Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 oktober 2001
gepubliceerd op 30 november 2001

Koninklijk besluit tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten

bron
ministerie van economische zaken en ministerie van tewerkstelling en arbeid ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022848
pub.
30/11/2001
prom.
23/10/2001
ELI
eli/besluit/2001/10/23/2001022848/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (asbest)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid artikel 5, § 1, 1° en 10° en § 2, 1° alsmede artikel 15, § 1;

Gelet op de Richtlijn 76/769/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/51/EG;

Gelet op de Richtlijn 1999/77/EG van de Commissie van 26 juli 1999 tot zesde aanpassing aan de technische vooruitgang van bijlage I van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (asbest);

Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 1998 tot beperking van het op de markt brengen, de vervaardiging en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (asbest);

Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad van 21 september 2000;

Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling van 17 oktober 2000;

Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven van 19 oktober 2000;

Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik van 18 december 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 1 februari 2001;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State 31.859/1/V, gegeven op 23 augustus 2001, met toepassing van artikel 84, eerst lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en Onze Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is niet van toepassing op : 1° het vervoer van gevaarlijke stoffen en prepara- ten per spoor, over de weg, per schip of door de lucht;2° gevaarlijke stoffen en preparaten die naar landen die niet tot de Europese Gemeenschap behoren, worden uitgevoerd;3° stoffen en preparaten in transito onder douanecontrole, voor zover zij niet worden verwerkt.

Art. 2.Het op de markt brengen en het gebruik van de 6 volgende vezels en van producten waaraan deze opzettelijk zijn toegevoegd, is verboden : 1° crocidoliet CAS n° 12001-28-4 2° amosiet CAS n° 12172-73-5 3° anthofyllietasbest CAS n° 77536-67-5 4° actinolietasbest CAS n° 77536-66-4 5° tremolietasbest CAS n°77536-68-6 6° chrysotiel CAS n° 12001-29-5 met uitzondering van de in artikel 3 vermelde toepassing.

Art. 3.Het op de markt brengen en het gebruik van producten die chrysotiel CAS n° 12001-29-5 bevatten, is vanaf 1 januari 2005 tevens verboden voor dichtingen en bekledingen die gebruikt worden in industriële processen en installaties bestemd voor vloeistofcirculatie ter voorkoming van risico's verbonden aan hoge temperaturen en drukken.

Art. 4.§ 1. Het gebruik van producten die de in artikel 2 genoemde asbestvezels bevatten, die reeds geïnstalleerd en/of in bedrijf waren voor de datum van inwerking treding van het huidige besluit blijft toegelaten, totdat deze worden verwijderd of aan vervanging toe zijn. §. 2 Onze Ministers die bevoegd zijn voor de Volksgezondheid, de Arbeid en het Leefmilieu kunnen om redenen van gezondheidbescherming het gebruik van dergelijke producten verbieden voordat deze worden verwijderd of aan vervanging toe zijn.

Art. 5.Artikel 2 is niet van toepassing voor het op de markt brengen of het gebruik voor onderzoek-, ontwikkelings- of analysedoeleinden.

Art. 6.Onverminderd de toepassing van andere bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerk van gevaarlijke stoffen en preparaten, zijn het op de markt brengen en het gebruik van producten die de in artikel 2 bedoelde vezels bevatten alleen toegestaan indien de producten zijn geëtiketteerd overeenkomstig de bepalingen van de bijlage bij dit besluit.

Art. 7.Onverminderd de ambtsbevoegdheden van de officieren van de gerechtelijke politie houden de ambtenaren en beambten van de Diensten voor het Leefmilieu van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, van het Bestuur Energie, van het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid en van het Bestuur Economische Inspectie van het Ministerie van Economische Zaken, van de Administratie van de Arbeidsveiligheid en van de Administratie van de Arbeidshygiëne en Geneeskunde van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, ieder wat hen betreft, toezicht op de uitvoering van dit huidige besluit.

Art. 8.Het koninklijk besluit van 3 februari 1998 tot beperking van het op de markt brengen, de vervaardiging en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (asbest) wordt opgeheven.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 10.Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en Onze Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit huidige besluit.

