Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 augustus 2014
gepubliceerd op 05 september 2014

Koninklijk besluit houdende organisatie van de « Belgian Task Force for International Criminal Justice »

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2014009476
pub.
05/09/2014
prom.
23/08/2014
ELI
eli/besluit/2014/08/23/2014009476/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 AUGUSTUS 2014. - Koninklijk besluit houdende organisatie van de « Belgian Task Force for International Criminal Justice (BTF ICJ) »


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt tot vaststelling van de organisatie van de Belgian Task Force for International Criminal Justice (afgekort "BTF ICJ"), dat de Belgian Task Force for the International Criminal Court and the International Criminal Tribunals (afgekort "BTF ICC-ICT" of "BTF ICJ") opneemt.

De eerste vergadering van de Belgian Task Force ICC-ICT, de Belgische contactgroep voor de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen, had plaats op 11 mei 2004, op initiatief van de beleidscel van de minister van Justitie. Het federaal parket, de FOD Justitie en de beleidscellen van de Kanselarij van de Eerste Minister, Buitenlandse Zaken en Justitie hebben deelgenomen aan die vergadering. De BTF ICC-ICT werd belast met de rol van platform voor contact en uitwisseling van informatie, bestemd voor de behandeling van elk dossier dat van ver of dichtbij betrekking heeft op de internationale straftribunalen en, in het bijzonder, op de dossiers met betrekking tot de samenwerking met die tribunalen.

Het bestaan van de BTF ICC-ICT blijkt thans reeds uit artikel 3, § 7, van het koninklijk besluit van 17 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/09/2005 pub. 31/03/2006 numac 2006009250 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende oprichting van een dienst internationaal humanitair recht sluiten houdende oprichting van een dienst internationaal humanitair recht (BS 31 maart 2006), waarin nader wordt bepaald dat de dienst Internationaal Humanitair Recht de coördinatie van de BTF ICC-ICT waarneemt. Dat koninklijk besluit, dat hierna nog aan bod komt, trad in werking op 31 maart 2006.

De laatste plenaire vergadering van de BTF ICC-ICT dateert van 9 november 2007. Sindsdien werden dergelijke vergaderingen niet meer georganiseerd. De BTF ICC-ICT bleef echter regelmatig samenkomen - maar niet meer in plenaire vorm - met het oog op het onderzoek van al dan niet geclassificeerde specifieke dossiers.

Dit mechanisme is gebaseerd op de wet van 29 maart 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2004 pub. 01/04/2004 numac 2004009246 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen sluiten betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen, onlangs gewijzigd door de wet van 26 maart 2014. De wet zoals gewijzigd voorziet dat de dienst Internationaal Humanitair Recht de centrale autoriteit is voor samenwerking met de internationale straftribunalen (artikels 2, 4e streepje, 43, 8e streepje, 58, 4e streepje, 64, 5e streepje, en 70, 4e streepje). Bovendien voorziet de wet dat de centrale autoriteit elke overheid, met inbegrip van de gerechtelijke overheid, kan vorderen om toe te zien op de goede uitvoering van de verzoeken van de internationale straftribunalen.

Het gegeven dat de Task Force niet normatief is georganiseerd, leidt er echter toe dat de in vergadering genomen beslissingen, in het bijzonder voor de dringende dossiers inzake gerechtelijke samenwerking, ter discussie kunnen worden gesteld door een autoriteit die niet aan die vergadering heeft deelgenomen of zich anderszins heeft laten vertegenwoordigen.

Een normatieve formalisering van deze Task Force (onder het acroniem BTF ICJ zoals hierboven vermeld) zou het permanente karakter van de aanwezigheid van de personen die de verschillende autoriteiten vertegenwoordigen, bevestigen - wat de deskundigheid er binnenin en de tegenstelbaarheid van de genomen beslissingen versterkt.

Het informele karakter van die vergaderingen, waarvan het kader thans niet normatief is omschreven, kan bovendien leiden tot situaties die de doeltreffendheid van de coördinatie schaden, met name in het geval van de vergaderingen van de BTF ICJ met betrekking tot geclassificeerde dossiers. Voor het beheer van die dossiers is immers een veiligheidsmachtiging vereist afgeleverd overeenkomstig de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007003 bron ministerie van landsverdediging Wet tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen sluiten betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, die gepast is met betrekking tot het ter zake doende dossier. De vergaderingen van de BTF ICJ vereisen in hun huidige vorm immers niet systematisch dat de vertegenwoordigde leden in het bezit zijn van een dergelijke machtiging. Daardoor neemt het aantal contactpersonen binnen de verschillende departementen toe, naargelang die machtiging al dan niet is vereist.

Teneinde de doeltreffendheid van de BTF ICJ te verhogen en gelet op de groeiende complexiteit van de behandelde aangelegenheden en de vereiste specialisatiegraad voor de behandeling ervan, zou het evenwel aanbeveling verdienen dat de partijen die aan die verschillende vergaderingen deelnemen zo permanent mogelijk worden vertegenwoordigd.

In artikel 3, § 7, van voornoemd koninklijk besluit van 17 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/09/2005 pub. 31/03/2006 numac 2006009250 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende oprichting van een dienst internationaal humanitair recht sluiten is bovendien bepaald dat het voorzitterschap van de BTF ICC-ICT (voortaan BTF ICJ) wordt waargenomen door het diensthoofd van de dienst Internationaal Humanitair Recht van de FOD Justitie. Om overeenkomstig dat artikel te handelen, moet de organisatie van de BTF ICC-ICT, voortaan BTF ICJ, dan ook worden geformaliseerd.

Dit ontwerp van koninklijk besluit beoogt dan ook de organisatie, de bevoegdheden en de werking van de BTF ICJ te formaliseren en aldus de doeltreffendheid ervan te verhogen.

