Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 maart 2013
gepubliceerd op 08 april 2013

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 mei 2007 tot uitvoering van artikel 278 van de programmawet van 24 december 2002

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2013022190
pub.
08/04/2013
prom.
21/03/2013
ELI
eli/besluit/2013/03/21/2013022190/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 MAART 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/05/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007022854 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 278 van de programmawet van 24 december 2002 sluiten tot uitvoering van artikel 278 van de programmawet (I) van 24 december 2002


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levensfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, artikel 17bis;

Gelet op de programmawet (I) van 24 december 2002, de artikelen 278 en 280, gewijzigd bij de wet houdende diverse bepalingen (I) van 27 december 2005 en bij de wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid van 19 december 2008;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/05/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007022854 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 278 van de programmawet van 24 december 2002 sluiten tot uitvoering van artikel 278 van de programmawet (I) van 24 december 2002;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 8 februari 2012;

Gelet op het advies van de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 27 februari 2012;

Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren, waarin besloten wordt dat een effectbeoordeling niet vereist is;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 november 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 21 december 2012;

Gelet op advies 52.795/2 van de Raad van State, gegeven op 18 februari 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 9 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/05/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007022854 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 278 van de programmawet van 24 december 2002 sluiten tot uitvoering van artikel 278 van de programmawet (I) van 24 december 2002, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.Het Intermutualistisch Agentschap, bedoeld in artikel 278 van de programmawet (I) van 24 december 2002, wordt ertoe gemachtigd de in het vijfde lid van het voornoemde artikel bedoelde representatieve steekproef samen te stellen onder de vorm van één of meerdere steekproefbestanden en te actualiseren op 31 december van elk kalenderjaar. De gegevens worden voorafgaand gecodeerd door de verzekeringsinstelling en overgemaakt aan een intermediaire organisatie, die ze een tweede maal codeert alvorens ze worden overgemaakt aan het Intermutualistisch Agentschap. ».

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd luidende : « Het Intermutualistisch Agentschap heeft ook zelf op permanente wijze, via een beveiligde verbinding, toegang tot de door haar getrokken permanente representatieve steekproef. Hiervoor wordt een effectieve en afdoende scheiding ingevoerd binnen het Intermutualistisch Agentschap tussen het beheer van de permanente representatieve steekproef enerzijds en het inhoudelijk gebruik ervan anderzijds. Ook houdt het Intermutualistisch Agentschap een login-journaal van de toegangen bij waarin nagegaan kan worden wie welke verwerking heeft uitgevoerd, op welk tijdstip, met welke gegevens en voor welke doeleinden. ».

Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 3.Het Intermutualistisch Agentschap ontvangt voor de terbeschikkingstelling van de permanente representatieve steekproef aan de in artikel 2 bedoelde instellingen, en de technische ondersteuning daaraan verbonden, een jaarlijkse vergoeding.

Voor het werkingsjaar 2013 bedraagt de vergoeding maximaal 200.000 euro per jaar. Het bedrag van de jaarlijkse vergoeding wordt bepaald in functie van het aantal beschikbare prestatiejaren, het aantal instellingen die toegang hebben tot de permanente representatieve steekproef, en het aantal werkdagen voor actualisering en permanentie enerzijds en voor ondersteuning en ontwikkeling anderzijds. De technische commissie bedoeld in artikel 5 doet een voorstel van toewijzing van het bedrag van de jaarlijkse vergoeding op basis van voormelde parameters. Dit voorstel wordt uiterlijk de eerste week van de maand december van het jaar voorafgaand aan het werkingsjaar overgemaakt aan de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging. De Algemene raad beslist over de toewijzing van het bedrag van de jaarlijkse vergoeding voor het volgende werkingsjaar. De betaling van de helft van het bedrag van de jaarlijkse vergoeding zoals opgenomen in het goedgekeurde voorstel, gebeurt tijdens de maand juli van het werkingsjaar. Tijdens de maand januari van het jaar volgend op het werkingsjaar, wordt vervolgens de andere helft betaald van het bedrag van de jaarlijkse vergoeding zoals opgenomen in het goedgekeurde voorstel, te verminderen in functie van de mate van uitvoering tijdens het werkingsjaar van de vooropgestelde opdrachten.

De technische commissie bedoeld in artikel 5 maakt tegen uiterlijk de eerste week van de maand december van het werkingsjaar een gedetailleerde onkostennota over aan de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging met betrekking tot de uitvoering tijdens het werkingsjaar van de gebudgetteerde opdrachten.

Het bedrag van maximaal 200.000 euro wordt op 1 januari van elk jaar aangepast op grond van de evolutie, tussen 30 juni van het voorlaatste jaar en 30 juni van het vorige jaar, van de waarde van de gezondheidsindex, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 december 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/12/1997 pub. 23/12/1997 numac 1997022909 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging sluiten tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.

De vergoeding wordt betaald door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering na voorlegging van de kostenstaten en wordt aangerekend op de begroting voor administratiekosten van het Instituut. »

Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit, worden de woorden « tiende » en « tien » vervangen door de woorden « dertigste » en « dertig ».

Art. 5.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid wordt in de Franse tekst het woord « consultant » vervangen door het woord « conseiller »;2° in het tweede lid wordt de zin « De consulent informatie, veiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer binnen het Intermutualistisch Agentschap valideert elke bewerking van het Intermutualistisch Agentschap met betrekking tot de permanente representatieve steekproef en controleert of de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 2 inzake scheiding van beheer van de permanente representatieve steekproef en zijn gebruik en inzake login-journaal van de toegangen werden nageleefd voor de betrokken verwerking.» ingevoegd tussen de zin « Deze persoon heeft een adviserende, documenterende, stimulerende en controlerende taak inzake de toepassing van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. » en de zin « Deze instellingen moeten eveneens beschikken, al dan niet onder hun personeel, over een beoefenaar in de gezondheidszorg onder wiens toezicht en controle de verwerking van persoonsgegevens betreffende de gezondheid gebeurt. »

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013, met uitzondering van de artikelen 2 en 5, die in werking treden de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 maart 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX

^