Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 mei 1998
gepubliceerd op 05 juni 1998

Koninklijk besluit tot gedeeltelijke uitvoering van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen betreffende de overdracht van sommige personeelsleden van Belgacom aan de federale overheid met toepassing van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 betreffende het realiseren van de budgettaire voorwaarden van de deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1998014134
pub.
05/06/1998
prom.
19/05/1998
ELI
eli/besluit/1998/05/19/1998014134/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 MEI 1998. - Koninklijk besluit tot gedeeltelijke uitvoering van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen betreffende de overdracht van sommige personeelsleden van Belgacom aan de federale overheid met toepassing van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 betreffende het realiseren van de budgettaire voorwaarden van de deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, inzonderheid op artikel 3, § 1, 6°;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen betreffende de overdracht van sommige personeelsleden van Belgacom aan de federale overheid met toepassing van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juni 1997 tot invoering van een tijdelijke regeling van verlof voorafgaande aan de pensionering voor bepaalde statutaire personeelsleden van de naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom, genomen met toepassing van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, en het uitvoeringsbesluit van 16 juli 1997;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gedateerd van 7 februari 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 18 maart 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 18 maart 1998;

Gelet op het akkoord bereikt op 29 april 1997 in de schoot van het Paritair Comité van Belgacom;

Gelet op de protocollen van het Sectorcomité VIII van 25 maart 1998 en 30 april 1998;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is, zo snel mogelijk voornoemd koninklijk besluit van 3 april 1997 uit te voeren, teneinde de modaliteiten te regelen voor de eventuele terugkeer van de personeelsleden van Belgacom, overgedragen aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, en teneinde de organisatie en de continuïteit van de diensten te verzekeren;

Overwegende dat artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 voorziet dat de personeelsleden van Belgacom, die overgedragen werden aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, van 1 april 1998 tot 31 maart 1999 voor de terugkeer naar Belgacom kunnen kiezen teneinde onmiddellijk van de tijdelijke regeling van verlof voorafgaand aan het pensioen of van het onmiddellijke pensioen te genieten overeenkomstig artikel 9, § 2, van het koninklijk besluit van 18 juni 1997 tot invoering van een tijdelijke regeling van verlof voorafgaande aan de pensionering voor bepaalde statutaire personeelsleden van de naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom, genomen met toepassing van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie;

Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie en van Onze Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - « Belgacom » : de naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom; - « het koninklijk besluit van 3 april 1997 » : het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen betreffende de overdracht van sommige personeelsleden van Belgacom aan de federale overheid met toepassing van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 betreffende het realiseren van de budgettaire voorwaarden van de deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie; - « het koninklijk besluit van 18 juni 1997 » : het koninklijk besluit van 18 juni 1997 tot invoering van een tijdelijke regeling van verlof voorafgaand aan het pensioen voor bepaalde statutaire personeelsleden van de naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom, genomen met toepassing van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie; - « het koninklijk besluit van 16 juli 1997 » : het koninklijk besluit van 16 juli 1997 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 18 juni 1997 tot invoering van een tijdelijke regeling van verlof voorafgaande aan de pensionering voor bepaalde statutaire personeelsleden van de naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom, genomen met toepassing van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie.

Art. 2.De personeelsleden bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 die kiezen voor de terugkeer naar Belgacom, met toepassing van artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit, vervoegen opnieuw Belgacom als statutaire personeelsleden.

De reïntegratie van de betrokken personeelsleden geschiedt in de laatste graad die zij bekleedden.

De personeelsleden delen aan hun hiërarchische overheid ten laatste tegen 28 februari 1998 hun keuze mee evenals de datum waarop zij wensen dat hun verlof of hun onmiddellijk pensioen ingaat. De datum moet steeds de eerste van een maand zijn.

Art. 3.Voor de personeelsleden bedoeld in artikel 2 worden de uitgaven nodig voor de betaling van de periodieke uitkeringen bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 18 juni 1997 en van de premie bedoeld in artikel 9 van hetzelfde koninklijk besluit gedragen door de Schatkist. Te dien einde stort de Federale Staat aan het Pensioenfonds voor de rustpensioenen van het statutair personeel van Belgacom, de noodzakelijke voorschotten, ten laatste vijf werkdagen vóór de datum van de betalingen aan de rechthebbenden.