Dankzij die normatieve formalisering van de BTF ICJ zal België tot slot de vijftiende verbintenis ten uitvoer kunnen leggen die op 24 september 2012 werd aangegaan tijdens de bijeenkomst op hoog niveau van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties inzake de rechtsstaat op nationaal en internationaal niveau, op grond waarvan België zich bereid heeft verklaard om "de fundamenten van de interdepartementale coördinatie op het vlak van samenwerking met de internationale straftribunalen te verstevigen (Belgian Task Force ICC-ICT) vóór 2015" (zie: http://www.unrol.org/files/Statement%20by%20Belgium.pdf).

Artikelsgewijze bespreking De verschillende bepalingen in dit ontwerp van koninklijk besluit preciseren de naam, de samenstelling, de werking en de opdrachten van de BTF ICJ. Het koninklijk besluit is onderverdeeld in vier hoofdstukken.

Hoofdstuk 1 heeft betrekking op de benaming van de BTF ICJ. Hoofdstuk 2 handelt over het voorzitterschap, de samenstelling, het secretariaat en het huishoudelijk reglement ervan. De bevoegdheden van de BTF ICJ, alsook de plenaire vergaderingen en de vergaderingen met betrekking tot specifieke dossiers en tot geclassificeerde dossiers worden behandeld in hoofdstuk 3. Hetzelfde hoofdstuk behandelt tevens het respect voor de bevoegdheid van de gerechtelijke autoriteiten. De slotbepalingen zijn opgenomen in hoofdstuk 4. HOOFDSTUK 1. - Naam van de Belgian Task Force for the International Criminal Justice (BTF ICJ) Artikel 1 Het eerste artikel van het ontwerp van koninklijk besluit heeft betrekking op de oprichting van de BTF ICJ, een platform voor coördinatie, overleg en informatie-uitwisseling.

In dit artikel is nader bepaald dat de BTF ICJ "Belgian Task Force for International Criminal Justice ", afgekort BTF ICJ, zal worden genoemd. Die benaming beoogt op zo ruim mogelijke wijze de aangelegenheden die de BTF ICJ behandelt, die uitdrukkelijk worden geformuleerd in de artikelen 7, 9, 11 en 12 van dit besluit.

Er wordt overigens nader bepaald dat de BTF ICJ tevens is belast met de taken toebedeeld aan de "Belgian Task Force for the International Criminal Court and the International Criminal Tribunals", afgekort "BTF ICC-ICT" . Die naam werd eerder al opgenomen in artikel 3, § 7, van het koninklijk besluit van 17 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/09/2005 pub. 31/03/2006 numac 2006009250 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende oprichting van een dienst internationaal humanitair recht sluiten houdende oprichting van een dienst van internationaal humanitair recht (BS 31 maart 2006).

Hoewel die naam nauwkeurig is en betrekking heeft op de aangelegenheden die hoofdzakelijk door de BTF ICJ worden behandeld, is hij niet exhaustief. Om die reden werd in dit besluit de benaming "Belgian Task Force for International Criminal Justice" toegevoegd.

De BTF ICJ moet zorgen voor een doeltreffende samenwerking met de internationale straftribunalen, een performant administratief beheer van de dossiers inzake wederzijdse rechtshulp en van de regels die de staat worden opgelegd inzake internationale onschendbaarheid, alsmede voor een gecoördineerd beheer van die dossiers tussen de verschillende betrokken actoren. Zij moet tevens een platform zijn voor de uitwisseling van informatie die dienstig is voor de tenuitvoerlegging van haar taken. Conform inzonderheid met de bepalingen van artikel 14 van dit besluit, mag de oprichting van de BTF ICJ en de werking ervan evenwel geen afbreuk doen aan de eigen bevoegdheden van de autoriteiten die eraan deelnemen, en met name aan naleving van het beginsel van de scheiding der machten. HOOFDSTUK 2. - Voorzitterschap, samenstelling, secretariaat en huishoudelijk reglement van de BTF ICJ Afdeling 1. - Voorzitterschap en samenstelling van de BTF ICJ

Artikel 2 Artikel 2 betreft de samenstelling en het voorzitterschap van de BTF ICJ. In paragraaf 1 wordt bepaald dat het voorzitterschap van de BTF ICJ wordt waargenomen door de voorzitter, het hoofd van de dienst Internationaal Humanitair Recht van de FOD Justitie.

Paragraaf 2 heeft betrekking op het geheel van autoriteiten die in de BTF ICJ zijn vertegenwoordigd.

Paragraaf 3 voorziet in de aanwijzing van een plaatsvervanger voor ieder effectief lid.

Paragraaf 4 voorziet dat de vaste en plaatsvervangende leden van de BTF ICJ worden aangewezen door hun respectievelijke autoriteiten die bovendien zo goed mogelijk erop moeten toezien dat hun vertegenwoordigers in het bezit zijn van een passende veiligheidsmachtiging afgegeven overeenkomstig de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007003 bron ministerie van landsverdediging Wet tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen sluiten betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen. Die machtiging is noodzakelijk voor de behandeling van bepaalde geclassificeerde dossiers met toepassing van voornoemde wet, met name de dossiers in verband met de bescherming van getuigen. Gelet op het gevoelige karakter van dergelijke dossiers is het belangrijk dat de vertegenwoordigers van de autoriteiten zo veel mogelijk dezelfde blijven. Het is dus belangrijk dat die vertegenwoordigers in het bezit zijn van een veiligheidsmachtiging die passend is met betrekking tot de dossiers die zij moeten behandelen.

