Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 september 2012
gepubliceerd op 12 oktober 2012

Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke bijdrage bepaald in artikel 116, tweede lid, 2°, van de programmawet van 27 december 2006 bestemd voor het Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers voor het jaar 2012

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2012022368
pub.
12/10/2012
prom.
20/09/2012
ELI
eli/besluit/2012/09/20/2012022368/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke bijdrage bepaald in artikel 116, tweede lid, 2°, van de programmawet (I) van 27 december 2006 bestemd voor het Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers voor het jaar 2012


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit waarvan wij de eer hebben aan uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft als doel om bij de werkgevers onderworpen aan de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten « tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders » en de werkgevers onderworpen aan de besluitwet van 7 februari 1945 « betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij » een bijzondere bijdrage van 0,01 % af te houden tijdens het eerste en het tweede kwartaal van het jaar. Deze bijdrage zal worden geïnd, op het zelfde moment als de bijdragen verschuldigd voor het eerste en tweede kwartaal van het lopende jaar. Het bedrag zal worden overgemaakt aan het Fonds voor beroepsziekten voor de financiering van het asbestfonds.

Het besluit werd aangepast aan de bemerkingen geformuleerd door de Raad van State in zijn advies nr. 51.821 van 16 augustus 2012.

Daarnaast, wat betreft de opmerking van de Raad van State over het uitvoeren van de DOEB-test (duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling), wordt bij deze bevestigd dat deze formaliteit wel degelijk werd vervuld voordat het punt in de Ministerraad werd goedgekeurd.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaren.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX De Staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Ph. COURARD

Advies 51.821/1/V van 16 augustus 2012 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State De Raad van State, afdeling Wetgeving, eerste vakantiekamer, op 24 juli 2012 door de Minister van Sociale Zaken verzocht haar, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot vaststelling van de specifieke bijdrage bepaald in artikel 116, tweede lid, 2°, van de programmawet (I) van 27 december 2006 bestemd voor het Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers voor het jaar 2012 », heeft het volgende advies gegeven : 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe uitvoering te geven aan de specifieke regeling die voor het jaar 2012 is vastgesteld in artikel 116, tweede lid, van de programmawet (I) van 27 december 2006, wat betreft de financiering van het Asbestfonds. 3.1. Rechtsgrond voor het ontwerp wordt geboden door genoemd artikel 116, tweede lid, waaraan wordt gerefereerd in het eerste lid van de aanhef, naar luid waarvan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de categorieën van werkgevers bepaalt die een bijdrage verschuldigd zijn, alsook de berekenings-, vaststellings- en inningswijze van deze bijdrage. 3.2. Artikel 1, § 4, van het ontwerp, dat betrekking heeft op de gelijkstelling van de bijdrage met een socialezekerheidsbijdrage en daaraan bepaalde gevolgen verbindt, vindt geen rechtsgrond in genoemd artikel 116, tweede lid, en is bovendien overbodig, nu dezelfde regeling is opgenomen in het eerste lid, 2°, van dat artikel, en die regeling geacht moet worden ook van toepassing te zijn op de tijdelijke maatregel bedoeld in het tweede lid van dat artikel.

Artikel 1, § 4, dient bijgevolg uit het ontwerp te worden weggelaten.

Vormvereisten 4. Krachtens artikel 19/1, § 1, eerste lid, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten « betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling » zijn de ontwerpen van koninklijk besluit onderworpen aan een voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzakelijkheid van een effectbeoordeling.De enige gevallen waarin dat voorafgaande onderzoek niet hoeft plaats te vinden, zijn die welke worden bepaald bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad (artikel 19/1, § 1, tweede lid, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten). Een dergelijk besluit lijkt, volgens de huidige stand van de teksten die in het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt, nog niet te zijn genomen.

Uit wat voorafgaat volgt dat het ontwerp het voorwerp dient uit te maken van het genoemde onderzoek, wat niet het geval lijkt te zijn geweest.

Indien dat uit het voorafgaande onderzoek zou voortvloeien, dient overeenkomstig artikel 19/2 van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten bovendien een effectbeoordeling in de zin van dat artikel plaats te vinden.

Mocht het ontwerp nog worden gewijzigd ten gevolge van het vervullen van dit vormvereiste, dienen de betrokken wijzigingen nog om advies te worden voorgelegd aan de Raad van State, afdeling Wetgeving.

