Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juli 2018
gepubliceerd op 01 augustus 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij opvolging van dienstverleningsovereenkomsten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2018202344
pub.
01/08/2018
prom.
19/07/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JULI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij opvolging van dienstverleningsovereenkomsten (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij opvolging van dienstverleningsovereenkomsten.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juli 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2017 Behoud van de rechten van de werknemers bij opvolging van dienstverleningsovereenkomsten (Overeenkomst geregistreerd op 24 november 2017 onder het nummer 142863/CO/149.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Algemene beschikkingen

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van : 1. de richtlijn 77/187 van de Raad van 14 februari 1977 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan (JO L61, p.26); 2. de collectieve arbeidsovereenkomst nr.32bis van 7 juni 1985 betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij wijziging van werkgever ingevolge de overgang van ondernemingen krachtens overeenkomst en tot regeling van de rechten van de werknemers die overgenomen worden bij overname van activa na faillissement of gerechtelijk akkoord door boedelafstand, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 32ter van 2 december 1986, nr. 32quater van 19 december 1989 en nr. 32quinquies van 13 maart 2002 (geratificeerd door de koninklijke besluiten van 25 juli 1985, 19 januari 1987 en 6 maart 1990, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 9 augustus 1985, 28 januari 1987 en 21 maart 1990), hierna genoemd "de CAO nr. 32bis"; 3. de interpretatie die het Hof van Justitie van de Europese Unie aan het artikel 1 van de richtlijn 77/187 heeft gegeven door het van toepassing te maken op de hypotheses waarbij een onderneming die diensten verschaft een andere onderneming die diensten verschaft opvolgt in de uitvoering van overeenkomsten gesloten met een privéonderneming, een administratie of een ander openbaar organisme zonder dat de twee ondernemingen die diensten verschaffen, verbonden zijn door een contractuele band. HOOFDSTUK III. - Voorwerp en definities

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing wanneer ondernemingen die diensten verstrekken elkaar opvolgen in de uitvoering van dienstverleningsovereenkomsten en voor zover minstens 50 werknemers aan de uitvoering van deze werkzaamheden toegewezen zijn.

Bij de berekening van de drempel van 50 werknemers, bedoeld in het voorgaande lid, wordt rekening gehouden met het aantal werknemers dat toegewezen was aan de uitvoering van de werkzaamheden gedurende de 12 maanden die voorafgaan aan de datum waarop de dienstverleners elkaar opvolgen.

Wanneer de werkzaamheden van onderhoud en/of besturing van de technische installaties van de gebouwen tussen de vervreemder en de begunstigde van de diensten geformaliseerd worden via verschillende overeenkomsten/werven/loten, moet het aantal werknemers dat toegewezen is aan de uitvoering van elk van die overeenkomsten/werven/loten worden opgeteld om te bepalen of de drempel van 50 werknemers behaald is.

Art. 4.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder : 1. "werknemers" : de personen die krachtens een arbeidsovereenkomst of een leerovereenkomst arbeid verrichten;2. "arbeiders" : de mannelijke en vrouwelijke werklieden;3. "werkgevers" : de natuurlijke of rechtspersonen, die de onder 1. genoemde werknemers tewerkstellen; 4. "vervreemder" : de natuurlijke of rechtspersoon die ingevolge een overgang in de zin van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de hoedanigheid van werkgever verliest ten aanzien van de werknemers van de onderneming die toegewezen zijn aan de uitvoering van de werkzaamheden bedoeld in artikel 3;5. "verkrijger" : de natuurlijke of rechtspersoon die ingevolge een overgang in de zin van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de hoedanigheid van werkgever verkrijgt ten aanzien van de werknemers van de onderneming die toegewezen zijn aan de uitvoering van de werkzaamheden bedoeld in artikel 3;6. "dienstverleningsovereenkomst" : overeenkomst of opdracht die betrekking heeft op de uitvoering van werkzaamheden van onderhoud en/of besturing van de technische installaties van de gebouwen;7. "datum van overgang" : de datum waarop de verkrijger de vervreemder opvolgt bij de uitvoering van de werkzaamheden;8. "begunstigde van de diensten" : de natuurlijke persoon of rechtspersoon waarmee de overeenkomst die betrekking heeft op de uitvoering van werkzaamheden van onderhoud en/of besturing van de technische installaties van de gebouwen gesloten wordt. HOOFDSTUK IV. - Overgang van de arbeidsovereenkomsten en behoud van de arbeidsvoorwaarden

Art. 5.§ 1. Onverminderd § 2, worden de arbeiders van de vervreemder die al gedurende minstens 6 maanden toegewezen zijn aan de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst en waarvan de arbeidsrelatie nog loopt op de datum van overgang, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II van de CAO nr. 32bis overgenomen door de verkrijger.