Paragraaf 5 voorziet ten slotte dat de leden van de dienst Internationaal Humanitair Recht van de FOD Justitie van rechtswege deelnemen aan de vergaderingen van de BTF ICJ. Zulks wordt verantwoord door het gegeven dat die dienst met toepassing van de artikelen 2, 43, 58, 64 en 70 van de wet van 29 maart 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2004 pub. 01/04/2004 numac 2004009246 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen sluiten betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen, als centrale autoriteit voor de samenwerking met de internationale straftribunalen word aangeduid, en met toepassing van artikel 3, § 7, van voornoemd koninklijk besluit van 17 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/09/2005 pub. 31/03/2006 numac 2006009250 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende oprichting van een dienst internationaal humanitair recht sluiten belast is met het beheer van elk dossier inzake de samenwerking met de internationale straftribunalen en de follow-up van Belgische gerechtelijke dossiers inzake ernstige schendingen van het internationale humanitaire recht, aangelegenheden die tijdens de vergaderingen van de BTF ICJ worden behandeld. Afdeling 2. - Secretariaat en huishoudelijk reglement van de BTF ICJ

Artikel 3 In artikel 3 wordt gesteld dat het secretariaat van de BTF ICJ wordt waargenomen door een van de medewerkers van de dienst Internationaal Humanitair Recht. Zulks wordt verantwoord door het gegeven dat die dienst hoofdzakelijk de door de BTF ICJ onderzochte aangelegenheden behandelt, alsook de BTF ICJ voorzit en coördineert conform artikel 3, § 7, van voornoemd koninklijk besluit van 17 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/09/2005 pub. 31/03/2006 numac 2006009250 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende oprichting van een dienst internationaal humanitair recht sluiten. Er is bepaald dat die medewerker in het bezit moet zijn van een veiligheidsmachtiging afgegeven overeenkomstig voornoemde wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007003 bron ministerie van landsverdediging Wet tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen sluiten, teneinde hem de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan alle vergaderingen van de BTF ICJ, daaronder begrepen de vergaderingen met betrekking tot de geclassificeerde dossiers zoals bedoeld in afdeling 3 van hoofdstuk 3 (artikelen 11 tot 13) van dit besluit.

Artikel 4 Artikel 4, paragraaf 1, voorziet dat het secretariaat de uitnodigingen opmaakt voor de vergaderingen van de verschillende componenten van de BTF ICJ (plenair, met betrekking tot specifieke of geclassificeerde dossiers).

De tweede paragraaf van artikel 4 belast het secretariaat van de BTF ICJ bovendien met de opmaak van een verslag van iedere vergadering en de overzending ervan aan de personen die voor die vergaderingen waren uitgenodigd, alsook aan de minister van Justitie, van wie de dienst Internationaal Humanitair Recht afhangt.

Artikel 5 Artikel 5 voorziet dat het secretariaat van de BTF ICJ jaarlijks een activiteitenverslag opstelt. Zodra het verslag tijdens een plenaire vergadering van de BTF ICJ is goedgekeurd, wordt het door de voorzitter overgezonden aan alle autoriteiten die in de BTF ICJ vertegenwoordigd zijn. Die bepaling strekt ertoe een overzicht te behouden van de activiteiten van de BTF ICJ en verslag ervan uit te kunnen brengen. Via deze weg worden de in de BTF ICJ vertegenwoordigde autoriteiten in kennis gesteld van alle jaarlijkse activiteiten van de BTF ICJ, ook al werd hun aanwezigheid niet onontbeerlijk geacht voor de behandeling van alle dossiers. Dat verslag vormt bovendien een interessante basis voor de opmaak van statistieken met betrekking tot de door de BTF ICJ behandelde verzoeken om samenwerking en de daarop gegeven antwoorden. Artikel 5 voorziet bovendien - met het oog op transparantie over de opdrachten van de BTF ICJ - ook in de overzending aan het parlement van een gezuiverde versie van het verslag, te weten zonder enige informatie die niet openbaar mag worden gemaakt om wettelijke- en opportuniteitsredenen.

Artikel 6 Conform artikel 6 kan de BTF ICJ een huishoudelijk reglement opstellen, dat vervolgens ter goedkeuring aan de minister van Justitie zal worden voorgelegd. Die mogelijkheid om een dergelijk reglement op te stellen, volgt uit het gegeven dat het niet zeker is, gelet op de vorige werking van de BTF ICJ, dat zulks noodzakelijk zal zijn. Indien zulks echter wel het geval zou worden, zou de normatieve basis voor de opmaak ervan in dit besluit terug te vinden zijn. HOOFDSTUK 3. - Bevoegdheden en vergaderingen van de BTF ICJ Afdeling 1. - Plenaire vergaderingen van de BTF ICJ

Artikel 7 Artikel 7, paragraaf 1, handelt over de opdrachten van de BTF ICJ in plenaire vorm. De andere samenstellingen van de BTF ICJ worden beschreven in onderstaande artikelen 9 en 11.

Paragraaf 2 voorziet dat alle leden van de BTF ICJ uitgenodigd worden op de plenaire vergaderingen aangezien hun algemene aard.

De derde paragraaf stelt dat het verhinderde lid van de BTF ICJ wordt vervangen door zijn plaatsvervanger.

Paragraaf 4 meldt dat de beleidscellen van de verschillende departementen die lid zijn van het BTF ICJ op de plenaire vergaderingen van rechtswege worden uitgenodigd. Hun aanwezigheid kan nuttig zijn gezien de transversale vragen die behandeld worden gedurende deze vergaderingen en die een politieke impact kunnen hebben.

Paragraaf 5 voorziet ten slotte dat de BTF ICJ enige persoon van wie de samenwerking nuttig wordt geacht bij zijn werkzaamheden kan betrekken. Die personen zijn geen volwaardige leden van de BTF ICJ, maar brengen hun deskundigheid in bij het beheer van bepaalde door de BTF ICJ behandelde dossiers.

Artikel 8 Paragraaf 1 van artikel 8 handelt over het voorzitterschap van de vergaderingen van de BTF ICJ in plenaire vorm en behoeft geen commentaar.

