Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 april 2014
gepubliceerd op 27 mei 2014

Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2006 tot toepassing van Titel IV van de wet van 21 maart 1991 houdende hervorming van sommige economische overheidsbedrijven

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2014011302
pub.
27/05/2014
prom.
19/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/19/2014011302/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten tot toepassing van Titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende hervorming van sommige economische overheidsbedrijven


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Algemeen De artikelen 1 tot 17 wijzigen het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten tot toepassing van Titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.

Inderdaad, de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (hierna "de wet") werd aangepast ter omzetting van de Richtlijn 2008/06/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot wijziging van Richtlijn 97/67/EG wat betreft de volledige voltooiing van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap. Dit koninklijk besluit geeft uitvoering aan de Koninklijke machtigingen voorzien in deze wet inzake de tariefverhoging van producten uit het kleingebruikerpakket, Onderhavig koninklijk besluit brengt tevens specificaties toe aan de geografische dekkingsplicht die rust op de houders van een individuele vergunning conform artikel 148sexies, § 1er, 2° van voormelde wet.

Tot slot concretiseert onderhavig koninklijk besluit het open mechanisme op basis waarvan de de aanbieder van de universele dienst zal aangeduid worden voor de uitvoering van de universele dienst vanaf 1 januari 2019.

De opmerkingen van de Raad van State opgenomen in het advies nr. 55.376/4 van 2 april 2014 werden gevolgd.

Artikelsgewijze bespreking

Artikel 1.Dit artikel past de definities aan conform de wijzigingen ingevoerd door de wet van13 december 2010. Zo voorziet de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten bijvoorbeeld niet langer in een compensatiefonds, waardoor deze begripsomschrijving wordt geschrapt uit de definities opgesomd in artikel 1 in van het besluit.

Voorts wordt gepreciseerd dat met de minister in dit besluit telkens de minister wordt bedoeld voor de aangelegenheden die de postdiensten betreffen.

In punt 11 tot 16 worden aan aantal nieuwe definities ingevoegd om de geographische dekkingsplicht van vergunninghouders te preciseren.

Artikel 2.Dit artikel behoeft geen commentaar.

Artikel 3.Dit artikel behoeft geen commentaar.

Artikel 4.De bepalingen in huidige Titel III met als opschrift "Interne analytische boekhouding en berekening van de kostprijs van de universele dienst die wordt verleend door de aangewezen leverancier van de universele dienst" combineren enerzijds de organisatie van de analytische boekhouding van de aanbieder van de universele dienst, en anderzijds de berekening van de nettokosten van de universele dienst.

Het is evenwel aangewezen de problematiek van de kostprijsberekening te onderscheiden van de verplichting tot het voeren van een gescheiden boekhouding.

Merk op dat de boekhoudkundige verdeling niet tot doel heeft de kost van de universele dienst te berekenen, maar eerder toelaat de kosten, opbrengsten en marges te bepalen van de activiteiten die deel uitmaken van de universele dienst en van de activiteiten die niet behoren tot de universele postdienst.

Bovendien vereist artikel 144undecies van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en de Richtlijn 2008/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot wijziging van Richtlijn 97/67/EG wat betreft de volledige voltooiing van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap, dat voor de berekening van de nettokosten van de universele dienstverplichtingen het verschil berekend wordt in de nettokosten van een aangewezen aanbieder van de universele dienst die zich wél aan de universele dienstverplichtingen moet houden en deze voor wie dat niet het geval is. Huidige methode voor de berekening van de nettokost komt niet met deze vereiste overeen.

De bepalingen uit Titel III worden dan ook opgeheven.

De methodiek voor de berekening van de nettokosten van de universele dienst maakt het voorwerp uit van een onderscheiden ontwerpbesluit.

Artikel 5.Dit artikel behoeft geen commentaar.

Artikel 6 en 7 Deze artikelen passen het besluit aan ingevolge het gewijzigde artikel 144ter van de wet dat de controle over de betaalbaarheid van de postdiensten beperkt tot het kleingebruikerspakket.

Artikel 8.Het artikel schrapt de aanduiding van de periode waarbinnen gemiddelde gerealiseerde kwaliteit berekend wordt in de begripsomschrijving van de kwaliteitsbonus. Doordat deze periode echter wordt aangeduid in de begripsomschrijving van de gemiddelde gerealiseerde kwaliteit zelf, heeft dit geen praktische gevolgen.

Daarnaast wordt de periode waarbinnen de gemiddelde gerealiseerde kwaliteit wordt berekend exacter afgelijnd, namelijk 12 maand in plaats van minimum 12 maanden.

De berekeningswijze voor de toegelaten tariefverhoging van de conventionele en voorkeurtarieven wordt geschrapt gezien de price cap beperkt wordt tot het kleingebruikerpakket ingevolge het artikel 144ter van de wet dat het kleingebruikerspakket definieert.