Onderzoek van de tekst Artikel 2 5. Artikel 2 van het ontwerp strekt ertoe artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/05/2007 pub. 29/05/2007 numac 2007022862 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers sluiten « ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers » op te heffen. Vraag is of dit overeenstemt met de werkelijke bedoeling van de steller van het ontwerp, dan wel of het enkel de bedoeling is om artikel 2 van dat besluit uitdrukkelijk buiten toepassing te verklaren voor de geldingsduur van het voorliggende ontwerp doch niet op te heffen. Indien dat laatste het geval is, geeft artikel 2 van het ontwerp niet enkel niet de juiste bedoeling weer doch is het bovendien overbodig, aangezien uit artikel 116, tweede lid, van de programmawet (I) van 27 december 2006 reeds volgt dat artikel 2 van genoemd koninklijk besluit niet van toepassing is voor het jaar 2012. In dat geval dient artikel 2 bijgevolg uit het ontwerp te worden weggelaten.

De kamer was samengesteld uit : de heren : W. Van Vaerenbergh, staatsraad, voorzitter.

J. Van Nieuwenhove, S. De Taeye, staatsraden.

M. Tison, assessor van de afdeling Wetgeving.

W. Geurts, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer W. Pas, eerste auditeur.

De griffier, W. Geurts.

De voorzitter.

W. Van Vaerenbergh.

20 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de specifieke bijdrage bepaald in artikel 116, tweede lid, 2°, van de programmawet (I) van 27 december 2006 bestemd voor het Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers voor het jaar 2012 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet (I) van 27 december 2006, artikel 116, tweede lid, ingevoegd bij de programmawet van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 29/03/2012 pub. 06/04/2012 numac 2012021063 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet (1) sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/05/2007 pub. 29/05/2007 numac 2007022862 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers sluiten ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van 23 maart 2012;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden van 4 april 2012;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten van 16 april 2012;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 mei 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 26 juni 2012;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers onverwijld dient te beschikken over de financiële middelen voor de financiering van de schadeloosstellingen voor het jaar 2012;

Gelet op advies nr. 51.821 van de Raad van State, gegeven op 16 augustus 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met beroepsrisico's en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. De werkgevers die geheel of gedeeltelijk onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de werkgevers die onderworpen zijn aan de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij en tevens de werkgevers van de studenten bedoeld in artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders zijn vanaf 1 januari 2012 een specifieke bijdrage verschuldigd ter financiering van het Asbestfonds.

De bijdragevoet is bepaald op 0,01 % op het eerste en tweede kwartaal van het jaar.

In afwijking van wat voorafgaat, is de bijdragevoet bepaald op 0,005 % op elk kwartaal voor de werkgevers die onderworpen zijn aan de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij. § 2. De instelling bevoegd voor de inning van de socialezekerheidsbijdragen is belast met de inning en de invordering van de bijdrage bedoeld in § 1 en met de storting van de opbrengst ervan aan het Fonds voor de beroepsziekten om voor het Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers bestemd te worden. § 3. De bijdrage bedoeld in § 1 wordt twee maal per jaar geïnd, tegelijkertijd met de bijdragen die verschuldigd zijn voor het eerste en het tweede kwartaal van het lopende jaar. Ze wordt per werkgever geïnd op basis van alle lonen van het desbetreffende kwartaal, die in aanmerking worden genomen voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen en de solidariteitsbijdrage bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende maatregelen met het oog op de invoering van een solidariteitsbijdrage op de tewerkstelling van studenten die niet onderworpen zijn aan het stelsel van sociale zekerheid van de werknemers. Zij dient te worden aangegeven op de kwartaalaangifte van het desbetreffende kwartaal en dient gestort te worden met de socialezekerheidsbijdragen van dat kwartaal.

Voor de werkgevers onderworpen aan de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij worden voor de berekening van de bijdrage de lonen in aanmerking genomen bedoeld in artikel 3 van de voornoemde besluitwet van 7 februari 1945. De Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden stelt op basis van de aangiften van het vorige kalenderjaar een debetbericht op en verstuurt het aan de reders in de loop van de maand september.

De reder betaalt deze bijdrage uiterlijk op 31 oktober daaropvolgend, door middel van een van de andere socialezekerheidsbijdragen onderscheiden storting.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012 en treedt buiten werking op 31 december 2012.

Art. 3.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Trapani, 20 september 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX De Staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Ph. COURARD

^