Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 maart 2016
gepubliceerd op 25 maart 2016

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 2010 tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2016011103
pub.
25/03/2016
prom.
18/03/2016
ELI
eli/besluit/2016/03/18/2016011103/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 MAART 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit voor te leggen, heeft tot doel de specifieke indexcijfers die de ziekteverzekeraars kunnen gebruiken om hun premies te indexeren, opnieuw te berekenen en te publiceren. Het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten heeft deze specifieke indexcijfers, ook wel medische index genoemd, vastgesteld. Evenwel heeft de Raad van State in een arrest van 29 december 2011 de artikelen 1, 2, 6, 7 en 8 van dit besluit vernietigd. Hoewel de gevolgen van de vernietigde bepalingen voor een periode van één jaar werden gehandhaafd, werden deze bepalingen niet tijdig vervangen waardoor de medische index niet meer gepubliceerd wordt sedert het vierde trimester van 2012. Het gebrek aan specifieke indexcijfers kan leiden tot bruuske premieverhogingen, wat niet in het belang is van de verzekerden. Daarom zorgt dit koninklijk besluit ervoor dat de specifieke indexcijfers opnieuw berekend kunnen worden.

De Raad van State heeft de voornoemde bepalingen vernietigd omdat uit het administratief dossier niet bleek waarom bij de berekening van de medische index geen rekening werd gehouden met de herwaardering van de vergrijzingsvoorzieningen, hoewel het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg in zijn verplicht advies had aangegeven dat dit noodzakelijk is om te vermijden dat de verzekeraars die dergelijke voorzieningen aanleggen, verlies lijden.

In het voorliggend besluit wordt in de berekening van de medische index daarom wel rekening gehouden met de vergrijzingsvoorzieningen, naast de factoren "leeftijd" en "waarborg" die reeds waren voorzien.

Tevens wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om de medische index in het kader van administratieve vereenvoudiging voortaan maar één keer per jaar te berekenen en te publiceren, in plaats van vier keer per jaar zoals voorheen.

Concreet verloopt de procedure voor de berekening van de medische index als volgt : de verzekeraars moeten de bruto-schadelast per waarborg en per leeftijdsklasse meedelen aan de FSMA of de CDZ wanneer het een verzekeringsmob is, in de maand april. De FSMA respectievelijk de CDZ controleert of de gegevens gecertificeerd zijn door de revisor.

De FSMA gaat samen met de CDZ na of de gegevens betrekking hebben op minstens drie verzekeringsondernemingen die 75% van het incasso van de Belgische markt van de ziektekostenverzekeringen omvatten. Indien dit het geval is, stuurt de FSMA respectievelijk de CDZ de gegevens door naar FOD Economie ten laatste eind mei. Vervolgens berekent de FOD Economie de medische index en publiceert hij deze op de eerste werkdag van juli.

Tot slot wordt het koninklijk besluit geactualiseerd : de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst werd vervangen door de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen type wet prom. 04/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014022168 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders type wet prom. 04/04/2014 pub. 20/05/2014 numac 2014022198 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen sluiten betreffende de verzekeringen. Daarnaast wordt in het besluit ook de verwijzing naar de CBFA vervangen door de verwijzing naar de FSMA en de CDZ. De artikelen van het ontwerpbesluit geven aanleiding tot de volgende toelichting : Art. 2 Artikel 1 van het KB van 1 februari 2010 werd vernietigd door de Raad van State en moet bijgevolg opnieuw ingevoerd worden. De tekst van het oorspronkelijke artikel wordt hernomen mits enkele aanpassingen : - Er wordt voorzien dat de indexcijfers nog slechts één maal per jaar zullen worden berekend en gepubliceerd. - Het tweede lid wordt in overeenstemming gebracht met artikel 204, § 3 van de wet betreffende de verzekeringen door te voorzien dat de premie, en/of de vrijstelling en/of de prestaties kunnen geïndexeerd worden. Een verplichte indexatie van alle drie deze elementen (premie, vrijstelling en prestaties) kan het financieel evenwicht ondergraven dat voorop gesteld werd bij de ontwikkeling van het tarief. Het indexatiemechanisme heeft tot doel de rendabiliteit van de portefeuille te handhaven. Dit doel kan bereikt worden door de premies en/of de vrijstelling te indexeren, hetgeen de verzekeringsonderneming moet beslissen in functie van het technisch model en de kenmerken van het betroffen verzekeringsproduct.

Art. 3 Deze bepaling voert opnieuw het originele artikel 2 van het KB van 1 februari 2010 in. Er worden geen wijzigingen aangebracht : de waarborg en de leeftijdsklasse zijn nog steeds elementen die in rekening worden gebracht bij de vaststelling van de indexcijfers.

Dit artikel bepaalt dat de verzekeraar elke verzekeringsovereenkomst toewijst aan een waarborgtype, door na te gaan welke waarborg in de overeenkomst het zwaarst doorweegt in de bepaling van de jaarpremie.

In de praktijk hebben de verzekerden immers het recht om het type kamer te kiezen waarin ze verblijven tijdens hun hospitalisatie, ongeacht de waarborg voorzien in de verzekering. Verzekerden die genieten van een onbeperkte dekking in hun hospitalisatieverzekering, verblijven soms in een tweepersoonskamer tijdens hun hospitalisatie.

Deze facturen zullen meegenomen worden in het waarborgtype `eenpersoonskamer' voor de vaststelling van de specifieke indexcijfers.