De Federale Staat en het Pensioenfonds sluiten een overeenkomst die de toepassingsmodaliteiten van dit artikel bepaalt. Het is de Federale Staat toegelaten het Pensioenfonds te stijven door middel van voorschotten, gelijkwaardig aan de last van zes maanden die meer bepaald rekening houden met de last van de premies bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 18 juni 1997.

Art. 4.Voor de toekenning en de berekening van het pensioen van de personeelsleden bedoeld in artikel 2, worden de diensten bij Belgacom gepresteerd evenals de periode van verlof voorafgaande aan de pensionering beschouwd als gepresteerde diensten bij de Federale Staat.

Art. 5.§ 1. Het administratieve beheer van de periodieke uitkering van de personeelsleden bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 18 juni 1997 en van de premie bedoeld in artikel 9 van hetzelfde koninklijk besluit, wordt waargenomen door Belgacom.

Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie deelt aan Belgacom al de noodzakelijke administratieve gegevens mee voor de berekening en het beheer van de uitkering en van de premie.

De betaling geschiedt door het Pensioenfonds voor de rustpensioenen van het statutair personeel van Belgacom. § 2. Het rustpensioen toegekend met toepassing van artikel 8 en van artikel 9, § 2, van het koninklijk besluit van 18 juni 1997 aan personeelsleden bedoeld in artikel 2 wordt toegekend door de Administratie der Pensioenen van het Ministerie van Financiën. De betaling gebeurt door de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven. § 3. Van zodra deze personeelsleden Belgacom opnieuw vervoegen, wordt het administratieve beheer van hun kinderbijslag waargenomen door de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers. De betaling betaald door de Rijksdienst voor Kinderbijslag met toepassing van artikel 101, lid 3, 2°, van de gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor werknemers, uit hoofde van de personeelsleden die naar Belgacom terugkeren om er te genieten van de vervroegde uitstapregeling, evenals de administratiekosten die eruit voortvloeien, worden door de Staat terugbetaald aan genoemde Dienst overeenkomstig artikel 111 van dezelfde wetten.

Art. 6.§ 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 juli 1997, worden de woorden « of van de Federale Staat » bijgevoegd achter de woorden « met uitzondering van de middelen die het Fonds ontvangt van Belgacom ». § 2. In artikel 3 van hetzelfde besluit, worden de woorden « evenals de aan de personeelsleden, vermeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen betreffende de overdracht van sommige personeelsleden van Belgacom aan de federale overheid met toepassing van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, verschuldigde periodieke toelagen en premies » vervangen door de volgende zin : « De Federale Staat stelt de noodzakelijke middelen ter beschikking van het Pensioenfonds opdat dit zo kunnen overgaan tot de betaling van de aan de personeelsleden, vermeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen betreffende de overdracht van sommige personeelsleden van Belgacom aan de federale overheid met toepassing van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, verschuldigde periodieke toelagen en premies. »

Art. 7.De Federale Staat draagt de financiële last van de sociale voordelen, waarop de personeelsleden bedoeld in artikel 5 recht hebben, op de wijze die vastgesteld zal worden in uitvoering van artikel 40 van het koninklijk besluit van (...) dat de uitvoeringswijze vastlegt van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen betreffende de overdracht van sommige personeelsleden van Belgacom aan de federale overheid met toepassing van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.

Art. 9.Het koninklijk besluit van 27 maart 1998 tot gedeeltelijke uitvoering van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen betreffende de overdracht van sommige personeelsleden van Belgacom aan de federale overheid met toepassing van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 betreffende het realiseren van de budgettaire voorwaarden van de deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie is ingetrokken.

Art. 10.De Minister van Telecommunicatie en de Minister van Pensioenen zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van huidig besluit.

Gegeven te Brussel, 19 mei 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO De Minister van Pensioenen, M. COLLA

^