Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 februari 2013
gepubliceerd op 29 mei 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2011, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende het minimum uurloon

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013012026
pub.
29/05/2013
prom.
20/02/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 FEBRUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2011, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende het minimum uurloon (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2011, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende het minimum uurloon.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 februari 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2011 Minimum uurloon (Overeenkomst geregistreerd op 22 december 2011 onder het nummer 107545/CO/100) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Aanvullend Paritair Comité voor werklieden.

Art. 2.Deze overeenkomst is niet van toepassing op de werklieden die tewerkgesteld zijn in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of van de voogd. HOOFDSTUK II. Minimumuurloon

Art. 3.Vanaf 1 januari 2012 zijn de minimumuurlonen van de arbeid(st)ers, naargelang de categorie waartoe zij behoren en voor een wekelijkse arbeidsduur van achtendertig uur, als volgt vastgesteld : § 1. Categorie 1 : een minimumuurloon van 8,7664 EUR wordt gewaarborgd aan de werklieden die tenminste 21 jaar oud zijn. § 2. Categorie 2 : een minimumuurloon van 8,9991 EUR wordt gewaarborgd aan de werklieden die tenminste 21 en een half jaar oud zijn en tenminste 6 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt. § 3. Categorie 3 : een minimumuurloon van 9,1024 EUR wordt gewaarborgd aan de werklieden die tenminste 22 jaar oud zijn en tenminste 12 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt. § 4. Categorie 4 : een minimumuurloon van 9,1875 EUR (9,1024 + 0,0850) wordt gewaarborgd aan de werklieden die tenminste 22 jaar oud zijn en tenminste 24 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt. § 5. Categorie 5 : vanaf 1 januari 2012 wordt een minimumuurloon gewaarborgd van 9,2150 EUR (9,1024 + 0,0850 + 0,02756) aan de werklieden die tenminste 22 jaar oud zijn en tenminste 36 maanden anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt. HOOFDSTUK III. - Koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 4.Het bedrag van het minimumuurloon bepaald in artikel 3 voor de categorieën 1 tot en met 5 respectievelijk bepaald in § 1, § 2, § 3, § 4 en § 5, volgt de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de door de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten vastgestelde modaliteiten, overeenkomstig de regeling van toepassing voor de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 betreffende de waarborg van een minimum maandinkomen en is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen dat op 1 mei 2011 van kracht is (huidige spil 114,97).

De bepalingen in de commentaar van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum- maandinkomen blijft onverkort van toepassing.

Art. 5.In afwijking van artikel4, worden bij het eerstvolgend overschrijden van de spilindex (spil 117,27), de minimumuurlonen bepaald in artikel 3, § 1, § 2, § 3, § 4 en § 5, gebracht op respectievelijk 8,9418 EUR; 9,1791 EUR; 9,2845 EUR, 9,3729 EUR; 9,3994 EUR (zie bijlage 2).

Art. 6.§ 1. De in artikel 3, § 1, § 2, § 3, § 4 en § 5 vermelde bedragen van het minimumuurloon gelden voor arbeiders tewerkgesteld in een 38-urenweek. Voor de arbeiders die in een 39-urenweek of in een 40-urenweek presteren mits de toekenning van betaalde compensatiedagen teneinde op jaarbasis 38 uren per week te presteren, kan het minimumuurloon evenredig worden gedeperequateerd (zie bijlage 1). § 2. Voor de werkman die per maand wordt betaald wordt het minimum maandloon vastgelegd door het minimumuurloon zoals bepaald in artikel 3 te vermenigvuldigen met 164,66. HOOFDSTUK IV. - Tenuitvoerlegging

Art. 7.Het in artikel 3 bepaalde minimumuurloon dient bij elke loonuitbetaling aan de arbeiders gewaarborgd te worden, rekening gehouden met artikel 8.

