Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 november 2018
gepubliceerd op 03 december 2018

Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de modaliteiten inzake de betaling, de rechtzetting, de overdracht en de terugbetaling van de voorafbetalingen, alsook de erop betrekking hebbende mededelingsmodaliteiten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2018015041
pub.
03/12/2018
prom.
21/11/2018
ELI
eli/besluit/2018/11/21/2018015041/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 NOVEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de modaliteiten inzake de betaling, de rechtzetting, de overdracht en de terugbetaling van de voorafbetalingen, alsook de erop betrekking hebbende mededelingsmodaliteiten


VERSLAG AAN DE KONING Sire, In het kader van de toenemende digitalisering van de dienstverlening door de Federale Overheidsdienst Financiën en in een optiek van efficiëntiewinsten en effectiviteit van de operationele administraties, waarvan in het bijzonder de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering, wordt voorgesteld om niet langer de rekeninguittreksels voorafbetalingen te versturen bij gewone brief.

Deze rekeninguittreksels waren aanvankelijk bestemd als ontvangstbewijs van de gedane voorafbetalingen, ongeacht of ze gedaan werden bij storting of door overschrijving. Zij werden beschouwd als bewijskrachtige documenten voor de aftrek van voorafbetalingen in de aangifte in de inkomstenbelastingen, in een tijd waar de aangiften in de inkomstenbelastingen (personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting, belasting der niet-inwoners) op papier werden ingediend en manueel werden behandeld. Nu steeds meer aangiften in de inkomstenbelastingen elektronisch gebeuren, en hun behandeling geautomatiseerd is, hebben de uittreksels voorafbetalingen hun rol verloren. De taxatiediensten moeten daarom niet langer de aftrekken van de voorafbetalingen op een manuele manier nakijken. De rekeninguittreksels krijgen bijgevolg een louter informatieve rol.

Gelijktijdig werd het platform MyMinfin ontwikkeld dat op een overkoepelende manier meer en meer diensten aan de belastingplichtigen en burgers aanbiedt: raadpleging van de aanslagbiljetten, fiches overgemaakt aan de taxatiediensten, terugbetalingen, enz. Voortaan bleek het opportuun om dit platform zo goed mogelijk te gebruiken door meer diensten aan te bieden en door papieren verzendingen, die een niet geringe kost vertegenwoordigen, te vermijden. Deze algemene tendens kadert in een context van geautomatiseerde uitwisselingen tussen de burgers en de Federale Overheidsdienst Financiën met meer in het bijzonder de verplichting van de professionelen om hun aangiften elektronisch in te dienen, behalve in een beperkt aantal afwijkende gevallen (aangifte via Intervat voor de btw, aangifte via Biztax voor de VZW's, de stichtingen en vennootschappen). Bijgevolg heeft dit ontwerpbesluit als hoofddoel om vanaf 1 maart 2019 de papieren verzendingen te vervangen door de raadpleging van de overzichten via het platform MyMinfin. Dit platform zal ook de mogelijkheid aanbieden om de overzichten af te drukken voor de belastingplichtigen die dit wensen. Bovendien zullen de betalingen van voorafbetalingen zo snel mogelijk in de toepassing worden geladen zodat het overzicht zeer regelmatig geactualiseerd wordt om de belastingplichtige toe te laten om het in rekening nemen van de betalingen op getrouwe wijze te controleren. Naast de raadpleging van de uittreksels voor het lopende belastbaar tijdperk, zal het platform ook de visualisatie van de drie recentst verstreken belastbare tijdperken toelaten, voor zover het niet de uittreksels betreft, die overeenkomstig artikel 71 in de versie zoals ze bestond voor de inwerkingtreding van zijn wijziging door artikel 3, per post werden verstuurd. Anders uitgedrukt zal de visualisatie van de drie recentst verstreken belastbare tijdperken slechts volledig operationeel zijn vanaf 2021, en niet vanaf 2019.

