Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juni 2011
gepubliceerd op 11 augustus 2011

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het "Nationaal Actiecomité voor veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2011202567
pub.
11/08/2011
prom.
19/06/2011
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JUNI 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het "Nationaal Actiecomité voor veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het "Nationaal Actiecomité voor veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf".

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juni 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010 Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Nationaal Actiecomité voor veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf" (Overeenkomst geregistreerd op 19 januari 2011 onder het nummer 102842/CO/124)

Artikel 1.De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, "Nationaal Actiecomité voor veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf" genaamd, opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 1977 van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 oktober 1977, zoals gewijzigd bij latere algemeen verbindend verklaarde beslissingen en collectieve arbeidsovereenkomsten, worden gewijzigd en gecoördineerd zoals opgenomen in de bijlage tot deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 2.De als bijlage opgenomen statuten treden in werking op 1 januari 2011.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan slechts opgezegd worden volgens de modaliteiten voorzien bij de initiële collectieve arbeidsovereenkomst tot oprichting van het fonds voor bestaanszekerheid.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juni 2011.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2010 houdende wijziging en coördinatie van de statuten van het "Nationaal Actiecomité voor veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf" HOOFDSTUK I. - Benaming en zetel

Artikel 1.§ 1. In de bouwnijverheid wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Nationaal Actiecomité voor veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf - navb-cnac Constructiv", afgekort "navb-cnac Constructiv", hierna genoemd "het fonds voor bestaanszekerheid". § 2. Zij vervangt de vroegere benaming van het fonds voor veiligheid, hygiëne en verfraaiing der werkplaatsen in het bouwbedrijf genaamd "Nationaal Actiecomité voor veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf" (afgekort : NAVB).

Art. 2.De zetel van het fonds voor bestaanszekerheid is gevestigd te 1000 Brussel, Koningsstraat 132, bus 4. HOOFDSTUK II. Doel waarvoor het fonds voor bestaanszekerheid wordt ingesteld

Art. 3.§ 1. Het onder artikel 1 beoogde fonds voor bestaanszekerheid heeft tot doel, door alle daartoe geschikte middelen, het welzijn op het werk in de onder artikel 4 beoogde ondernemingen, te bevorderen.

Onder welzijn wordt begrepen : 1° Veiligheid op het werk;2° Bescherming van de gezondheid;3° Psychosociale belasting veroorzaakt door het werk;4° Ergonomie;5° Arbeidshygiëne;6° Verfraaiing van de werkplaatsen;7° De maatregelen van de onderneming inzake leefmilieu, wat betreft hun invloed op de punten 1° tot 6°. § 2. Zijn opdrachten bestaan er onder andere in : 1° praktische aanwijzingen geven en adviezen uitbrengen op de bouwplaatsen en aan de bouwbedrijven concrete bijstand te verlenen;2° de gevaren en leemten in de maatregelen ter voorkoming van arbeidsongevallen, de veiligheid, bescherming, hygiëne en comfort opsporen;andere diensten en personen informeren omtrent bepaalde toestanden en desgevallend om hun tussenkomst vragen; 3° ondersteunen en begeleiden van elke organisatie en verloop van de coördinatie van de veiligheid op de bouwplaatsen door aangepast advies te geven;4° het ontwikkelen van opleidingen;5° het organiseren van studiedagen;6° inlichtingen inwinnen omtrent het bestaan en de doeltreffendheid van de voorkomingsmiddelen en deze kenbaar maken;7° alle gepaste middelen en propaganda verzamelen en verspreiden met het oog op het bevorderen van het welzijn van de werknemers;8° alle initiatieven nemen die het verwezenlijken van zijn doelstellingen mogelijk maken;onder meer door samen te werken met officiële en andere instanties, organen en organisaties, die de bevordering van het welzijn van de werknemers tot doel hebben; 9° het desgevallend informeren en om hun tussenkomst vragen van officiële en andere instanties, organen, personen en organisaties omtrent bepaalde toestanden indien er een dreigend gevaar is en/of wanneer de (preventieve) acties van het NAVB geen resultaat opleveren;10° het promoten van posttraumatische begeleiding bij ernstige en dodelijke arbeidsongevallen;11° het ontwikkelen en organiseren van examens ter waarborg van de kennis en de vaardigheden in het kader van het welzijn op het werk;12° het inventariseren en het ter beschikking houden van alle informatie met betrekking tot de gegevensstromen in het kader van het welzijn van de arbeiders;13° elke opdrachtbeslissing van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf met betrekking tot de veiligheid, hygiëne en het welzijn op het werk, uitvoeren. HOOFDSTUK III. Begunstigden, aard en toekenningsmodaliteiten van de toegekende voordelen

Art. 4.De onder artikel 3 beoogde voordelen zijn van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en de werknemers die zij tewerkstellen. Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf bepaalt de personen die er kunnen van genieten, de aard van de voordelen en de modaliteiten van toekenning en van uitkering.