Een alternatieve benadering zou er in bestaan om het specifieke indexcijfer voor de waarborg eenpersoonskamer uitsluitend vast te stellen op basis van de facturen van een hospitalisatie in een eenpersoonskamer, en de specifieke indexcijfers voor de waarborg `twee- en meerpersoonskamer' uitsluitend vast te stellen op basis van de facturen van een verblijf in een twee- of meerpersoonskamer.

Evenwel zouden de specifieke indexcijfers voor de waarborg `eenpersoonskamer' met deze alternatieve aanpak dan hoger uitvallen waardoor de premies van de verzekerden sterker zouden stijgen. Er wordt dan immers geen rekening mee gehouden dat verzekerden in een tweepersoonskamer kunnen verblijven, ook al voorziet hun verzekering in een dekking van een eenpersoonskamer. Om hieraan tegemoet te komen, zou voorzien kunnen worden dat de verzekeraars hun premie deels indexeren op grond van het specifieke indexcijfer voor de waarborg `eenpersoonskamer' en deels op grond van de waarborg `twee- of meerpersoonskamer', rekening houdende met de verhouding van de uitgaven van de verzekeraar voor de verblijven in een eenpersoonskamer respectievelijk een twee- en meerpersoonskamer ten opzichte van de totale uitgaven voor beide waarborgtypes. Een dergelijk systeem is zeer complex en weinig transparant voor de verzekeringnemer.

Om deze redenen is deze alternatieve aanpak niet weerhouden en dient de verzekeraar de overeenkomst net als in het KB van 1 februari 2010 toe te wijzen aan één waarborgtype, nl. deze die het zwaarst doorweegt in de bepaling van de premie.

Art. 4 Deze bepaling brengt artikel 3 in overeenstemming met artikel 204, § 3 van voornoemde wet.

Art. 5 Artikel 4 van het KB van 1 februari 2010 preciseert welke gegevens de verzekeraars aan de FSMA respectievelijk de CDZ moeten aanleveren opdat de indexcijfers berekend kunnen worden. Ten opzichte van het KB van 2010 wordt nu verduidelijkt dat de gegevens inzake de bruto schadelast, welke gerapporteerd worden in april, betrekking hebben op de facturen ontvangen vóór april voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan in de periode tussen 1 oktober van het tweede jaar voorafgaand aan deze rapportering en 30 september van het jaar voorafgaand aan deze rapportering. Concreet betekent dit dat de verzekeraars in april 2016 aan de FSMA respectievelijk de CDZ de gegevens over de bruto schadelast rapporteren voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan tussen 1 oktober 2014 en 30 september 2015 en waarvan ze de facturen hebben ontvangen ten laatste op 31 maart 2016.

Onder de bruto schadelast worden de factuurbedragen verstaan, verminderd met de tussenkomst van het RIZIV. Het betreft objectieve gegevens die niet vatbaar zijn voor interpretatie.

De verzekeraar moet eveneens het aantal verzekerden per waarborg en per leeftijdsklasse meedelen aan de FSMA respectievelijk de CDZ. Hiertoe wordt de leeftijd van de verzekerde vastgesteld door het jaartal voorafgaand aan de rapportering te verminderen met het geboortejaar van de verzekerde. Stel dat een verzekerde geboren is in 1980, dan zal de verzekeraar bij de eerste aanlevering van de gegevens in april 2016 ervan uitgaan dat de verzekerde 35 jaar is (nl. 2015 (jaar voorafgaand aan de rapportering) verminderd met 1980).

Er wordt benadrukt dat alle ziektekostenverzekeraars verplicht zijn om de nodige gegevens voor de vaststelling van de medische index aan te leveren aan de FSMA respectievelijk de CDZ. Daarnaast wordt artikel 4 van het voornoemde KB aangepast om rekening te houden met de jaarlijkse publicatie van de indexcijfers.

Art. 6 Dit artikel wordt aangepast om rekening te houden met de jaarlijkse publicatie van de indexcijfers.

Art. 7 Dit artikel bepaalt hoe de indexcijfers moeten berekend worden. Om een herwaardering van de vergrijzingsvoorzieningen toe te laten, wordt geopteerd voor een eenvoudige methode. Dit is duidelijk en begrijpelijk voor de verzekeringnemers. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) heeft in 2008 een studie gemaakt over de methodologie voor een medische index . De nieuwe medische index is gebaseerd op deze studie van het KCE (Het opstellen van een medische index voor private ziekteverzekeringsovereenkomsten, rapport 96/A). - De nieuwe medische index bouwt verder op de bestaande medische index, welke werd uitgewerkt op basis van het advies van het KCE. - Het advies van het KCE gaf aan dat de vergrijzingsvoorzieningen als parameter mee in rekening moeten genomen worden bij de berekening van de index. De nieuwe indexberekening beantwoordt daaraan. - Het advies van het KCE raadde aan om daartoe jaarlijks, per leeftijdscategorie en per waarborg, een factor te bepalen om toe te passen op de evolutie van het betreffende basisindexcijfer. Hoewel een dergelijke methode of andere methodes actuarieel tot een correct resultaat leiden, wordt de berekening van de specifieke indexcijfers hierdoor zeer complex en weinig transparant voor de verzekeringnemers.

