Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 september 2002
gepubliceerd op 19 oktober 2002

Koninklijk besluit betreffende de oprichting, organisatie en werking van een paritair overlegorgaan in de sector van het verzekeringswezen, van de kredietinstellingen en van de gereglementeerde effectenmarkten

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2002009906
pub.
19/10/2002
prom.
20/09/2002
ELI
eli/besluit/2002/09/20/2002009906/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit betreffende de oprichting, organisatie en werking van een paritair overlegorgaan in de sector van het verzekeringswezen, van de kredietinstellingen en van de gereglementeerde effectenmarkten


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat wij U ter ondertekening voorleggen, is de uitvoering van artikel 3 van de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van artikel 15 van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst dat stelt dat : « In de sectoren van het verzekeringswezen, van de kredietinstellingen en van de gereglementeerde markten voor effecten kunnen de principaal en zijn handelsagenten, in afwijking van de vorige leden, in een paritair overlegorgaan een overeenkomst sluiten die gericht is op de wijziging van het bedrag van de commissies of de berekeningswijze ervan. De binnen het paritair overlegorgaan gesloten overeenkomst bindt alle handelsagenten en de principaal maar de wijzigingen die de overeenkomst meebrengt, kunnen niet leiden tot de verbreking van de handelsagentuurovereenkomst.

Na raadpleging van de vertegenwoordigende organisaties van de betrokken sectoren kan de Koning de wijze van oprichting, organisatie en werking van dit overleg bepalen. » Inleiding Artikel 15 van de wet van 13 april 1995 voorzag in een vrij strikte regeling die weinig aangepast was aan de noden van en de werkelijke toestand in de financiële sector. De wetgever heeft geoordeeld dat het weinig realistisch is de bepalingen van artikel 15 ongewijzigd toe te passen op principalen met talrijke handelsagenten die steeds evoluerende diensten verstrekken. De aanvulling van artikel 15, aangebracht door artikel 3 van de wet van 4 mei 1999, laat toe dat, in de financiële sector, wijzigingen aan de commissies of de berekeningswijzen ervan kunnen worden aangebracht door een paritair overlegorgaan, zonder dat dit leidt tot de verbreking van de handelsagentuurovereenkomst.

Het voorzien van een dergelijke regeling maakt het bovendien mogelijk om een gelijke behandeling toe te passen voor de handelsagenten.

Dit koninklijk besluit bepaalt de wijze van oprichting, organisatie en werking van het in de wet bedoelde overlegorgaan. Het bestaat uit vier hoofdstukken : I. Vertegenwoordiging en verkiezing van de vertegenwoordigers van de handelsagenten;

II. Vertegenwoordiging van de principaal;

III. Werking van het paritair overlegorgaan;

IV. Slotbepalingen.

De wetgever voorzag in een raadplegingsprocedure van de vertegenwoordigende organisaties van de betrokken sectoren. Het voorgelegde uitvoeringsbesluit kwam dan ook tot stand na onderhandelingen tussen de volgende partijen die allen het uitvoeringsbesluit steunen : van de zijde van de handelsagenten : BZB : Beroepsvereniging Zelfstandige Bankagenten;

APAFI : Association professionnelle des Agents financiers indépendants;

Naast deze twee vertegenwoordigende verenigingen van de betrokken sectoren namen ook de vertegenwoordigers van agentenverenigingen van de volgende bankinstellingen actief deel aan de vergaderingen : CENTEA; DEXIA; FORTIS Vlaanderen; FORTIS Wallonië; HBK-Spaarbank (nu Mercator-Bank). van de zijde van de principaal : Namens de banksector : BVB : Belgische Vereniging van Banken;

Tevens kunnen we U melden dat er geen organisaties of verenigingen in de sectoren van de kredietinstellingen en van de gereglementeerde markten voor effecten zijn, die niet hebben willen deelnemen aan de werkzaamheden.

De tekst - waarin een werkbaar evenwicht werd gevonden tussen de belangen van de handelsagenten en de principaal - is dan ook het resultaat van een jaar constructief overleggen en onderhandelen.

Voor de verzekeringsssector waren DVV-verzekeringen en KBC Verzekeringen alsook vertegenwoordigers van de respectieve agentenvereniging van deze verzekeraars bij de besprekingen betrokken.

Artikelsgewijze bespreking HOOFDSTUK I. - Vertegenwoordiging en verkiezing van de vertegenwoordigers van de handelsagenten Artikel 1 § 1. Deze paragraaf bepaalt dat er om de drie jaar verkiezingen moeten worden georganiseerd. Per principaal worden een aantal vertegenwoordigers gekozen die de handelsagenten zullen vertegenwoordigen, dit rekening houdend met het tweede lid. Een periode van drie jaar wordt het meest werkbaar geacht door alle partijen die aan de onderhandeling over dit koninklijk besluit hebben deelgenomen. Enige beperking inzake de hernieuwbaarheid van het mandaat werd niet opportuun geacht en dus niet weerhouden.

In het tweede lid wordt uitdrukkelijk gesteld dat wanneer de principaal werkt met verschillende merken, op basis van op onderscheiden overeenkomsten georganiseerde netten, of nog met producten die via verschillende sectoren verdeeld worden (het verzekeringswezen, kredietinstellingen of de gereglementeerde markten), onderscheiden paritaire overlegorganen kunnen worden opgericht. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld wijzigingen van commissies van bank- en verzekeringsproducten, voor handelsagenten waarmee dezelfde principaal werkt, in afzonderlijke paritaire overlegorganen behandeld worden. § 2. Hier wordt het aantal vertegenwoordigers van de handelsagenten geregeld. Er wordt voorgesteld te werken met minimaal zes handelsagenten (dit aantal kan representatief genoemd worden) en maximaal tien. De beperking van het maximaal aantal vertegenwoordigers brengt de praktische werkbaarheid van dit orgaan niet in gevaar.

Het uitvoeringsbesluit bepaalt dat handelsagenten van instellingen, met minder dan tweehonderdvijftig handelsagenten, zes vertegenwoordigers kunnen kiezen. Indien het aantal handelsagenten van een principaal hoger of gelijk is aan tweehonderdvijftig is het aantal vertegenwoordigers gelijk aan tien.

Het is logisch in een ruimere vertegenwoordiging te voorzien wanneer er veel handelsagenten zijn. Het aantal van tweehonderd vijftig handelsagenten is uiteindelijk als meest realistische grens hiervoor weerhouden. § 3. Deze paragraaf voorziet in een opdeling per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel). Het totaal aantal vertegenwoordigers van handelsagenten mag uiteraard niet hoger zijn dan het aantal van zes of tien uit de vorige paragraaf.

Een afzonderlijke kandidatenlijst moet worden opgesteld indien er minstens vijf procent van de handelsagenten van de principaal werkzaam zijn in het ander gewest. De ratio legis van een drempel van vijf procent is een noodzakelijke correctie : zonder dit percentage zou immers de aanwezigheid van slechts één handelsagent, waarvan de exploitatiezetel gevestigd is in een ander gewest dan de overige handelsagenten van een principaal (voorbeeld net over de taalgrens), automatisch leiden tot de opstelling van een afzonderlijke kandidatenlijst en dito vertegenwoordiging.

Een vertegenwoordiging van minstens vijf procent van het net wordt als minimumdrempel gehanteerd omdat een lager percentage moeilijk als representatief kan worden erkend. Deze vijf-procent-regel wordt dikwijls gehanteerd inzake vertegenwoordiging (cf. samenstelling van het Duitse parlement).

Het aantal te verkiezen vertegenwoordigers per gewest wordt bepaald op grond van de verhouding tussen, enerzijds, het aantal handelsagenten dat in het betrokken gewest voor de principaal werkzaam is en, anderzijds, het totaal aantal handelsagenten dat voor de principaal in het hele land werkzaam is. Het op de kandidatenlijst van elk gewest te verkiezen vertegenwoordigers is minstens gelijk aan één.

In geval er op basis van deze paragraaf een opdeling per gewest is, is de inplanting van de voornaamste exploitatiezetel van de handelsagent het criterium voor zowel zijn verkiesbaarheid als voor het verkiezen.