Artikel 9.Volgend het advies van de Raad van State worden de bepalingen inzake de kerstzegels en de kwaliteitsdoelstellingen niet weerhouden.

Artikel 10.Dit artikel behoeft geen bijzondere commentaar.

Artikel 11.Dit artikel brengt de kwaliteitsnorm D+1 op 93 %.

Artikel 12.Met de vervanging van artikel 35, 1° wordt gepreciseerd dat de dekkingsplicht een territoriale component bevat. De vergunninghouder dient een gradueel opbouwend deel van het grondgebied (en niet de bevolking) van de drie gewesten afzonderlijk te bestrijken met zijn distributienetwerk.

De dekkingspercentages kunnen berekend worden aan de hand van de oppervlakte van de gemeenten die de vergunninghouder opneemt in zijn bediende zones.

Deze bepaling voorziet in een begindatum van de vijfjarige territoriale opbouwperiode. Ingevolge de Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de diensten artikel 131, 1° van de voornoemde wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten omvatten postdiensten activiteiten van ophalen, sorteren en distribueren. Het presteren van dergelijke activiteiten is onderworpen aan het bekomen van een individuele vergunning van het BIPT in zover het brievenpost binnen de werkingssfeer van de universele dienst betreft. Deze vergunning houdt ondermeer de dekkingsplicht in.

Hoewel de vergunning een graduele distributieplicht impliceert, is de vergunninghouder vrij de periode van 5 jaar te laten aanvangen wanneer hij dit wenst, zijnde het moment dat hij daadwerkelijk zijn activiteiten van de distributie van brievenpost binnen het kader van de universele dienst begint.

Deze flexibiliteit laat de vergunninghouder toe de nodige investeringen en planning te voorzien. Om de controleopdracht van het BIPT te faciliteren, licht de postoperator het BIPT in van die aanvangsdatum.

Artikel 13.Dit artikel wijzigt artikel 36 op vlak van informatie die de aanbieder van de universele dienst aan het BIPT dient te verstrekken inzake het postnetwerk rekening houdende met de gewijzigde organisatie van het netwerk zoals bepaald in het beheerscontract tussen bpost en de Staat en de bevoegdheid van het BIPT om toezicht te houden op de uitvoering van de taken van bpost opgesomd in het beheerscontract, zoals bepaald in artikel 14, § 1, 6° van de wet van 17 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector type wet prom. 17/01/2003 pub. 24/01/2003 numac 2003014010 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende de rechtsmiddelen en de geschillenbehandeling naar aanleiding van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector sluiten met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector.

Artikel 14 tot 16. Deze artikelen behoeven geen commentaar.

Artikel 17.Artikel 144octies van de wet voorziet dat bpost de universele dienst aanbiedt tot 31 december 2018, na afloop van deze termijn worden één of meer aanbieders van de universele dienst aangewezen voor een periode van tien jaar middels een open mechanisme.

Artikel 17 concretiseert het open mechanisme op basis waarvan de aanbieder van de universele dienst zal aangewezen worden voor de uitvoering van de universele dienst na afloop van de wettelijke aanwijzing van bpost tot 2018. Aan de opmerkingen van de Raad van State aangaande de uitsluitingsgronden wegens veroordeling bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis voor welbepaalde misdrijven werd tegemoet gekomen door de algemene formulering voorzien in artikel 61, § 2, 3° van het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011 te hernemen.

Artikel 18.Dit artikel behoeft geen bijzondere commentaar.

Dit zijn, Sire, de voornaamste bepalingen van het besluit dat aan Uwe Majesteit ter goedkeuring wordt voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer respectvolle en trouwe dienaar.

De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE

Raad van State, afdeling Wetgeving Advies 55.376/4 van 2 april 2014 over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten tot toepassing van Titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende hervorming van sommige economische overheidsbedrijven' Op 13 maart 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie verzocht binnen een termijn van dertig dagen verlengd tot 7 april 2014 (*) een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten tot toepassing van Titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende hervorming van sommige economische overheidsbedrijven'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 2 april 2014. De kamer was samengesteld uit Pierre LIENARDY, kamervoorzitter, Jacques JAUMOTTE en Bernard BLERO, staatsraden, en Colette GIGOT, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Anne VAGMAN, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Martine BAGUET, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 2 april 2014.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

BIJZONDERE OPMERKINGEN AANHEF 1. Het eerste lid dient te worden gesteld als volgt : "Gelet op de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, de artikelen 144ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1999, bekrachtigd bij de wet van 12 augustus 2000, en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 februari 2014, 144quater, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1999, bekrachtigd bij de wet van 12 augustus 2000, en gewijzigd bij de wet van 13 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010011511 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en tot wijziging van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten sluiten, (1) 144octies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1999, bekrachtigd bij de wet van 12 augustus 2000, en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 februari 2014, en 148sexies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1999, bekrachtigd bij de wet van 12 augustus 2000, en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010011511 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en tot wijziging van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten sluiten;". 2. Overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021141 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten `houdende uitvoering van titel 2, hoofdstuk 2 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging', dient de aanhef te worden aangevuld met een lid waarin melding wordt gemaakt van de impactanalyse die overeenkomstig de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten is uitgevoerd. DISPOSITIEF Artikelen 8 en 9 De artikelen 8 en 9 van het ontwerp strekken tot de wijziging van respectievelijk artikel 31 en artikel 32 van het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten `tot toepassing van titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven' (hierna het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten en de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten genoemd).