Voor 2019 zullen enkel de papieren uittreksels van 2018 worden geladen in de toepassing MyMinfin. In 2019 zullen de belastingplichtigen het overzicht van de voorafbetalingen betaald in 2019 en 2018 kunnen visualiseren. In 2020 zullen visualiseerbaar zijn de overzichten van 2018, 2019 en 2020 en in 2021 de overzichten van 2018, 2019, 2020 en 2021. Het is in die zin dat men de bepalingen van artikel 4 moet lezen. De belastingplichtigen die om redenen van technische onmogelijkheid, hun overzichten voorafbetalingen niet via het platform MyMinfin kunnen raadplegen, kunnen de verzending van de papieren overzichten per brief vragen. Zij kunnen hiervoor contact opnemen met de diensten van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering, en meer specifiek een Infocenter naar keuze (zie website FOD Financiën) of het "Inningscentrum - Dienst Voorafbetalingen". Deze dienst is bereikbaar per post : Koning Albert II-laan 33, bus 42, 1030 Schaarbeek, per telefoon via het nummer 0257/640 40 of per e-mail op het adres ontv.voorafbetalingen@minfin.fed.be Naast de raadpleging van de gedane betalingen zal het platform MyMinfin de belastingplichtige en zijn naar behoren gemachtigde toelaten om tot terugbetaling, overschrijving of overdracht van de betaalde voorafbetalingen te verzoeken. Onder een naar behoren gemachtigde wordt verstaan de persoon die toegang heeft tot de toepassingen over de voorafbetalingen op het platform MyMinfin namens de belastingplichtige voor wie hij handelt, zoals de bestuurder van de vennootschap of een gevolmachtigde boekhouder. Het doel is om maximaal gebruik te maken van MyMinfin en MyMinfinPro. Wanneer een persoon geen toegang tot het platform MyMinfin heeft, kunnen deze verzoeken schriftelijk worden gedaan bij het Inningscentrum - Dienst Voorafbetalingen, op bovenstaand adres. Dit is alleszins het geval voor de verzoeken tot rechtzetting, eventueel door terugbetaling, van een derde-betaler die de bewijslast van de materiële vergissing en de betaling draagt. Bij terugbetaling kan toepassing gemaakt worden van artikel 334 van de programmawet van 27 december 2004Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 27/12/2004 pub. 31/12/2004 numac 2004021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten.

Naast de mogelijkheid tot raadpleging brengt het nieuwe artikel 70 de termijn waarin de verzoeken tot rechtzetting, terugbetaling, overschrijving of overdracht van voorafbetalingen moeten worden ingediend, op 3 maanden. Dit betekent concreet dat voor de belastingplichtigen waarvoor het belastbaar tijdperk afsluit op 31 december van het kalenderjaar, alle verzoeken bedoeld in artikel 70, kunnen worden ingediend tot en met 31 maart van het volgende jaar.

Wanneer het belastbaar tijdperk wordt afgesloten op een andere datum dan 31 december, zullen de belastingplichtigen en hun gemachtigden over drie maanden beschikken vanaf het einde van het belastbare tijdperk om hun verzoeken in te dienen.

Het nieuwe artikel 67 meldt dat de voorafbetalingen uitsluitend kunnen worden gedaan op de financiële rekening van het Inningscentrum - Dienst Voorafbetalingen.

Ter vervanging van het registratienummer dat aan elke belastingplichtige die voorafbetalingen doet, wordt toegekend, zal het mogelijk zijn voor elke persoon die wenst over te gaan tot de betaling van deze voorafbetalingen om zijn gestructureerde mededeling te verkrijgen op basis van zijn KBO-nummer (Kruispuntbank van Ondernemingen), indien het om een onderneming gaat, van zijn rijksregisternummer, indien het om een ingezeten natuurlijke persoon gaat, die geen zelfstandige activiteiten heeft, of van zijn bis-nummer, indien het om een niet- ingezeten natuurlijke persoon gaat. De administratie stelt een informaticamodule ter beschikking op het platform MyMinfin van de FOD Financiën die toelaat om gemakkelijk de gestructureerde mededeling te bekomen, die men moet gebruiken voor een correcte aanrekening van de betalingen. In het geval dat de belastingplichtige niet beschikt over een van deze drie nummers of dat hij in de technische onmogelijkheid is om de gestructureerde mededeling te bekomen met behulp van de ter beschikking gestelde module, moet hij contact opnemen met het Inningscentrum - Dienst Voorafbetalingen.

