Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 november 2018
gepubliceerd op 29 november 2018

Koninklijk besluit betreffende de identificatiekaart voor het operationeel personeel van de civiele Bescherming

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2018014963
pub.
29/11/2018
prom.
18/11/2018
ELI
eli/besluit/2018/11/18/2018014963/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 2018. - Koninklijk besluit betreffende de identificatiekaart voor het operationeel personeel van de civiele Bescherming


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid, artikel 156;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 juni 2016;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 25 augustus 2017;

Gelet op het overleg van 26 mei 2016, met het Tussenoverlegcomité 220 civiele Bescherming;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 22 mei 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder: 1° Operationele eenheid : de operationele eenheid van de civiele Bescherming, vermeld in artikel 153 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid sluiten betreffende de civiele veiligheid;2° Personeelslid van de civiele bescherming: een lid van het operationeel personeel van de civiele Bescherming, ongeacht of het een vrijwillig of beroepspersoneelslid is;3° Verantwoordelijke voor een eenheid : de leidend ambtenaar van één van de operationele eenheden van de civiele Bescherming. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.Elk personeelslid krijgt een identificatiekaart waaruit zijn hoedanigheid van operationeel personeelslid van de civiele Bescherming blijkt.

De kaart heeft een geldigheidsduur van vijf jaar.

Art. 3.Het model van de identificatiekaart wordt vastgesteld in bijlage.

De identificatiekaart heeft de vorm van een rechthoek met afgeronde hoeken die een lengte heeft van 86 mm en een breedte van 54 mm. Zij is geplastificeerd en is voorzien van een veiligheidshologram.

De buitenste rand van de kaart heeft een blauwe kader van 5 mm, in de kleur RAL 5017.

Art. 4.Op de voorzijde bevat de identificatiekaart de volgende vermeldingen: 1° rechtsboven: de naam en voornaam van het personeelslid;2° linksboven: een pasfoto in kleur van het personeelslid;3° onder de naam: de graad van het personeelslid en het volgnummer van de identificatiekaart, toegekend door de operationele eenheid;4° onder de foto: de vermelding `geldig tot', gevolgd door de vervaldatum;5° rechts onderaan: de vermelding "Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken - civiele Bescherming";6° links onderaan : het logo van de civiele Bescherming.

Art. 5.De vermeldingen bedoeld in artikel 4 worden gesteld in de taal van het personeelslid. HOOFDSTUK III. - Dragen van de identificatiekaart

Art. 6.De personeelsleden zijn verplicht om de identificatiekaart te allen tijde bij zich te dragen wanneer zij in dienst zijn, ook bij een interventie. Zij moeten de kaart kunnen voorleggen aan iedereen die daarom verzoekt.

Wanneer een personeelslid zijn kaart uitzonderlijk niet bij zich heeft tijdens een interventie, staat het personeelslid dat de interventie leidt, in voor de identificatie. HOOFDSTUK IV. - Uitreiking, teruggave en intrekking van de identificatiekaart

Art. 7.De verantwoordelijke voor een eenheid of zijn afgevaardigde staat in voor het uitreiken van de identificatiekaarten aan de personeelsleden.

Art. 8.Het personeelslid geeft de identificatiekaart terug aan de verantwoordelijke voor een eenheid of zijn afgevaardigde: 1° wanneer de kaart beschadigd is;2° wanneer het personeelslid niet langer deel uitmaakt van het personeel van de civiele Bescherming;3° wanneer een of meer gegevens die op de kaart voorkomen, gewijzigd zijn of de foto niet meer voldoende gelijkend is. De verantwoordelijke voor een eenheid laat de bestaande kaart vernietigen en bezorgt een nieuwe kaart aan het personeelslid in de gevallen bedoeld in 1° en 3°.

Art. 9.§ 1. Wanneer een personeelslid afwezig is voor een periode van meer dan twee maanden, trekt de zonecommandant of zijn afgevaardigde de identificatiekaart in. De kaart wordt aan het personeelslid teruggegeven zodra hij zijn taak hervat. § 2. Wanneer een personeelslid tijdelijk wordt geschorst uit zijn ambt, trekt de verantwoordelijke voor een eenheid of zijn afgevaardigde de identificatiekaart in.

De kaart wordt aan het personeelslid teruggegeven zodra hij zijn taak hervat.

Art. 10.Het verlies of de diefstal van de identificatiekaart wordt onmiddellijk gemeld aan de verantwoordelijke voor een eenheid of zijn afgevaardigde.

Indien de kaart wordt teruggevonden nadat het personeelslid een nieuwe kaart heeft ontvangen, wordt de eerste kaart vernietigd. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 11.Dit besluit treedt in werking zes maanden na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 12.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 november 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

BIJLAGE - Model van de identificatiekaart voor het operationeel personeel van de civiele Bescherming

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 18 november 2018 betreffende de identificatiekaart voor het operationeel personeel van de civiele Bescherming.

Gegeven te Brussel, 18 november 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

^