Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 september 2003
gepubliceerd op 09 oktober 2003

Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012798
pub.
09/10/2003
prom.
20/09/2003
ELI
eli/besluit/2003/09/20/2003012798/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart (P.C. 139) ressorteren (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991;

Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en het Paritair Subcomité voor de sleepdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er, in het belang van de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren, aanleiding toe bestaat de opzeggingstermijnen zonder uitstel te wijzigen om economische en sociale redenen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren, met uitzondering van de werklieden die tewerkgesteld zijn met een arbeidsovereenkomst voor tewerkstelling op binnenschepen overeenkomstig de wet van 1 april 1936 op de arbeidsovereenkomst wegens dienst op binnenschepen.

Art. 2.In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wordt de te geven opzeggingstermijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op : - zesendertig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en achttien dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden betreft die minder dan vijf jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - negentig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en vijfenveertig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat, wat de werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - honderd twintig dagen wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en zestig dagen wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de werklieden betreft die ten minste tien jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven.

Art. 3.De opzeggingen betekend voor de inwerkingtreding van dit besluit blijven al hun gevolgen behouden.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2003.

Art. 5.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Santorini, 20 september 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991.

^