Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 augustus 2005
gepubliceerd op 08 november 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende uniform en uitrusting

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012300
pub.
08/11/2005
prom.
24/08/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende uniform en uitrusting (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende uniform en uitrusting.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bewakingsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003 Uniform en uitrusting (Overeenkomst geregistreerd op 24 februari 2004 onder het nummer 70006/CO/317) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.

Onder "werknemer" wordt verstaan : zowel de mannelijke als de vrouwelijke arbeider of bediende. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle bewakingsondernemingen die een activiteit zoals gedefinieerd in artikel 1 de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, gewijzigd. HOOFDSTUK II. - Arbeiders

Art. 2.§ 1. De werkgever stelt een uniform ter beschikking van zijn arbeiders, dat bestaat uit een kepie, een pak, twee broeken, drie hemden en een das, alsmede een beschermingsuitrusting, bestaande uit een mantel (of gelijkaardig), een sjerp in de winter, een regenjas (of gelijkaardig) in de zomer, een paar laarzen voor het werk op het werf.

Bovendien wordt ook gezorgd voor werkkleding aangepast aan het seizoen. § 2. Er wordt ieder jaar een nieuwe broek bezorgd. § 3. Om de negen maanden wordt aan de arbeiders een nieuw hemd bezorgd.

De prijs van het hemd wordt vastgesteld op het niveau van de onderneming en medegedeeld aan de vakbondsafvaardiging. § 4. Een paar schoenen aangepast aan de behoeften van het werf wordt bezorgd, op grond van een beslissing van het comité voor preventie en bescherming op het werk.

Ingeval de werkgever of de klant een speciaal schoeisel voorschrijft zal de werkgever instaan voor de levering of een vergoeding betalen die overeenkomt met de kostprijs van dit schoeisel.

Een vergoeding voor schoenen van 27,27 EUR wordt toegekend aan de bewakingsagenten die werkzaam zijn in militaire basissen. § 5. De arbeider moet het uniform en de uitrusting alleen tijdens de werkuren dragen. § 6. De werkgever heeft de mogelijkheid om een deel van de uitrusting bepaald in § 1 te vervangen door een overall voor vuil werk. § 7. Deze uitrusting wordt om de twee jaar vervangen, of vroeger, in geval van voortijdige slijtage. § 8. Buiten de wettelijke proefperiode betaalt de werkgever die de verplichtingen van dit artikel niet heeft nageleefd, aan de arbeiders een vergoeding van 0,62 EUR per dag gedurende de periode tijdens welke hij deze bepalingen heeft overtreden. § 9. Aan de arbeiders die voltijdse arbeidsprestaties verrichten, wordt een vergoeding van 11,16 EUR per maand toegekend voor het onderhoud van hun uniform.

Arbeiders die in burgerkledij hun taak moeten uitoefenen ontvangen 11,16 EUR per maand voor het onderhoud en de sleet van deze kledij. § 10. Wat de arbeiders die deeltijdse arbeidsprestaties verrichten betreft, wordt dezelfde vergoeding voorzien voor de arbeiders die gemiddeld minimum 18.30 uur werkelijke arbeidsprestaties per week verrichten op maandbasis. § 11. Voor de arbeiders die minder dan 18.30 uur werken, wordt een vergoeding van 5,58 EUR per maand toegekend. § 12. Wanneer er arbeidsprestaties moeten worden verricht in een vuile omgeving, zal de vergoeding van 11,16 EUR eveneens worden toegekend aan de arbeiders die minder dan 18.30 uur werken. § 13. Op deze kledijvergoeding zal het regime van de indexatie van de lonen worden toegepast.

Op 1 juli 2003, ingevolge de indexering, zal deze bedragen : § 9. - 11,38 EUR. § 11. - 5,69 EUR. § 12. - 11,38 EUR. HOOFDSTUK III. - Bedienden

Art. 3.§ 1. Bij de indienstneming van de bedienden die uit dienstoverwegingen en/of op aanvraag van de werkgever een uniform moeten dragen, wordt er een geschikt uniform ter beschikking gesteld, zo als : een kepie, een pak, twee broeken, drie hemden en een das, alsmede een beschermingsuitrusting, bestaande uit een mantel (of gelijkaardig), een sjerp in de winter, een regenjas (of gelijkaardig) in de zomer, een paar laarzen voor het werk op het werf.

Elk jaar zal er een nieuwe broek worden verstrekt. § 2. Een paar schoenen, aangepast aan de vereisten van de werf, zal worden geleverd aan de betrokken operationele bedienden, volgens beslissing van het comité voor preventie en bescherming op het werk van de onderneming.