In het laatste lid van deze paragraaf wordt duidelijk bepaald dat de handelsagenten die hun voornaamste exploitatiezetel hebben in een gewest waar minder dan vijf procent van de handelsagenten van de principaal werkzaam zijn, de keuze hebben zich kandidaat te stellen of hun stem uit te brengen op een lijst van een gewest naar keuze indien er kandidatenlijsten zijn in meerdere gewesten. In geval er slechts één gewest is, kan deze handelsagent zich uiteraard alleen kandidaat stellen of zijn stem uitbrengen in dit gewest.

Artikel 2 § 1. Deze bepaling maakt een verdere onderverdeling van de kandidatenlijsten per gewest mogelijk. Het aantal te verkiezen vertegenwoordigers voor het betrokken gewest kan worden verdeeld over maximaal drie categorieën die gebaseerd zijn op objectieve criteria, die een evenredige spreiding van het totaal van de handelsagenten van de principaal waarborgen. Concreet kan hier gedacht worden aan : kleine/grote agentschappen; rechtspersoon/natuurlijke persoon; korte/lange anciënniteit; landelijk/stedelijk agentschap; westelijk/ centraal/oostelijk landsgedeelte;

De verdeling in categorieën gebeurt in principe door de principaal.

Niets belet evenwel dat, in geval van oprichting van zulk paritair orgaan, de principaal en het paritair overlegorgaan gezamenlijk de criteria vastleggen voor een volgende verkiezing van het orgaan. Zulke regeling kan het voorwerp uitmaken van het schriftelijk protocol waarvan sprake in artikel 9.

Het moge duidelijk zijn dat, rekening houdende met de beperking wat het aantal verkozenen betreft, een vertegenwoordiging van alle categorieën op zich onmogelijk zal zijn. De nodige inspanningen dienen evenwel door alle partijen geleverd te worden om te komen tot een zo representatief mogelijke kieslijst. De uiteindelijke representativiteit van al de verschillende categorieën in het overlegorgaan kan evenwel niet als regel gebruikt worden daar dit afhankelijk is, enerzijds, van de kandidaturen zelf en, anderzijds, van de uiteindelijk verkozenen. Een maximaal aantal van drie categorieën werd weerhouden om het praktisch uitvoerbaar te maken.

Ten einde de objectiviteit van de gehanteerde criteria te garanderen werd eveneens een bepaling weerhouden (derde lid) dat wanneer in verschillende gewesten een zelfde aantal categorieën wordt gebruikt, de in deze gewesten gebruikte categorieën dezelfde dienen te zijn.

Ten slotte was het ook noodzakelijk het geval expliciet te regelen dat er in een gewest minder categorieën zijn dan het, voor dat gewest, aantal te verkiezen vertegenwoordigers van de handelsagenten. In dat geval moet voorafgaandelijk het aantal te verkiezen vertegenwoordigers van de handelsagenten worden vastgelegd. Het is evident dat de vastlegging van dit aantal alleen maar kan gebeuren op basis van evenredigheid : op basis van de verhouding tussen het aantal handelsagenten van de desbetreffende categorie in dat gewest tot het totaal aantal handelsagenten van de principaal binnen dat gewest.

Als laatste lid van deze paragraaf werd uitdrukkelijk opgenomen dat handelsagenten slechts kunnen stemmen op een kandidaat van de categorie van handelsagenten waartoe zij zelf behoren of, als zij tot verschillende categorieën behoren, op de kandidatenlijst van de categorie die zij gekozen hebben. De ratio legis hiervan is duidelijk : alleen door het hanteren van die regel heeft het onderscheid en de vertegenwoordiging op basis van categorieën enige zin. § 2. Deze paragraaf regelt de oprichting van onderscheiden paritaire overlegorganen op basis van artikel 1, § 1, tweede lid van dit besluit. Het is logisch ook hier in een gedetailleerde regeling te voorzien. § 3. Hier wordt uitdrukkelijk bepaald dat een gerechtsdeurwaarder toeziet op de regelmatigheid van de uitvoering van dit artikel zijnde : opdeling per gewest en de indeling in categorieën, alsook het aantal verkozenen per categorie. Een verwijzing naar artikel 4, § 1, 1° wat de gerechtsdeurwaarder betreft is aangewezen, daar deze laatste bepaling de keuze en de wijze van aanstelling van de toeziende gerechtsdeurwaarder regelt.

De voorgaande artikelen kunnen misschien best verduidelijkt worden met een voorbeeld : Kredietinstelling X heeft in totaal driehonderd handelsagenten. De afvaardiging van deze laatsten voor het paritair overlegorgaan bestaat dus uit tien vertegenwoordigers (er zijn immers meer dan tweehonderdvijftig handelsagenten : artikel 1, § 2).

Stel dat in het gewest Brussel twintig agenten van deze kredietinstelling actief zijn, in Wallonië honderd twintig en in Vlaanderen honderd zestig, dan is de verhouding te verkiezen handelsagenten als volgt : één voor Brussel (meer dan vijf procent van het totaal : artikel 1, § 3); vier vertegenwoordigers voor Wallonië en vijf voor Vlaanderen (samen dus tien).

Concreet betekent dit dat er slechts één kandidatenlijst kan zijn voor het Brusselse gewest (met dus recht op één verkozene : artikel 1, § 3) en de mogelijkheid om meerdere lijsten (maximum drie : artikel 2, § 1, 3e lid) te hanteren in Wallonië en Vlaanderen. Wanneer in deze laatste twee gewesten een zelfde aantal categorieën wordt gebruikt, dienen de in deze gewesten gebruikte categorieën dezelfde te zijn (artikel 2, § 1, 3e lid).

In het geval er voor Wallonië en Vlaanderen wordt geopteerd voor drie kandidatenlijsten (wat dus kan, maar niet moet), opgesteld op basis van drie objectieve criteria, is er in elk gewest minstens één kandidatenlijst waarop meer dan één verkozene zal zijn. Voor Vlaanderen, met zijn vijf vertegenwoordigers, kunnen dit ofwel twee lijsten zijn met twee te kiezen vertegenwoordigers ofwel één lijst met drie te verkiezen vertegenwoordigers. Dit laatste onderscheid wordt gemaakt op basis van artikel 2, § 1, 4e lid : ingeval er in een gewest minder categorieën zijn dan het aantal te verkiezen vertegenwoordigers van de handelsagenten, wordt het aantal per categorie te verkiezen handelsagenten voorafgaandelijk vastgelegd. Deze vaststelling gebeurt per gewest in verhouding van het aantal handelsagenten van de desbetreffende categorie tot het totaal aantal handelsagenten van de principaal binnen dat gewest.

Schematisch geeft dit voorbeeld van deze kredietinstelling met 300 handelsagenten (dus 10 vertegenwoordigers van de handelsagenten) het volgende : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 3 Dit artikel stelt uitdrukkelijk dat de verkozenen enkel natuurlijke personen kunnen zijn. Deze kunnen handelsagent of zaakvoerder of afgevaardigde bestuurder van een rechtspersoon zijn die de hoedanigheid heeft van handelsagent van de principaal. Dit principe is logisch. Door de regel te hanteren dat per handelsagent slechts één kandidaat mag worden voorgedragen, zullen minstens verschillende handelsagenten vertegenwoordigd zijn.

In dit artikel werd het ook nuttig geacht in een regeling te voorzien voor het geval er binnen één handelsagent meerdere kandidaten zijn.

Naar analogie met andere reeds bestaande regelingen werd hier geopteerd voor het objectief criterium van de leeftijd van de kandidaten : slechts de oudste kan zijn kandidatuurstelling geldig indienen.

Artikel 4 Dit artikel regelt de procedure van de verkiezing in detail. De grote lijnen van deze procedure zijn gebaseerd op de verkiezing van de ziekenfondsafgevaardigden (koninklijk besluit van 7 maart 1991 tot uitvoering van artikel 2, §§ 2 en 3, artikel 14, § 3, en artikel 19, derde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, art. 9 t.e.m. 20).

Er wordt een gerechtsdeurwaarder belast met het toezicht op de volledige kiesprocedure. Het toezicht door een gerechtsdeurwaarder is belangrijk, daar beide partijen op deze manier weten, en later bevestigd zien, dat de aanduiding van de kandidaten en de verkiezing ervan correct verlopen is.

De aangeduide gerechtsdeurwaarder dient gevestigd te zijn in het gerechtelijk arrondissement van de maatschappelijke zetel van de principaal. Een andere regeling zou niet logisch zijn en de aanduiding ervan onnodig bemoeilijken.