Paragraaf 2 stelt dat de BTF ICJ in plenaire vorm minstens per kwadrimester vergadert. De Raad van State had gevraagd de formulering te wijzigen in "om de vier maanden", waardoor de doelstelling van de periodiciteit van de vergaderingen zou worden gewijzigd. Het is inderdaad noodzakelijk te voorzien in periodiek regelmatige vergaderingen, maar niet om nauwkeurige begrensde tijdruimten van vier maanden te plannen.

De derde en laatste paragraaf stelt vast dat de beslissingen van de BTF ICJ in plenaire samenstelling worden genomen bij consensus en met inachtneming van de internationale verplichtingen van België en van de toepasselijke wetten. Die besluitvorming van de BTF ICJ is gegrond op juridische en pragmatische overwegingen. Eerst en vooral ressorteren de dossiers van de BTF ICJ grotendeels onder de uitvoering van de internationale verplichtingen. De deelnemers aan de BTF ICJ kunnen bijgevolg geen standpunt innemen dat tegen die verplichtingen indruist. Bepaalde beslissingen vallen bovendien wettelijk gezien onder een beperkt aantal autoriteiten. De organisatie van de BTF ICJ mag die autoriteiten bijgevolg niet van hun bevoegdheid ontdoen of nieuwe bevoegdheden toekennen aan andere autoriteiten die in strijd zijn met een hogere rechtsnorm. Aangezien de uitvoering van de door de BTF ICJ behandelde dossiers vaak de actieve medewerking van meerdere autoriteiten, alsook de omschrijving door die autoriteiten van uitvoeringsmodaliteiten vereisen, is het tot slot ook uit pragmatisch oogpunt van nut om te voorzien dat de besluitvorming van de BTF ICJ op grond van consensus gebeurt. Afdeling 2. - Vergaderingen van de BTF ICJ met betrekking tot

specifieke dossiers Artikel 9 Artikel 9 handelt over de specifieke vergaderingen van de BTF ICJ over dossiers of een reeks dossiers met betrekking tot een bijzondere problematiek. Paragraaf 1 bevat een niet-exhaustieve lijst van de aarden van de dossiers waarvoor een dergelijke vergadering wordt belegd indien de omstandigheden zulks vereisen. Het betreft hier met name de verzoeken om rechtshulp of samenwerking uitgaande van de internationale straftribunalen.

De Raad van State heeft echter eraan herinnerd dat de BTF ICJ niet in de plaats mag komen van de centrale autoriteit voor de samenwerking met de internationale straftribunalen, zoals vermeld infra, in de uiteenzetting met betrekking tot artikel 14.

In artikel 9, paragraaf 2, wordt nader bepaald dat de voorzitter van de BTF ICJ verplicht is om een vergadering over specifieke dossiers te beleggen wanneer die betrekking hebben op de uitvoering van bilaterale overeenkomsten inzake de bescherming van getuigen, het luchtvervoer van gedetineerden, de tenuitvoerlegging van straffen en de voorlopige invrijheidstelling, gesloten met een internationaal strafgerecht.

Bovendien is de voorzitter van de BTF ICJ verplicht, op verzoek van de bevoegde gerechtelijke autoriteiten, om een vergadering te beleggen over de voorbereiding en het houden in België van processen met het oog op de bestrijding van ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht. Deze twee verplichtingen zijn gerechtvaardigd gezien het aantal departementen en autoriteiten die betrokken zijn bij het beheer van zulke dossiers en situaties.

Paragraaf 3 beperkt de deelname aan de vergaderingen van de BTF ICJ met betrekking tot specifieke dossiers tot de vertegenwoordigers van de autoriteiten die wegens hun bevoegdheid betrokken zijn bij de behandeling van het dossier dat of de dossiers die het onderwerp is of zijn van de vergadering. In tegenstelling tot de plenaire vergaderingen van de BTF ICJ met een algemeen onderwerp, strekt deze bepaling dus ertoe de deelnemende partijen aan de vergadering te beperken tot de partijen waarvan de deelname noodzakelijk is gelet op de aard en de consequenties van het of de te behandelen dossier(s).

In paragraaf 4 is voorzien dat het verhinderde lid wordt vervangen door zijn plaatsvervanger of, voor de inlichtingendiensten en het OCAD waar de medewerkers wegens hun eigen bevoegdheden worden belast met het beheer van specifieke dossiers, door de persoon belast met dat of die dossier(s).

In paragraaf 5 is om dezelfde redenen bovendien bepaald dat de persoon belast met het beheer van dat specifieke dossier binnen de dienst Internationaal Humanitair Recht van de FOD Justitie van rechtswege deelneemt aan die vergadering. Zulks beoogt de aanwezigheid van meerdere medewerkers van de dienst Internationaal Humanitair Recht mogelijk te maken, naargelang van hun respectievelijke bevoegdheden.

Naast de voorzitter of de secretaris van de BTF ICJ kan dus een medewerker van die dienst een dergelijke vergadering bijwonen.

In paragraaf 6 is tot slot gesteld dat de deskundigen of andere personen van wie de samenwerking nuttig wordt geacht, kunnen worden uitgenodigd op de vergaderingen van de BTF ICJ met betrekking tot specifieke dossiers. Deze paragraaf laat onder andere toe om een beleidscel van een van de in artikel 2, § 2, beoogde departementen uit te nodigen, zodra er een beoordelingsmarge tussen de verschillende uitvoeringsmiddelen van een verzoek zou bestaan en dat deze keuze politieke gevolgen kan hebben.

Artikel 10 Artikel 10, paragraaf 1, handelt over het voorzitterschap van de vergaderingen van de BTF ICJ met betrekking tot specifieke dossiers.