De nieuwe bepalingen van artikel 67 zijn van toepassing vanaf 1 januari 2019, terwijl deze van de artikelen 70 en 71 van toepassing zijn vanaf 1 maart 2019 omwille van de informaticatechnische implementatie. Anders uitgedrukt zullen alle betalingen vanaf 1 januari 2019 moeten worden uitgevoerd op het unieke rekeningnummer, maar het overzicht van de voorafbetalingen zal slechts operationeel zijn vanaf 1 maart 2019. Dit betekent dat voor de belastingplichtigen, waarvan het belastbaar tijdperk wordt afgesloten op 31 december 2018, de rekeninguittreksels voorafbetalingen op papier zullen worden verzonden in de loop van de maand januari van 2019.

Om er zich van te vergewissen dat de belastingplichtigen correct geïnformeerd zijn over de wijzigingen die staan te gebeuren vanaf 1 januari 2019, zal de administratie in de loop van 2018 een aantal maatregelen uitwerken: campagnes op sociale media, informatiebrieven, informatie op de website, enz.

Er werd rekening gehouden met alle opmerkingen van de Raad van State.

De tekst van het ontwerp werd telkens aangepast als aangegeven door de Raad van State.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

ADVIES 64.257/3 van 12 oktober 2018 over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de modaliteiten inzake de betaling, de rechtzetting, de overdracht en de terugbetaling van de voorafbetalingen, alsook de erop betrekking hebbende mededelingsmodaliteiten" Op 12 september 2018 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de modaliteiten inzake de betaling, de rechtzetting, de overdracht en de terugbetaling van de voorafbetalingen, alsook de erop betrekking hebbende mededelingsmodaliteiten".

Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 2 oktober 2018 . De kamer was samengesteld uit Jo Baert, kamervoorzitter, Jeroen Van Nieuwenhove en Peter Sourbron, staatsraden, Jan Velaers en Bruno Peeters, assessoren, en Greet Verberckmoes, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Dries Van Eeckhoutte, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jo Baert, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 12 oktober 2018. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking van het ontwerp 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 27/07/2015 numac 2015000371 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel I sluiten "tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992" (hierna: KB/WIB 92). De voornaamste wijzigingen hebben betrekking op de volgende elementen.

De wijzigingen strekken ertoe om de voorafbetalingen van zowel de natuurlijke personen als de rechtspersonen opnieuw op één enkel rekeningnummer te laten storten of overschrijven. De gestructureerde mededeling die daarbij moet worden gebruikt, bevat een verwijzing naar het identificatienummer waarmee de belastingplichtige in andere registers (Rijksregister, Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, Kruispuntbank van Ondernemingen) gekend is (artikel 1 van het ontwerp - ontworpen artikel 67 van het KB/WIB 92).

Voorts wordt de termijn om verzoeken tot overdracht, rechtzetting, overdracht en terugbetaling van uitgevoerde voorafbetalingen te doen, verlengd tot de laatste dag van de derde maand volgend op het belastbaar tijdperk (artikel 2 van het ontwerp - ontworpen artikel 70 van het KB/WIB 92).

Het hoofddoel van het ontwerpbesluit is evenwel het rekeninguittreksel voorafbetalingen af te schaffen en te vervangen door een overzicht van de voorafbetalingen dat via MyMinfin geraadpleegd kan worden (artikel 3 van het ontwerp - ontworpen artikel 71 van het KB/WIB 92).

Vormvereisten 3. De ontworpen bepalingen handelen over de verwerking van persoonsgegevens.Daarom wordt telkens ook een verwerkingsverantwoordelijke in de zin van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 "betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)" aangewezen in de ontworpen artikelen 67, derde lid, en 71, § 1, tweede lid, van het KB/WIB 92.

Artikel 36, lid 4, van de algemene verordening persoonsgegevens, gelezen in samenhang met artikel 57, lid 1, c), en overweging 96 van die verordening, voorziet in een verplichting om de toezichthoudende autoriteit, in dit geval de Gegevensbeschermingsautoriteit bedoeld in de wet van 3 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/12/2017 pub. 10/01/2018 numac 2017031916 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit sluiten "tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit" (1), te raadplegen bij het opstellen van een voorstel voor een door een nationaal parlement vast te stellen wetgevingsmaatregel, of een daarop gebaseerde regelgevingsmaatregel in verband met verwerking. Het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit moet bijgevolg nog worden ingewonnen vooraleer het ontwerp doorgang kan vinden.

Gevraagd om het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, antwoordde de gemachtigde dat het advies ondertussen werd aangevraagd, maar nog niet werd bekomen.