De bepaling dat de principaal de kosten en het ereloon van deze gerechtsdeurwaarder betaalt, is het resultaat van een compromis tussen al de bij de opstelling van dit uitvoeringsbesluit betrokken partijen, zoals weergegeven in het begin van dit verslag. 1°. De gerechtsdeurwaarder wordt aangeduid hetzij, na overleg tussen de principaal en de sectororganisaties die de handelsagenten vertegenwoordigen, hetzij door de voorzitter van de Kamer van gerechtsdeurwaarders van het gerechtelijk arrondissement van de maatschappelijke zetel van de principaal op verzoek van de meest gerede partij. 2°. De oproeping gebeurt per gewone brief met verwijzing naar artikel 15 van de wet 13 april 1995, zoals aangevuld door artikel 3 van de wet van 4 mei 1999. Het doel hiervan is het mandaat van het paritair overlegorgaan te benadrukken en het in een juist perspectief te plaatsen. Alle partijen hebben hierbij belang. 3°. Bepaling van een termijn waarbinnen de in artikel 3 bedoelde personen zich kandidaat kunnen stellen, alsook de wijze waarop. Een termijn van dertig kalenderdagen na de oproeping is voldoende ruim. 4°. Bepaling van een termijn waarbinnen eventuele kandidaturen kunnen worden geweigerd alsook de wijze waarop en de reden waarom. 5°. Enkele basisregels betreffende de stemming zelf : schriftelijk, geheim en niet verplicht. Iedere handelsagent heeft slechts één stem.

Dit is het meest democratische systeem.

De lijsten met kandidaten, de mededeling van de verkiezingsdatum en de uiterste datum van de stemming gebeurt middels het verzenden van een stembiljet.

Het biljet dient binnen de vijftien kalenderdagen onder gesloten omslag te worden teruggestuurd aan de principaal belast met de verkiezingen. Het stembiljet vermeldt expliciet deze laatste termijn, alsook het maximum aantal aan te kruisen kandidaten. 6°. Wanneer er evenveel kandidaten als plaatsen zijn, heeft er geen verkiezing plaats. De kandidaten zijn dan automatisch verkozen. 7°. Teneinde te beletten dat bij gebreke aan het minimum aantal kandidaten, zoals voorzien in artikel 1, § 2 of § 3, de oprichting van het overlegorgaan in het gedrang zou kunnen komen, wordt bij wijze van uitzondering toegelaten dat een orgaan bestaande uit drie verkozenen toch als geldig samengesteld wordt beschouwd. Het voorzien van zulke oplossing is noodzakelijk. 8°. Dit artikel regelt de mandaten bij gelijkheid van stemmen. Het mandaat wordt toegekend aan de oudste kandidaat in leeftijd. Ook hier wordt, net zoals in artikel 3, het criterium van de oudste in leeftijd gebruikt als ultieme oplossing. 9°. Het is nuttig te voorzien dat de gerechtsdeurwaarder, voor de verzending van de uitslag, de correctheid van de verkiezingen definitief vaststelt. Voor de rechtszekerheid van de genomen beslissingen in het paritair overlegorgaan is dit van groot belang.

Ten einde de transparantie van de verkiezingen te benadrukken dient het proces-verbaal van de verkiezingen, de lijst van de kandidaten en de lijst van de vertegenwoordigers door de principaal te worden neergelegd op het secretariaat van de Hoge Raad van de Zelfstandigen en de KMO's. Vanuit de sectororganisaties die de handelsagenten vertegenwoordigen werd dit orgaan het meest geschikt geacht wegens de banden met deze organisaties. 10°. Termijn voor installatie van de verkozenen.

Artikel 5 § 1. Slechts ingeval een verkozen handelsagent blijvend verhinderd is of er een einde werd gesteld aan de handelsagentuurovereenkomst en dus ook aan het mandaat, wordt hij vervangen door de eerste niet-verkozen kandidaat op de lijst waarop de blijvend verhinderde of ontslagnemende handelsagent werd verkozen.

Wanneer er op die manier geen vervanger kan worden aangeduid wordt hij niet vervangen. Deze niet-vervanging heeft geen verdere gevolgen tenzij het totaal aantal vertegenwoordigers van de handelsagenten hierdoor minder dan drie bedraagt. Er kan in dit laatste geval nog moeilijk sprake zijn van een voldoende representativiteit en dient het overlegorgaan dan ook van rechtswege te worden ontbonden. § 2. Deze paragraaf stelt expliciet dat het verlies van de hoedanigheid van handelsagent of zaakvoerder of afgevaardigde bestuurder van de rechtspersoon die de hoedanigheid heeft van handelsagent van rechtswege het ontslag als lid van het orgaan tot gevolg heeft. Dit is logisch en in het belang van de principaal en zijn handelsagenten. HOOFDSTUK II. - Vertegenwoordiging van de principaal Artikel 6 Artikel 6 stelt dat de principaal drie gewone en drie plaatsvervangers aanduidt voor een periode van drie jaar. Een gedetailleerde procedure voor de aanstelling werd niet opportuun geacht daar de principaal zelf haar afgevaardigden kan aanduiden zonder verkiezing.

Het werd wel nuttig geacht te voorzien dat minstens één afgevaardigde van de commerciële directie van de principaal aangeduid wordt als lid.

Bovendien werd er in een specifieke regeling voorzien wanneer er kandidatenlijsten zijn in verschillende gewesten. De principaal dient er, in dat geval, over te waken dat er minstens één effectieve vertegenwoordiger wordt aangeduid die er woont of er beroepshalve een band mee heeft. Met deze bepaling wordt een vertegenwoordiging door de principaal beoogd die ongeveer overeenstemt met de spreiding van de handelsagenten over de verschillende gewesten. Hierdoor kan impliciet een eventueel taalprobleem of onwetendheid over specifieke regionale verschillen worden opgevangen. HOOFDSTUK III. - Werking van het paritair overlegorgaan Dit hoofdstuk bestaat uit twee artikelen. Artikel 7 In artikel 7 worden enkel te volgen formaliteiten opgesomd inzake het samenroepen van het paritair overlegorgaan. § 1. Deze paragraaf regelt de plaats en het tijdstip van samenkomst van het paritair overlegorgaan. § 2. Vergaderingen kunnen alleen op basis van een duidelijke en tijdig bekendgemaakte agenda. § 3. Dit deeltje regelt de wijze van beraadslaging. § 4. Er wordt voorzien in de mogelijkheid een stemming uit te stellen naar een volgende vergadering.

Overeenkomsten worden goedgekeurd indien er een meerderheid is van net de helft of meer bij de aanwezige handelsagenten en bij de aanwezige vertegenwoordigers van de principaal (bijv. indien er tien aanwezige personen zijn in een groep en twee in de andere, is de overeenkomst aangenomen als ze wordt goedgekeurd door vijf personen van de eerste groep en door één persoon van de andere). Het betreft hier een functionele pariteit waarbij de Regering van oordeel is dat, hoewel er geen numeriek evenwicht is, er qua machtsverhoudingen wel degelijk een evenwicht is, en dat dit beantwoordt aan de geest van de door de wetgever beoogde pariteit.

De goedkeuring van de in het vorige lid afgesloten overeenkomsten kan alleen blijken uit de ondertekening van het ontwerpverslag door de aanwezige vertegenwoordigers van beide partijen die voor de goedkeuring van het voorstel hebben gestemd § 5. Het voorzitterschap komt toe aan de partij die de vergadering heeft laten samenroepen. Het secretariaat, belast met het opmaken van het verslag, berust steeds bij de principaal. § 6. Deze paragraaf bepaalt tenslotte de regels inzake de goedkeuring van het verslag.

Artikel 8 Dit artikel legt op dat de verkozenen van de handelsagenten zich verbinden tot het verdedigen van de genomen beslissingen bij al de andere handelsagenten van de principaal. Van de andere kant verbindt de principaal zich ertoe de genomen beslissingen de nodige interne bekendheid te geven en te verdedigen bij alle betrokken geledingen van de principaal. Dit artikel beoogt dus middels een correcte uitvoering van de genomen beslissingen de optimale werking van het overlegorgaan te bevorderen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen Artikel 9 Van zodra het paritair overlegorgaan is opgericht, kan het overlegorgaan zelf de principes van dit besluit verder uitwerken en aanvullen in een protocol, zonder evenwel tegenstrijdig te zijn met dit besluit. M.a.w hier wordt duidelijk gesteld dat het orgaan zelf, middels een tussen een partijen overeengekomen protocol, bijkomende regels voor toekomstige verkiezingen kan vaststellen.

