Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 december 2018
gepubliceerd op 16 januari 2019

Koninklijk besluit tot regeling van de procedure tot preventieve schorsing van het recht van een persoon om activiteiten uit te oefenen bedoeld in de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2019010206
pub.
16/01/2019
prom.
21/12/2018
ELI
eli/besluit/2018/12/21/2019010206/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot regeling van de procedure tot preventieve schorsing van het recht van een persoon om activiteiten uit te oefenen bedoeld in de wet van 2 oktober 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/10/2017 pub. 31/10/2017 numac 2017031388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 2 oktober 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/10/2017 pub. 31/10/2017 numac 2017031388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, inzonderheid op artikel 82;

Gelet op advies 64.581/2 van de Raad van State, gegeven op 26 november 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient verstaan te worden onder : 1° minister : de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken;2° preventieve schorsing: de schorsing zoals bedoeld in artikel 82 van de wet van 2 oktober 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/10/2017 pub. 31/10/2017 numac 2017031388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;3° administratie : de Directie Private Veiligheid bij de Algemene Directie Veiligheid en Preventie bij de FOD Binnenlandse Zaken;4° wet : de wet van 2 oktober 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/10/2017 pub. 31/10/2017 numac 2017031388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;5° werkdag: elke dag andere dan een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag. HOOFDSTUK II. - Procedure

Art. 2.Vooraleer de minister een preventieve schorsing kan uitspreken, brengt de administratie de betrokkene bij een aangetekende zending op de hoogte van : 1° alle hem ten laste gelegde feiten;2° de preventieve schorsingsmaatregel die wordt overwogen ten aanzien van zijn persoon;3° zijn recht om zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman van zijn keuze;4° zijn recht om inzage te nemen van zijn dossier, de termijn waarover hij daartoe beschikt en de plaats waar deze inzage mogelijk is;5° zijn recht om schriftelijk verweer in te dienen en de termijn waarover hij daartoe beschikt.

Art. 3.§ 1. De betrokkene beschikt vanaf de kennisgeving bedoeld in artikel 2 over een termijn van 2 werkdagen om zijn dossier in te zien en om er ter plaatse een afschrift van te verkrijgen.

Indien één van de uitzonderingsgronden die voorzien zijn in artikel 73 van de wet aanwezig is, wordt de inlichting waarvan inzage schade zou kunnen toebrengen, uit het administratief dossier verwijderd vooraleer betrokkene inzage kan nemen van zijn dossier. § 2. De betrokkene beschikt vanaf de kennisgeving bedoeld in artikel 2 over een termijn van 4 werkdagen om zijn verweermiddelen over te maken per aangetekende zending.

Art. 4.In de loop van de procedure tot preventieve schorsing, kan de administratie iedereen horen die inlichtingen kan verstrekken. In dit geval wordt een proces-verbaal van verhoor opgemaakt.

Indien dit verhoor heeft plaatsgehad na de kennisgeving bedoeld in artikel 2, wordt betrokkene per aangetekende zending op de hoogte gebracht van dit verhoor en de inhoud ervan. Hij beschikt over een nieuwe termijn van twee werkdagen vanaf deze kennisgeving om dit proces-verbaal van verhoor ter plaatse in te zien en er een afschrift van te verkrijgen en over een nieuwe termijn van vier werkdagen vanaf deze kennisgeving om zijn verweermiddelen in dit verband per aangetekende zending over te maken.

Het vorig lid is niet van toepassing indien één van de uitzonderingsgronden die voorzien zijn in artikel 73 van de wet aanwezig is.

Art. 5.Na de verweermiddelen van de betrokkene te hebben onderzocht, roept de administratie de betrokkene op om hem te horen.

Van het verhoor wordt proces-verbaal opgemaakt, er wordt voorlezing van gedaan, de betrokkene wordt verzocht het te ondertekenen en ontvangt er een afschrift van. Indien de betrokkene weigert te ondertekenen wordt dit vermeld in het proces-verbaal en wordt de reden van de weigering opgegeven.

Indien de betrokkene schriftelijk afstand doet van het verhoor of zich er niet op aanmeldt, wordt, naar gelang het geval, een proces-verbaal van afstand of van niet - verschijnen opgesteld.

Art. 6.In uitzonderlijke gevallen van dringende noodzakelijkheid kan de minister de preventieve schorsing uitspreken zonder de procedure bepaald in de artikels 2 tot en met 5 te volgen. In dit geval worden de redenen van de dringende noodzakelijkheid eveneens vermeld.

Art. 7.De minister neemt binnen de 14 werkdagen na het afsluiten van het proces-verbaal van verhoor, van afstand of van niet-verschijnen, een beslissing aangaande de preventieve schorsingsmaatregel waarvan hij de betrokkene per aangetekende zending in kennis stelt.

Art. 8.Nadat de betrokkene van de beslissing tot preventieve schorsing kennis kreeg, brengt hij onverwijld de betrokken onderneming of interne dienst op de hoogte van de beslissing en maakt hij haar desgevallend binnen de twee werkdagen zijn identificatiekaart over.

Art. 9.De betrokken onderneming of interne dienst dient, nadat ze op de hoogte werd gebracht van de beslissing tot preventieve schorsing, voorlopig een einde te maken aan elke taak die de betrokkene bij deze onderneming of interne dienst vervult.

Art. 10.In het geval bedoeld in 78, tweede lid, van de wet, heeft de procedure tot preventieve schorsing als gevolg dat de identificatiekaart niet voorlopig vernieuwd wordt.

Art. 11.De termijnen bedoeld in de artikels 3, 4 en 8 worden als volgt berekend : 1° Wanneer de kennisgeving is gebeurd bij aangetekende zending met ontvangstmelding, is de eerste dag van de termijn die welke volgt op de ontvangst van de brief en is hij inbegrepen in de termijn.Indien de geadresseerde de brief weigert, is de eerste dag van de termijn die welke volgt op de dag van weigering van de brief en is hij inbegrepen in de termijn. 2° Wanneer de kennisgeving is gebeurd bij gewone aangetekende zending, is de eerste dag van de termijn de derde werkdag die volgt op de verzending van de brief, behoudens bewijs van het tegendeel door de geadresseerde, en is die dag inbegrepen in de termijn. Het postmerk geldt als bewijs, zowel voor de verzending als voor de ontvangst of de weigering. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 12.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 december 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, P. DE CREM

^