Art. 8.Het in artikel 3 bepaalde minimumuurloon omvat volgende elementen niet : § 1. De overlonen voor overwerk, de voordelen bedoeld in artikel 19, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 genomen ter uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der werklieden; zij omvatten evenmin de sociale uitkeringen die toegekend worden naar aanleiding van schorsingsperiodes van de arbeidsovereenkomst en de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen bedoeld in de wet betreffende de uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008, hoofdstuk II - Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen, ten belope van het grensbedrag bepaald in artikel 38, § 3nonies van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werklieden. § 2. De premies die toegekend worden met betrekking tot specifieke arbeidsomstandigheden, zoals onder meer ploegenpremies, premies voor nachtwerk, premies voor weekendwerk, premies voor "vuil" werk, premies voor "zwaar" werk, premies voor polyvalentie, premies in verband met nieuwe arbeidsregelingen in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42. § 3. De premies die betrekking hebben op een periode van meer dan één maand. Deze bepaling geldt vanaf 1 januari 2013 met als overgangsregeling dat de werkgever de bestaande premies die betrekking hebben op een periode van meer dan en maand tegen uiterlijk 31 december 2012 kunnen omzetten en integreren in het uurloon zoals bepaald in artikel 3.

Art. 9.Teneinde de toegang van jongeren op de arbeidsmarkt te bevorderen, wordt voorzien dat arbeiders onder de 21 jaar recht hebben op een minimumuurloon dat gelijk is aan de navolgende percentages van het minimumuurloon, bepaald in artikel 3 (zie bijlagen 3 en 4) : - op 20 jaar : 94 pct. - op 19 jaar : 88 pct. - op 18 jaar : 82 pct. - op 17 jaar : 76 pct. - op 16 jaar en jonger : 70 pct. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2012.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2008, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor werklieden, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 2010, welke wordt opgeheven.

Deze overeenkomst is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan opgezegd worden door elke ondertekenende partij mits het naleven van een opzeggingstermijn van zes maanden, bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 februari 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

Bijlagen aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2011, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden, betreffende het minimumuurloon Bijlage 1. - Minimumuurlonen vanaf 1 januari 2012

Leeftijd

21

21,5

22

22

22

0 anc.

6 anc.

12 anc.

24 anc.

36 anc.

Categorie 1

Categorie 2

Categorie 3

Categorie 4

Categorie 5

Uurloon

38 u.

8,7664

8,9991

9,1024

9,1875

9,215

39 u.

8,5417

8,7684

8,8691

8,9519

8,9787

40 u.

8,3181

8,5492

8,6473

8,7281

8,7543


Bijlage 2. - Minimumuurlonen bij overschrijden van spilindex 117,27

Leeftijd

21

21,5

22

22

22

0 anc.

6 anc.

12 anc.

24 anc.

36 anc.

Categorie 1

Categorie 2

Categorie 3

Categorie 4

Categorie 5

Uurloon

38 u.

8,9418

9,1791

9,2845

9,3729

9,3994

39 u.

8,7125

8,9438

9,0464

9,1326

9,1584

40 u.

8,4947

8,7202

8,8203

8,9043

8,9294


Bijlage 3. - Minimumuurlonen vanaf 1 januari 2012 voor arbeid(st)er(s) jonger dan 21 jaar

Leeftijd

pct.

38 uur

39 uur

40 uur

16

70

6,1365

5,9792

5,8297

17

76

6,6625

6,4917

6,3294

18

82

7,1885

7,0041

6,829

19

88

7,7145

7,5167

7,3288

20

94

8,2405

8,0292

7,8284


Bijlage 4. - Minimumuurlonen bij overschrijden van spilindex 117,27 voor arbeid(st)er(s) jonger dan 21 jaar

Leeftijd

pct.

38 uur

39 uur

40 uur

16

70

6,2593

6,0988

5,9463

17

76

6,7957

6,6215

6,4559

18

82

7,3323

7,1443

6,9657

19

88

7,8687

7,667

7,4753

20

94

8,4053

8,1898

7,985


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 februari 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^