Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 mei 1999
gepubliceerd op 19 augustus 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 februari 1994 betreffende de zoogkoeienpremie

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016171
pub.
19/08/1999
prom.
18/05/1999
ELI
eli/besluit/1999/05/18/1999016171/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 februari 1994 betreffende de zoogkoeienpremie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 23 december 1970 houdende goedkeuring van het besluit d.d. 21 april 1970 van de Raad van Ministers van de Europese Gemeenschappen betreffende vervanging van de financiële bijdragen van de lidstaten door eigen middelen van de Gemeenschappen;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wet van 11 april 1983 en bij de wet van 29 december 1990;

Gelet op de wet van 29 juli 1955 tot oprichting van een Landbouwfonds, gewijzigd bij de wet van 26 december 1956;

Gelet op de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, gewijzigd bij de wet van 24 december 1993;

Gelet op het koninkijk besluit van 1 september1955 houdende opdracht aan de Minister van Landbouw van de bevoegdheid om het bedrag en de voorwaarden van de bijdrage van het Landbouwfonds te bepalen;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 1994 betreffende de zoogkoeienpremie, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 mei 1996;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968, houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees, inzonderheid op het bij veordening (EG) nr. 894/96 van 29 april 1996 gewijzigd artikel 4j;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 3886/92 van de Commissie van 23 december 1992 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake de premieregelingen waarin is voorzien bij verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees en tot intrekking van de verordeningen (EEG) nr. 1244/82 en (EEG) nr. 714/89, inzonderheid op de wijziging bij verordening (EG) nr. 1264/96 van 1 juli 1996;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 820/97 van 21 april 1997;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 2887/92 van de Commissie van 23 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2015/95 van 21 augustus 1995;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;

Gelet op de beslissing van de Ministeraad van 10 november 1995;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989, en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat onverwijld maatregelen moeten genomen worden in de rundvleessector ten einde te voldoen aan de wijzigingen van de verordeningen (EEG) nrs. 805/68 en 3886/92 hiervoor vermeld;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Aan artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 3 februari 1994 betreffende de zoogkoeienpremie wordt een tweede en derde lid toegevoegd, luidend als volgt : « Voor de campagne 1996 wordt het bedrag van de aanvullende nationale premie vermeederd met 207 BEF per zoogkoe.

Voor de campagne 1997 wordt het bedrag van de aanvullende nationale premie vermeerderd met 170 BEF per zoogkoe. »

Art. 2.Een artikel 7bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «

Artikel 7bis.Elke inbreuk betreffende het onwettelijk gebruik of het in bezit hebben van stoffen of producten die door de communautaire wetgeving in de diergeneeskundige sector niet toegestaan zijn, in de zin van artikel 4j, § 1 van verordening (EEG) nr. 805/68, wordt, in geval van recidive binnen de 12 maanden na de vaststelling van de eerste inbreuk, bestraft met een bijkomende periode van 2 jaar uitsluiting van het recht op de premies.

Bij een 2de recidive tijdens dezelfde periode wordt de uitsluiting gebracht op 5 jaar. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1996.

Art. 4.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 mei 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^