Gegeven te Brussel, 23 oktober 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Consumentzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE

Bijlage 1. Op asbest bevattende producten of op hun verpakking moet het hierna omschreven etiket zijn aangebracht : a) het aan het hieronder staande model gelijkvormig etiket moet ten minste 5 cm hoog (H) en 2,5 cm breed zijn; Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld b) het bestaat uit twee delen : - het bovendeel (h1 = 40 % H) bevat een witte letter "a" tegen een zwarte achtergrond; - het benedendeel (h2 = 60 % H) bevat de zwarte en/of witte standaardtekst tegen een rode achtergrond en moet goed leesbaar zijn; c) indien het product crocidoliet bevat, moet de uitdrukking "bevat asbest" van de standaardtekst worden vervangen door de volgende uitdrukking : "bevat crocidoliet/blauw asbest".d) indien voor de etikettering gebruik wordt gemaakt van een rechtstreekse opdruk op het product, is één met de achtergrond contrasterende kleur voldoende.2. Het etiket moet overeenkomstig de hieronder staande voorschriften worden aangebracht : a) op elk van de geleverde eenheden, ongeacht de afmetingen;b) bevat een product elementen op asbestbasis, dan volstaat een etiket op die elementen.De etikettering is niet vereist indien het door de geringe afmetingen of door de ongeschikte verpakking niet mogelijk is een etiket op het element aan te brengen. 3. Etikettering van asbest bevattende producten die in verpakking worden aangeboden. 3.1. De verpakking van asbest bevattende producten die in verpakking worden aangeboden, moet voorzien zijn van een goed leesbare en onuitwisbare etikettering waarop het volgende is vermeld : a) het symbool en de aanduiding van de aan het product verbonden gevaren, zulks overeenkomstig deze bijlage;b) veiligheidsvoorschriften die conform de aanwijzingen van deze bijlage moeten worden gekozen, voor zover zij van toepassing zijn op het betrokken product. Eventuele nadere informatie inzake veiligheid die op de verpakking wordt aangebracht, mag de onder a) en b) bedoelde aanwijzingen niet verzwakken of tegenspreken. 3.2. Bij de in punt 3.1. omschreven etikettering : - moet gebruik worden gemaakt van een stevig op de verpakking aangebracht etiket, of - van een stevig aan de verpakking bevestigde label, of - dient de etikettering rechtstreeks op de verpakking te worden gedrukt. 3.3. Asbest bevattende producten die uitsluitend in plastic of op soortgelijke wijze zijn verpakt, worden beschouwd als in verpakking aangeboden producten en dienen overeenkomstig punt 3.2. te worden geëtiketteerd. Wanneer uit zulke verpakking producten worden genomen welke afzonderlijk onverpakt op de markt worden gebracht, moet bij elk van de geleverde eenheden, ongeacht de afmetingen een mededeling worden gevoegd waarin de gegevens overeenkomstig punt 3.1. zijn vermeld. 4. Etikettering van asbest bevattende producten die onverpakt worden aangeboden. Bij asbest bevattende producten die onverpakt worden aangeboden, moet voor de etikettering overeenkomstig punt 3.1. gebruik worden gemaakt van : - een stevig op het asbest bevattende product aangebracht etiket, of - een stevig aan het product bevestigde label of - een rechtstreekse opdruk op het product of - wanneer bovengenoemde procédés redelijkerwijs niet kunnen worden toegepast, bijvoorbeeld wegens de beperkte afmetingen van het product, de ongeschikte aard ervan of bepaalde technische moeilijkheden, door middel van een mededeling waarin de gegevens overeenkomstig punt 3.1. zijn vermeld. 5. Onverminderd de reglementaire voorschriften inzake veiligheid en hygiëne op de arbeidsplaats dienen aan het etiket op het product dat bij het gebruik kan worden verwerkt of bewerkt, alle veiligheidsvoorschriften te worden toegevoegd die voor het betrokken product van toepassing kunnen zijn, met name deze : - zo mogelijk in de open lucht of in een goed geventileerde ruimte werken; - bij voorkeur handwerktuigen of werktuigen met lage snelheden gebruiken, die zo nodig zijn voorzien van een geschikte stofvanger.

Wanneer werktuigen met hoge snelheden worden gebruikt, moeten deze altijd van een stofvanger zijn voorzien; - zo mogelijk vóór het zagen of boren bevochtigen; - het stof bevochtigen, in een vat doen dat goed wordt gesloten en veilig verwijderen. 6. De aantekeningen worden vermeld in de taal of de talen van het taalgebied waar de producten op de markt worden gebracht. Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 23 oktober 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Consumentzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE

^