De nieuwe specifieke indexcijfers moeten de noodzaak voor de verzekeraars om ook de opgebouwde vergrijzingsvoorzieningen te laten evolueren verzoenen met de noodzaak om helder, begrijpelijk en transparant te zijn naar de verzekeringnemer. De verzekeringnemer moet in staat zijn om zelf te beoordelen of de verzekeraar zijn premie correct heeft geïndexeerd. Dit kan enkel indien een eenvoudigere methode wordt toegepast. Er wordt daarom jaarlijks een vaste factor 1,5 toegepast voor alle leeftijdscategorieën en alle waarborgen. Op basis van studies van onder andere de KULeuven (W. Vercruysse, J. Dhaene, M. Denuit, E. Pitacco en K. Antonio, "Premium indexing in lifelong health insurance", Far East Journal of Mathematical Science, 2013) blijkt dat, gemiddeld voor alle verzekerden genomen, de factor 1,5 de verzekeraars moet toelaten om hun vergrijzingvoorzieningen te herwaarderen.Door deze algemene factor 1,5 te gebruiken wordt bovendien een zekere solidariteit tussen de verschillende leeftijdsklassen ingebouwd.

Er wordt opgemerkt dat ook verzekeraars die verschillende premies hanteren naargelang de leeftijdscategorie waarin de verzekerde zich bevindt, vergrijzingsvoorzieningen aanleggen die mee moeten kunnen evolueren in het kader van de medische index.

De berekening van de specifieke indexcijfers gebeurt in twee stappen.

In de eerste stap worden de waarden van de basisindexcijfers berekend zoals voorheen. De FOD Economie stelt op basis van de door de verzekeraars aangeleverde en gecertificeerde gegevens een globale tabel op met waarden per waarborg en per leeftijdsklasse. De FOD berekent hiervoor de gemiddelde bruto schadelast per verzekerde. De waarden van de basisindexcijfers worden vervolgens bepaald door het vaststellen van het percentage van verandering voor elk van de waarden van de globale tabel.

Voor elk van de in aanmerking genomen waarborgen wordt vervolgens de waarde van de basisindexcijfers toegevoegd dat losstaat van de leeftijdsklassen, als het gewogen gemiddelde volgens het aantal verzekerden van de leeftijdsgebonden basisindexcijfers.

In de tweede stap worden de specifieke indexcijfers berekend op grond van de basisindexcijfers. Met name wordt de globale tabel per waarborg en per leeftijdsklasse van de specifieke indexcijfers berekend uit de globale tabel per waarborg en per leeftijdsklasse met de basis- indexcijfers. De startwaarden zijn dezelfde. De jaarlijkse evoluties van de specifieke indexcijfers worden berekend door de jaarlijkse evoluties van de basisindexcijfers te vermenigvuldigen met een factor 1,5. De jaarlijkse evolutie van de specifieke indexcijfers mag maximum 2 procentpunten hoger liggen dan de jaarlijkse evolutie van de basis- indexcijfers.

Concreet betekent dit dat wanneer het basisindexcijfer 100,00 bedraagt voor jaar j en 102,00 bedraagt in jaar j+1, dan bedraagt de evolutie van het basis indexcijfer 2% (102,00/100,00) in jaar j+1.

De evolutie van de specifieke index wordt dan berekend door de evolutie van het basisindexcijfer (2%) te vermenigvuldigen met de factor 1,5. De evolutie van het specifieke indexcijfer bedraagt dan 3% (2*1,5) in jaar j+1.

Zodoende bedraagt de waarde van het specifieke indexcijfer 100,00 in het jaar j (namelijk zelfde startwaarde als het basisindexcijfer) en 103,00 (100,00*1,03) in het jaar j+1.

Stel dat de evolutie van het basisindexcijfer niet 2 %, maar 5 % bedraagt, dan is de evolutie van het specifieke indexcijfer beperkt tot 7 %, nl. 5*1,5 = 7,5 %, maar dit wordt afgetopt op 7 % gezien de verhoging maximaal 2 procentpunten bedraagt.

Tegenover deze aftopping staat dat bij een negatieve evolutie van een specifiek indexcijfer de geldigheid van het laatst gepubliceerde specifieke indexcijfer wordt verlengd. Wanneer de evolutie van een specifiek indexcijfer van een leeftijdscategorie binnen een bepaalde waarborg negatief is, maar de evoluties van de specifieke indexcijfers voor de andere leeftijdscategorieën binnen dezelfde waarborg positief zijn, wordt enkel voor de leeftijdscategorie met de negatieve evolutie van het specifieke indexcijfer, het laatst gepubliceerde specifieke indexcijfer verlengd. Voor de andere leeftijdscategorieën wordt het nieuwe specifieke indexcijfer gepubliceerd.

Voor zover als nodig wordt nogmaals gepreciseerd dat de specifieke indexcijfers een maximum zijn. De verzekeraars kunnen de premies minder laten toenemen dan het maximum weergegeven door de medische index, bv. omdat ze minder vergrijzingsvoorzieningen moeten aanleggen.

De concurrentie tussen de verzekeringsondernemingen zal op dit vlak spelen.

Art. 8 Deze bepaling voegt artikel 7 van het KB van 1 februari 2010 opnieuw in, maar preciseert nu dat de index slechts één keer per jaar wordt gepubliceerd, nl. op de eerste werkdag van de maand juli.