De vraag rijst op welke manier die wijzigingen in te passen vallen in de regel die vervat is in artikel 144ter, § 1, 1°, derde lid, van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en als volgt luidt : "De aanbieder van de universele dienst beperkt zijn jaarlijkse tariefverhogingen voor de producten die tot het kleingebruikerpakket behoren volgens een price cap, procedures en nadere regels inzake tussenkomst van het Instituut, naast diegene waarvan sprake in § 2, die door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad zijn bepaald. De price cap-regeling zoals bepaald in de artikelen 29, 31 en 32 van het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten tot toepassing van titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven zal van toepassing zijn en behouden worden in dit besluit" (2).

Op een vraag dienaangaande heeft de gemachtigde van de Minister de volgende uitleg gegeven : "Artikel 31 en 32 van het KB van 11/01/2006 tot toepassing van titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (hierna `KB Titel IV') betreffen de regels voor de berekening van de tariefverhoging. Deze worden gewijzigd door respectievelijk artikel 8 en 9 van het ontwerpbesluit.

De wettelijke basis voor de bij KB bepaalde berekeningswijze voor de tariefverhoging is vervat in art. 144ter, § 1, lid 2 van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven : (...) `De aanbieder van de universele dienst beperkt zijn jaarlijkse tariefverhogingen voor de producten die tot het kleingebruikerpakket behoren volgens een price cap, procedures en nadere regels inzake tussenkomst van het Instituut, naast diegene waarvan sprake in § 2, die door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad zijn bepaald. De price cap-regeling zoals bepaald in de artikelen 29, 31 en 32 van het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten tot toepassing van titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven zal van toepassing zijn en behouden worden in dit besluit.' Aan de price capregeling bepaald in art. 29, 31 en 32 van het KB Titel [IV] wordt ten gronde niet geraakt. Het KB dient echter aangepast te worden opdat de price cap regeling zoals voorzien in het KB correspondeert met de gewijzigde praktische en juridische realiteit.

Nu is het zo dat de price cap op bepaalde punten niet kan toegepast worden conform de wet of dat het KB voorbijgaat aan de realiteit en dus aanleiding geeft tot rechtsonzekerheid. De wijzigingen zetten dit recht : 1. De wijzigingen aangebracht bij artikel 8 van het ontwerpbesluit passen artikel 31 van huidig KB titel IV aan en betreffen : * de periode waarbinnen gemiddelde gerealiseerde kwaliteit wordt berekend : geen tijdsaanduiding meer in de begripsomschrijving van de kwaliteitsbonus gezien deze periode wordt aangegeven in de begripsomschrijving van de gemiddelde gerealiseerde kwaliteit zelf (louter cosmetische aanpassing) + exacte aflijning, namelijk '12 maand' in plaats van `minimum 12 maanden' (gebeurt in de praktijk op 12 maand, correspondeert nu beter met de realiteit).Deze aanpassing is nodig om de toepassing van de bepaling van artikel 144ter, § 2, te vergemakkelijken dat voorschrijft dat alle elementen met betrekking tot de prijsverhoging moeten worden meegedeeld aan het Instituut voor 1 september. Door rekening te houden met een indexeringsjaar van juli tot juli eerder dan van augustus tot augustus zal deze deadline van 1 september beter kunnen worden nageleefd en wordt voorkomen dat wordt gewerkt op geraamde gegevens. * Schrappen van berekeningswijze van de tariefverhoging voor conventionele - en voorkeurtarieven : volgt uit aanpassing wettelijke basis : art. 144ter beperkt price cap tot het kleingebruikerpakket (niet langer wettelijke grondslag voorhanden voor price cap conventionele - en voorkeurtarieven). 2. De wijzigingen aangebracht bij artikel 9 van het ontwerpbesluit passen artikel 32 van huidig KB titel IV aan en betreffen : * De actualisering van de opsomming van de postdiensten waarop de kwaliteitsnormen D+1 en D+2 betrekking hebben (in lijn met kleingebruikerpakket zoals omschreven in artikel 144 ter van de wet - dus conform wettelijke basis). * de bestaande discrepanties aangaande de kwaliteitsnormen opgenomen in onderhavig besluit en deze bepaald in het beheerscontract : deze worden opgeheven (gaven aanleiding tot rechtsonzekerheid, zie artikel 6.1 van het 5de beheerscontract dat ook de doelstelling van 95 en 97 % aangeeft). * Regularisering van de praktijk rond de kerstzegels die sedert jaren van toepassing is : de speciale kerstzegel kent een gedifferentieerde kwaliteit, nl. max D+3 i.p.v. D+1. Voor de kerstzegel is geen specifieke kwaliteitsmeting voorzien, het BIPT rekent dit evenmin mee in haar kwaliteitsmeting voor D+1 (hoewel strikt wettelijk gezien deze zendingen ook aan D+1 zouden moeten bedeeld worden, er is in de huidige regelgeving geen uitzondering op de kwaliteitsnorm voorzien - een strikte toepassing van de wet zou dus vereisen dat het BIPT de kerstzegels wel degelijk meetelt ). Om de rechtszekerheid te bevorderen wordt nu ook duidelijk gesteld in dit ontwerpKB dat een uitzondering geldt voor de kerstzegels." In het licht van die uitleg kunnen aanvaardbaar worden geacht de wijzigingen die bij de artikelen 8 en 9 van het ontwerp in de artikelen 31 en 32 van het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten worden aangebracht en die rechtstreeks voorvloeien uit of het logisch gevolg zijn van de wijzigingen die bij de wet van 3 februari 2014 aangebracht zijn in de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, inzonderheid artikel 144ter van die laatste wet.

