Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 juni 2011
gepubliceerd op 08 juli 2011

Koninklijk besluit betreffende de vorm van de vergunning klasse G1, de wijze waarop de aanvragen van een vergunning klasse G1 moeten worden ingediend en onderzocht en de verplichtingen waaraan de houders van deze vergunning moeten voldoen

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2011009499
pub.
08/07/2011
prom.
21/06/2011
ELI
eli/besluit/2011/06/21/2011009499/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 JUNI 2011. - Koninklijk besluit betreffende de vorm van de vergunning klasse G1, de wijze waarop de aanvragen van een vergunning klasse G1 moeten worden ingediend en onderzocht en de verplichtingen waaraan de houders van deze vergunning moeten voldoen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, 1. Inleiding Het huidige ontwerp van koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd kadert in de ten uitvoerlegging van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 20/08/1999 numac 1999021323 bron diensten van de eerste minister Wet houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, hierna de Kansspelwet genoemd. Dit koninklijk besluit dient samen gelezen te worden met het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaraan spelen aangeboden in het kader van televisieprogramma's via nummerreeksen van het Belgische nummerplan en die een totaalprogramma inhouden, moeten voldoen.

De ontwerpen bevatten regelgeving met betrekking tot de zogenaamde 'belspelletjes' op televisie.

Voorliggend ontwerp van koninklijk besluit bepaalt, in toepassing van artikel 43/13 van de Kansspelwet, de nadere regels met betrekking de vergunning vereist voor de exploitatie van dergelijke spelletjes, te weten de vergunning klasse G1. 2. Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 bepaalt hoe de vergunning moet worden aangevraagd.Dit kan per aangetekende postzending of op elektronische wijze. Er dient gebruikt te worden gemaakt van het formulier gevoegd als bijlage I bij voorliggend ontwerp van koninklijk besluit.

Artikel 2 geeft aan dat de aanvraag door de Kansspelcommissie zal worden behandeld binnen een termijn van drie maanden.

Artikel 3 schrijft voor dat over de aangevraagde spelen afzonderlijk geoordeeld wordt en dat in de af te leveren vergunning aangeduid wordt voor welke spelen ze geldt.

Artikel 4 voorziet in een kennisgeving van de beslissing van de Kansspelcommissie per aangetekende postzending.

Indien het een gunstige beslissing betreft zal een vergunning klasse G1 worden afgeleverd overeenkomstig het model gevoegd bijlage II bij voorliggend ontwerp van koninklijk besluit.

Artikel 5 laat de vergunninghouder toe, eenmaal de vergunning bekomen werd, om een bijkomende aanvraag in te dienen om andere, nieuwe spelen mee in de vergunning te laten opnemen. Deze aanvraag verloopt op dezelfde wijze als de vergunningsaanvraag.

Artikel 6 stelt dat de vergunninghouder een protocol dient af te sluiten met de gebeurlijke operatoren, facilitatoren en organisatoren van de belspelletjes. Dit protocol dient hun onderlinge samenwerking te regelen.

Artikel 7 geeft aan dat vergunninghouder voortdurend moet zorgen voor de eerlijkheid van de ingerichte mediaspelen, alsook voor de regelmatige werking ervan.

Artikel 8 ten slotte schrijft voor dat met betrekking tot de ingerichte mediaspelen een afzonderlijk boekhouding dient te worden gevoerd.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Volksgezondeheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM De Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Justitie, C. DEVLIES

Advies 49.483/2 van 27 april 2011 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State De Raad van State, afdeling Wetgeving, tweede kamer, op 5 april 2011 door de Staatssecretaris, toegevoegd aan de Minister van Justitie verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « betreffende de vorm van de vergunning klasse G1, de wijze waarop de aanvragen van een vergunning klasse G1 moeten worden ingediend en onderzocht en de wijze waarop de mediaspelen worden ingericht en beheerd, met dien verstande dat een afzonderlijke boekhouding moet worden gevoerd voor alle kansspelactiviteiten », heeft het volgende advies gegeven : Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Onderzoek van het ontwerp Opschrift Aanbevolen wordt te zorgen voor een duidelijk, nauwkeurig, volledig en beknopt opschrift van het besluit. Door het opschrift moet het onderwerp van de tekst onmiddellijk duidelijk zijn voor de lezer (1).