Art. 9 Deze bepaling voert in het KB van 1 februari 2010 artikel 8 in. Het preciseert hoe de startindex 100 wordt berekend. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de gegevens inzake de bruto schadelast met betrekking tot de schadegevallen die zich hebben voorgedaan in de periode van 1 oktober 2013 tot 30 september 2014 en waarvoor de verzekeraar de facturen heeft ontvangen uiterlijk op 31 maart 2015.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Economie en Consumenten, K. PEETERS De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. M. DE BLOCK

Advies 58.984/1 van 26 februari 2016 van de afdeling wetgeving van de Raad van State over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst' Op 19 februari 2016 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Economie en Consumenten verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 23 februari 2016. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Wilfried VAN VAERENBERGH en Wouter PAS, staatsraden, Michel TISON, assessor, en Greet VERBERCKMOES, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Paul DEPUYDT, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 26 februari 2016. 1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de adviesaanvraag de redenen worden weergegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan. In het onderhavige geval wordt het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd "door de noodzaak dit koninklijk besluit nog in februari te publiceren opdat de verzekeringsondernemingen de nieuwe regels met betrekking tot de aanlevering van de gegevens voor de medische index zouden kunnen naleven. In onderstaande worden vooreerst de belangrijkste wijzigingen aangegeven die het ontwerp van koninklijk besluit aanbrengt met betrekking tot de gegevensaanlevering. Daarna wordt uitgelegd wat er concreet van de verzekeringsondernemingen verwacht wordt in de loop van maart 2016 en waardoor een snelle publicatie van dit koninklijk besluit dan ook uiterst noodzakelijk is.

De verzekeringsondernemingen zijn ingevolge het koninklijk besluit verplicht om tegen begin april de gegevens aan te leveren die nodig zijn voor de berekening van de medische index. Dit besluit wijzigt evenwel verschillende bepalingen van het huidige koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten. Op het vlak van de gegevensaanlevering wordt in het bijzonder overgeschakeld van een trimestriële medische index naar een jaarlijkse medische index. Daartoe herdefinieert dit besluit de referentieperiode waarop de gegevens betrekking moeten hebben (artikel 5 van het ontwerp). Naast de referentieperiode voor de aan te leveren gegevens wijzigt het besluit ook de manier waarop de leeftijd van de verzekerde wordt vastgesteld (eveneens artikel 5).

De aanlevering van deze nieuwe gegevens kan slechts gebeuren wanneer het besluit gepubliceerd is in het Belgisch Staatsblad. Artikel 4 van het KB van 1 februari 2010 werd immers niet vernietigd waardoor de verzekeraars nog steeds verplicht zijn om gegevens aan te leveren aan de FSMA op basis van het huidige koninklijk besluit. Volgens dit besluit vindt de volgende aanlevering van (in de nieuwe regeling onbruikbare) trimestriële gegevens plaats begin maart, tenzij het nieuwe KB tegen dan gepubliceerd is in het Belgisch Staatsblad.

Bovendien voorziet het ontwerp van koninklijk besluit dat de verzekeringsondernemingen de verzameling en de verwerking van de gegevens moeten afsluiten op 31 maart. Er van uitgaande dat het besluit, dat nu ter advies voorligt, wordt gepubliceerd tegen het einde van februari 2016 hebben de verzekeringsondernemingen ongeveer één maand de tijd om de verzameling, de verwerking en de aanlevering van de gegevens tot een goed einde te brengen.

In de praktijk betekent dit dat de verzekeringsondernemingen in de maand maart 2016 - begin april 2016 : - een aantal aanpassingen moeten doorvoeren en testen van de IT-systemen die worden gebruikt om de gevraagde gegevens te verzamelen, te verwerken en aan te leveren bij de FSMA/CDZ; - de verzameling en de verwerking van de gegevens moeten afwerken voor twee referentieperiodes, namelijk voor de berekening van de startindex 100 en voor de berekening van de eerste evolutie van de medische index (artt. 5 en 9 van het ontwerp); - de certificering door de revisor van elke verzekeringsonderneming moeten bekomen; - de gegevens aan de FSMA/CDZ moeten aanleveren via de reporting-tool van de Nationale Bank van België.

Gelet op de noodzaak overleg te plegen met alle actoren (onder meer de sector, FSMA, FOD Economie, Sociale Zaken), er talrijke instanties om advies moesten gevraagd worden en het gegeven dat er nadien nog de nodige aanpassingen moesten worden gedaan om het koninklijk besluit zo veel mogelijk te laten aansluiten bij deze adviezen, was het niet mogelijk om dit koninklijk besluit eerder voor advies voor te leggen." 2. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan. STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 3. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit heeft een dubbel oogmerk. Enerzijds wordt ermee beoogd om de bepalingen van het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten `tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst' te herstellen, rekening houdend met het arrest van de Raad van State, afdeling Bestuursrechtspraak, nr. 217.085 van 29 december 2011, inzake de Beroepsverening van de Verzekeringsondernemingen Assuralia, dat de betrokken bepalingen heeft vernietigd (artikelen 2, 3, 7, 8 en 9 van het ontwerp).