Hetzelfde geldt evenwel niet voor de ontworpen wijzigingen die niet voortvloeien uit die wet.

Zo lijken de wijzigingen die bij artikel 9 van het ontwerp aangebracht worden in paragraaf 3 van artikel 32 van het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten niet aanvaard te kunnen worden, meer bepaald wat betreft de vastgestelde percentages.

Deze bepaling dient te worden weggelaten uit het ontwerp.

Artikel 9 Het is de afdeling Wetgeving niet duidelijk wat de rechtsgrond is van het ontworpen artikel 32, § 5.

In ondergeschikte orde is het de afdeling Wetgeving niet duidelijk waarin het "overleg" zal bestaan waarvan in het ontworpen artikel 32, § 5, tweede lid, sprake is, noch wat precies de bevoegdheden zijn van het Instituut in dat kader.

Artikel 12 In het eerste lid en de eerste zin van het tweede lid van het ontworpen artikel 35, 1°, worden alleen regels in herinnering gebracht die reeds voortvloeien uit artikel 148sexies, § 1, 2°, eerste lid, tweede streepje, van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

De afdeling wetgeving heeft er reeds verschillende malen op gewezen dat bepalingen die alleen maar een hogere norm in herinnering brengen door die over te nemen of te parafraseren, niet thuishoren in een regeling.

Zulke bepalingen zijn niet alleen overbodig, ze verhullen bovendien de ware aard van de hogere norm. Door een hogere regel over te nemen, handelt de steller van het ontwerp alsof hij bevoegd is om deze hogere regel vast te stellen en dus ook te wijzigen.

Het eerste lid en de eerste zin van het tweede lid van het ontworpen artikel 35, 1°, dienen dus te worden weggelaten.

Artikel 17 1. Bij het ontworpen artikel 39, § 1, 1°, vraagt de afdeling Wetgeving zich af om welke redenen de termijn en de uiterste datum voor de indiening van de offertes alleen in het Belgisch Staatsblad en in het Publicatieblad van de Europese Unie zullen worden bekendgemaakt maar niet op de website van het Instituut, zoals bepaald wordt in het ontworpen artikel 38 wat betreft de oproep tot deelname.2. Het ontworpen artikel 41 bepaalt dat van de procedure van aanwijzing "[k]an worden uitgesloten" elke offerte die uitgaat van een deelnemer die aan bepaalde voorwaarden beantwoordt, zoals verkeren in een staat van faillissement, zijn verplichtingen inzake bijdragen aan de sociale zekerheid niet nagekomen zijn, zijn verplichtingen ten aanzien van de directe belastingen niet nagekomen zijn, veroordeeld zijn bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis voor deelname aan een criminele organisatie, omkoping of nog wegens terrorisme. Het gebruik van het werkwoord "kunnen" impliceert dat aan de bevoegde overheid een zekere beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten om al dan niet te beslissen tot het uitsluiten van de offerte die beantwoordt aan een van de voorwaarden die in de ontworpen bepaling opgesomd staan.

De afdeling Wetgeving vraagt zich af of dat wel degelijk de bedoeling is van de steller van het ontwerp, dan wel of het integendeel zijn bedoeling is om elke offerte die aan een van de aldus opgesomde voorwaarden beantwoordt zonder meer uit te sluiten : - als het in de bedoeling ligt van de steller van het ontwerp om elke offerte die zou beantwoorden aan een van de opgesomde voorwaarden zonder meer uit te sluiten, dan dienen de woorden "Kan worden uitgesloten van de procedure van aanwijzing" te worden vervangen door de woorden "Van de procedure van aanwijzing wordt uitgesloten", - als het de bedoeling is om aan de overheid enige beleidsvrijheid te laten, dan dient die te worden uitgeoefend met naleving van het beginsel van gelijkheid tussen de onderscheiden kandidaten. De naleving van dat beginsel zou beter gewaarborgd zijn mocht de ontworpen tekst worden aangevuld met de in overweging te nemen criteria om te beslissen dat een offerte waarvoor een van de "uitsluitingsgronden" geldt uitgesloten wordt, of integendeel niet uitgesloten wordt.