Het opschrift van het voorliggende ontwerp (« koninklijk besluit betreffende de vorm van de vergunning klasse G1, de wijze waarop de aanvragen van een vergunning klasse G1 moeten worden ingediend en onderzocht en de wijze waarop de mediaspelen worden ingericht en beheerd, met dien verstande dat een afzonderlijke boekhouding moet worden gevoerd voor alle kansspelactiviteiten »), moet verbeterd kunnen worden op het stuk van de beknoptheid. Het is aldus niet noodzakelijk eraan te herinneren dat de machtiging die de rechtsgrond van het ontwerp vormt, bepaalt dat een afzonderlijke boekhouding moet worden gevoerd voor alle kansspelactiviteiten.

Een opschrift mag niet de indruk doen ontstaan dat het onderwerp ervan ruimer lijkt dan het werkelijk is. In dit verband kan het gebruik van de woorden « de mediaspelen » de indruk wekken dat het gaat om alle mediaspelen, terwijl het onderzochte ontwerp alleen betrekking heeft op de mediaspelen die geëxploiteerd worden door houders van een vergunning klasse G1, dit wil zeggen in het kader van televisieprogramma's via nummerreeksen van het Belgische nummerplan en die een totaalprogramma inhouden, en niet om die welke via een andere medium geëxploiteerd worden (2).

Het opschrift van het ontwerp zou, gelet op het belang van gelijkvormigheid in de opschriften van de verschillende besluiten die betrekking hebben op de verschillende klassen van vergunningen, het volgende kunnen zijn : « koninklijk besluit betreffende de vorm van de vergunning klasse G1, de wijze waarop de aanvragen voor een vergunning klasse G1 moeten worden ingediend en onderzocht en de verplichtingen waaraan de houders van deze vergunning moeten voldoen ».

Dispositief Artikelen 1, 2 en 4 In de artikelen 1, 2 en 4 gebruikt het ontwerp de woorden « aangetekende brief ». Er moet een terminologie worden gebruikt die overeenstemt met de wet van 9 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/2001 pub. 29/09/2001 numac 2001011298 bron ministerie van economische zaken Wet houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten sluiten houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen, de elektronisch aangetekende zending en certificatiediensten zoals ze uiterlijk 30 juni 2011 van kracht zal zijn (3), namelijk een « aangetekende postzending », wat het eveneens mogelijk maakt het in het ontwerp gemaakte onderscheid tussen dit type van zending en de elektronische procedure duidelijker tot uiting te laten komen.

Artikel 3 1. Artikel 3 van het ontwerp bepaalt dat de Kansspelcommissie eventueel bijkomende voorwaarden kan opleggen wanneer ze voor spelen een vergunning verleent. Om toe te laten dat het verlenen van vergunningen wordt toevertrouwd aan een autonome bestuursoverheid zonder dat een politiek verantwoordelijke overheid een opportuniteitscontrole uitoefent, is het, op zijn minst, noodzakelijk dat de in aanmerking te nemen criteria om deze vergunningen af te geven zo worden omschreven dat de aldus toegekende bevoegdheid slechts weinig gegevens inhoudt die voor beoordeling vatbaar zijn (4).

De woorden « eventueel door het opleggen van bijkomende voorwaarden » behoren bijgevolg te vervallen. 2. Men schrijve « waarvoor de vergunning wordt verleend » en niet « waarvoor de vergunning zal worden verleend ». Artikel 5 1. In het eerste lid van artikel 5 schrijve men « Commissie » in plaats van « Kansspelcommissie », daar, volgens artikel 1, met de woorden « de Commissie » in het ontwerp « de Kansspelcommissie » wordt bedoeld.2. Het zou correcter zijn te schrijven dat de houder van de vergunning een aanvraag kan indienen voor de exploitatie van andere spelen dan die waarvoor zijn vergunning geldt en dat deze vergunning aangevuld wordt met de nieuwe spelen waarvoor een vergunning wordt verleend, in plaats van te bepalen dat de vergunninghouder een aanvraag indient « om nieuwe spelen in de vergunning te laten opnemen ». Hoofdstuk 3 In het opschrift van hoofdstuk 3 dienen de woorden « met dien verstande dat een afzonderlijke boekhouding moet worden gevoerd voor alle kansspelactiviteiten » te vervallen.