Anderzijds strekt het ontworpen koninklijk besluit ertoe om het opschrift van het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten te actualiseren (artikel 1) en om een aantal bepalingen van dat koninklijk besluit aan te passen teneinde de procedure voor het vaststellen van de indexcijfers te herzien en te verduidelijken (artikelen 4, 5 en 6). 4.1. Het merendeel van de bepalingen van het ontwerp vindt rechtsgrond in artikel 204, § 3, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen type wet prom. 04/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014022168 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders type wet prom. 04/04/2014 pub. 20/05/2014 numac 2014022198 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen sluiten `betreffende de verzekeringen'. Deze bepaling is in de plaats gekomen van en is identiek aan het vroegere artikel 138bis-4 van de wet van 25 juni 1992 `op de landverzekeringsovereenkomst'.(1) 4.2. Wat de bepalingen van het ontwerp betreft waarin de FSMA en de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen met bijkomende taken worden belast, kan als rechtsgrond een beroep worden gedaan op de algemene uitvoeringsbevoegdheid van de Koning, bedoeld in artikel 108 van de Grondwet, gelezen in samenhang met respectievelijk artikel 280, §§ 1 en 2, van de voornoemde wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen type wet prom. 04/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014022168 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders type wet prom. 04/04/2014 pub. 20/05/2014 numac 2014022198 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen sluiten. 4.3. In het ontworpen artikel 4, § 3, van het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten (artikel 5 van het ontwerp) worden bepaalde verplichtingen opgelegd aan de erkende revisor. Daarvoor kan als rechtsgrond eveneens een beroep worden gedaan op artikel 108 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 40quater, eerste lid, van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten `betreffende de controle der verzekeringsondernemingen'.

ONDERZOEK VAN DE TEKST Aanhef 5. Rekening houdend met hetgeen sub 4 is opgemerkt omtrent de rechtsgrond, vervange men het eerste lid van de aanhef van het ontwerp door de volgende drie leden : Gelet op de Grondwet, artikel 108; Gelet op de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, artikel 40quater, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 16 februari 2009 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011;

Gelet op de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen type wet prom. 04/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014022168 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders type wet prom. 04/04/2014 pub. 20/05/2014 numac 2014022198 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen sluiten betreffende de verzekeringen, artikelen 204, § 3, en 280;"(2). 6. In het derde lid van de aanhef van het ontwerp, zoals het om advies is voorgelegd, wordt verwezen naar het advies van het Federaal Kenniscentrum van de Gezondheidszorg van 16 december 2008.Dergelijke verwijzing is misleidend in de mate erdoor de indruk wordt gewekt dat het Federaal Kenniscentrum van de Gezondheidszorg niet de gelegenheid heeft gehad om over de nieuw ontworpen regeling te adviseren. Uit de aan de Raad van State, afdeling Wetgeving, meegedeelde documenten blijkt evenwel dat het voornoemde kenniscentrum heeft verduidelijkt dat er geen enkel nieuw element is dat een afwijking rechtvaardigt van de aanbevelingen die het bij de redactie van het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten had geformuleerd en dat het heeft bevestigd dat het verslag en de aanbevelingen van 16 december 2008 nog steeds actueel zijn. Deze verduidelijking zou moeten blijken uit een document dat uitgaat van het Federaal Kenniscentrum zelf.(3) Tevens zou die verduidelijking in de aanhef van het ontwerp tot uitdrukking moeten worden gebracht.(4) 7. De adviezen en akkoorden die met betrekking tot het ontwerp werden uitgebracht en waaraan wordt gerefereerd in het vierde tot het negende lid van de aanhef van het ontwerp, zoals het om advies is voorgelegd, dienen telkens met vermelding van de datum of de data(5) en naar tijdsorde te worden weergegeven.(6) 8. In het lid van de aanhef waarin wordt verwezen naar het advies van de Raad van State moet de verwijzing naar "artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, " van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, worden vervangen door een verwijzing naar "artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, " van die wetten.9. Overeenkomstig artikel 84, § 1, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, dient de motivering van het spoedeisende karakter van de adviesaanvraag die in deze laatste wordt opgegeven, in de aanhef van het besluit te worden overgenomen.Dat is niet gebeurd in het voorliggende geval. De motivering die in de adviesaanvraag wordt weergegeven dient alsnog in de aanhef van het ontwerp te worden overgenomen. Die motivering kan in de plaats komen van de consideransen in het elfde tot het dertiende lid van de aanhef van het ontwerp zoals het om advies is voorgelegd.

Artikel 6 10. In de Franse tekst van het ontworpen artikel 5, vierde lid, van het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten moet de zinsnede "énumérées à l'alinéa premier du présent arrêté" worden vervangen door de zinsnede "énumérées à l'alinéa 1er". De griffier, Greet VERBERCKMOES De voorzitter, Marnix VAN DAMME _______ Nota's (1) Teneinde de Nederlandse en de Franse tekst van artikel 204, § 3, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen type wet prom. 04/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014022168 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders type wet prom. 04/04/2014 pub. 20/05/2014 numac 2014022198 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen sluiten beter op elkaar af te stemmen werd een amendement ingediend op het ontwerp van wet `op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen' (Parl.St. Kamer, nr. 54-1584/005, 2-4). Naar het zeggen van de gemachtigde was het betrokken amendement in plenaire vergadering goedgekeurd op het ogenblik waarop de afdeling Wetgeving dit advies uitbrengt. (2) Indien de wetswijziging, bedoeld in de vorige voetnoot, al tot stand zou zijn gekomen, dient daarvan ook melding te worden gemaakt in het voorgestelde derde lid van de aanhef.Van de artikelen 21, 23, 38, 40, en 64, § 2, 7°, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen type wet prom. 04/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014022168 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders type wet prom. 04/04/2014 pub. 20/05/2014 numac 2014022198 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen sluiten, die verband hielden met een niet in het ontwerp behouden bepaling, moet geen melding worden gemaakt aangezien zij de ontworpen regeling niet tot rechtsgrond strekken. (3) Nu wordt daarvan, blijkens de aan de afdeling Wetgeving ter beschikking gestelde documenten, enkel melding gemaakt in het advies dat de Commissie voor Verzekeringen op 9 september 2015 over het ontwerp heeft uitgebracht.(4) Daartoe volstaat het om de verwijzing naar het advies van 16 december 2008 om te vormen tot een considerans waarin de desbetreffende verduidelijking wordt weergegeven.Deze considerans dient te volgen op de verwijzingen naar de ingewonnen adviezen en akkoorden. (5) De inspecteur van Financiën heeft verscheidene adviezen over het ontwerp uitgebracht.(6) Beginselen van de wetgevingstechniek.Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, Raad van State, 2008, aanbeveling nr. 33, te raadplegen op de internetsite van de Raad van State (www.raadvst consetat.be).

