Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 mei 1997
gepubliceerd op 26 augustus 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loopbaanonderbreking in de geregelde en speciale autobusdiensten en in de autocarondernemingen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012251
pub.
26/08/1997
prom.
20/05/1997
ELI
eli/besluit/1997/05/20/1997012251/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loopbaanonderbreking in de geregelde en speciale autobusdiensten en in de autocarondernemingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loopbaanonderbreking in de geregelde en speciale autobusdiensten en in de autocarondernemingen.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1995 Loopbaanonderbreking in de geregelde en speciale autobusdiensten en in de autocarondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 25 september 1995 onder het nummer 39096/CO/140.01.02.03)

Artikel 1.Toepassingsgebied Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en van de autocarondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor het Vervoer.

Onder "autocarondernemingen", bedoelt men de ondernemingen die ongeregelde diensten, pendeldiensten en/of geregelde internationale diensten uitbaten.

Art. 2.Juridisch kader Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van artikel 3, a), 5° van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1995 houdende een sectoraal tewerkstellingsplan toepasselijk op de geregelde en speciale autobusdiensten en op de autocarondernemingen.

Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst heeft onmiddellijke uitwerking.

Art. 3.Beperkt recht op loopbaanonderbreking De in artikel 1 genoemde arbeiders hebben het recht de bepalingen van de artikelen 100 en 102 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, voor zover ze een anciënniteit van twee jaar in de onderneming tellen en ze het genot van deze bepaling niet inroepen om zich als zelfstandig te vestigen in een onder artikel 1 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde activiteit.

Art. 4.Aantal arbeiders die het beperkt recht op loopbaanonderbreking mogen inroepen Per kalenderjaar, is het gemiddeld aantal arbeiders die artikel 3 kunnen genieten, beperkt tot 2 pct. van het gemiddeld aantal arbeiders dat tijdens het afgelopen kalenderjaar in de onderneming was tewerkgesteld. Per kalenderjaar, mag minstens één arbeider in iedere onderneming het genot van artikel 3 inroepen.

Het gemiddelde van de in de onderneming tewerkgestelde arbeiders wordt verkregen door toepassing van de berekeningsmethode bepaald in het koninklijk besluit betreffende de ondernemingsraden en de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen.

Art. 5.Bepalen van de organisatieregels van het beperkt recht op loopbaanonderbreking De organisatieregels worden vastgesteld door de ondernemingsraad overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr 9 gesloten op 9 maart 1972 in de Nationale Arbeidsraad betreffende de coördinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 1972 (Belgisch Staatsblad van 25 november 1972).

Bij ontstentenis van een ondernemingsraad worden die regels vastgesteld in een gemeen overleg tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging van de onderneming of, bij ontstentenis daarvan, in gemeen overleg tussen de werkgever en de betrokken arbeiders.

Art. 6.Procedure 1. De arbeider die het voordeel van deze overeenkomst wenst te genieten brengt twee maanden van tevoren zijn werkgever hiervan op de hoogte. Hij stelt schriftelijk de werkgever in kennis van de datum waarop de onderbreking van de beroepsloopbaan ingaat alsook van de duur van de onderbreking.

De termijn van twee maanden kan in gemeen overleg tussen de werkgever en de arbeider worden verminderd.

Dezelfde procedure geldt wanneer het om een verlenging gaat. 2. In geval van vermindering van de arbeidsprestaties en overeenkomstig de bepalingen van artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wordt de arbeidsovereenkomst schriftelijk vastgesteld;dat geschrift vermeldt de overeengekomen deeltijdse arbeidsregeling en het overeengekomen werkrooster.

Art. 7.Concurrentiebeding Tijdens ieder geval van loopbaanonderbreking, mag de arbeider zich niet vestigen als zelfstandig in een onder artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde activiteit.

Art. 8.Geldigheidsduur Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij geheel of gedeeltelijk worden herzien of opgezegd, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.

De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet de redenen ervan aangeven en amendementsvoorstellen indienen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van20 mei 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^