Artikel 6 1. De eerste zin van artikel 6, namelijk « De vergunninghouder verbindt zich ertoe, tegenover de Kansspelcommissie, de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen met betrekking tot de inhoud van de vergunning G1 », dient te worden weggelaten.De vergunninghouder is verantwoordelijk voor de organisatie van de spelen overeenkomstig de geldende regelgeving zonder dat het noodzakelijk is dat hij daarvan de verantwoordelijkheid op zich neemt. 2. Het is weliswaar toelaatbaar dat, zoals in de tweede zin te lezen staat, de vergunninghouder « met de operatoren, facilitatoren en organisatoren een protocol » dient af te sluiten « waarin de onderlinge samenwerking wordt geregeld », maar het is evident dat een dergelijk protocol de vergunninghouder niet zou kunnen ontslaan van zijn verantwoordelijkheid. Artikel 8 Men schrijve « voert een aparte boekhouding » in plaats van « dient een aparte boekhouding te voeren ».

Artikel 9 De termijn van tien dagen die, in principe, moet liggen tussen de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en de inwerkingtreding heeft als bedoeling dat de adressanten van de regel er binnen een redelijke termijn kennis van kunnen nemen. De afdeling Wetgeving ziet in casu niet wat de noodzaak is van de onmiddellijke inwerkingtreding van het ontworpen besluit.

Artikel 10 Het is de afdeling Wetgeving niet duidelijk om welke reden de minister tot wiens bevoegdheid de Nationale Loterij behoort, belast wordt met de uitvoering van het onderzochte ontwerp.

Bijlage I 1. Er is niet voldoende rekening gehouden met het feit dat de aanvraag, overeenkomstig artikel 43/10, 1, van de voormelde wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 20/08/1999 numac 1999021323 bron diensten van de eerste minister Wet houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad sluiten, kan worden ingediend door een onderdaan van een lidstaat van de Europese Unie of door een rechtspersoon naar het recht van een lidstaat van de Europese Unie.Zulks is bijvoorbeeld het geval voor de rubriek « gerechtelijk verleden » die alleen voorziet in een controle bij het centraal strafregister.

De stellers van het ontwerp wordt verzocht dit formulier te herzien om het mogelijk te maken de aanvraag in te dienen vanuit een andere lidstaat van de Europese Unie. 2. In A, III, 4), wordt de volgende vraag gesteld : « Heeft U een rekening geopend bij een in het buitenland gelegen bank-, wissel-, krediet- of spaarinstelling ? ».Het woord « geopend » dient te vervallen om de vraag uitsluitend betrekking te laten hebben op de rekeningen die nog openstaan, met uitzondering van die welke afgesloten zouden zijn, ofwel dient te worden geschreven, zoals in het formulier waarin voor de aanvraag van de vergunning klasse F1 is voorzien : « Heeft U een rekening geopend bij een in het buitenland gelegen bank-, wissel- krediet- of spaarinstelling ? Zo ja, vul dan onderstaande tabel in : ». 3. In C.1 moet de bijlage worden gewijzigd opdat beter zou blijken dat deze gegevens voor elk spel moeten worden medegedeeld. 4.1. In hetzelfde punt staat dat de aanvrager van de vergunning de spelaanbieder, de organisator, de operator, de facilitator en de gerechtsdeurwaarder of de notaris moet vermelden. 4.2. Indien de stellers van het ontwerp het ontwerp van koninklijk besluit aannemen tot vaststelling van de voorwaarden waaraan sommige spelen aangeboden in het kader van televisieprogramma's via nummerreeksen van het Belgische nummerplan en die een totaalprogramma inhouden, moeten voldoen, ook 'koninklijk besluit belspelen' genoemd, waarover de afdeling Wetgeving op 23 maart 2011 advies 49.317/2 heeft gegeven, lijkt het niet meer relevant te verwijzen naar een gerechtsdeurwaarder of een notaris. Hoewel immers in het optreden van een notaris of een gerechtsdeurwaarder is voorzien bij artikel 8, 2, van het koninklijk besluit van 12 mei 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/05/2009 pub. 29/05/2009 numac 2009009359 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaraan sommige spelen aangeboden in het kader van televisieprogramma's via nummerreeksen van het Belgisch nummerplan en die een totaalprogramma inhouden moeten voldoen sluiten tot vaststelling van de voorwaarden waaraan sommige spelen aangeboden in het kader van televisieprogramma's via nummerreeksen van het Belgisch nummerplan en die een totaalprogramma inhouden moeten voldoen, is dit niet meer het geval in de ontworpen tekst die dat besluit vervangt. 4.3. Artikel 43/10, 3, van de voornoemde wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 20/08/1999 numac 1999021323 bron diensten van de eerste minister Wet houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad sluiten bepaalt dat in het dossier dat met de aanvraag wordt overgezonden duidelijk dient te worden weergegeven wie de operator, organisator, spelaanbieder en facilitator is. In dit artikel staat dat, indien het gaat om natuurlijke personen, deze ook volledig over hun burgerlijke en politieke rechten moeten beschikken, en indien het gaat om rechtspersonen, de bestuurders en zaakvoerders volledig over hun burgerlijke en politieke rechten moeten beschikken. Er is derhalve reden om de gegevens te preciseren die voor deze personen moeten worden vermeld opdat de Commissie over de noodzakelijke gegevens zou beschikken om na te gaan of ze volledig in het bezit zijn van hun burgerlijke en politieke rechten. 5. In C 2 staat « overeenkomstig artikel 6 van dit besluit ».De bijlage vermeldt niet het besluit waarbij ze gevoegd wordt, zodat dus het volledige opschrift van het ontworpen besluit moet worden vermeld.