Ingeval de werkgever of de klant speciaal schoeisel voorschrijft zal de werkgever instaan voor de levering of een vergoeding betalen die overeenkomt met de kostprijs van dit schoeisel. § 3. De betrokken bediende moet het uniform en de uitrusting slechts dragen tijdens de werkuren. § 4. De werkgever heeft de mogelijkheid de uitrusting voorzien in § 1 gedeeltelijk te vervangen door een overall voor vuil werk. § 5. Deze uitrusting wordt om de twee jaar vervangen of eerder, in geval van voortijdige slijtage. § 6. Alle negen maanden wordt er aan de betrokken bedienden een nieuw hemd gegeven.

Niettemin zal de betrokken bediende die de onderneming verlaat, automatisch voor het hemd een terugbetaling verschuldigd zijn, berekend in negenden voor de nog lopende maanden.

De prijs van het hemd wordt bepaald op ondernemingsvlak en medegedeeld aan de vakbondsafvaardiging. § 7. Een vergoeding van 11,16 EUR per maand wordt toegekend aan de betrokken bedienden die voltijdse arbeidsprestaties verrichten, voor het onderhoud van hun uniform.

Operationele bedienden die op aanvraag van de werkgever in burgerkledij hun taken moeten uitoefenen ontvangen 11,16 EUR per maand voor het onderhoud en de sleet van hun kledij.

Deze vergoeding wordt niet uitbetaald aan de operationele bedienden die reeds van voordeliger voorwaarden genieten in de schoot van de onderneming. § 8. Voor de deeltijdse bedienden, is dezelfde vergoeding voorzien indien zij een gemiddelde van 18.30 uren effectieve prestaties per week verrichten over een periode van een maand. § 9. Aan de betrokken bedienden die minder dan 18.30 uren presteren, wordt een vergoeding van 5,58 EUR toegekend. § 10. Indien de prestaties uitgevoerd worden in een vuile omgeving, wordt de vergoeding van 11,16 EUR eveneens toegekend aan de betrokken bedienden die minder dan 18.30 uren presteren. § 11. Op deze kledijvergoeding zal het regime van de indexatie van de lonen worden toegepast.

Op 1 juli 2003, ingevolge de indexering, zal deze bedragen : § 7. - 11,38 EUR. § 9. - 5,69 EUR. § 10. - 11,38 EUR. § 12. Buiten de wettelijke proefperiode betaalt de werkgever die de verplichtingen van dit artikel niet heeft nageleefd, aan de bediende een vergoeding van 0,62 EUR per dag gedurende de periode tijdens welke hij deze bepalingen heeft overtreden. HOOFDSTUK IV. - Algemeenheden

Art. 4.§ 1. Indien sommige van de voordelen, opgenomen in deze collectieve arbeidsovereenkomst, reeds geheel of gedeeltelijk door bepaalde werkgevers worden toegepast op werknemers, wordt tussen de ondertekenende partijen overeengekomen dat deze werkgevers enkel het eventuele verschil tussen wat reeds werd toegekend en wat is bepaald in de huidige overeenkomst, moeten betalen.

Alle hogere voordelen die reeds worden toegekend blijven verkregen. § 2. Alle bepalingen van de bestaande overeenkomsten die niet door deze conventie worden gewijzigd blijven van toepassing, meer in het bijzonder inzake waardetransport. § 3. Alle voordeliger overeenkomsten en voor zover ze niet strijdig zijn met de algemene bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten blijven behouden. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 5.§ 1. In geval van betwisting zijn partijen akkoord om uitsluitend een beroep te doen op de voorzitter van het paritair comité die een verzoeningsbureau kan samenstellen en een oplossing kan voorstellen aan betrokken partijen. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2003 en is gesloten voor onbepaalde duur. § 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vernietigt en vervangt : - het artikel 22 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2001 (koninklijk besluit van 11 mei 2003 - Belgisch Staatsblad van 21 mei 2003) betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en tot vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden voor de arbeiders tewerkgesteld in de privé-sector van de bewakingsdiensten; - het artikel 27 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2001, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van de bedienden; - de artikelen 15, § 5 en 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997 (koninklijk besluit van 14 december 2001 - Belgisch Staatsblad van 22 januari 2002) betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en de vaststelling van sommige arbeidsvoorwaarden van de arbeiders die bewakingsdiensten verrichten in de militaire sector. § 4. Vanaf 1 oktober 2004 kan zij worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^