 wordt het basisuurloon van de vaklui buiten categorie eenmalig als een voorafname op 1 mei aangepast aan de evolutie van het rekenkundig gemiddeld gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen in verhouding tot de stijging van het rekenkundig gemiddeld gezondheidsindexcijfer van de maand waarin de vorige spilindex werd overschreden ten opzichte van ditzelfde indexcijfer van maart 2002.

Permanente vorming van werknemers

Art. 5.Vanaf 1 mei 2001 wordt per paritair subcomité een bijkomende inspanning geleverd van 0,3 pct. op de brutolonen ten behoeve van opleiding, her- en bijscholing op bedrijfsvlak. Deze inspanning kadert in het engagement van het interprofessioneel akkoord 2001-2002 om meer formules van permanente vorming te realiseren.

Deze vorming zal betrekking hebben op alle werknemerscategorieën met de nadruk op de werknemers die erg kwetsbaar zijn voor langdurige werkloosheid. Beide partijen bevestigen dat het opleidingsbeleid vooruitziend moet investeren in de inzetbaarheid op de "havenarbeidsmarkt".

Carensdag

Art. 6.Bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval van gemeen recht van meer dan zeven kalenderdagen vervalt de carensdag voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Mobiliteit - Eigen vervoer

Art. 7.a) tussenkomst in de abonnements- of verplaatsingskosten - Vanaf 1 april 2001 wordt de tussenkomst in de abonnementskosten voor het openbaar vervoer (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19) op 60 pct. gebracht; - Vanaf 1 mei 2001 wordt de tussenkomst in de verplaatsingskosten te betalen aan werknemers die een privé-vervoermiddel gebruiken en geen sociaal abonnement genieten op 60 pct. gebracht. b) fietsvergoeding Een fietsvergoeding van 0,15 EUR per km wordt ingevoerd.Deze fietsvergoeding is niet cumulatief met de tussenkomst voorzien in punt a) . De betrokken werknemer dient een verklaring op eer te ondertekenen voor een minimale duur van 6 maanden (1 april tot en met 30 september en/of 1 oktober tot en met 31 maart).

Verminderd arbeidsgeschikten

Art. 8.Het stelsel van de verminderd arbeidsgeschikten vanaf 58 jaar wordt behouden voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst. - De vaklui met 20 jaar dienst als havenarbeider of vakman ontvangen een dagelijkse vergoeding van 11,90 EUR ten laste van de werkgever.

Deze vergoeding wordt jaarlijks op 1 januari aangepast met een percentage gelijk aan de stijging van het rekenkundig gemiddeld indexcijfer der consumptieprijzen beschouwd over de periode van oktober tot oktober volgens onderstaande formule : index oktober lopend jaar - index oktober vorig jaar x 100 index oktober vorig jaar - De dagelijkse vergoeding wordt enkel toegekend aan de vaklui die nog geen beroepsloopbaan van 45 jaar hebben bereikt. Wanneer geen resultaat van de pensioenaanvraag wordt voorgelegd, wordt de betaling van de dagelijkse vergoeding vanaf 60-jarige leeftijd geschorst.

De vaklui die na hun 60e tot de regeling willen toetreden, moeten op het ogenblik van hun aanvraag het resultaat van hun pensioenaanvraag voorleggen. Zij kunnen enkel tot de regeling toetreden wanneer uit deze aanvraag blijkt dat zij geen beroepsloopbaan van 45 jaar hebben.

Arbeidstijd - Combinatie arbeid en gezin

Art. 9.Beide partijen verbinden zich ertoe om uiterlijk op 31 oktober 2001, en dit met het oog op de uitvoering vanaf 1 januari 2002, de collectieve arbeidsovereenkomsten van de Nationale Arbeidsraad inzake loopbaanonderbreking te concretiseren in iedere haven en dit rekening houdend met de specifieke kenmerken van de havensector.

Lokaal aanwenden van 1,2 pct. loonkostenstijging

Art. 10.Een maximale beschikbare marge van 1,2 pct. loonkostenstijging wordt verwezen naar de paritaire onderhandelingen voor het sociaal akkoord 2001-2002 in iedere haven.

Pro memorie

Art. 11.Alle langlopende collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot de loon- en de arbeidsvoorwaarden worden verder uitgevoerd.

Sociale vrede

Art. 12.Uitgezonderd eventuele technische aangelegenheden zullen de ondertekenende organisaties en hun leden tijdens de toepassingsperiode van deze collectieve arbeidsovereenkomst noch op het niveau van de bedrijfstak, noch op het niveau van de ondernemingen nieuwe eisen stellen en zullen zij het behoud van de sociale vrede in de Belgische havens waarborgen.

De syndicale premie zal slechts aan het gemeenschappelijk vakbondsfront van iedere haven uitbetaald worden, indien de sociale vrede in die haven volledig door de werknemers wordt nageleefd.

Overgangsbepaling

Art. 13.De artikelen of onderdelen ervan die vermeld worden in onderstaande tabel hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de tabel gelden vanaf de datum van inwerkingtreding van de collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 juli 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^