Deze opmerking geldt ook voor de tweede bijlage. 6. In de Franse versie schrijve men « Vu pour être annexé à notre arrêté Y » en niet « Vue pour être annexée à Notre arrêté Y ». Deze opmerking geldt eveneens voor de tweede bijlage.

Bijlage II De tekst van de tweede bijlage dient te worden voorafgegaan door de vermelding « Bijlage II » (5).

De kamer was samengesteld uit : de heren : Y. Kreins, kamervoorzitter, P. Vandernoot, Mevr. M. Baguet, staatsraden, Mevr. A.-C. Van Geersdaele, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de Heer Y. Delval, adjunct-auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van Mevr. M. Baguet.

De griffier, A.-C. Van Geersdaele.

De voorzitter, Y. Kreins. _______ Nota's (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-conseildetat.be, tab « Wetgevingstechniek », aanbeveling nr. 14. (2) Artikel 2, 8°, van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 20/08/1999 numac 1999021323 bron diensten van de eerste minister Wet houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers omschrijft het woord « media » als volgt : « elke radio- of televisiezender, en elk dagblad of tijdschrift waarvan de maatschappelijke zetel van de exploitant of uitgever gevestigd is in de Europese Unie ».(3) Deze bepalingen komen voor in de artikelen 38 tot 52 van de wet van 13 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010011511 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en tot wijziging van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten sluiten tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en tot wijziging van de wet van 9 juli 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/2001 pub. 29/09/2001 numac 2001011298 bron ministerie van economische zaken Wet houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten sluiten houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten.Krachtens artikel 57, eerste lid, 2°, van de voormelde wet van 13 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010011511 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en tot wijziging van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten sluiten, treden ze in werking op 30 juni 2011. Het tweede lid van artikel 57 van de voornoemde wet van 13 december 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/12/2010 pub. 31/12/2010 numac 2010011511 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector en tot wijziging van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten sluiten machtigt de Koning evenwel een vroegere datum van inwerkingtreding vast te stellen. (4) Zie advies 34.627/2 gegeven op 19 maart 2003 over het ontwerp dat geleid heeft tot het decreet van 22 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/10/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003029614 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie sluiten houdende instemming met het samenwerkingsakkoord betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie (Parl. St., Parl. Fr. Gem. 2002-2003, nr. 445/1). (5) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-conseildetat.be, tab « Wetgevingstechniek », aanbeveling nr. 172.

