Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 januari 2002
gepubliceerd op 31 januari 2002

Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 82, 84, 111, 114, 115, 124, 127 en 130 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012104
pub.
31/01/2002
prom.
24/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/24/2002012104/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 82, 84, 111, 114, 115, 124, 127 en 130 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, de wetten van 22 januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994, het koninklijk besluit van 14 november 1996 en de wetten van 13 maart 1997, 13 februari 1998, 22 december 1998, 26 maart 1999, 12 augustus 2000, 22 mei 2001, 19 juli 2001, 10 augustus 2001 en 30 december 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 82, § 1, derde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2001, 84, derde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2001, 111, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, 114, §§ 1, 2 en 4, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 december 1993 en 13 juli 2001, 115, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 december 1993, 26 januari 2001 en 13 juli 2001, 124, eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 april 1994, 12 augustus 2000 en 13 juli 2001, 127, § 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 september 1993, 19 juni 1997, 27 april 2001 en 13 juli 2001, en 130, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 november 2000;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, gegeven op 6 december 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 december 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 15 januari 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door het feit dat dit besluit tot doel heeft de steeds groter wordende ongelijkheid te verminderen die bestaat tussen de hoogte van het bestaansminimum en van de werkloosheidsuitkeringen, dat de Regering in het kader van de sociale bijsturingen het nodige budget voorzien heeft om aan deze situatie te verhelpen vanaf 1 januari 2002; dat bijgevolg alle instanties bevoegd voor de uitbetaling van de uitkeringen voorzien in dit besluit hiervan zo snel mogelijk op de hoogte gebracht moeten worden, zodat dat zij alle maatregelen kunnen nemen om de desbetreffende uitkeringen tijdig te kunnen uitbetalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 82, § 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2001, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Indien de betrokken werkloze evenwel tijdens de in het vorig lid bedoelde inkomsten-referteperiode inkomsten uit arbeid als loontrekkende heeft, dan worden deze inkomsten buiten beschouwing gelaten ten belope van een netto-belastbaar bedrag dat gelijk is aan ten hoogste 312 maal 10,18 EUR. Het voormelde bedrag wordt gekoppeld aan de spilindex 103,14, geldend op 1 juni 1999 (basis 1996 = 100), volgens de regels bepaald in artikel 113. »

Art. 2.Artikel 84, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2001, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Indien de betrokken werkloze evenwel tijdens de in het tweede lid bedoelde inkomsten-referteperiode inkomsten uit arbeid als loontrekkende heeft, dan worden deze inkomsten buiten beschouwing gelaten ten belope van een netto-belastbaar bedrag dat gelijk is aan ten hoogste 312 maal 10,18 EUR. Het voormelde bedrag wordt gekoppeld aan de spilindex 103,14, geldend op 1 juni 1999 (basis 1996 = 100), volgens de regels bepaald in artikel 113. »

Art. 3.Artikel 111, derde lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « De grens tot beloop waarvan het gemiddeld dagloon van de werknemer in aanmerking wordt genomen, wordt bepaald op 59,5566 EUR per dag. »

Art. 4.In artikel 114 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. Het basisdagbedrag van de werkloosheidsuitkering wordt vastgesteld op 40 pct. van het gemiddeld dagloon. »;

B) § 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. Het basisdagbedrag van de werkloosheidsuitkering wordt tijdens de eerste twaalf maanden van werkloosheid verhoogd met een aanpassingstoeslag, vastgesteld op 15 pct. van het gemiddeld dagloon.

Na deze eerste twaalf maanden wordt dit basisbedrag voor de werknemer met gezinslast verhoogd met een toeslag voor gezinslast, vastgesteld op 15 pct. van het gemiddeld dagloon. »;

C) § 4, eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 december 1993 en 13 juli 2001, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 4. In afwijking van § 1 wordt, na de eerste vijftien maanden van werkloosheid, het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering van de samenwonende werknemer bepaald op 13,56 EUR. Deze periode van vijftien maanden wordt verlengd met drie maanden per jaar beroepsverleden als loontrekkende. »;

D) § 4, derde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Wanneer twee samenwonende echtgenoten in de loop van een kalendermaand slechts beschikken over uitkeringen in de zin van artikel 27, 4°, waarvan de samengevoegde dagbedragen het maximum dagbedrag van de werkloosheidsuitkering vastgesteld overeenkomstig dit artikel niet overschrijden, wordt elke werkloosheidsuitkering van 13,56 EUR met een toeslag van 4,23 EUR verhoogd. »