18 MAART 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, artikel 40quater, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 16 februari 2009 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011;

Gelet op de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen type wet prom. 04/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014022168 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders type wet prom. 04/04/2014 pub. 20/05/2014 numac 2014022198 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen sluiten betreffende de verzekeringen, artikel 204, § 3, gewijzigd bij de wet van 13 maart 2016 en 280;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst;

Gelet op het advies van het Federaal Kenniscentrum van de Gezondheidszorg van 16 december 2008;

Gelet op advies nr. C/2015/3 van de Commissie voor Verzekeringen van 9 september 2015;

Gelet op het advies van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen van 23 oktober 2015;

Gelet op het advies van de Nationale Bank van België van 18 november 2015;

Gelet op het advies van de FSMA van 25 november 2015;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 en 11 januari en 5 februari 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 18 februari 2016;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de noodzaak dit koninklijk besluit nog in februari te publiceren opdat de verzekeringsondernemingen de nieuwe regels met betrekking tot de aanlevering van de gegevens voor de medische index zouden kunnen naleven. In onderstaande worden vooreerst de belangrijkste wijzigingen aangegeven die het ontwerp van koninklijk besluit aanbrengt met betrekking tot de gegevensaanlevering;

Daarna wordt uitgelegd wat er concreet van de verzekeringsondernemingen verwacht wordt in de loop van maart 2016 en waardoor een snelle publicatie van dit koninklijk besluit dan ook uiterst noodzakelijk is;

De verzekeringsondernemingen zijn ingevolge het koninklijk besluit verplicht om tegen begin april de gegevens aan te leveren die nodig zijn voor de berekening van de medische index. Dit besluit wijzigt evenwel verschillende bepalingen van het huidige koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten. Op het vlak van de gegevensaanlevering wordt in het bijzonder overgeschakeld van een trimestriële medische index naar een jaarlijkse medische index. Daartoe herdefinieert dit besluit de referentieperiode waarop de gegevens betrekking moeten hebben (artikel 5 van het ontwerp). Naast de referentieperiode voor de aan te leveren gegevens wijzigt het besluit ook de manier waarop de leeftijd van de verzekerde wordt vastgesteld (eveneens artikel 5);

De aanlevering van deze nieuwe gegevens kan slechts gebeuren wanneer het besluit gepubliceerd is in het Belgisch Staatsblad. Artikel 4 van het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten werd immers niet vernietigd waardoor de verzekeraars nog steeds verplicht zijn om gegevens aan te leveren aan de FSMA op basis van het huidige koninklijk besluit.

Volgens dit besluit vindt de volgende aanlevering van (in de nieuwe regeling onbruikbare) trimestriële gegevens plaats begin maart, tenzij het nieuwe koninklijk besluit tegen dan gepubliceerd is in het Belgische Staatsblad;

Bovendien voorziet het ontwerp van koninklijk besluit dat de verzekeringsondernemingen de verzameling en de verwerking van de gegevens moeten afsluiten op 31 maart. Er van uitgaande dat het besluit, dat nu ter advies voorligt, wordt gepubliceerd tegen het einde van februari 2016 hebben de verzekeringsondernemingen ongeveer één maand de tijd om de verzameling, de verwerking en de aanlevering van de gegevens tot een goed einde te brengen;

In de praktijk betekent dit dat de verzekeringsondernemingen in de maand maart 2016 - begin april 2016 : - een aantal aanpassingen moeten doorvoeren en testen van de IT-systemen die worden gebruikt om de gevraagde gegevens te verzamelen, te verwerken en aan te leveren bij de FSMA/CDZ; - de verzameling en de verwerking van de gegevens moeten afwerken voor twee referentieperiodes, namelijk voor de berekening van de startindex 100 en voor de berekening van de eerste evolutie van de medische index (artikelen 5 en 9 van het ontwerp); - de certificering door de revisor van elke verzekeringsonderneming moeten bekomen; - de gegevens aan de FSMA/CDZ moeten aanleveren via de reporting-tool van de Nationale Bank van België.