Aanvaarding van of wijziging(en) aan het protocol gelden slechts na goedkeuring ervan door een dubbele gekwalificeerde meerderheid waarbij bedoeld wordt dat minstens tweederde van alle vertegenwoordigers van de handelsagenten en minimaal tweederde van alle gewone vertegenwoordigers van de principaal het voorstel goedkeuren.

Door het inlassen van een dubbele gekwalificeerde meerderheid wordt, enerzijds, aangetoond dat een aanvaarding of een wijziging van een protocol een eerder uitzonderlijke gebeurtenis is (cf. statutenwijzingen van een vennootschap), anderzijds, de garantie gegeven dat een ruime meerderheid van zowel de vertegenwoordigers van de handelsagenten als van de vertegenwoordigers van de principaal akkoord gaan met de aanvaarding of de wijziging(en) van het protocol.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, R. DAEMS

ADVIES 32.438/2 van de afdeling wetgeving van de Raad van State De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 25 oktober 2001 door de Minister van Justitie verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste een maand, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot oprichting, organisatie en werking van een paritair overlegorgaan in de sector van het verzekeringswezen, van de kredietinstellingen en van de gereglementeerde effectenmarkten », heeft op 27 februari 2002 het volgende advies gegeven : Algemene opmerkingen I. Het ontworpen koninklijk besluit voorziet, met toepassing van artikel 15 van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst, gewijzigd bij de wet van 4 mei 1999, in de oprichting en organisatie van een paritair overlegorgaan in de sectoren van het verzekeringswezen, van de kredietinstellingen en van de gereglementeerde markten voor effecten. Met het begrip « paritair » wordt, zoals in andere domeinen (zoals de paritaire comités van werkgevers en werknemers, opgericht ter uitvoering van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités) verwezen naar de samenstelling zelf van een instelling en niet alleen naar de wijze waarop de organen van die instelling beraadslagen en besluiten. Het ontworpen koninklijk besluit voldoet niet aan het door de wetgever ingevoerde vereiste van pariteit, ook al wordt in artikel 6, § 4, tweede lid, van het ontwerp bepaald dat overeenkomsten worden goedgekeurd door minstens de helft van de aanwezige vertegenwoordigers van de handelsagenten en minstens de helft van de aanwezige vertegenwoordigers van de principaal.

Bijgevolg dient het ontwerp, inzonderheid de artikelen 2 en 5, te worden herzien.

II. De artikelen 2 en 4 van het ontwerp zijn te lang en moeten in verscheidene artikelen worden opgedeeld.

III. Bij het ontwerpbesluit wordt de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen met nieuwe taken belast. Zo bepaalt artikel 4, § 1, 9°, van het ontwerp dat « het proces-verbaal van de verkiezingen, de lijst van de kandidaten en de lijst van de vertegenwoordigers », uiterlijk vijftien dagen na het verstrijken van de termijn bepaald voor het terugsturen van de stembiljetten, « (door) de gerechtsdeurwaarder op het secretariaat van de Hoge Raad van de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen (worden ingediend). Deze stukken kunnen door iedereen worden ingezien. » De Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is een instelling die over een eigen rechtspersoonlijkheid beschikt krachtens de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979 (1). Hij is onder het toezicht geplaatst van de minister die bevoegd is voor Middenstand (2) Wanneer bij een ontwerpbesluit wijzigingen worden aangebracht in de bevoegdheden van een orgaan dat of een instelling die onder het gezag of het toezicht van een minister staat, moet dat ontwerpbesluit worden voorgedragen en medeondertekend door de Minister onder wie die dienst of die instelling ressorteert.

Het ontwerpbesluit moet dan ook worden voorgedragen en medeondertekend door de Minister bevoegd voor Middenstand.

Bijzondere Opmerkingen Onderzoek van het ontwerp Aanhef Tweede lid (nieuw) Er behoort een nieuw, als volgt luidend lid te worden ingevoegd : « Gelet op de raadpleging van de organisaties die de sector vertegenwoordigen. » Vierde lid (dat het vijfde lid wordt) Het lid behoort aldus te worden gesteld : « Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand; ».

Vijfde lid (dat het zesde lid wordt) Er dient melding te worden gemaakt van het nummer van dit advies.

Dispositief Hoofdstuk 1 Dit hoofdstuk is overbodig en kan vervallen. In de paragrafen 1 en 2 worden immers het zesde en het zevende lid van artikel 15 van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst geparafraseerd. Artikel 1, paragraaf 3, kan in hoofdstuk II worden ondergebracht.

Artikel 2, § 1, behoort dienovereenkomstig te worden aangepast.

Artikel 2 Paragraaf 1 Er wordt verwezen naar algemene opmerking 1.

Voorts is het beter de woorden « een aantal handelsagenten » te vervangen door de woorden « de handelsagenten ».

Paragraaf 2 Het eerste en het tweede lid moeten worden samengevoegd tot een als volgt luidend lid « Indien het aantal handelsagenten waarvoor het paritaire overlegorgaan wordt opgericht, hoger is dan of gelijk is aan tweehonderd vijftig,... (voorts zoals in het ontwerp). » Paragraaf 3 In verband met het eerste lid behoort te worden gepreciseerd wat onder « gewest » in de zin van dit ontwerp moet worden verstaan.

In het derde lid dient met het oog op de duidelijkheid te worden geschreven : « Als er een opdeling per gewest is, kan elke gegadigde zich slechts kandidaat stellen op de lijst van het gewest op het grondgebied waarvan hijzelf of de rechtspersoon die hij vertegenwoordigt zijn voornaamste exploitatiezetel heeft. In dat geval kunnen handelsagenten alleen stemmen op de lijst van kandidaten van het gewest op het grondgebied waarvan... ».

Paragraaf 4 1. Deze paragraaf voorziet in de mogelijkheid om kandidatenlijsten op te stellen per categorie handelsagenten die voor de principaal werken. In het ontwerpbesluit wordt evenwel niet aangegeven wie de beslissing terzake neemt.

De vertegenwoordiger van de Belgische Vereniging van Banken, naar wie de gemachtigde ambtenaar heeft verwezen, heeft gesteld dat het de principaal is die deze beslissing neemt, maar dat de regel evenwel overeenkomstig artikel 8 kan worden gewijzigd.

Het ontwerpbesluit dient te worden aangevuld met deze precisering. 2. In het tweede lid behoort te worden geschreven « ... Een gegadigde kan slechts kandidaat zijn op de lijst van de categorie waartoe hijzelf of de rechtspersoon die hij vertegenwoordigt, behoort. Als een kandidaat tot verschillende categorieën behoort, dient hij voor één ervan te opteren. » 3. In het derde lid moeten de woorden « dient steeds gebaseerd te zijn » worden vervangen door de woorden « is gebaseerd ».4. In het vijfde lid wekt het gebruik van de meervoudsvorm tussen haakjes de indruk dat er verschillende kandidatenlijsten per categorie kunnen zijn.Per categorie mag evenwel slechts één lijst worden opgemaakt.

Bijgevolg wordt deze redactie voorgesteld « Handelsagenten kunnen alleen stemmen op de kandidatenlijst van de categorie waartoe zij behoren of, als zij tot verschillende categorieën behoren, op de kandidatenlijst van de categorie die zij gekozen hebben. » Voorts staat het aan de steller van het ontwerp om te preciseren wanneer en hoe handelsagenten moeten kiezen voor de categorie waartoe zij willen behoren. Die keuze moet hoe dan ook vóór de kiesverrichtingen worden gemaakt.

De tweede zin dient als overbodig te vervallen. De daarin vervatte regel staat immers reeds in paragraaf 3, derde en vierde lid.