Teneinde het gevaar op discriminatie tussen de kandidaten te beperken, kan in dat verband worden overwogen om de beoordelingsbevoegdheid van de overheid te beperken tot de a priori minst ernstige uitsluitingsgronden, maar tegelijk te bepalen dat de ernstigste gevallen zonder meer uitgesloten zijn, zoals een faillissement of elke andere vorm van staking van werkzaamheden, en de verschillende opgesomde veroordelingen.

De ontworpen tekst dient te worden herzien in het licht van die opmerkingen. 3. In het ontworpen artikel 41, § 2, wordt in de Franse tekst het begrip "accord judiciaire" (lees : "concordat judiciaire" (3)) gebezigd. De aandacht van de steller van het ontwerp wordt erop gevestigd dat de wet van 31 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/01/2009 pub. 24/02/2009 numac 2009015014 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Besluit van de Raad van de Europese Unie van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen type wet prom. 31/01/2009 pub. 09/02/2009 numac 2009009047 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen sluiten `betreffende de continuïteit van de ondernemingen' de wet van 17 juli 1997 `betreffende het gerechtelijk akkoord' heeft opgeheven, onder voorbehoud van de toepassing ervan op de procedures van gerechtelijk akkoord die lopen op het ogenblik van de inwerkingtreding van die wet van 31 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/01/2009 pub. 24/02/2009 numac 2009015014 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Besluit van de Raad van de Europese Unie van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen type wet prom. 31/01/2009 pub. 09/02/2009 numac 2009009047 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen sluiten.

Die wet van 31 januari 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/01/2009 pub. 24/02/2009 numac 2009015014 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Besluit van de Raad van de Europese Unie van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen type wet prom. 31/01/2009 pub. 09/02/2009 numac 2009009047 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen sluiten, die in werking is getreden op 1 april 2009, voert een nieuwe procedure van "gerechtelijke reorganisatie" in die verschillende vormen kan aannemen.

De onderzochte bepaling dient aldus te worden herzien dat daarin rekening wordt gehouden met deze nieuwe procedure. 4. Gelet op de vrijheid van vestiging en de vrije dienstverlening ziet de afdeling Wetgeving niet in om welke redenen de in artikel 41, § 2, 5°, opgesomde veroordelingen alleen verband houden met overtredingen van Belgische wetten en niet van elke overeenkomstige wet binnen de Europese Economische Ruimte. In de bepaling onder 5°, vijfde streepje, dient overigens te worden verwezen naar artikel 5 van de wet van 11 januari 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/01/1993 pub. 27/06/2012 numac 2012000391 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 11/01/1993 pub. 29/07/2013 numac 2013000488 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten in plaats van naar artikel 3 van die wet.

Ten slotte dient de steller van het ontwerp erop toe te zien dat de lijst met strafrechtelijke tenlasteleggingen wel degelijk overeenstemt met wat wordt verwacht van een kandidaat die deelneemt aan de selectieprocedure voor het verlenen van de universele postdienst. De afdeling Wetgeving vraagt zich inzonderheid af of de tenlasteleggingen die specifiek zijn voor postzaken of vergelijkbaar zijn met omkoping, zoals onder andere misbruik van vertrouwen of oplichting, niet eveneens in die lijst vermeld zouden moeten worden. (4) De ontworpen tekst behoort dienovereenkomstig te worden herzien. 5. Luidens artikel 144octies van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, staat het aan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, na advies van het Instituut, om enerzijds de criteria te bepalen voor de aanwijzing van de aanbieder van de universele dienst, met ingang van 31 december 2018, en anderzijds de nadere regels vast te stellen van de open procedure die met het oog op die aanwijzing moet worden gevolgd. In tegenstelling tot wat volgt uit het in onderlinge samenhang lezen van het ontworpen artikel 40 en de ontworpen artikelen 41, § 2, 6° en 42, § 2, 1° en 2°, kan het Instituut bij de ontworpen tekst bijgevolg niet worden gemachtigd om, al was het via de oproep tot deelname, andere criteria vast te stellen voor de uitsluiting, de selectie en de toekenning, dan die welke in de ontworpen tekst worden bepaald.

Het ontwerpbesluit dient te worden herzien in het licht van deze opmerking.