Gelet op de noodzaak overleg te plegen met alle actoren (onder meer de sector, FSMA, FOD Economie, Sociale Zaken), er talrijke instanties om advies moesten gevraagd worden en het gegeven dat er nadien nog de nodige aanpassingen moesten worden gedaan om het koninklijk besluit zo veel mogelijk te laten aansluiten bij deze adviezen, was het niet mogelijk om dit koninklijk besluit eerder voor advies voor te leggen;

Gelet op het advies 58.984/1 van de Raad van State, gegeven op 26 februari 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende arrest nr. 217.085 van 29 december 2011 van de Raad van State waarbij de artikelen 1, 2, 6, 7 en 8 van het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst nietig verklaard worden, omdat uit het administratief dossier niet blijkt waarom afgeweken wordt van het wettelijk voorgeschreven advies van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg en geen rekening wordt gehouden met de vergrijzingsvoorzieningen die de verzekeringsonderneming in het verleden heeft opgebouwd;

Overwegende dat het in het belang van de verzekerden is om forse premieverhogingen zoals deze zich in het verleden hebben voorgedaan te vermijden;

Overwegende dat het niet toepassen van een medische index nadelig is voor de verzekerden, reden waarom het voorliggend besluit ervoor zorgt om een medische index opnieuw in te leiden die rekening houdt met de vergrijzingsvoorzieningen die de verzekeringsonderneming in het verleden heeft opgebouwd;

Op de voordracht van de Minister van Economie en Consumenten en van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 1 februari 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/02/2010 pub. 08/02/2010 numac 2010003070 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst sluiten tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 138bis-4, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst wordt vervangen als volgt : "Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 204, § 3, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen type wet prom. 04/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014022168 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders type wet prom. 04/04/2014 pub. 20/05/2014 numac 2014022198 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen sluiten betreffende de verzekeringen".

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 1, vernietigd bij arrest nr. 217.085 van 29 december 2011 van de Raad van State, het als volgt luidende artikel 1 ingevoegd : "

Artikel 1.De specifieke indexcijfers, bedoeld in artikel 204, § 3, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen type wet prom. 04/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014022168 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders type wet prom. 04/04/2014 pub. 20/05/2014 numac 2014022198 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen sluiten betreffende de verzekeringen worden, in overeenstemming met artikel 6, één keer per jaar vastgesteld.

De verzekeringsonderneming kan de premie en/of de vrijstelling en/of de prestaties van de verzekeringsovereenkomst of, wanneer de overeenkomst dekking verleent aan verschillende verzekerden, de premie en/of de vrijstelling en/of de prestaties die op eenieder betrekking hebben, ten hoogste aanpassen aan het percentage dat de evolutie weergeeft tussen de laatste specifieke indexcijfers die van toepassing zijn op de lopende overeenkomsten op de vervaldag en de specifieke indexcijfers die een jaar vroeger in werking zijn, zoals bepaald in de artikelen 6 en 7.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van het specifieke indexcijfer bedoeld in artikel 204, § 3, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen type wet prom. 04/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014022168 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders type wet prom. 04/04/2014 pub. 20/05/2014 numac 2014022198 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen sluiten betreffende de verzekeringen, dient de vergelijking tussen het indexcijfer der consumptieprijzen en het specifieke indexcijfer voor dezelfde periode te gebeuren.".

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 2, vernietigd bij arrest nr. 217.085 van 29 december 2011 van de Raad van State, het als volgt luidende artikel 2 ingevoegd : "

Art. 2.§ 1. De verzekeringsonderneming is ertoe gehouden elke ziektekostenverzekering, andere dan een beroepsgebonden ziektekostenverzekering, toe te wijzen aan een van de hierna opgesomde waarborgtypes.

De in aanmerking te nemen waarborgen zijn : 1° de waarborg " eenpersoonskamer ";2° de waarborg "twee- en meerpersoonskamer ";3° de waarborg " ambulante zorgen ";4° de waarborg " tandverzorging ". De waarborg die het zwaarst doorweegt in de bepaling van de jaarpremie bepaalt de waarborg waaraan de verzekeringsovereenkomst wordt aangehecht. § 2. Bovendien kan iedere verzekerde worden toegewezen aan een leeftijdscategorie. Zo niet kan de verzekeringsonderneming op de overeenkomst het specifieke indexcijfer toepassen dat voortvloeit uit de waarden vastgesteld bij artikel 6, § 3, tweede lid en § 4.

De leeftijdsklassen die in aanmerking worden genomen zijn : 1° van 0 tot 19 jaar;2° van 20 tot 34 jaar;3° van 35 tot 49 jaar;4° van 50 tot 64 jaar; 5° 65 jaar en meer.".

Art. 4.In artikel 3, § 1, derde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "en/of de vrijstelling en/of de prestaties" ingevoegd tussen de woorden "de premie" en de woorden "van de verzekeringsovereenkomst".

Art. 5.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : " § 1.De verzekeringsondernemingen andere dan de maatschappijen van onderlinge bijstand enerzijds en de maatschappijen van onderlinge bijstand anderzijds, zijn ertoe gehouden aan de FSMA, of respectievelijk de CDZ, en de FOD Economie de bruto schadelast mede te delen per waarborg (hospitalisatiekosten in eenpersoonskamer, hospitalisatiekosten in twee- en meerpersoonskamer, ambulante kosten, tandverzorgingskosten) en per leeftijdsklasse voor de ziektekostenverzekeringen, andere dan de beroepsgebonden ziektekosten verzekeringen. Onder bruto schadelast wordt het factuurbedrag verminderd met de tussenkomst van het RIZIV verstaan. De gegevens inzake de bruto schadelast hebben betrekking op de facturen ontvangen voor april voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan in de periode tussen 1 oktober van het tweede jaar voorafgaand aan deze rapportering en 30 september van het jaar voorafgaand aan deze rapportering.