Artikel 3 In het tweede lid, tweede zin, zou geschreven moeten worden : « Indien verscheidenen van hen zich kandidaat stellen, kan alleen de kandidatuur van de oudste in aanmerking worden genomen. » Artikel 4 I. In paragraaf 1 worden aan de gerechtsdeurwaarder veel taken opgelegd. Sommige verantwoordelijkheden die aan de gerechtsdeurwaarder worden opgedragen, reiken verder dan de taken van zijn ambt, zoals die bepaald zijn in het Gerechtelijk Wetboek en inzonderheid in artikel 516 van dat Wetboek.

In dat artikel wordt immers onder meer bepaald dat gerechtsdeurwaarders « aangesteld (kunnen) worden om vaststellingen te doen van zuiver materiële feiten, zonder enig advies uit te brengen met betrekking tot de gevolgen in feite of in rechte die daaruit zouden kunnen voortvloeien ». Bepaalde taken die in het ontworpen besluit aan gerechtsdeurwaarders worden opgedragen, impliceren evenwel dat beslissingen worden genomen die veel verder gaan dan loutere vaststellingen van zuiver materiële feiten, aangezien inzonderheid wordt beslist of kandidaten op de lijst mogen worden ingeschreven (artikel 4, § 1, 4°) en of de verkiezingen « correct » zijn verlopen (artikel 4, § 1, 9°).

Het ontworpen artikel 4, §, 1, dient derhalve te worden herzien. 2. Paragraaf 1, 5°, derde lid, bepaalt dat de stembiljetten aan de handelsagenten worden toegezonden.Voorts wordt in onderdeel 5°, vierde lid, bepaald dat alleen de stembiljetten waarvoor de handelsagent stemgerechtigd is, aan hem worden verstuurd. Zoals deze bepalingen gesteld zijn, kunnen ze de indruk wekken dat een kiezer verschillende stembiljetten kan ontvangen en meer dan één stem vermag uit te brengen. Logischerwijs kan echter aan elke kiezer alleen het stembiljet worden toegezonden voor het « gewest » of de categorie waartoe hij behoort of die hij gekozen heeft, in zoverre het besluit een dergelijke keuze toestaat.

De bepalingen van het ontwerp dienen dus te worden herzien om dat vereiste beter tot uitdrukking te brengen. 3. In paragraaf 1, 5°, zesde lid, is het beter te schrijven : « De kiezer stemt voor evenveel kandidaten als er aan te wijzen vertegenwoordigers op de lijst staan.» 4. Paragraaf 4 bevat bepalingen die ertoe strekken te voorkomen dat de handelsagentuurovereenkomst die met een verkozen handelsagent gesloten is eenzijdig wordt beëindigd, en dit tijdens de volledige duur van diens mandaat.Paragraaf 5 bevat dezelfde principes wat betreft de handelsagent die kandidaat is voor de verkiezingen. Volgens paragraaf 6, ten slotte, blijven de bepalingen van artikel 4, § 4, van toepassing tijdens de periode van zes maanden te rekenen vanaf het einde van het mandaat van de verkozen handelsagent.

Daardoor wordt in de paragrafen 4, 5 en 6 afgeweken van artikel 18 van de voormelde wet van 13 april 1995, dat bepaalt op welke wijze een handelsagentuurovereenkomst dient te worden beëindigd.

Bij een koninklijk besluit mag niet worden afgeweken van wetsbepalingen. In verband met de machtiging die vervat is in artikel 15, zevende lid, van de voornoemde wet van 13 april 1995, wordt alleen gewag gemaakt van « de wijze van oprichting, organisatie en werking van (het) overleg ».

De paragrafen 4, 5 en 6 dienen derhalve te vervallen, omdat enerzijds het principe van de bescherming van de kandidaat-handelsagent, vertegenwoordiger of gewezen vertegenwoordiger, niet in de wet is vastgelegd en omdat anderzijds een toereikende wettelijke machtiging ontbreekt (3).

Artikel 5 Er wordt verwezen naar algemene opmerking 1.

Bovendien zijn in het derde lid de woorden « waakt ... erover » onduidelijk. De Raad van State vraagt zich immers af of de principaal verplicht is om op zijn minst een vertegenwoordiger per gewest aan te wijzen, wanneer dit mogelijk is, dan wel of het slechts om een wens gaat. In dat laatste geval dient in het verslag aan de Koning, en niet in het besluit daarvan gewag te worden gemaakt.

Artikel 6 1. In paragraaf 1, tweede lid, dient duidelijkheidshalve het volgende te worden geschreven, als dit de bedoeling van de steller van het ontwerp is : « ... van minstens de helft van de leden die ofwel de handelsagenten, ofwel de principaal vertegenwoordigen. » 2. De woorden « de verzoekende partij » en « de andere partij » in paragraaf 2 zijn niet duidelijk.Indien het verzoek om te vergaderen uitgaat van de helft van de leden die de handelsagenten vertegenwoordigen, moet de agenda niet alleen aan « de andere partij », d.w.z. de drie vertegenwoordigers van de principaal, worden toegezonden, maar eveneens aan de andere helft van de vertegenwoordigers van de handelsagenten.

Er wordt voorgesteld te schrijven : « De gedetailleerde agenda wordt toegezonden aan alle leden... ». 3. Wat paragraaf 3, tweede lid, aangaat is het verkieslijk het woord « gestemd » te vervangen door de woorden « beraadslaagd en besloten ». 4. In paragraaf 6, tweede lid, dient te worden geschreven : « Indien noch een vertegenwoordiger van de principaal noch van de handelsagenten... opmerkingen hebben medegedeeld aan de voorzitter of de secretaris van de vergadering.... ».

In de Franse tekst van hetzelfde lid is het beter de woorden « supposé étre » te vervangen door het woord « réputé ». 5. In paragraaf 6, derde lid, dient te woorden geschreven : « Indien een vertegenwoordiger van de principaal of van de handelsagenten binnen de voormelde termijn opmerkingen over het ontwerpverslag mededeelt... ».

Voorts is het verkieslijk de tweede zin te schrappen en de woorden « voor bespreking en goedkeuring » te vervangen door de volgende woorden dat zich, overeenkomstig paragraaf 4, definitief uitspreekt over deze opmerkingen ».

Artikel 7 In het eerste lid wordt gewoon een bepaling herhaald die reeds staat in artikel 15, zesde lid, van de voormelde wet van 13 april 1995. Het is dus overbodig en dient te vervallen.

Artikel 8 Artikel 15 van de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst, gewijzigd bij de wet van 4 mei 1999, machtigt de Koning om « de wijze van oprichting, organisatie en werking » te bepalen van het overleg waarin de eerstgenoemde wet voorziet.

Dat artikel 15 machtigt de Koning niet om de Hem erin opgedragen bevoegdheid te delegeren.

Op grond van het ontworpen derde en vierde lid kunnen paritaire organen echter afwijken van talrijke essentiële bepalingen van het ontworpen besluit, namelijk nagenoeg alle bepalingen die de procedure voor de verkiezing en samenstelling van het paritaire overlegorgaan, alsmede de werkwijze ervan, regelen.

Een zodanige aanpak is juridisch niet aanvaardbaar : regelgeving mag niet voorzien in een afwijking die zodanig ruim is dat de regelgeving uitgehold wordt. Doordat bovendien in het ontworpen besluit bepaald wordt dat paritaire organen mogen afwijken van die bepalingen, wordt de bevoegdheid die bij de wet aan de Koning wordt opgedragen, aan die organen overgelaten, wat niet mogelijk is.

De slotsom is dat artikel 8 fundamenteel moet worden herzien.

Artikel 9 Er is geen reden om af te wijken van de vaste regel inzake de inwerkingtreding van koninklijke besluiten.

Slotopmerkingen van wetgevingstechnische en taalkundige aard De Nederlandse tekst van het ontwerp is ondermaats uit een oogpunt van correct taalgebruik. Onder voorbehoud van de hiervoren gemaakte inhoudelijke opmerkingen en bij wijze van voorbeeld worden hierna in dat verband enkele tekstvoorstellen gedaan Opschrift Het opschrift zou als volgt moeten worden gesteld : « Voorontwerp van koninklijk besluit betreffende de oprichting, organisatie en werkwijze van... ».

Aanhef Derde lid (dat het vierde lid wordt) Er behoort te worden geschreven : « Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 12 oktober 2001; ».

Voordrachtformulier Men schrijve : « Op de voordracht van... ».