De griffier, Colette GIGOT De voorzitter, Pierre LIENARDY _______ Nota's (*) Bij e-mail van 14 februari 2014. (1) Artikel 144quater levert immers een rechtsgrond op voor artikel 13 van het ontwerp.(2) De wijzigingen die bij het voorliggende ontwerp aangebracht worden in artikel 29 van het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten zijn van voornamelijk terminologische en vormelijke aard en doen niet dezelfde vraag rijzen als de wijzigingen die in de artikelen 31 en 32 van hetzelfde besluit zouden worden aangebracht.(3) In het Nederlands : "gerechtelijk akkoord".(4) Zie inzonderheid de artikelen 188 tot 190bis, 193 tot 214, 460 en 460bis van het Strafwetboek;zie eveneens de artikelen 18 tot 21 van de wet van 6 juli 1971 `betreffende de oprichting van bpost en betreffende sommige postdiensten'; zie inzonderheid het koninklijk besluit van 31 mei 1933 `betreffende de verklaringen af te leggen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen'.

19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten tot toepassing van Titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende hervorming van sommige economische overheidsbedrijven FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, de artikelen 144ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1999 bekrachtigd bij de wet van 12 augustus 2000 en uiteindelijk gewijzigd bij de wet van 3 februari 2014, 144quater ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1999 bekrachtigd bij de wet van 12 augustus 2000 en gewijzigd bij de wet van 13 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010011511 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en tot wijziging van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten sluiten, 144octies ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1999 bekrachtigd bij de wet van 12 augustus 2000 en uiteindelijk gewijzigd bij de wet van 3 februari 2014 en 148sexies ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 juni 1999 bekrachtigd bij de wet van 12 augustus 2000 en uiteindelijk gewijzigd bij de wet van 3 februari 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten tot toepassing van Titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;

Gelet op het advies van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, gegeven op 2 juli 2013;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juli 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 16 juli 2013;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op advies 55.376/4 van de Raad van State gegeven op 2 april 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 11 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/01/2006 pub. 17/01/2006 numac 2006014008 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot toepassing van titel IV van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten tot toepassing van Titel IV (Hervorming van de Regie der Posterijen) van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende hervorming van sommige economische overheidsbedrijven worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt : "2° : Minister : de minister of staatssecretaris die bevoegd is voor postdiensten ";2° de bepaling onder 3° wordt aangevuld, na het woord "overheidsbedrijven, met de woorden "en in artikel 2 en volgende van de wet van 17 januari met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector";3° in de bepaling onder 4° worden de woorden "artikel 131, 17° " vervangen door de woorden "artikel 131, 19° ";4° in de bepaling onder 5° wordt het woord "aangewezen" geschrapt;5° de bepaling onder 6° wordt opgeheven;6° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 11° tot 16°, luidende : "11° vergunninghouder : de aanbieder van postdiensten die een individuele vergunning bezit voor de levering van een dienst van brievenpost binnen de werkingssfeer van de universele dienst;12° dekkingsplicht : de verplichting voor de vergunninghouder om de uitreiking te verzorgen in een welbepaald geografisch gebied van het Koninkrijk;13° brievenpostdiensten binnen de werkingssfeer van de universele dienst : postdiensten waarvoor een individuele vergunning vereist is op grond van artikel 148sexies van de wet;14° distributienetwerk : geheel van menselijke en operationele middelen die de vergunninghouder in staat stellen om brievenpostzendingen te bestellen aan de geadresseerden in het gebied waarvoor de dekkingsplicht van toepassing is;15° individuele vergunning : de machtiging zoals bepaald in artikel 131, 14° van de Wet; 16° aanbieder van de universele dienst : de aanbieder van postdiensten zoals bepaald in 131, 13° van de wet.".

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de paragrafen 2 tot 4 opgeheven.

Art. 3.In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt het woord "postoperator" vervangen door de woorden "aanbieder van postdiensten".

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt Titel III dat de artikelen 8 tot 27 bevat, opgeheven.

Art. 5.In de artikelen 28, 29, § 3, 31, 32, § 2, 34 alinea 1, 5°, en 36 van hetzelfde besluit worden de woorden "aangewezen leverancier van de universele postdienst" vervangen door de woorden "aanbieder van de universele dienst".

Art. 6.In artikel 29 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "de hierna in het kleingebruikerspakket opgesomde universele diensten" worden vervangen door de woorden "voor de diensten die behoren tot het kleingebruikerspakket zoals bedoeld in artikel 144ter van de wet";b) de woorden "alsook de tariefverhogingen met betrekking tot de voorkeurtarieven en conventionele tarieven van de voorbehouden diensten" worden opgeheven;2° in paragraaf 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de Franse tekst worden de woorden "des formules décrites" vervangen door de woorden "de la formule décrite" en de woorden "de ces mêmes formules" vervangen door de woorden "de cette même formule";b) de tweede zin wordt opgeheven.3° in paragraaf 6 worden de woorden "aangewezen leverancier van de universele dienst" vervangen door de woorden "aanbieder van de universele dienst".

