Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 december 2005
gepubliceerd op 03 maart 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot de risicogroepen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012669
pub.
03/03/2006
prom.
19/12/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot de risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot de risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2003 Tewerkstelling van personen behorend tot de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 12 december 2003 onder het nummer 69012/CO/113)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen.

Met "werklieden" worden de werklieden en de werksters bedoeld.

Art. 2.Er wordt overeengekomen om 0,10 pct. van de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven loonsom in 2003 en 0,10 pct. ervan in 2004 aan te wenden voor opleidingsacties ten voordele van werknemers of werklozen die behoren tot de risicogroepen.

Art. 3.Vanaf l januari 2003 zullen de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren ten minste 0,10 pct. per jaar besteden van de loonsom aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, aan initiatieven voor vorming en tewerkstelling.

Art. 4.Een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid van het ceramiekbedrijf" int de bijdragen.

Hij beheert en gebruikt de bijdrage voor specifieke vorming aan ceramiekwerken, volgens beslissing van de beheerraad van dit fonds.

De sociale zetel van dit fonds voor bestaanszekerheid is gevestigd te 7000 Bergen, Inisma "Ceramic House", Gouverneurlaan Cornez, nr. 4, of elke andere plaats in België bij beslissing van de beheerraad van dit fonds.

Art. 5.Ter compensatie van de uitvoering van deze overeenkomst vragen de partijen aan de Minister van Werkgelegenheid een vrijstelling voor de sector van de bijdragen van 0,10 pct vanaf l januari 2003 en van 0,10 pct in 2004 die gedurende de jaren 2003 en 2004 aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid moeten worden gestort voor de risicogroepen.

Art. 6.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter uitvoering van het interprofessioneel akkoord getekend op 17 januari 2003 en van de wet van l april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004 (hoofdstuk II, afdeling 1).

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van l januari 2003 en treedt buiten werking op 31 december 2004.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 december 2005.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^