Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 april 2002
gepubliceerd op 25 juli 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de loonvorming

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012555
pub.
25/07/2002
prom.
23/04/2002
ELI
eli/besluit/2002/04/23/2002012555/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de loonvorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de loonvorming.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de edele metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001 Loonvorming (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2001 onder het nummer 59061/CO/149.03) In uitvoering van artikel 3 van het nationaal akkoord 2001-2002 van 8 mei 2001. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen Afdeling 1. - Meerderjarige werklieden

Art. 2.De minimumuurlonen van de werklieden tewerkgesteld in de bij artikel 1 bepaalde ondernemingen, worden vastgesteld door het Paritair Subcomité voor de edele metalen.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De verhogingen welke voortvloeien uit de in de bovenstaande tabellen vermelde doorschuiving, worden verleend : - op 1 januari en op 1 juli voor de werklieden geboren tussen 1 oktober en 31 maart; - op 1 juli en op 1 januari voor de werklieden geboren tussen 1 april en 30 september.

Art. 3.De beroepencategorie waartoe een jonge werkman behoort, wordt vastgesteld volgens de regels bepaalt door de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 1991 van het Paritair Subcomité voor de edele metalen, tot vaststelling van de beroepenclassificatie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 mei 1992 (Belgisch Staatsblad van 17 juni 1992). HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 4.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad .

Alle indexberekeningen worden uitgevoerd rekening houdend met de derde decimaal en afgerond tot op het honderdste, het halve honderdste wordt tot het hogere honderdste afgerond.

Art. 5.Vanaf 1999 en de volgende jaren worden de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen telkens op 1 mei aangepast aan de reële index. De aanpassing wordt dan berekend door het indexcijfer van de consumptieprijzen van april van het kalenderjaar van de aanpassing te vergelijken met het indexcijfer van de consumptieprijzen van april van het voorafgaande kalenderjaar.

Voorbeeld : op 1 mei 2001 wordt de aanpassing berekend door het indexcijfer van april 2001 te vergelijken met het indexcijfer van april 2000. HOOFDSTUK IV. - Afrondingsregels Afdeling 1. - Afrondingsregels in BEF

Art. 6.Alle verhogingen of aanpassingen van de lonen worden berekend, rekening houdend met de tweede decimaal.

De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt tot op de dichtst bijgelegen eenheid afgerond.

Voorbeeld : ....,01 BEF tot en met ....,49 BEF wordt afgerond naar de lagere eenheid; ....,50 BEF of meer wordt afgerond naar de hogere eenheid. Afdeling 2. - Afrondingsregels in euro

Art. 7.Overeenkomstig en in uitvoering van : - advies nr. 1210 van 17 december 1997 dat samen met de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven werd uitgebracht; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de bedragen van barema's, premies, vergoedingen en voordelen; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 70 van 15 december 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van de andere bedragen dan die welke zijn bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 69 van 17 juli 1998 tot vaststelling van de regels inzake omrekening en afronding in euro van barema's, premies, vergoedingen en voordelen; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 78 van 30 maart 2001 betreffende de invoering van de euro in de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969); - de aanbeveling nr. 13 van 30 maart 2001 betreffende de invoering van de euro lonen berekend, rekening houdend met de vierde decimaal.

De uitkomst van deze verhogingen of aanpassingen van de lonen wordt afgerond tot op de dichtst bijgelegen eurocent.

Voorbeeld : ....,0001 EUR tot en met ....,0049 EUR wordt afgerond naar de lagere eenheid; ....,0050 EUR tot en met ....,0099 EUR wordt afgerond naar de hogere eenheid. HOOFDSTUK V. - Bijzondere bepalingen

Art. 8.Alle verhogingen of aanpassingen van de minimumuurlonen worden op het minimumuurloon van de hulpwerkman (spanning 100) toegepast en schommelen voor de andere categorieën volgens de hierna bepaalde loonspanning : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 9.Wanneer een verhoging samenvalt met een aanpassing, wordt de verhoging eerst toegepast.

Art. 10.De loonsverhogingen en loonaanpassingen voorzien in 2001, zoals opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001 betreffende de uurlonen, worden berekend in BEF waarna de spanning wordt berekend. Daarna gebeurt de omzetting naar euro, (aan spanning 100) waarna opnieuw de spanning wordt berekend. Vanaf 1 januari 2002 zullen de loonsverhogingen en loonaanpassingen worden berekend in euro (aan spanning 100), waarna de spanning wordt berekend. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999 betreffende de loonvorming, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, geregistreerd op 26 juli 1999 onder het nummer 51633/CO/149.03.

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en geldt voor een onbepaalde tijd.

Zij kan door één van de partijen opgezegd worden met een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de edele metalen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 april 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^