Art. 7.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 30.De aanbieder van de universele dienst beperkt zijn jaarlijkse tariefverhogingen voor de diensten die behoren tot het kleingebruikerspakket zoals bedoeld in artikel 144ter van de wet volgens de berekeningsregels bepaald in artikel 31.".

Art. 8.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangevracht : 1° in de bepaling onder 1° worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het cijfer "30,1° " wordt vervangen door het cijfer "30";b) het woord "augustus" wordt vervangen door het woord "juli" in de eerste zin alsook, in de Nederlandse versie, in de definitie van "In-1" als in de definitie van "In-2";c) in de Franse tekst wordt in de formule het woord "GGK" vervangen door "QMR";d) de woorden "minimum 12 maanden te rekenen vanaf 1 september van het jaar n-2" worden vervangen door de woorden "12 maanden te rekenen vanaf 1 januari tot en met 31 december van het jaar n-2";e) de woorden "minimum 12 maanden te rekenen vanaf 1 september van het jaar n-2" worden vervangen door de woorden "12 maanden te rekenen vanaf 1 januari tot en met 31 december van het jaar n-2";2° de bepaling onder 2° wordt opgeheven.

Art. 9.In artikel 32, § 4, van hetzelfde besluit worden de woorden "aangewezen leverancier van de universele dienst" vervangen door de woorden "aanbieder van de universele dienst".

Art. 10.Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 11.In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder 1° wordt het woord "kantoren" vervangen door het woord "postkantoren";2° in de bepaling onder 2°, a) worden de woorden "90 %" vervangen door de woorden "93 %";3° de bepalingen onder 4° en 5° worden opgeheven.

Art. 12.In artikel 35 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "leveranciers van niet-voorbehouden diensten die deel uitmaken van de universele dienst" worden vervangen door het woord "vergunninghouders";2° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt : "1° De percentages vermeld in artikel 148sexies, § 1, 2° van de wet hebben betrekking op de ontplooiing van het distributienetwerk met een geografische bedekking van een gradueel stijgend gedeelte van het grondgebied van het Vlaamse gewest, het Brussels-Hoofdstedelijke gewest en het Waalse gewest, elk afzonderlijk.Dit progressieve tijdschema vangt aan op de dag waarop de vergunninghouder begint met de distributie van brievenpostdiensten binnen de werkingssfeer van de universele dienst. De vergunninghouder licht het Instituut in van die aanvangsdatum per aangetekend schrijven."; 3° de bepalingen onder 2° en 4° worden opgeheven;4° de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt : "5° de brievenpostzendingen een herkenningsteken dragen aan de hand waarvan de vergunninghouder die deze zending heeft behandeld kan worden bepaald. Dit herkenningsteken omvat ten minste : a) de coördinaten van de vergunninghouder; b) het nummer van zijn vergunning;" 5° de bepaling onder 6° wordt opgeheven.

Art. 13.Artikel 36, § 1, 1°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "1° een verslag over : a) de omvang van het netwerk van de postale servicepunten, en het dienstenassortiment, met inbegrip van een lijst van deze toegangspunten met vermelding van het adres en van de openingsuren, met inbegrip van openingsuren buiten de normale uren;b) het netwerk van rode brievenbussen; c) de openingsuren, de continuïteit, de kwaliteit en de toegankelijkheid van de dienstverlening in de postkantoren en de postale servicepunten, hun de adressen en openingsuren buiten de kantooruren.".

Art. 14.In artikel 37 van hetzelfde besluit worden de woorden "leveranciers van niet-voorbehouden diensten die deel uitmaken van de universele dienst" vervangen door de woorden "vergunninghouders".

Art. 15.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van Titel VI vervangen als volgt : "Titel VI. - Aanwijzing van de aanbieder van de universele dienst".

Art. 16.In hetzelfde besluit worden Titel VII en Titel VIII opgeheven

Art. 17.In hetzelfde besluit worden de artikelen 38 tot 45 vervangen als volgt : "

Art. 38.Een oproep tot deelname aan de selectieprocedure voor het presteren van de universele postdienst in België wordt gepubliceerd op de website van het Instituut, het Belgisch Staatsblad en het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het Instituut vermeldt in de oproep tot deelname minstens een nauwkeurige beschrijving van de te vervullen universele postdienst, de financiële en economische voorwaarden en selectie- en aanwijzingscriteria op basis van de nadere regels bepaald in het dit besluit.

Deelnemers hebben minstens 52 dagen vanaf de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie om hun offerte in te dienen.

