Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 april 2002
gepubliceerd op 28 mei 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende een specifieke regeling van eindejaarspremie voor de handelsvertegenwoordigers

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012554
pub.
28/05/2002
prom.
23/04/2002
ELI
eli/besluit/2002/04/23/2002012554/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende een specifieke regeling van eindejaarspremie voor de handelsvertegenwoordigers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende een specifieke regeling van eindejaarspremie voor de handelsvertegenwoordigers.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2001 Specifieke regeling van eindejaarspremie voor de handelsvertegenwoordigers (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2001 onder het nummer 59056/CO/207) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op de bedienden die, overeenkomstig artikel 4 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, onder het statuut van handelsvertegenwoordiger ressorteren.

Toekenningsmodaliteiten Art 2. Door de werkgever wordt een eindejaarspremie toegekend aan de in artikel 1 bedoelde bedienden die : a) op 31 december van het lopend jaar ten minste zes maanden anciënniteit tellen in de onderneming;b) krachtens een arbeidsovereenkomst voor bedienden zijn verbonden met de onderneming op het ogenblik van de betaling van de premie.

Art. 3.De eindejaarspremie die toegekend wordt aan de in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde bedienden, wordt als volgt vastgesteld : - voor het jaar 2001, en uiterlijk betaalbaar in januari 2002, is de bovenvermelde eindejaarspremie gelijk aan 60 pct. van het tot 1.735,25 EUR bruto begrensde maandloon (vaste wedde vermeerderd met eventuele gemiddelde commissielonen) van december 2001; - vanaf het jaar 2002, en uiterlijk betaalbaar in januari 2003, is de bovenvermelde eindejaarspremie gelijk aan 70 pct. van het tot 1.735,25 EUR bruto begrensde maandloon (vaste wedde vermeerderd met eventuele gemiddelde commissielonen) van december 2002.

Voor de handelsvertegenwoordiger, waarvan de wedde geheel of gedeeltelijk samengesteld is uit commissielonen, wordt de premie berekend op het maandgemiddelde van dit loon van de laatste twaalf maanden.

Deze toekenning gebeurt in voorafname en/of na verrekening van alle andere, volgens bedrijfseigen modaliteiten, geldelijke of in geld waardeerbare toegekende voordelen, welke ook hun benaming weze, waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever.

Art. 4.De bedienden die voldoen aan de in artikel 2 vermelde voorwaarden, hebben recht op de premie naar rato van één twaalfde van het bedrag per werkelijk gewerkte maand tijdens het beschouwde dienstjaar, lopende van 1 januari tot 31 december.

Art. 5.In geval van indiensttreding vóór de 16e dag van de maand, wordt deze maand gelijkgesteld met een volledig gewerkte maand.

De maand tijdens dewelke de arbeidsovereenkomst voor bedienden wordt beëindigd, wordt gelijkgesteld met een volledig gewerkte maand voor zover de overeenkomst wordt beëindigd na de 15e dag van de maand.

Afwijkingen

Art. 6.De bedienden waarvan de arbeidsovereenkomst werd opgezegd, met uitsluiting van deze welke ontslag hebben genomen of door hun werkgever werden ontslagen om dringende redenen, genieten de premie naar rato van het aantal tijdens het dienstjaar werkelijk gewerkte maanden, voor zover zij zes maanden anciënniteit tellen in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging wordt betekend.

Art. 7.De gepensioneerde bedienden alsmede de rechtverkrijgenden van een overleden bediende, genieten de premie onder dezelfde voorwaarden als vermeld in artikel 6.

Onder "rechtverkrijgenden" wordt verstaan : - de overlevende echtgenoot; - bij zijn ontstentenis, de minderjarige kinderen van de overledene die met hem samenwoonden; - bij hun ontstentenis, de ouders van de overledene, wier steun hij was.

Gelijkstellingen

Art. 8.Worden gelijkgesteld met werkelijke arbeid : - de afwezigheden te wijten aan een beroepsziekte, een arbeidsongeval of ongeval overkomen op de weg naar of van het werk, tot een maximumduur van twaalf maanden en voor zover zij erkend zijn door het verzekeringsorganisme; - de afwezigheden wegens ziekte of zwangerschapsverlof, gerechtvaardigd door een medisch getuigschrift en erkend door het verzekeringsorganisme, tot een maximumperiode van zes maanden; - de wettelijke vakantiedagen, de wettelijke feestdagen, de gerechtvaardigde afwezigheden "kort verzuim", de afwezigheden in het raam van de wetgeving betreffende het educatief verlof en van de sociale promotie, de syndicale verlofdagen en het verlof voor het uitoefenen van een deeltijds politiek mandaat.

Slotbepalingen

Art. 9.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst doen geen afbreuk aan de gunstiger arbeidsvoorwaarden die in de ondernemingen bestaan.

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999 gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende een specifieke regeling van eindejaarspremie voor de handelsvertegenwoordigers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 april 2000, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 26 september 2000. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de contracterende partijen worden opgezegd, mits een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, die de partijen ervan op de hoogte stelt. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 april 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX .

^