Krachtens deze paragraaf wordt het voorzitterschap van een dergelijke vergadering waargenomen door de voorzitter en, bij zijn afwezigheid, door een door hem aangewezen medewerker van de dienst Internationaal Humanitair Recht. Het soort dossiers dat in deze vorm door de BTF ICJ wordt onderzocht houdt hoofdzakelijk verband met de samenwerking met de internationale straftribunalen, beheerd door de dienst Internationaal Humanitair Recht met toepassing van voornoemd koninklijk besluit van 17 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/09/2005 pub. 31/03/2006 numac 2006009250 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende oprichting van een dienst internationaal humanitair recht sluiten.

Paragraaf 2 berust op dezelfde verantwoording als die met betrekking tot artikel 8, paragraaf 3, waarnaar kan worden verwezen. Afdeling 3. - Vergaderingen van de BTF ICJ met betrekking tot

geclassificeerde dossiers (BTF-R) Artikel 11 Artikel 11 heeft betrekking op de vergaderingen van de BTF ICJ over geclassificeerde dossiers inzake rechtshulp of samenwerking of dossiers die zouden kunnen worden geclassificeerd in de zin van voornoemde wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007003 bron ministerie van landsverdediging Wet tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen sluiten.

In paragraaf 1 is nader bepaald dat het coördinatieorgaan van de BTF ICJ dat zich met dergelijke dossiers bezig houdt, de naam Belgian Task Force ICJ - Restricted, afgekort "BTF-R" draagt.

In artikel 11, paragraaf 2, is nader bepaald dat om deel te kunnen nemen aan een vergadering van de BTF-R, de vertegenwoordiger van de uitgenodigde autoriteit in het bezit moet zijn van een passende veiligheidsmachtiging afgegeven overeenkomstig voornoemde wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007003 bron ministerie van landsverdediging Wet tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen sluiten, ten aanzien van het behandelde dossier. Die machtiging is immers een voorwaarde sine qua non om dergelijke dossiers te mogen behandelen. Indien de aangewezen vertegenwoordiger niet over een dergelijke machtiging beschikt, moet zijn autoriteit hem vervangen door een andere persoon die wel naar behoren is gemachtigd. Om dezelfde redenen als vermeld in artikel 9, paragraaf 4, van dit besluit met betrekking tot de vergaderingen van de BTF ICJ over specifieke dossiers, is bepaald dat de inlichtingendiensten en het OCAD, alsook - gelet op de dossiers die hoofdzakelijk door de BTF-R worden behandeld - de Getuigenbeschermingsdienst van de federale politie, zullen worden vertegenwoordigd door de persoon die specifiek belast is met het/de dossier(s) dat/die het onderwerp van de vergadering is/zijn.

Gelet op het gevoelige karakter van de behandelde dossiers stelt paragraaf 3 van artikel 11 dat enkel de vertegenwoordigers van de autoriteiten van wie de aanwezigheid onontbeerlijk is voor het beheer van de geclassificeerde dossiers voor een dergelijke vergadering worden uitgenodigd. Indien de verantwoordelijke binnen de dienst Internationaal Humanitair Recht, gelet op de evolutie van dat dossier of die dossiers, niet of niet langer over een of meerdere passende veiligheidsmachtigingen beschikt voor het beheer ervan, wordt hij vervangen door een van zijn collega's die wel over een dergelijke machtiging beschikt.

Net zoals bij de andere samenstellingen van de BTF ICJ voorziet paragraaf 4 dat de BTF-R elke persoon bij zijn werkzaamheden kan betrekken van wie de samenwerking nuttig wordt geacht, op voorwaarde in dit specifieke geval dat die persoon in het bezit is van een passende veiligheidsmachtiging.

Artikel 12 Artikel 12 betreft het onderwerp van de vergaderingen van de BTF-R. Het artikel bevat een niet-limitatieve lijst van te behandelen onderwerpen, te weten: de verzoeken om samenwerking inzake geclassificeerde informatie in de zin van voornoemde wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007003 bron ministerie van landsverdediging Wet tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen sluiten (1° ), de dossiers inzake de bescherming van bedreigde getuigen op verzoek van de internationale straftribunalen (2° ), de eventuele en spontane overzending aan de internationale straftribunalen van oorspronkelijk krachtens het Belgisch recht geclassificeerde informatie en documenten (3° ), alsook elke transversale vraag met betrekking tot de eerste drie punten (4° ).

De Raad van State heeft echter eraan herinnerd dat de BTF ICJ niet in de plaats mag komen van de centrale autoriteit voor de samenwerking met de internationale straftribunalen, zoals vermeld infra, in de uiteenzetting met betrekking tot artikel 14.

Artikel 13 Artikel 13, paragraaf 1, voorziet dat de vergaderingen van de BTF-R worden voorgezeten door de voorzitter.

Bij zijn afwezigheid wordt het voorzitterschap conform paragraaf 2 van datzelfde artikel waargenomen door een lid van de dienst Internationaal Humanitair Recht in het bezit van de nodige veiligheidsmachtigingen.

Net zoals artikel 8, paragraaf 3, en artikel 10, paragraaf 2, van dit besluit, stelt paragraaf 3 dat de beslissingen van de BTF-R bij consensus worden genomen. Afdeling 4. - Inachtneming van andere verleende bevoegdheden

Artikel 14 Dit artikel beoogt nader te bepalen dat het niet de opzet is van het BTF ICJ om gerechtelijke procedures te beïnvloeden en evenmin om afbreuk te doen aan het geheim van het onderzoek (artikel 57 van het Wetboek van Strafvordering). In zijn advies 56.336/3 van 3 juli 2014, herinnert de Raad van State overigens eraan dat "[e]r dient op te worden gewezen dat de autoriteit die krachtens de wet van 29 maart 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2004 pub. 01/04/2004 numac 2004009246 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen sluiten bevoegd is voor de samenwerking tussen België en het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen, de centrale autoriteit is, te weten de dienst internationaal humanitair recht van de Federale Overheidsdienst Justitie. De BTF ICJ vermag derhalve niet in de plaats te komen van de centrale autoriteit, die exclusief bevoegd is om de bij de wet van 29 maart 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2004 pub. 01/04/2004 numac 2004009246 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen sluiten toegekende bevoegdheden inzake samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen uit te oefenen".