Art. 5.§ 1. De raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid wordt belast met de uitvoering, de interpretatie en de toepassing van de beslissingen van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf beoogd in artikel 4. § 2. Het Paritair Comité van het bouwbedrijf kan bij collectieve arbeidsovereenkomst (een deel van) de administratieve organisatie van de taken beoogd onder artikel 3 toevertrouwen aan instellingen die uitdrukkelijk daartoe aangeduid werden.

Het doel en de omvang van dit mandaat worden uitsluitend vastgelegd volgens de modaliteiten en voorwaarden bepaald in onderlinge overeenstemming tussen de voornoemde instellingen en de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK IV. - Financiering

Art. 6.Het fonds voor bestaanszekerheid geniet financieringen voorzien conform de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid bouw.

Art. 7.Het fonds voor bestaanszekerheid kan evenzeer voor de verwezenlijking van zijn doelstelling verleende subsidies en giften aanvaarden. HOOFDSTUK V. - Bedrag en inning van de financiële middelen

Art. 8.De modaliteiten van de financiële deelname beoogd in artikel 6 worden bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. HOOFDSTUK VI. Wijze van benoeming en bevoegdheden van de beheerders

Art. 9.§ 1. Het fonds voor bestaanszekerheid wordt bestuurd door een raad van bestuur die is samengesteld uit veertien leden die door de leden van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf worden aangeduid.

Deze leden worden voor de helft aangeduid door de organisaties die de werkgevers vertegenwoordigen en voor de andere helft door de organisaties die de werknemers vertegenwoordigen : 1° zeven vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties waarvan : a) vijf aangeduid door de Nationale Confederatie van het Bouw VZW;b) één aangeduid door Bouwunie;c) één aangeduid door FEMA.2° zeven vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties waarvan : a) drie aangeduid door ACV Bouw - Industrie en Energie;b) drie aangeduid door Algemene Centrale -ABVV;c) één aangeduid door de Algemene Centrale van Liberale Vakbonden van België. De raad van bestuur kan eender welke derde persoon uitnodigen tot het bijwonen van de raad van bestuur. § 2. Het mandaat van bestuurder heeft een duurtijd van drie jaar en is hernieuwbaar. Dit mandaat is onbezoldigd. § 3. De raad van bestuur maakt een huishoudelijk reglement op dat moet goedgekeurd worden volgens de regels bepaald in artikel 11.

Art. 10.§ 1. Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf stelt om de drie jaren de voorzitter van het fonds voor bestaanszekerheid aan, waarbij de gekozen persoon deel uitmaakt van de raad van bestuur. Het voorzitterschap wordt beurtelings waargenomen door de werkgevers- en werknemersorganisaties. § 2. Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf duidt eveneens om de drie jaar twee ondervoorzitters aan onder de leden van de raad van bestuur, de ene op voorstel van de groep van de werknemers en de andere op voorstel van de groep van de werkgevers.

Wanneer de voorzitter verhinderd is, nemen de twee ondervoorzitters beurtelings zijn ambt waar.

Art. 11.§ 1. De raad van bestuur vergadert in regel één keer per maand op uitnodiging van de voorzitter, die er tevens toe gehouden is de raad van bestuur samen te roepen op verzoek van één van zijn leden. § 2. De uitnodigingen worden aan de raad van bestuur verstuurd per post of per electronische weg ten laatste acht dagen vóór de vergaderdatum. § 3. Behoudens overmacht kan de raad van bestuur slechts geldig beraadslagen wanneer, naast de voorzitter, tenminste één lid van de groep der werkgevers en tenminste één lid van de groep der werknemers aanwezig zijn. § 4. De beslissingen worden met éénparigheid van stemmen genomen.

Art. 12.§ 1. De raad van bestuur is belast met de uitvoering van de richtlijnen van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en is verantwoordelijk tegenover deze laatste, waaraan een jaarverslag moet worden voorgelegd ten laatste zes maanden na het einde van het boekjaar. § 2. Hij beschikt over de ruimste bevoegdheden in verband met het beheer en het bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid en de verwezenlijking van zijn doel. § 3. Onder zijn bevoegdheid vallen alle handelingen die niet uitdrukkelijk door de wet of door deze statuten aan het Paritair Comité voor het bouwbedrijf zijn voorbehouden.