Indien de aan de Raad van State voorgelegde tekst ten gevolge van dat advies nog wijzigingen zou ondergaan, moeten de gewijzigde of toegevoegde bepalingen, ter inachtneming van het voorschrift van artikel 3, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, aan de afdeling Wetgeving worden voorgelegd.

Rechtsgrond 4. Voor het ontworpen besluit kan rechtsgrond worden gevonden in de bepalingen die in het eerste en tweede lid van de aanhef worden vermeld. Onderzoek van de tekst Artikel 2 5. Het zou de leesbaarheid en de toegankelijkheid ervan ten goede komen indien het ontworpen artikel 70, eerste lid, van het KB/WIB 92, naar het voorbeeld van de geldende tekst van die bepaling, zou worden gestructureerd als een opsomming ("... die volgt op het belastbare tijdperk:") van twee elementen ("1° alle materiële vergissingen ...; 2° de door de belastingplichtige of ...").

Eveneens ter wille van de duidelijkheid kan men het tweede lid van hetzelfde ontworpen artikel 70 beter laten aanvangen met de woorden "De verzoeken tot rechtzetting, terugbetaling, overschrijving of overdracht van voorafbetalingen worden ...".

Artikel 3 6. In paragraaf 2 van het ontworpen artikel 71 is sprake van het wijzigen van de oorspronkelijke bestemming van de voorafbetalingen.In het geldende artikel 71, § 3, van het KB/WIB 92 komt een vergelijkbare bepaling voor, waarin wordt verduidelijkt in welk kader die wijzigingen kunnen worden doorgevoerd. Naar het voorbeeld van die bepaling kan in de ontworpen bepaling het best worden toegevoegd dat het gaat om wijzigingen "overeenkomstig artikel 70, eerste lid".

Artikel 4 7. In artikel 4 van het ontwerp kunnen de woorden ", voor de inwerkingtreding van zijn wijziging door artikel 3" beter vervangen worden door de zinsnede "zoals dit luidde op 28 februari 2019". Artikel 5 8. Terwijl in de Franse tekst van artikel 5 en in de Nederlandse tekst van het eerste lid van artikel 5 de toepasselijkheid ("applicable"; "toepassing") wordt geregeld, handelt de Nederlandse tekst van artikel 5, tweede lid, over de inwerkingtreding ("treden in werking"). In feite beogen al die bepalingen de inwerkingtreding van sommige artikelen van het te nemen besluit te regelen. Daarbij zal dan ook gebruik moeten worden gemaakt van de geijkte terminologie, zodat ook de discordantie tussen beide taalversies verdwijnt.

Artikel 5 van het ontwerp dient derhalve als volgt gesteld te worden: "Artikel 1 treedt in werking op 1 januari 2019.

De artikelen 2 en 3 treden in werking op 1 maart 2019" (2).

De griffier, G. Verberckmoes De voorzitter, J. Baert _______ Nota's (1) De Commissie voor de persoonlijke levenssfeer is vanaf 25 mei 2018 opgevolgd door de Gegevensbeschermingsautoriteit (zie de artikelen 3 en 110 van de wet van 3 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/12/2017 pub. 10/01/2018 numac 2017031916 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit sluiten).De leden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer oefenen evenwel de taken en de bevoegdheden van de Gegevensbeschermingsautoriteit uit tussen 25 mei 2018 en de dag waarop de leden van het directiecomité van de Gegevensbeschermingsautoriteit de eed afleggen en een verklaring ondertekenen dat er geen belangenconflicten zijn (artikel 114 van de wet van 3 december 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/12/2017 pub. 10/01/2018 numac 2017031916 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit sluiten). (2) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, Raad van State, 2008, nr.146 en formule F 4-5-1-1, te raadplegen op de internetsite van de Raad van State (www.raadvst-consetat.be).

21 NOVEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de modaliteiten inzake de betaling, de rechtzetting, de overdracht en de terugbetaling van de voorafbetalingen, alsook de erop betrekking hebbende mededelingsmodaliteiten FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikelen 167, 175, 376, § 4;

Gelet op het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikelen 67, 70 en 71;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 mei 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 11 september 2018 ;

Gelet op het advies nr. 64.257/3 van de Raad van State, gegeven op 12 oktober 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 67 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vervangen bij het koninklijk besluit van 3 januari 1995 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 november 1999, wordt vervangen als volgt: "

Art. 67.Voorafbetalingen als vermeld in de artikelen 157 tot 166 en 175 tot 177 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 kunnen uitsluitend worden gedaan op de financiële rekening van het "Inningscentrum - Dienst Voorafbetalingen" door storting of overschrijving.

