Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 december 2005
gepubliceerd op 29 december 2005

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 35 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2005023128
pub.
29/12/2005
prom.
21/12/2005
ELI
eli/besluit/2005/12/21/2005023128/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 35 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 35, hersteld bij de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 oktober 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 25 november 2005;

Gelet op het advies nr. 39.521/1 van de Raad van State, gegeven op 6 december 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat sommige pensioenen op 1 januari 2006 dienen aangepast te worden aan de evolutie van het algemeen welzijn, en dat het bijgevolg nodig is dat de Rijksdienst voor Pensioenen zo vlug mogelijk de nodige schikkingen hiertoe dient te treffen, inbegrepen de aanpassing van de geïnformatiseerde berekeningsprogramma's en deze voorafgaandelijk te testen;

Gelet op de noodwendigheid om de uitkeringen van de pensioenen aan de gerechtigden vanaf 1 januari 2006 te kunnen waarborgen;

Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Middenstand en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een herwaardering van het maandelijks pensioenbedrag met 2 pct. wordt toegekend : 1° op 1 januari 2006, aan de gerechtigden op een pensioen in de regeling voor zelfstandigen dat daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan na 31 december 1996 en vóór 1 januari 1998;2° op 1 april 2006, aan de gerechtigden op een pensioen in de regeling voor zelfstandigen dat daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan na 31 december 1997 en vóór 1 januari 2000. Wanneer het een overlevingspensioen betreft is voor de toepassing van het vorige lid het in aanmerking te nemen ingangsjaar dat waarin het rustpensioen van de overleden echtgenoot daadwerkelijk en voor de eerste maal ingegaan is voorzover dat deze dit pensioen genoot op het ogenblik van zijn overlijden.

Art. 2.In geval van gelijktijdig genot van meerdere door de Rijksdienst voor Pensioenen uitbetaalde pensioenen in de regeling voor zelfstandigen, met uitzondering van het onvoorwaardelijk pensioen, bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, volstaat het dat voor één van deze voldaan is aan de voorwaarden voorzien in artikel 1 opdat het in hetzelfde artikel voorzien percentage zou toegepast worden op de bedragen van de pensioenen in de regeling voor zelfstandigen verschuldigd voor de betrokken maand, op voorwaarde dat deze bedragen betaalbaar zijn : 1° op 31 december 2005, voor de herwaardering op 1 januari 2006 bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°;2° op 31 maart 2006, voor de herwaardering op 1 april 2006 bedoeld in artikel 1, eerste lid, 2°. Indien de pensioenen die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, op 1 januari 2002, 1 januari 2003 of 1 april 2004, ingevolge het gelijktijdig genot met één of meerdere pensioenen ingegaan vóór 1 januari 1997, al in totaal met 2 % werden verhoogd, worden ze op 1 januari 2006 niet verhoogd. Wanneer deze pensioenen ingevolge het gelijktijdig genot met één of meerdere pensioenen ingegaan vóór 1 januari 1993 op 1 januari 2003 met 1 % werden verhoogd, worden ze op 1 januari 2006 met 1 % verhoogd.

Indien de pensioenen die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 1, eerste lid, 2°, op 1 januari 2002, 1 januari 2003, 1 april 2004 of 1 januari 2006, ingevolge het gelijktijdig genot met één of meerdere pensioenen ingegaan vóór 1 januari 1998, al in totaal met 2 % werden verhoogd, worden ze op 1 april 2006 niet verhoogd. Wanneer deze pensioenen ingevolge het gelijktijdig genot met één of meerdere pensioenen ingegaan vóór 1 januari 1993 op 1 januari 2003 met 1 % werden verhoogd, worden ze op 1 april 2006 met 1 % verhoogd.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.

Art. 4.Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, B. TOBBACK De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE

^