Bijgevolg gaan de rechten en verplichtingen die voor de vervreemder voortvloeien uit de op de datum van overgang bestaande arbeids- of leerovereenkomsten, door deze overgang, op de verkrijger over.

De vervreemder kan nochtans met één of meerdere arbeiders overeenkomen dat zij tewerkgesteld zullen blijven in zijn onderneming. Het schriftelijk akkoord van de werknemer is dan vereist. § 2. Wanneer de contractuele draagwijdte die voortvloeit uit de overeenkomst(en) tussen de vervreemder en de begunstigde van de diensten verschilt van de contractuele draagwijdte die voortvloeit uit de overeenkomst(en) tussen de verkrijger en de begunstigde van de diensten, is de overnameverplichting die op de verkrijger rust beperkt tot de arbeidsovereenkomsten van de arbeiders die gewoonlijk en hoofdzakelijk toegewezen zijn aan de uitvoering van de werkzaamheden toevertrouwd aan de verkrijger krachtens de overeenkomst die hem verbindt met de begunstigde van de diensten.

Indien het aantal arbeiders dat vereist is voor de uitvoering van de werkzaamheden die zijn toevertrouwd aan de verkrijger verschilt van het aantal dat voorheen vereist was voor de uitvoering van de werkzaamheden die werden toevertrouwd aan de vervreemder, kan de overnameverplichting in hoofde van de verkrijger in geen geval betrekking hebben op een aantal arbeiders dat groter is dan het aantal dat bepaald is in de overeenkomst tussen de verkrijger en de begunstigde van de diensten.

Art. 6.Vanaf het ogenblik dat hij kennis heeft van de intentie tot opzeggen van de dienstverleningsovereenkomst waarbij hij partij is en, in ieder geval, gedurende de opzegperiode die betrekking heeft op de overeenkomst, kan de vervreemder geen wijzigingen aanbrengen aan de arbeids- of leerovereenkomsten van de betrokken werknemers en in het bijzonder aan de plaats van uitvoering, behalve in toepassing van de wettelijke of reglementaire bepalingen. HOOFDSTUK V. - Informatieverplichting

Art. 7.§ 1. Binnen de twee werkdagen die volgen op de ondertekening van de dienstverleningsovereenkomst of de ontvangst van de brief waarin de begunstigde van de diensten hem in kennis stelt dat zijn offerte werd weerhouden, ondervraagt de verkrijger de vervreemder over de identiteit, de an-ciënniteit, het loon en de functie van iedere werknemer die door hem aangesteld werd voor de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst waaraan een einde werd gesteld, over het aantal uren die werden gepresteerd op de site en over zijn eventueel statuut van vertegenwoordiger van de arbeiders of van beschermde arbeider.

De vraag voor inlichtingen dient, vergezeld van het bewijs van toekenning van de dienstverleningsovereenkomst evenals het aantal door de betrokken overeenkomst beoogde arbeiders, te gebeuren per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs.

Een kopie van de vraag dient, per aangetekend schrijven, gericht te worden aan de in het paritair subcomité vertegenwoordigde werknemersorganisaties. § 2. De vervreemder maakt de gevraagde inlichtingen over per aangetekend schrijven binnen de 14 kalenderdagen die volgen op de ontvangst van de vraag tot inlichtingen. Indien nodig, deelt hij aan de verkrijger de identiteit mee van de werknemers die in zijn dienst blijven zoals bepaald in artikel 5, § 1, derde alinea van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en overhandigt de kopie van hun akkoord.

Het feit dat de eerste werkgever (de vervreemder) nalaat aan de tweede werkgever (de verkrijger) deze inlichtingen of één van deze inlichtingen over te maken heeft geen gevolg op de toepassing van de artikelen 1 tot 6 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. § 3. Binnen de 14 werkdagen die volgen op de ontvangst van de inlichtingen voor de verkrijger en de verzending van de inlichtingen vóór de vervreemder, en ten laatste 7 dagen voor de wijziging van de onderneming, informeren de vervreemder en de verkrijger de ondernemingsraden of, bij ontstentenis, de vakbondsafvaardigingen en de betrokken arbeiders met betrekking tot de datum voor de wijziging van de onderneming, het motief van deze wijziging en de gevolgen voor de werknemers.

De ondernemingsraden of de vakbondsafvaardigingen worden ingelicht over deze gevolgen. HOOFDSTUK VI. - Evaluatie

Art. 8.Partijen engageren zich om de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst te evalueren vóór 31 december 2018. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2017 voor een bepaalde duur tot en met 31 december 2018.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^