Daarom zijn de bevoegdheden van de centrale autoriteit en van de dienst Internationaal Humanitair Recht als dusdanig eveneens voorbehouden.

De bevoegdheid van de onderscheiden actoren die de BTF ICJ vormen moet in acht worden genomen. Dit artikel stelt zich in het bijzonder garant voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in het kader van de opdrachten die haar toekomen. Hoewel het koninklijk besluit niet kan tornen aan die beginselen, zoals de Raad van State in zijn advies onderstreept, wordt het nuttig geacht te herinneren aan de grenzen van het platform voor coördinatie en die te verduidelijken. HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling Artikel 15 In artikel 15 is bepaald dat de minister bevoegd voor Justitie belast is met de uitvoering van dit besluit. Het behoeft geen verdere commentaar.

23 AUGUSTUS 2014. - Koninklijk besluit houdende organisatie van de « Belgian Task Force for International Criminal Justice (BTF ICJ) » FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 29 maart 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2004 pub. 01/04/2004 numac 2004009246 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen sluiten betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen, gewijzigd door de wet van 26 maart 2014;

Gelet op de artikelen 143bis, §§ 2, 2°, en 6, en 144bis, § 2, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek;

Gelet op de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt;

Gelet op de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 april 2014;

Gelet op het advies nr. 56.336/3 van de Raad van State, gegeven op 3 juli 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Eerste Minister, de Minister van Landsverdediging, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Justitie, de Minister van Financiën en de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Naam van de Belgian Task Force for International Criminal Justice (BTF ICJ)

Artikel 1.Een platform voor coördinatie, overleg en uitwisseling van informatie genaamd "Belgian Task Force for International Criminal Justice " (afgekort BTF ICJ), hierna de "BTF ICJ", wordt opgericht op de wijze bedoeld bij dit besluit. Het is tevens belast met de taken van de "Belgian Task Force for the International Criminal Court and the International Criminal Tribunals" (afgekort BTF ICC-ICT). HOOFDSTUK 2. - Voorzitterschap, samenstelling, secretariaat en huishoudelijk reglement van de BTF ICJ Afdeling 1. - Voorzitterschap en samenstelling van de BTF ICJ

Art. 2.§ 1. Het voorzitterschap en de coördinatie van de BTF ICJ wordt waargenomen door de dienst Internationaal Humanitair Recht van de FOD Justitie, in de persoon van het diensthoofd, als federale coördinator van de samenwerking met de internationale straftribunalen en voorzitter van de BTF ICJ. § 2. Naast de voorzitter is de BTF ICJ samengesteld als volgt: - een vertegenwoordiger van de Directie Coördinatie en Juridische Zaken van de FOD Kanselarij van de Eerste Minister; - een vertegenwoordiger van de dienst Internationaal Humanitair Recht van het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie; - een vertegenwoordiger van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de FOD Justitie; - een vertegenwoordiger van het directoraat-generaal Justitiehuizen; - een vertegenwoordiger van de Veiligheid van de Staat; - een vertegenwoordiger van het Technisch en Administratief Secretariaat bij de minister van Justitie; - een vertegenwoordiger van de Directie-generaal Juridische Zaken van de FOD Buitenlandse Zaken; - een vertegenwoordiger van de Directie-generaal Consulaire Zaken van de FOD Buitenlandse Zaken; - een vertegenwoordiger van de Directie-generaal Bilaterale Zaken van de FOD Buitenlandse Zaken; - een vertegenwoordiger van de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Internationale Instellingen in Den Haag; - een vertegenwoordiger van de Algemene directie Juridische Steun en Bemiddeling van het ministerie van Defensie; - een vertegenwoordiger van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid; - een vertegenwoordiger van het Coördinatieorgaan voor dreigingsanalyse; - een vertegenwoordiger van Internationale Cel van de FOD Binnenlandse Zaken; - een vertegenwoordiger van de Algemene Directie Crisiscentrum van de FOD Binnenlandse Zaken; - een vertegenwoordiger van de Dienst Vreemdelingenzaken; - een vertegenwoordiger van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen; - een vertegenwoordiger van de groep "Humanitair Recht" van de federale gerechtelijke politie; - een vertegenwoordiger van de Getuigenbeschermingsdienst van de federale politie; - een vertegenwoordiger van de federale politie, verantwoordelijke voor de internationale signaleringen; - een vertegenwoordiger van de luchtvaartpolitie; - een vertegenwoordiger van de Algemene administratie van de Thesaurie van de FOD Financiën; - een vertegenwoordiger van het College van procureurs-generaal; - een vertegenwoordiger van het federaal parket. § 3. Voor iedere effectieve vertegenwoordiger wordt een plaatsvervanger aangewezen. § 4. De autoriteiten bedoeld in de paragrafen 2 van dit artikel wijzen de effectieve en plaatsvervangende leden aan die hen op permanente wijze vertegenwoordigen. Die autoriteiten zien erop toe dat die personen kunnen beschikken over een passende veiligheidsmachtiging afgegeven overeenkomstig de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007003 bron ministerie van landsverdediging Wet tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen sluiten betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen. § 5. De andere leden van de dienst Internationaal Humanitair Recht van het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie dan die bedoeld in de voorgaande paragrafen, zijn permanente deskundigen bij de BTF ICJ. Afdeling 2. - Secretariaat en huishoudelijk reglement van de BTF ICJ

Art. 3.Het secretariaat van de BTF ICJ wordt waargenomen door een medewerker van de dienst Internationaal Humanitair Recht van de FOD Justitie. Die persoon is in het bezit van een veiligheidsmachtiging afgegeven overeenkomstig voornoemde wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007003 bron ministerie van landsverdediging Wet tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen sluiten, die passend is met betrekking tot de behandelde dossiers.