De administratie stelt een specifieke module op het elektronisch platform MyMinfin ter beschikking, die de belastingplichtigen toestaat om de bij elke betaling van voorafbetalingen verplicht te gebruiken gestructureerde mededeling te bekomen, ongeacht of zij gebeurt bij storting of overschrijving. Deze gestructureerde mededeling is gebaseerd op het rijksregisternummer, op het bis-registratienummer toegekend door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid of op het ondernemingsnummer toegekend door de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Wanneer de belastingplichtige noch over een rijksregisternummer, noch over een bis-registratienummer, noch over een ondernemingsnummer beschikt, of wanneer hij niet in staat is om de gestructureerde mededeling te bekomen via de specifieke module, richt hij zich tot het "Inningscentrum - Dienst Voorafbetalingen" om het nummer van de gestructureerde mededeling te bekomen.

De Federale Overheidsdienst Financiën vertegenwoordigd door de Voorzitter van het Directiecomité is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. Betalingen op de in het eerste lid vermelde rekening met vermelding van een als in het tweede lid bedoelde gestructureerde mededeling worden geacht gedaan te zijn voor rekening van de belastingplichtige die bij het "Inningscentrum - Dienst Voorafbetalingen" door deze gestructureerde mededeling is geïdentificeerd.

Art. 2.Artikel 70 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2006, wordt vervangen als volgt: "

Art. 70.Voor zover voorafbetalingen nog niet zijn verrekend met de inkomstenbelasting die verschuldigd is door de belastingplichtige op wiens naam zij door de in artikel 67 genoemde dienst zijn geboekt, of die niet zijn overgedragen aan de meewerkende echtgenoot bij toepassing van artikel 157, tweede lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, kan die dienst uiterlijk op de laatste dag van de derde maand die volgt op het belastbare tijdperk: 1° alle materiële vergissingen gemaakt door derden, in voorkomend geval door terugbetaling, rechtzetten;2° de door de belastingplichtige of zijn naar behoren gemachtigde gestorte of overgeschreven bedragen terugbetalen, overschrijven naar een van de financiële rekeningen van de administratie van de FOD Financiën belast met de inning en de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, om aan te rekenen op fiscale of niet-fiscale schulden, of overdragen naar het volgende belastbare tijdperk. De verzoeken tot rechtzetting, terugbetaling, overschrijving of overdracht van voorafbetalingen worden ingediend via het elektronisch platform MyMinfin. De verzoeker die geen toegang heeft tot MyMinfin, waaronder de derde die bewijst een materiële vergissing te hebben begaan, dient zijn verzoek in bij het "Inningscentrum - Dienst Voorafbetalingen".

Art. 3.Artikel 71 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 januari 1995, wordt vervangen als volgt : "

Art. 71.§ 1. Via het elektronisch platform MyMinfin stelt de administratie aan elke belastingplichtige voor wiens rekening voorafbetalingen werden geregistreerd een overzicht ter beschikking van de voor zijn rekening gedane voorafbetalingen voor het lopende belastbaar tijdperk, alsook voor de drie recentst verstreken tijdperken. Het overzicht is informatief en verleent de belastingplichtige geen enkel recht.

De Federale Overheidsdienst Financiën vertegenwoordigd door de Voorzitter van het Directiecomité is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. § 2. Wanneer het "Inningscentrum - Dienst Voorafbetalingen" de oorspronkelijke bestemming van de voorafbetalingen heeft gewijzigd overeenkomstig artikel 70, eerste lid zijn de aanvankelijk uitgevoerde stortingen of overschrijvingen, in zover zij van bestemming zijn veranderd, van rechtswege nietig en worden de eraan verbonden voordelen opgeheven.".

Art. 4.Wanneer de rekeninguittreksels voorafbetalingen werden meegedeeld aan de belastingplichtigen overeenkomstig het artikel 71 van het koninklijk besluit van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals dit luidde op 28 februari 2019, kan de belastingplichtige van de administratie niet de terbeschikkingstelling van zijn overzicht eisen via het platform MyMinfin.

Art. 5.Artikel 1 treedt in werking op 1 januari 2019.

De artikelen 2 en 3 treden in werking op 1 maart 2019.

Art. 6.De minister bevoegd voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 november 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

^