De verzekeraar deelt eveneens het aantal verzekerden per waarborg en per leeftijdsklasse mee.

De leeftijd van de verzekerde wordt bepaald door het jaartal voorafgaand aan de rapportering te verminderen met het geboortejaar van de verzekerde.

De gegevens worden meegedeeld in de loop van maand april."; 2° Paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : " § 3.Deze gegevens worden gecertificeerd door de revisor die is erkend door de Nationale Bank van België. Deze certificatie heeft tot gevolg dat de verzekeringsonderneming de gegevens mag toezenden. De erkende revisor is er onverwijld toe gehouden aan de FSMA of respectievelijk de CDZ elke gebeurtenis of elk feit mede te delen dat de certificatie van de gegevens verhindert.

Wanneer de FSMA of respectievelijk de CDZ, op basis van het rapport van de revisor of op eigen initiatief de afwezigheid van een certificatie vaststelt, waarschuwt zij de FOD Economie en wijst de verzekeringsonderneming op het gebrek. De verzekeringsonderneming zendt zo snel mogelijk de gegevens door volgens het voorschrift van de FSMA of respectievelijk de CDZ.".

Art. 6.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 5.De FSMA in samenspraak met de CDZ gaat na of de verkregen gegevens betrekking hebben op ten minste drie verzekeringsondernemingen die 75 % van het incasso van de Belgische markt omvatten van de ziektekostenverzekeringen, andere dan de beroepsgebonden ziektekostenverzekeringen.

De FSMA en de CDZ brengen de FOD Economie hiervan op de hoogte, ten laatste op de laatste dag van de maand mei.

De FOD Economie berekent de medische index op basis van alle gegevens die het ontvangt van de FSMA en de CDZ en waarvan de FSMA of respectievelijk de CDZ hebben vastgesteld dat ze gecertificeerd zijn in overeenstemming met artikel 4, § 3.

Wanneer de FSMA of de CDZ vaststellen dat de gegevens niet gecertificeerd zijn in overeenstemming met artikel 4, § 3, of dat aan de voorwaarden van het eerste lid niet werd tegemoet gekomen, stellen zij hiervan de FOD Economie op de hoogte. In deze gevallen verlengt de FOD Economie de geldigheid van de laatst gekende tabel met de specifieke indexcijfers voor een niet-hernieuwbare duur van één jaar en maakt daarvan melding in het Belgisch Staatsblad evenals op zijn website op de in artikel 7 bepaalde datum.".

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 6, vernietigd bij arrest nr. 217.085 van 29 december 2011 van de Raad van State, het als volgt luidende artikel 6 ingevoegd : "

Art. 6.§ 1. De FOD Economie voegt de tabellen bedoeld in artikel 4, § 2, samen en maakt een globale tabel per waarborg en per leeftijdsklasse rekening houdende met het meegedeelde aantal verzekerden per waarborg en per leeftijdsklasse. § 2. De FOD Economie bepaalt elk jaar de waarden van de globale tabel per waarborg en per leeftijdsklasse door de gemiddelde bruto schadelast per verzekerde te berekenen. § 3. De waarde van de basis indexcijfers bestaat uit het vastgestelde percentage van verandering voor elk van de waarden van de globale tabel.

Bovendien wordt voor elk van de in aanmerking genomen waarborgen de waarde die losstaat van de leeftijdsklassen toegevoegd aan de globale tabel met de basisindexcijfers, als zijnde het gewogen gemiddelde volgens het aantal verzekerden van de leeftijdsgebonden basisindexcijfers. § 4. De globale tabel per waarborg en per leeftijdsklasse met de specifieke indexcijfers wordt berekend uit de globale tabel per waarborg en per leeftijdsklasse met de basisindexcijfers. De startwaarden zijn dezelfde. De jaarlijkse evoluties van de specifieke indexcijfers worden berekend door de jaarlijkse evoluties van de basisindexcijfers te vermenigvuldigen met een factor 1,5. De jaarlijkse evolutie van de specifieke indexcijfers mag maximum 2 procentpunten hoger liggen dan de jaarlijkse evolutie van de basisindexcijfers. Indien de jaarlijkse evolutie van één of meerdere specifieke indexcijfer(s) negatief is, verlengt de FOD Economie de geldigheid van dit (deze) laatst gepubliceerde specifieke indexcijfer(s) voor een duur van één jaar.".

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 7, vernietigd bij arrest nr. 217.085 van 29 december 2011 van de Raad van State, het als volgt luidende artikel 7 ingevoegd : "

Art. 7.De FOD Economie publiceert de globale tabel met de specifieke indexcijfers bedoeld in artikel 6 in het Belgisch Staatsblad, op de eerste werkdag van juli. Zowel de FOD Economie als de FSMA en de CDZ zijn er toe gehouden ze te publiceren op hun website.".

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 8, vernietigd bij arrest nr. 217.085 van 29 december 2011 van de Raad van State, het als volgt luidende artikel 8 ingevoegd : "

Art. 8.De startindex 100 wordt bepaald op basis van de gecertificeerde gegevens inzake het aantal verzekerden en inzake de bruto schadelast die betrekking heeft op de facturen ontvangen voor 1 april 2015 voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan in de periode tussen 1 oktober 2013 en 30 september 2014.".

Art. 10.De minister bevoegd voor Verzekeringen en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 maart 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, K. PEETERS De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. M. DE BLOCK

^