Art. 13.§ 1. De raad van bestuur benoemt een directeur-generaal belast met het dagelijks beheer van het fonds voor bestaanszekerheid.

Het dagelijks beheer is bepaald in het huishoudelijk reglement voorzien in artikel 9, § 3. § 2. Hij mag eveneens alle speciale volmachten toevertrouwen aan iedere door hem gekozen gevolmachtigde(n).

Art. 14.De bestuurders gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan met betrekking tot de verbintenissen van het fonds voor bestaanszekerheid, daar hun aansprakelijkheid beperkt is tot de uitoefening van het ontvangen mandaat.

Art. 15.§ 1. De voorzitter leidt het debat, roept de leden samen, legt de notulen ter goedkeuring voor en zorgt voor de goede werking van het fonds voor bestaanszekerheid. § 2. De goedgekeurde notulen van de vergaderingen worden bewaard op de zetel van het fonds voor bestaanszekerheid en kunnen door alle bestuurders geraadpleegd worden.

Art. 16.Behoudens in geval van een door de raad van bestuur gegeven bijzondere volmacht worden de handelingen die het fonds voor bestaanszekerheid verbinden, met uitzondering van die van dagelijks of gewoon bestuur, ondertekend door de voorzitter en door een lid van de raad van bestuur van elke groep waarvan sprake in artikel 9, § 1.

Art. 17.De rechtsvorderingen als eisende dan wel verwerende partij worden ingesteld op aanvraag van de voorzitter. HOOFDSTUK VII. - Controle

Art. 18.§ 1. Het boekjaar vangt aan op 1 januari en wordt afgesloten op 31 december. § 2. Elk jaar keurt de raad van bestuur de begroting voor het volgend boekjaar goed, evenals de jaarrekening van het afgelopen boekjaar.

Art. 19.§ 1. Er wordt op het beheer van het fonds voor bestaanszekerheid een controle uitgevoerd door vier commissarissen die worden aangeduid door de representatieve organisaties die in de raad van bestuur zetelen. § 2. De controle-opdrachten gebeuren volgens de regels die zijn vastgelegd in het huishoudelijk reglement voorzien in artikel 9, § 3.

Art. 20.Er wordt een verslag opgemaakt met de vaststellingen van de commissarissen. Dit verslag wordt geïntegreerd in het jaarverslag van de interne audit dat voorgesteld wordt aan de raad van bestuur.

Art. 21.§ 1. Bij het verstrijken van een boekjaar worden de jaarrekening alsook het jaarverslag van de interne auditor overgemaakt aan een door het Paritair Comité voor het bouwbedrijf aangeduide bedrijfsrevisor. § 2. De revisor gaat over tot de nazicht van de documenten die hem werden overgemaakt. § 3. Hij beschikt daarvoor over een onbeperkt recht van toezicht op en onderzoek van alle boekhoudkundige verrichtingen van het fonds voor bestaanszekerheid, doch hij mag zich nooit met het bestuur ervan inlaten. § 4. Hij kan ter plaatse inzage nemen in de boeken, de briefwisseling, de notulen en om het even welk geschrift van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 22.§ 1. Wanneer zijn opdracht is volbracht, brengt de revisor verslag uit aan de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid. § 2. Een kopie van dit verslag wordt door het fonds voor bestaanszekerheid overgemaakt aan het Paritair Comité voor het bouwbedrijf. HOOFDSTUK VIII. Wijze van ontbinding, vereffening en aanwending van het vermogen

Art. 23.Elke wijziging aan deze statuten kan slechts het onderwerp uitmaken van een beraadslaging indien zij uitdrukkelijk aangekondigd werd op de agenda van de uitnodiging voor de vergadering van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Art. 24.In geval van vrijwillige ontbinding van het fonds voor bestaanszekerheid, zal het paritair comité dat deze ontbinding zal beslist hebben, zo nodig vereffenaars benoemen, hun bevoegdheden vaststellen en beslissen over de bestemming van de goederen en de waarden van het fonds voor bestaanszekerheid, na vereffening van de schulden, en aan deze goederen en waarden een bestemming geven welke zoveel mogelijk het doel benadert met het oog waarop het ontbonden fonds voor bestaanszekerheid werd opgericht.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juni 2011.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^