21 JUNI 2011. - Koninklijk besluit betreffende de vorm van de vergunning klasse G1, de wijze waarop de aanvragen van een vergunning klasse G1 moeten worden ingediend en onderzocht en de verplichtingen waaraan de houders van deze vergunning moeten voldoen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers type wet prom. 07/05/1999 pub. 20/08/1999 numac 1999021323 bron diensten van de eerste minister Wet houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, artikel 43/13, 1, 2 en 3, ingevoegd bij de wet van 10 januari 2010;

Gelet op het advies van de Kansspelcommissie, gegeven op 14 april 2010;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 februari 2011;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor van Begroting, d.d.1 april 2011;

Gelet op advies 49.483/2 van de Raad van State, gegeven op 27 april 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie, van de Minister van Financiën, van de Minister van Volksgezondheid, van de Minister voor Ondernemen, van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - De vorm van de vergunning klasse G1, de wijze waarop de aanvragen voor een vergunning klasse G1 moeten worden ingediend en onderzocht

Artikel 1.De aanvraag voor een vergunning klasse G1 wordt ingediend op één van volgende wijzen : - bij aangetekende postzending gericht aan de Kansspelcommissie, hierna de Commissie genoemd, door middel van een formulier waarvan het model als bijlage I bij dit besluit is gevoegd. Dit formulier wordt door de commissie op eenvoudig verzoek toegezonden aan de aanvrager; - op elektronische wijze via het hiertoe door de bevoegde overheid ter beschikking gesteld voorschrift. In dit geval wordt de aangifte, die ingevuld en verstuurd werd overeenkomstig de daarin voorkomende aanduidingen, gelijkgesteld met een gewaarmerkte, gedagtekende en ondertekende aanvraag.

Art. 2.De aanvraag wordt behandeld binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de ontvangst van de aangetekende postzending of vanaf de ontvangst van de op elektronische wijze ingediende volledige vergunningsaanvraag, bedoeld in artikel 1.

Art. 3.De Kansspelcommissie beoordeelt de spelen afzonderlijk en duidt de spelen aan waarvoor de vergunning wordt verleend.

Art. 4.De kennisgeving van beslissing van de Commissie aan de betrokkene gebeurt bij aangetekende postzending.

Bij een gunstige beslissing wordt een vergunning klasse G1, waarvan het model als bijlage II bij dit besluit is gevoegd, bezorgd aan de vergunninghouder. HOOFDSTUK 2. - Behandeling van de spelaanvragen na toekenning van de vergunning G1

Art. 5.De vergunninghouder kan, gedurende de duur van de vergunning, een aanvraag bij de Commissie indienen om nieuwe spelen in de vergunning te laten opnemen. De Kansspelcommissie beoordeelt elk spel afzonderlijk. Zij kan de opname aanvaarden of weigeren.

De aanvraag wordt ingediend en onderzocht overeenkomstig de bepalingen in Hoofdstuk 1 van dit besluit. HOOFDSTUK 3. - De wijze waarop de mediaspelen worden ingericht en beheerd

Art. 6.De vergunninghouder dient met de operatoren, facilitatoren en organisatoren een protocol af te sluiten waarin de onderlinge samenwerking wordt geregeld.

Art. 7.De vergunninghouder moet voortdurend zorgen voor de eerlijkheid van de ingerichte mediaspelen, alsook voor de regelmatige werking ervan.

Art. 8.De vergunninghouder voert een aparte boekhouding met betrekking tot de ingerichte mediaspelen. Per mediaspel dient hij de boekhoudkundige gegevens en bijhorende stavingstukken op eenvoudige vraag van de Kansspelcommissie voor te leggen. HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling

Art. 9.De Minister bevoegd voor Justitie, de Minister bevoegd voor Financiën, de Minister bevoegd voor Volksgezondheid, de Minister bevoegd voor Ondernemen en de Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 juni 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Volksgezondeheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM De Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Justitie, C. DEVLIES

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 21 juni 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Volksgezondeheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM De Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Justitie, C. DEVLIES

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 21 juni 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Volksgezondeheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM De Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Justitie, C. DEVLIES

^