Dispositief Artikel 2 In artikel 2, § 3, tweede lid, schrijve men, overeenkomstig het eerste lid, « werkzaam is » in plaats van « actief is ». Deze opmerking geldt mutatis mutandis voor § 4, eerste lid, van datzelfde artikel.

In datzelfde tweede lid dienen de woorden « in functie van » te worden vervangen door de woorden « op grond van ».

Artikel 2, § 3, vierde lid, laatste zin, dient als volgt te worden gesteld « Ongeacht of er slechts één dan wel meer kandidatenlijsten zijn in één gewest, kunnen die handelsagenten zich alleen kandidaat stellen... ».

Artikel 2, § 4, derde lid, tweede zin, zou als volgt moeten worden gesteld « Er kunnen ten hoogste drie categorieën zijn. » Artikel 2, § 4, vierde lid, behoort als volgt te worden gesteld : « ... Als er in een gewest... handelsagenten vooraf vastgelegd. Deze vastlegging geschiedt per gewest op grond van de verhouding tussen ... en het totale aantal... gewest ».

In artikel 2, § 5, dienen de woorden « in toepassing van » te worden vervangen door de woorden « met toepassing van ». Deze opmerking geldt voor heel het ontwerp.

In diezelfde paragraaf 5 dienen de woorden « soort« en « soorten » te worden vervangen door de woorden « categorie » en « categorieën ».

Artikel 3 In het eerste lid van dit artikel schrijve men « gedelegeerd bestuurder » in plaats van « afgevaardigde bestuurder ». Deze opmerking geldt voor heel het ontwerp.

Artikel 4 In de eerste zin van paragraaf 1, 1°, schrijve men « sectororganisaties die de handelsagenten vertegenwoordigen » in plaats van « vertegenwoordigende sectoriële organisaties van handelsagenten ».

De laatste zin van artikel 4, § 1, 3 °, dient als volgt te worden gesteld : « De datum van het poststempel geldt als datum van verzending. ». Deze opmerking geldt eveneens voor artikel 4, § 1, 5°, vijfde lid.

Voorts schrijve men in artikel 4, § 1, 5°, derde lid, « stembiljetten » in plaats van « stemformulieren ». Deze opmerking geldt voor heel het ontwerp.

In onderdeel 8, van hetzelfde artikel schrijve men « op dezelfde lijst » in plaats van « binnen dezelfde lijst » en « bij staking van stemmen » in plaats van « bij gelijkheid van stemmen ». In onderdeel 10° schrijve men « op verzoek van de gerechtsdeurwaarder » in plaats van « op uitnodiging van de gerechtsdeurwaarder », alsook « vindt... plaats » in plaats van « gaat... door ».

Artikel 5 In het eerste lid schrijve men « gewone » en niet « effectieve » alsook « wijst... aan » in plaats van « duidt... aan ». Deze opmerkingen gelden mutatis mutandis voor heel het ontwerp.

Artikel 6 In paragraaf 4 vervange men de woorden « uitgesteld naar » door « uitgesteld tot », en in paragraaf 6, tweede lid, vervange men de woorden « Het definitief verslag » door « Het definitieve verslag ».

Artikel 7 In het tweede lid schrijve men « voorzover » in plaats van « voor- zover ».

Artikel 8 In het eerste lid schrijve men « Zodra » in plaats van « Van zodra ».

In het tweede lid schrijve men; « Aanvaarding of wijziging van het protocol geldt eerst na... ». _______ Nota (1) In de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979 en gewijzigd bij Je wetten van 6 april 1995 en 10 februari 1998, worden de woorden « Hoge Raad voor de Zelfstandigen » telkens vervangen door de woorden « Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen » krachtens artikel 2 van de wet van 27 mei 1999 tot wijziging van de op 28 mei 1979 gecoördineerde wetten betreffende de organisatie van de Middenstand.(2) Zie het koninklijk besluit van 4 juni 1979 tot regeling van de toepassing van de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979, inzonderheid artikel 66.(3) De noodzaak om te voorzien in waarborgen, inzonderheid met het oog op de bescherming van de positie van handelsagenten die deel zouden uitmaken van een overlegorgaan, is meermaals ter sprake gebracht tijdens de parlementaire van de voormelde wet van 4 mei 1999, in het bijzonder tot staving van amendementen die ertoe strekten de Koning te machtigen de nadere regels vast te stellen voor de oprichting, in verband met elke instelling individueel beschouwd, van een overlegorgaan dat representatief is voor de handelsagenten van die instelling en ermee belast is overleg te plegen met de vertegenwoordigers ervan (Gedr.St., Kamer, nr. 1423/5-97/98, blz. 2; nr. 1423/6-97/98 en nr. 1423/7-97/98, blz. 3 en 5; Gedr. St., Senaat, nr. 1-1204/4-1998-1999, blz. 5). De amendementen in kwestie zijn verworpen. Het amendement dat uiteindelijk goedgekeurd is (Gedr. St., Senaat, nr. 1-1204/5-1998-1999, blz. 61 en nr. 1-1204/8-1998-1999), beperkt er zich toe de Koning te machtigen de wijze van oprichting, organisatie en werking te bepalen voor alle betrokken instellingen. De verantwoording van dat amendement bevat geen enkele verwijzing naar waarborgen die moeten worden geboden aan handelsagenten die zitting hebben in het op te richten paritaire overlegorgaan. Deze verschillende passages uit de parlementaire voorbereiding bieden dus niet de mogelijkheid de machtiging die vervat is in artikel 15, zesde lid, van de voormelde wet van 13 april 1995 zo uit te leggen dat de Koning de paragrafen 4, 5 en 6 van artikel 4 van het ontwerp mag uitvaardigen.

De kamer was samengesteld uit : de heren : Y. Kreins, kamervoorzitter;

P. Lienardy, J. Jaumotte, staatsraden;

F. Delpérée, B. Glandsdorff, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevr. A.-C. Van Geersdaele, toegevoegd griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer A. Lefebvre, auditeur. De nota van het coördinatiebureau werd opgesteld door Mevr. A. Vagman, adjunct-referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Liénardy.

De griffier, Mevr. A.C. Van Geersdaele.

De voorzitter, Y. Kreins.

20 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit betreffende de oprichting, organisatie en werking van een paritair overlegorgaan in de sector van het verzekeringswezen, van de kredietinstellingen en van de gereglementeerde effectenmarkten ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuur-overeenkomst, inzonderheid op artikel 15, gewijzigd bij wet van 4 mei 1999;

Gelet op de raadpleging van de organisaties die de sector vertegenwoordigen;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 12 oktober 2001;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek van de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies 32.438/2 van de Raad van State, gegeven op 27 februari 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Vertegenwoordiging en verkiezing van de vertegenwoordigers van de handelsagenten

Artikel 1.§ 1. Om de drie jaar verkiezen de handelsagenten van de sectoren van het verzekeringswezen, van de kredietinstellingen en van de gereglementeerde markten voor effecten per principaal en rekening houdende met het tweede lid, handelsagenten die hen zullen vertegenwoordigen.

Wanneer de principaal werkt met verschillende merken, op basis van op onderscheiden overeenkomsten georganiseerde netten, of nog met producten die via verschillende van de in het eerste lid opgesomde verschillende sectoren verdeeld worden, kunnen onderscheiden paritaire overlegorganen worden opgericht. § 2. Indien het aantal handelsagenten waarvoor het paritair overlegorgaan wordt opgericht, hoger of gelijk is aan tweehonderd vijftig, is het aantal vertegenwoordigers van de handelsagenten gelijk aan tien. Indien het hiervoor bedoelde aantal handelsagenten minder dan tweehonderd vijftig bedraagt, is het aantal vertegenwoordigers van de handelsagenten gelijk aan zes. § 3. Wanneer in het raam van de toepassing van § 2, blijkt dat de principaal handelsagenten heeft in meer dan één gewest wordt er voor elk gewest waar minstens 5 % van de handelsagenten van de principaal werkzaam zijn een afzonderlijke kandidatenlijst opgesteld.

Overeenkomstig artikel 3 van de Grondwet zijn er voor de toepassing van deze bepaling drie gewesten te onderscheiden : het Vlaamse gewest, het Waals Gewest en het Brussels Gewest.