Art. 39.§ 1. De deelnemers dienen hun offerte als volgt in : 1° tussen 9 en 17 u.tijdens de werkdagen en uiterlijk op de datum en het tijdstip die door het Instituut zijn bepaald en in het Belgisch Staatsblad en in het Publicatieblad van de Europese Unie en op de website van het Instituut zijn bekendgemaakt; 2° bij het Instituut, Koning Albert II - laan 35, 1030 Brussel, hetzij per drager tegen overhandiging van een ontvangstbewijs, hetzij bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs;3° in drie exemplaren, met aanduiding van een origineel exemplaar dat ondertekend is door de personen of de gemachtigde vertegenwoordigers van de personen in wier naam de kandidaatstelling geschiedt.De offerte wordt tevens onder de vorm van een CD-rom ter beschikking gesteld. § 2. De offerte bevat de volgende gegevens : 1° het adres, het telefoonnummer en e-mailadres waarop de kandidaat tijdens de werkdagen tussen 9 en 17 uur kan worden bereikt.Dit adres vormt voor deze procedure het officiële adres van de deelnemer; 2° een gedetailleerde beschrijving van de voorwaarden, met name op kwalitatief en tarifair gebied, zoals de deelnemer die voor ogen heeft voor de verstrekking van de universele postdienst;3° informatie betreffende de deelnemer, in het bijzonder zijn juridisch statuut en zijn financiële structuur;4° een gedetailleerd financieel plan over tenminste vijf jaar;5° het bewijs van de menselijke, operationele en financiële middelen die de deelnemer wenst in te zetten, referenties inzake ervaring en competentie die nuttig zijn voor het aanbieden van de universele postdienst;6° de prijs voor dewelke de deelnemer de totaliteit van de universele postdienst presteert, gedetailleerd voor elk van de verschillende onderdelen van de universele postdienst, zoals gepreciseerd in de oproep bepaald in artikel 38;7° alle informatie gevraagd in de oproep bepaald in artikel 38.

Art. 40.Het Instituut publiceert op zijn website, in het Belgisch Staatsblad en in het Publicatieblad van de Europese unie, samen met de informatie bedoeld in artikel 38, de methode voor het evalueren van de deelnemers op basis van de uitsluitingscriteria, de selectiecriteria, de guninngscriteria en hun weging, rekening houdende met de nadere regels bepaald in dit besluit.

Art.41. § 1. De deelnemers kunnen geen enkele wijziging in hun dossier aanbrengen na de uiterste datum voor het indienen van een offerte, tenzij de wijziging kadert in de uitvoering van de procedure voorzien in artikel 43, § 2. § 2. Wordt uitgesloten van de procedure van aanwijzing elke offerte die uitgaat van een deelnemer : 1° die verkeert in een staat van faillissement, vereffening, staking van werkzaamheden of die een gerechtelijke reorganisatie ondergaat;2° die zijn faillissement heeft erkend of het voorwerp vormt van een vereffeningsprocedure of gerechtelijk akkoord.3° die niet in regel is met zijn verplichtingen en bijdragen aan de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid.Voor een deelnemer wiens maatschappelijke zetel niet in België gevestigd is : in regel zijn met de verplichtingen inzake het betalen van sociale zekerheidsbijdragen; 4° die niet in regel is met zijn verplichtingen ten aanzien van de directe belastingen en btw;5° die is veroordeeld bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis voor een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast.

Art. 42.§ 1. De dossiers worden door het Instituut onderzocht op grond van hun respectieve verdiensten. Het Instituut geeft aan de minister een advies waarin de verdiensten van de verschillende offertes worden geanalyseerd. § 2. Die verdiensten worden beoordeeld op grond van volgende criteria : 1° de selectiecriteria zijn : - de financiële en economische bekwaamheid; - de technische bekwaamheid en ervaring; 2° de gunningscriteria zijn : - de totale prijs, zonder btw, die rekening houdt met de omzet uit de aanbieding van de universele dienst en desgevallend de herzieningsvoorwaarden en indexering van deze prijs voor de duur van de aanwijzing; - de kwantitatieve en kwalitatieve elementen die de deelnemer voorstelt voor de uitvoering van de voorwaarden voor de verrichting die vastgesteld zijn door de wet en diens uitvoeringsbesluiten.

Art. 43.§ 1. Indien het onderzoek van de offertes tot de conclusie leidt dat verschillende offertes een gelijkwaardig niveau van verdiensten vertonen, kan de minister aan het Instituut vragen om die offertes opnieuw te onderzoeken, waarbij het rekening houdt met kwantitatieve of kwalitatieve elementen die door de deelenemers zijn voorgesteld ter aanvulling van de voorwaarden inzake verrichting die vastgesteld zijn in de wet en de uitvoeringsbesluiten ervan. § 2. Indien het Instituut overeenkomstig § 1 de offertes opnieuw onderzoekt, kan het Instituut al de deelnemers die zich niet in één van de in artikel 41, § 2 bepaalde situaties van uitstluiting bevinden, verzoeken een aangepaste offerte in te dienen.

Art. 44.Indien de minister het opportuun acht, kan hij elke deelnemer uitnodigen om in zijn lokalen te Brussel een presentatie te geven van zijn offerte. Deze presentatie mag niet langer duren dan een werkdag.

Art. 45.De minister legt zijn voorstel van beslissing voor aan de ministerraad die de uiteindelijke beslissing neemt."

Art. 18.De minister bevoegd voor Postdiensten is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE

^