Art. 4.§ 1. Het secretariaat van de BTF ICJ is belast met de opmaak van de uitnodigingen voor de vergaderingen van de verschillende componenten van de BTF ICJ vermeld in de volgende artikelen. § 2. Het secretariaat van de BTF ICJ stelt een verslag op van alle vergaderingen van de BTF ICJ. Het secretariaat zendt dat verslag over aan de personen die voor de vergadering waren uitgenodigd, alsook aan de minister bevoegd voor Justitie.

Art. 5.Het secretariaat van de BTF ICJ stelt jaarlijks een verslag op van de activiteiten van de BTF ICJ. Het verslag wordt tijdens een plenaire zitting ter goedkeuring voorgelegd aan de leden van de BTF ICJ. Zodra het verslag is goedgekeurd, wordt het door de voorzitter van de BTF ICJ overgezonden aan alle autoriteiten bedoeld in artikel 2, §§ 2 en 3, van dit besluit. Een versie van het verslag die openbaar mag worden gemaakt, wordt ter informatie overgezonden aan het parlement.

Art. 6.De BTF ICJ kan een huishoudelijk reglement opstellen en ter goedkeuring voorleggen aan de minister bevoegd voor Justitie. HOOFDSTUK 3. - Bevoegdheden en vergaderingen van de BTF ICJ Afdeling 1. - Plenaire vergaderingen van de BTF ICJ

Art. 7.§ 1. De plenaire vergaderingen van de BTF ICJ strekken ertoe transversale vraagpunten inzake het internationaal strafrecht en inzonderheid inzake de samenwerking met de internationale straftribunalen te onderzoeken, zonder betrekking te hebben op een specifiek verzoek om rechtshulp of de uitvoering ervan. § 2. De in artikel 2, § 2, van dit besluit vermelde vertegenwoordigers worden uitgenodigd voor de vergaderingen beoogd in de vorige paragraaf. § 3. Het verhinderde lid wordt vervangen door zijn plaatsvervanger. § 4. Een vertegenwoordiger van elk beleidscel van de departementen bedoeld in artikel 2, § 2, is van rechtswege eveneens uitgenodigd op de plenaire vergaderingen. § 5. De BTF ICJ kan volgens de noodwendigheden eveneens elke persoon van wie de samenwerking nuttig wordt geacht, horen en op gerichte wijze betrekken bij zijn werkzaamheden.

Art. 8.§ 1. De plenaire vergaderingen van de BTF ICJ worden voorgezeten door de in artikel 2, § 1, van dit besluit aangewezen persoon. Bij zijn afwezigheid wordt het voorzitterschap waargenomen door een lid van de dienst Internationaal Humanitair Recht van het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie aangewezen door de voorzitter. § 2. De BTF ICJ houdt minstens een plenaire vergadering per kwadrimester. § 3. De beslissingen die eventueel worden goedgekeurd tijdens de plenaire vergaderingen van de BTF ICJ worden genomen bij consensus, met inachtneming van de internationale verplichtingen van het Koninkrijk en de toepasselijke bepalingen van het nationaal recht. Afdeling 2. - Vergaderingen van de BTF ICJ met betrekking tot

specifieke dossiers

Art. 9.§ 1. Indien de noodwendigheden zulks vereisen, inzonderheid wanneer zulks noodzakelijk is geworden wegens een specifiek verzoek om rechtshulp of samenwerking, belegt de voorzitter van de BTF ICJ een vergadering van de BTF ICJ met betrekking tot een specifiek dossier of een reeks specifieke dossiers. Zulks omvat inzonderheid de noodzakelijk geworden coördinatie voor de uitvoering van : 1° de aan België gerichte verzoeken om rechtshulp of samenwerking van de internationale straftribunalen en omgekeerd, met toepassing van hun Statuut, de akkoorden inzake nauwere samenwerkingen of de toepasselijke Belgische wetgeving;2° de interstatelijke rechtshulp met betrekking tot de bestrijding van de misdaden bedoeld in artikel 5 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafgerechtshof;3° de verzoeken inzake de toepassing van de regels met betrekking tot de internationale onschendbaarheid met een gerechtelijke weerslag in België. § 2. 1° Voorts belegt de voorzitter van de BTF ICJ ambtshalve een vergadering van de BTF ICJ met betrekking tot een specifiek dossier wanneer het beoogde dossier verband houdt met de specifieke uitvoering van de bilaterale overeenkomsten inzake de bescherming van getuigen, het luchtvervoer van gedetineerden, de tenuitvoerlegging van straffen en de voorlopige invrijheidstelling, gesloten met een internationaal strafgerecht. 2° Op verzoek van de bevoegde gerechtelijke autoriteiten belegt de voorzitter van de BTF ICJ bovendien een vergadering inzake de voorbereiding van de organisatie en het houden in België van processen met het oog op de bestrijding van ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht. § 3. De in artikel 2, § 2, van dit besluit vermelde vertegenwoordigers die wegens hun bevoegdheden betrokken zijn bij de uitvoering van dat verzoek, gelet op het onderwerp van het dossier of de dossiers, worden uitgenodigd voor de vergaderingen beoogd in de vorige paragrafen. § 4. Het verhinderde lid wordt vervangen door zijn plaatsvervanger of, voor de Veiligheid van de Staat, de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid en het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, door de persoon die specifiek belast is met het dossier dat het onderwerp is of de dossiers die het onderwerp zijn van de vergadering. § 5. Het lid of de leden van de dienst Internationaal Humanitair Recht van het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie dat belast is of die belast zijn met het beheer van dat dossier of die dossiers nemen van rechtswege deel aan die vergaderingen. § 6. Volgens de noodwendigheden kan de BTF ICJ eveneens elke persoon van wie de samenwerking nuttig wordt geacht voor het goede beheer van het betrokken dossiers of de betrokken dossiers uitnodigen voor die vergaderingen.