Het op elke kandidatenlijst te verkiezen aantal vertegenwoordigers wordt bepaald op grond van de verhouding tussen enerzijds het aantal handelsagenten dat in het betrokken gewest voor de principaal werkzaam is en anderzijds het totaal aantal handelsagenten dat voor de principaal in het hele land werkzaam is. Het op de kandidatenlijst van elk gewest te verkiezen vertegenwoordigers is minstens gelijk aan één.

Als er een opdeling per gewest is, kan elke gegadigde zich slechts kandidaat stellen op de lijst van het gewest op het grondgebied waarvan hijzelf of de rechtspersoon die hij vertegenwoordigt zijn voornaamste exploitatiezetel heeft. In dit geval, kunnen de handelsagenten alleen stemmen op de lijst van kandidaten van het gewest op het grondgebied waarvan zij hun voornaamste exploitatiezetel hebben.

De handelsagenten die hun voornaamste exploitatiezetel hebben in een gewest waar minder dan vijf procent van de handelsagenten van de principaal werkzaam zijn, op basis van het eerste lid van deze paragraaf, kunnen zich kandidaat stellen of hun stem uitbrengen op een lijst van een gewest naar keuze indien er kandidatenlijsten zijn in meerdere gewesten. Ongeacht of er slechts één dan wel meer kandidatenlijsten zijn in één gewest, kunnen die handelsagenten zich alleen kandidaat stellen of hun stem uitbrengen op de lijst van dit gewest.

Art. 2.§ 1. Bij het opstellen van de kandidatenlijsten per gewest kan er rekening worden gehouden met de categorieën van handelsagenten die voor de principaal actief zijn. Het aantal te verkiezen vertegenwoordigers voor het betrokken gewest kan in dat geval worden verdeeld over de verschillende categorieën.

Per categorie wordt een afzonderlijke lijst van kandidaten opgesteld.

Een gegadigde kan slechts kandidaat zijn op de lijst van de categorie waartoe hijzelf of de rechtspersoon die hij vertegenwoordigt, behoort.

Als de kandidaat tot meerdere categorieën behoort, dient hij voor één ervan te opteren.

De verdeling van de handelsagenten in categorieën is gebaseerd op objectieve criteria die voor de verschillende gewesten dezelfde zijn en die een evenredige spreiding van het totaal van de handelsagenten van de principaal over de verschillende categorieën waarborgen. Er kunnen ten hoogste drie categorieën zijn. Wanneer in verschillende gewesten een zelfde aantal categorieën wordt gebruikt, dienen de in deze gewesten gebruikte categorieën dezelfde te zijn.

Elke categorie mag minstens één vertegenwoordiger kiezen. Als er in een gewest minder categorieën zijn dan het aantal te verkiezen vertegenwoordigers van de handelsagenten, wordt het aantal per categorie te verkiezen handelsagenten voorafgaandelijk vastgelegd.

Deze vaststelling geschiedt per gewest op grond van de verhouding tussen het aantal handelsagenten van de desbetreffende categorie en het totaal aantal handelsagenten van de principaal binnen dat gewest.

Handelsagenten kunnen alleen stemmen op de kandidatenlijst van de categorie waartoe zij behoren, of, als zij tot verschillende categorieën behoren, op de kandidatenlijst van de categorie die zij gekozen hebben. § 2. Indien er met toepassing van artikel 1, § 1, tweede lid, onderscheiden paritaire overlegorganen worden opgericht, worden er voor elk overlegorgaan afzonderlijke kandidatenlijsten opgesteld. Elke kandidaat kan zich dan slechts op één lijst kandidaat stellen. De handelsagenten kunnen dan alleen stemmen op de lijst van kandidaten van de categorie handelsagenten waartoe ze zelf behoren. Indien een handelsagent tot meerdere categorieën zou behoren, dient hij als kandidaat en/of als kiezer voor één lijst te opteren. § 3. De in artikel 4, § 1, bedoelde gerechtsdeurwaarder ziet toe op de toepassing van de bepalingen van dit artikel.

Art. 3.Kandidaten kunnen enkel natuurlijke personen zijn, die de hoedanigheid hebben van handelsagent van de principaal of van zaakvoerder of van gedelegeerd bestuurder van de rechtspersoon die de hoedanigheid heeft van handelsagent van de principaal.

Indien een rechtspersoon met de hoedanigheid van handelsagent van de principaal meerdere zaakvoerders of afgevaardigde bestuurders heeft, kan slechts één van hen zich kandidaat stellen. Indien verscheidenen van hen zich kandidaat stellen, kan alleen de kandidatuur van de oudste in aanmerking worden genomen.

Art. 4.Een gerechtsdeurwaarder uit het gerechtelijk arrondissement van de maatschappelijke zetel van de principaal houdt toezicht op de volledige kiesprocedure. De kosten en het ereloon van deze gerechtsdeurwaarder worden betaald door de principaal. 1°. De gerechtsdeurwaarder wordt aangesteld hetzij na overleg tussen de principaal en de sectororganisaties die de handelsagenten vertegenwoordigen hetzij door de voorzitter van de Kamer van gerechtsdeurwaarders van het gerechtelijk arrondissement van de maatschappelijke zetel van de principaal op verzoek van de meest gerede partij. 2°. De principaal stelt door middel van een gewone brief alle handelsagenten op de hoogte van de oproep tot de kandidaturen.

In deze oproep wordt uitdrukkelijk verwezen naar artikel 15 van voormelde wet van 13 april 1995. 3°. De in artikel 3 bedoelde personen, die zich kandidaat willen stellen, beschikken over een termijn van dertig kalenderdagen na de datum van verzending van de in het 2°, bepaalde oproep. De kandidatuurstelling moet per brief aan de principaal worden terug gezonden, waarbij de datum van de poststempel geldt als datum van verzending. 4°. De principaal die vaststelt dat de kandidaat niet aan de voorziene verkiesbaarheidsvoorwaarden als bedoeld in artikel 3 voldoet, deelt, per aangetekende brief de betrokken kandidaat zijn gemotiveerde weigering om hem op de lijst te plaatsen mee, binnen een termijn van vijftien kalenderdagen na afsluiting van de periode van kandidatuurstelling zoals bepaald in 3°. 5°. De stemming is altijd geheim en nooit verplicht. Zij gebeurt steeds schriftelijk. Iedere handelsagent heeft één stem.

De gerechtsdeurwaarder ziet toe op het geheim karakter van de stemming.

De stembiljetten, in de vorm van kandidatenlijsten met de alfabetisch gerangschikte kandidaten, worden door de principaal aan de handelsagenten verstuurd binnen een maximumtermijn van negentig kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van verzending van de oproep tot de kandidaten.

Aan elke handelsagent wordt uitsluitend het stembiljet verstuurd waarvoor hij stemgerechtigd is.

Het stembiljet wordt onder gesloten omslag aan de principaal teruggestuurd binnen de vijftien kalenderdagen na de datum van verzending van de stembiljetten. De datum van de poststempel geldt als datum van verzending. De stembiljetten worden geopend en opgenomen in aanwezigheid van de gerechtsdeurwaarder.

De kiezer stemt voor evenveel kandidaten als er aan te wijzen vertegenwoordigers op de lijst staan.

De termijn waarbinnen het stembiljet moet worden opgestuurd alsook het aantal aan te kruisen kandidaten worden duidelijk vermeld op het stembiljet. 6°. Wanneer het aantal kandidaten gelijk is aan het aantal te verkiezen vertegenwoordigers zijn deze kandidaten automatisch verkozen. 7°. Wanneer het aantal kandidaten kleiner is dan het aantal te verkiezen vertegenwoordigers zijn deze kandidaten automatisch verkozen en is het paritair overlegorgaan geldig samengesteld, zo er minstens drie kandidaten waren. 8°. De vertegenwoordigers van de handelsagenten worden op dezelfde lijst verkozen in volgorde van het aantal bekomen stemmen. Bij staking van stemmen voor meerdere kandidaten voor het laatste toe te kennen mandaat, wordt het mandaat toegekend aan de oudste kandidaat in leeftijd. 9°. Nadat de aangestelde gerechtsdeurwaarder het correcte verloop en de uitslag van de verkiezingen definitief heeft vastgesteld, worden de handelsagenten van de principaal en de principaal schriftelijk, door middel van een mededeling uitgaande van de principaal, ingelicht over de uitslag van de stemming, uiterlijk vijftien kalenderdagen vanaf het verstrijken van de voor het terugsturen van de stembiljetten bepaalde termijn.

