Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 maart 2001
gepubliceerd op 31 maart 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 mei 1991 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vergoedbare farmaceutische verstrekkingen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022212
pub.
31/03/2001
prom.
21/03/2001
ELI
eli/besluit/2001/03/21/2001022212/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 MAART 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 mei 1991 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vergoedbare farmaceutische verstrekkingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35bis, ingevoegd bij de wet van 2 januari 2001, artikel 37, § 2, eerste lid en artikel 37, § 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 februari 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1991 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vergoedbare farmaceutische verstrekkingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 september 1992, 11 april 1994, 9 januari 1998, 2 december 1998 en 1 maart 2000;

Gelet op het advies, uitgebracht op 8 januari 2001 door het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 januari 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 8 februari 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat dit besluit onverwijld gepubliceerd moet worden om de farmaceutische bedrijven, de verzekeringsinstellingen, de tariferingdiensten en de rechthebbenden ervan op de hoogte te brengen dat het maximumbedrag van het persoonlijk aandeel op 1 januari 2001 niet wordt gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen en door de omstandigheid dat de aanpassing die dit besluit beoogt noodzakelijk is om de toepassing op 1 april 2001 van artikel 35bis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 te verzekeren;

Gelet op het advies nr. 31.283/1 van de Raad van State, gegeven op 15 februari 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 7 mei 1991 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden in de kosten van de in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen vergoedbare farmaceutische verstrekkingen, wordt vervangen als volgt : «

Art. 2.Overeenkomstig artikel 37, § 2, eerste lid en artikel 37, § 3 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 bestaat het gedeelte van de kostprijs van de aangenomen farmaceutische specialiteiten dat voor rekening van de rechthebbende kan worden gelaten uit : 1° het verschil tussen de nieuwe basis van tegemoetkoming en de verkoopprijs aan publiek, BTW ingegrepen voor de aangenomen farmaceutische specialiteiten bedoeld in artikel 34, eerste lid, 5°, c), 1 waarvoor overeenkomstig artikel 35bis van voornoemde wet een nieuwe basis van tegemoetkoming is vastgesteld, (voor de in een verplegingsinrichting opgenomen rechthebbenden valt dit verschil niet ten laste van deze rechthebbenden) 2° het aandeel in de kosten voor alle aangenomen farmaceutische specialiteiten, vastgesteld volgens de categorieën waarin deze geneesmiddelen geklasseerd zijn bij toepassing van artikel 35, § 1, van de voornoemde gecoördineerde wet : a) aangenomen farmaceutische specialiteiten bestemd voor rechthebbenden die niet in een verplegingsinrichting zijn opgenomen : - Categorie A : het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden wordt vastgesteld op 0 % van de vergoedingsbasis van de farmaceutische specialiteit; - Categorie B : het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden wordt vastgesteld op 15 % van de vergoedingsbasis van de farmaceutische specialiteit, met een maximum van 6,20 euro (250 frank), voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, en op 25 % van de vergoedingsbasis van de farmaceutische specialiteit met een maximum van 9,30 euro (375 frank), voor de overige rechthebbenden; - Catégorie C : het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden wordt vastgesteld op 50 % van de vergoedingsbasis van de farmaceutische specialiteit, met een maximum van 9,30 euro (375 frank), voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 1, tweede lid, en § 19, van de voornoemde gecoördineerde wet die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, en met een maximum van 15,49 euro (625 frank) voor de overige rechthebbenden; - Categorie Cs : het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden wordt vastgesteld op 60 % van de vergoedingsbasis van de farmaceutische specialiteit; - Categorie Cx : het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden wordt vastgesteld op 80 % van de vergoedingsbasis van de farmaceutische specialiteit; b) aangenomen farmaceutische specialiteiten bestemd voor in een verplegingsinrichting opgenomen rechthebbenden : het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden wordt forfaitair op 0,62 euro (25 frank) per dag verpleging vastgesteld.»

Art. 2.In artikel 2bis van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 1 maart 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "artikel 2, a)," vervangen door de woorden "artikel 2, § 1, a),";2° het derde lid wordt aangevuld met de woorden "en het jaar 2001.»

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2001, met uitzondering van de bepaling van artikel 2, 2°, die in werking treedt met ingang van 1 januari 2001.

Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 maart 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken : F. VANDENBROUCKE

^