Art. 10.§ 1. De vergaderingen van de BTF ICJ met betrekking tot specifieke dossiers worden voorgezeten door de persoon aangewezen in artikel 2, § 1, van dit besluit of, bij zijn afwezigheid, door een lid van de dienst Internationaal Humanitair Recht van het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie aangewezen door de voorzitter. § 2. De beslissingen die eventueel worden goedgekeurd tijdens de plenaire vergaderingen van de BTF ICJ worden genomen bij consensus, met inachtneming van de internationale verplichtingen van het koninkrijk en de toepasselijke bepalingen van het nationaal recht. Afdeling 3. - Vergaderingen van de BTF ICJ met betrekking tot

geclassificeerde dossiers (BTF-R)

Art. 11.§ 1. Binnen de BTF ICJ is de Belgian Task Force ICJ - Restricted, hierna de "BTF-R" genoemd, belast met de coördinatie en het beheer van en de informatie over de dossiers die onder de bevoegdheid vallen van het BTF ICJ en die geclassificeerd zijn of geclassificeerd zouden kunnen worden in de zin van de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007003 bron ministerie van landsverdediging Wet tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen sluiten betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen. § 2. De BTF-R is samengesteld uit leden van de BTF ICJ die in het bezit zijn van een veiligheidsmachtiging afgegeven overeenkomstig voornoemde wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007003 bron ministerie van landsverdediging Wet tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen sluiten, die passend is met betrekking tot de behandelde dossiers. Het verhinderde lid wordt vervangen door zijn plaatsvervanger of, voor de Veiligheid van de Staat, de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse en de Getuigenbeschermingsdienst van de federale politie, door de persoon die specifiek belast is met het dossier dat het onderwerp is of de dossiers die het onderwerp zijn van de vergadering. Wanneer een lid van de BTF-R en diens plaatsvervanger niet over een dergelijke veiligheidsmachtiging beschikken, worden zij vervangen door een andere door hun autoriteit aangewezen persoon die over die veiligheidsmachtiging beschikt. § 3. Enkel de vertegenwoordigers van de autoriteiten van wie de aanwezigheid noodzakelijk is voor de behandeling van de punten op de agenda worden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van de BTF-R. De verantwoordelijke voor het betrokken dossier binnen de dienst Internationaal Humanitair Recht van het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie neemt van rechtswege deel aan de vergaderingen van de BTF-R, voor zover hij over de vereiste veiligheidsmachtigingen beschikt. § 4. De BTF-R kan volgens de noodwendigheden eveneens enige persoon die over een passende veiligheidsmachtiging beschikt en van wie de samenwerking nuttig wordt geacht, horen en op gerichte wijze betrekken bij zijn werkzaamheden.

Art. 12.De BTF-R onderzoekt hoofdzakelijk: 1° de verzoeken om samenwerking inzake geclassificeerde informatie of documenten of informatie of documenten die zouden kunnen worden geclassificeerd in de zin van de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007003 bron ministerie van landsverdediging Wet tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen sluiten betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen;2° de dossiers inzake de bescherming van bedreigde getuigen op verzoek van de internationale strafgerechten;3° de mogelijke en spontane overzending van oorspronkelijk geclassificeerde informatie en documenten in de zin van voornoemde wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007003 bron ministerie van landsverdediging Wet tot oprichting van een beroepsorgaan inzake veiligheidsmachtigingen sluiten die in het bezit zijn van de Belgische autoriteiten en die de internationale straftribunalen zouden kunnen helpen bij hun opdrachten;4° enige transversale vraag met betrekking tot de aangelegenheden vermeld in de punten 1° tot 3° van dit artikel.

Art. 13.§ 1. De vergaderingen van de BTF-R worden voorgezeten door de in artikel 2, § 1, van dit besluit aangewezen persoon. § 2. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door een lid van de dienst Internationaal Humanitair Recht van het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie aangewezen door de voorzitter en in het bezit van de vereiste veiligheidsmachtigingen. § 3. De beslissingen die eventueel worden goedgekeurd tijdens de vergaderingen van de BTF-R worden genomen bij consensus, met inachtneming van de internationale verplichtingen van het koninkrijk en de toepasselijke wetten. Afdeling 4. - Inachtneming van andere verleende bevoegdheden

Art. 14.De bepalingen van dit besluit gelden onverminderd de bevoegdheden die specifiek zijn verleend aan de minister tot wiens bevoegdheid Justitie behoort, aan de procureurs-generaal en aan de federale procureur door de artikelen 151 van de Grondwet en de artikelen 143bis, 143quater, 144sexies en 146bis van het Gerechtelijk Wetboek, alsmede de bevoegdheden verleend aan de centrale autoriteit door de wet van 29 maart 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2004 pub. 01/04/2004 numac 2004009246 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen sluiten betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen en de bevoegdheden verleend aan de dienst Internationaal Humanitair Recht van de FOD Justitie door het koninklijke besluit van 17 september 2005 houdende oprichting van een dienst internationaal humanitair recht. HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling

Art. 15.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, op 23 augustus 2014.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister E. DI RUPO De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS De Minister van Binnenlandse Zaken, M. WATHELET De Minister van Financiën, K. GEENS De Minister van Justitie, belast met Asiel en Migratie, Mevr. M. DE BLOCK

^