Binnen dezelfde termijn legt de principaal neer op het secretariaat van de Hoge Raad van de Zelfstandigen en de KMO's : het proces-verbaal van de verkiezingen, de lijst van de kandidaten en de lijst van de vertegenwoordigers. Deze stukken kunnen er door iedereen worden ingezien. 10°. De eerste vergadering van het nieuw verkozen paritair overlegorgaan vindt, op uitnodiging van de principaal, plaats binnen een termijn van minimum acht en maximum dertig kalenderdagen na het verstrijken van de termijn bepaald voor de kennisgeving van de uitslag aan de handelsagenten en de principaal.

Binnen een termijn van zeven kalenderdagen vanaf de verzending van de in het eerste lid, 9°, bedoelde kennisgeving, delen de verkozen vertegenwoordigers van de handelsagenten aan de principaal de punten mee die moeten vermeld worden op de agenda van de eerste vergadering.

De principaal voegt zijn punten aan deze agenda toe.

Art. 5.§ 1. Wanneer een vertegenwoordiger van de handelsagenten blijvend verhinderd is of indien artikel 5, § 2, op hem van toepassing is, wordt hij vervangen door de eerste niet-verkozen kandidaat op de lijst waarop hij verkozen werd.

Indien er binnen dezelfde lijst geen vervanger kan worden aangeduid, wordt de in het vorige lid bedoelde vertegenwoordiger van de handelsagenten niet vervangen. Wanneer dit tot gevolg heeft dat er niet langer drie vertegenwoordigers van de handelsagenten zijn, wordt het paritair overlegorgaan van rechtswege ontbonden. § 2. De beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst met de in artikel 3 bedoelde handelsagent leidt van rechtswege tot het ontslag als lid van het paritair overlegorgaan. Dit ontslag gaat in het ogenblik van de beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst of, in geval van opzeg van de overeenkomst, op de eerste dag van de opzegtermijn.

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing bij de beëindiging van het mandaat als zaakvoerder of als afgevaardigde bestuurder dat de vertegenwoordiger van de handelsagenten uitoefent in de in artikel 3 bedoelde rechtspersoon.

Indien het ontslag van een lid van het paritair overlegorgaan tot gevolg heeft dat er niet langer drie vertegenwoordigers van de handelsagenten zijn, wordt het paritair overlegorgaan van rechtswege ontbonden. HOOFDSTUK II. - Vertegenwoordiging van de principaal

Art. 6.De principaal wijst binnen de zeven kalenderdagen vanaf de datum van verzending van de in artikel 4, eerste lid, 9°, bedoelde kennisgeving drie gewone en drie plaatsvervangende vertegenwoor-digers aan die hem in het overlegorgaan zullen vertegenwoordigen.

Minstens één afgevaardigde van de commerciële directie van de principaal wordt als gewone vertegenwoordiger van de principaal aangeduid.

Wanneer er op basis van artikel 1, § 3, kandidatenlijsten worden opgesteld in verschillende gewesten, duidt de principaal, indien mogelijk, voor ieder gewest minstens één gewone vertegenwoordiger aan die er woont ofwel er beroepshalve een band mee heeft. HOOFDSTUK III. - Werking van het paritair overlegorgaan

Art. 7.§ 1. Het paritair overlegorgaan komt samen op de hoofdzetel van de principaal.

Het paritair overlegorgaan komt samen binnen de twee weken op verzoek van minstens de helft van de leden die ofwel de handelsagenten ofwel de principaal vertegenwoordigen. § 2. Minstens zeven kalenderdagen voor de vergadering wordt de gedetailleerde agenda toegezonden aan alle leden. Er kan enkel worden beraadslaagd over de punten die op de overgemaakte agenda voorkomen. § 3. Er kan enkel worden beraadslaagd indien minstens de helft van zowel de vertegenwoordigers van de handelsagenten als van de principaal aanwezig zijn.

Indien aan deze voorwaarde niet is voldaan, zal het paritair overlegorgaan opnieuw samenkomen binnen de vijftien kalenderdagen met dezelfde agenda en kan het, geldig beraadslagen indien er minstens twee vertegenwoordigers van de principaal en minstens twee vertegenwoordigers van de handelsagenten aanwezig zijn. § 4. Indien er een concreet voorstel ter stemming wordt voorgelegd, kan de stemming daarover, op verzoek van minstens één van de vertegenwoordigers van de handelsagenten, worden uitgesteld tot een volgende vergadering van het paritair overlegorgaan. Deze volgende vergadering wordt gehouden binnen de vijftien kalenderdagen.

Overeenkomsten worden goedgekeurd door minstens de helft van de aanwezige vertegenwoordigers van de handelsagenten en minstens de helft van de aanwezige vertegenwoordigers van de principaal.

De in het tweede lid bedoelde overeenkomsten kunnen alleen blijken uit een document dat werd ondertekend door alle aanwezige vertegenwoordigers van de handelsagenten en van de principaal die voor de goedkeuring van het voorstel hebben gestemd. § 5. Het voorzitterschap van de vergadering zal worden waargenomen door een vertegenwoordiger van de partij die de vergadering heeft samengeroepen.

Het secretariaat wordt waargenomen door een vertegenwoordiger van de principaal. Deze maakt het verslag. § 6. Van elke vergadering wordt een ontwerpverslag opgemaakt dat wordt overgemaakt aan alle vertegenwoordigers van de handelsagenten en de principaal.

Indien noch een vertegenwoordiger van de principaal noch van de handelsagenten binnen de tien kalenderdagen na de verzending van het ontwerpverslag opmerkingen hebben meegedeeld aan de voorzitter of de secretaris van de vergadering wordt het verslag geacht te zijn goedgekeurd. Het definitieve verslag wordt ter informatie aan alle handelsagenten overgemaakt.

Indien een vertegenwoordiger van de principaal of van de handelsagenten binnen de voormelde termijn opmerkingen meedeelt over het ontwerpverslag, wordt het ontwerpverslag voorgelegd aan de volgende vergadering van het overlegorgaan, dat zich, overeenkomstig paragraaf 4, definitief uitspreekt over deze opmerkingen.

De goedkeuring van het in voorkomend geval gewijzigd ontwerpverslag blijkt dan uit de ondertekening van het ontwerpverslag door minstens de helft van de aanwezige vertegenwoordigers van de principaal en door minstens de helft van de aanwezige vertegenwoordigers van de handelsagenten. Het definitief verslag wordt ter informatie aan alle handelsagenten overgemaakt.

Art. 8.De leden die de handelsagenten vertegenwoordigen, zullen de in het paritair overlegorgaan gesloten overeenkomsten verdedigen bij alle handelsagenten van de principaal en, voorzover de principaal akkoord gaat met de bekendmaking ervan, bij derden.

De leden die de principaal vertegenwoordigen, zullen de in het paritair overlegorgaan gesloten overeenkomsten intern bekend maken bij alle handelsagenten van het net en verdedigen bij alle betrokken geledingen van de principaal. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 9.Zodra er in toepassing van dit besluit een paritair overlegorgaan is opgericht, kan dit orgaan de beginselen van dit besluit verder uitwerken en aanvullen in een schriftelijk protocol waarvan de bepalingen niet mogen afwijken van de bepalingen van dit besluit.

Aanvaarding of wijziging van het protocol geldt eerst na goedkeuring ervan door een dubbele gekwalificeerde meerderheid, waarbij bedoeld wordt dat minstens 2/3 van alle vertegenwoordigers van de handelsagenten en minimaal 2/3 van alle gewone vertegenwoordigers van de principaal het voorstel goedkeuren.

De aanduiding van de vertegenwoordigers van de handelsagenten in het paritair overlegorgaan gebeurt evenwel steeds op basis van geheime verkiezingen. Deze procedure moet objectief en regelmatig verlopen.

Indien er een protocol tot stand komt, wordt dit meegedeeld aan alle handelsagenten. Hetzelfde geldt voor alle wijzigingen aan een bestaand protocol.

Binnen de vijftien kalenderdagen na de goedkeuring van het protocol of de wijzigingen eraan, legt de principaal het nieuwe protocol neer op het secretariaat van de Hoge Raad van de Zelfstandigen en de KMO's.

Deze stukken kunnen er door iedereen worden ingezien.

Art. 10.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, R. DAEMS

^