Art. 5.Artikel 115 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 december 1993, 26 januari 2001 en 13 juli 2001, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 115.Het minimum dagbedrag van de werkloosheidsuitkering wordt vastgesteld op : 1° 30,56 EUR voor de werknemer met gezinslast;2° 25,67 EUR voor de alleenwonende werknemer;3° 19,25 EUR voor de samenwonende werknemer vóór het verstrijken van de eventueel verlengde periode van vijftien maanden bedoeld in artikel 114, § 4. Het voorgaande lid is niet van toepassing op de werknemer bedoeld in artikel 114, § 5. »

Art. 6.Artikel 124, eerste lid, 2°, c), van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 april 1994, 12 augustus 2000 en 13 juli 2001, wordt vervangen door de volgende bepaling : « c) 21,16 EUR, indien hij 21 jaar is of meer; »

Art. 7.Art. 127, § 1, van hetzelfde besluit gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 september 1993, 19 juni 1997, 27 april 2001 en 13 juli 2001, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. Het bedrag van de anciënniteitstoeslag wordt vastgesteld : 1° voor de werknemer met gezinslast op 3,54 EUR;2° voor de alleenwonende werknemer die de leeftijd van 55 jaar bereikt heeft, op 10 pct.van het gemiddeld dagloon; 3° voor de alleenwonende werknemer niet bedoeld in 2°, op 4,5 pct.van het gemiddeld dagloon; 4° voor de samenwonende werknemer waarvoor het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering werd bepaald op 13,56 EUR, op 2,84 EUR;5° voor de samenwonende werknemer niet bedoeld in 4° die de leeftijd van 58 jaar bereikt heeft op 15 pct.van het gemiddeld dagloon; 6° voor de samenwonende werknemer niet bedoeld in 4° of 5° die de leeftijd van 55 jaar bereikt heeft op 10 pct.van het gemiddeld dagloon; 7° voor de samenwonende werknemer niet bedoeld in 4° tot 6°, op 5 pct. van het gemiddeld dagloon.

De percentages bedoeld in het eerste lid, 5° en 6°, worden vervangen door 20 pct. indien de werknemer reeds vóór 1 januari 1997 dit percentage genoot. ».

Art. 8.In artikel 130, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 november 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling: « § 2. Het dagbedrag van de uitkering wordt verminderd met het gedeelte van het dagbedrag van het inkomen bedoeld in § 1 dat 10,18 EUR overschrijdt. Het aldus bekomen bedrag wordt afgerond tot de hogere of lagere cent naargelang het gedeelte van een cent al dan niet 0,5 bereikt. Het mag in de gevallen bedoeld in § 1, 2° en 5°, niet minder bedragen dan 12 cent. »;

B) het wordt aangeduid met het volgende lid : « Het in het eerste lid vermelde bedrag wordt gekoppeld aan de spilindex 103,14, geldend op 1 juni 1999 (basis 1996 = 100), volgens de regels bepaald in artikel 113. »

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Artikel 111 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, zoals van kracht vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijft evenwel van toepassing op de werknemer die vóór de inwerkingtreding van dit besluit uitkeringen genoot, tot op de dag voorafgaand aan deze waarop deze berekeningsbasis van de uitkering herzien wordt in toepassing van artikel 118 van dit voormelde besluit.

Art. 10.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944. Wet van 14 juli 1951, Belgisch Staatsblad van 16 december 1951.

Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961.

Wet van 16 april 1963, Belgisch Staatsblad van 23 april 1963.

Wet van 11 januari 1967, Belgisch Staatsblad van 14 januari 1967.

Wet van 10 oktober 1967, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1967.

Koninklijk besluit nr. 13 van 11 oktober 1978, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1978.

Koninklijk besluit nr. 28 van 24 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 26 maart 1982.

Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985.

Wet van 30 december 1988, Belgisch Staatsblad van 5 januari 1989.

Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992.

Wet van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1994.

Koninklijk besluit van 14 november 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996.

Wet van 13 maart 1997, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1997.

Wet van 13 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998.

Wet van 22 december 1998, Belgisch Staatsblad van 10 april 1999.

Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.

Wet van 12 augustus 2000, Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2000.

Wet van 22 mei 2001, Belgisch Staatsblad van 21 juni 2001.

Wet van 19 juli 2001, Belgisch Staatsblad van 28 juli 2001.

Wet van 10 augustus 2001, Belgisch Staatsblad van 15 september 2001.

Wet van 30 december 2001, Belgisch Staatsblad van 31 december 2001.

Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991.

Koninklijk besluit van 15 september 1993, Belgisch Staatsblad van 24 september 1993.

Koninklijk besluit van 27 december 1993, Belgisch Staatsblad van 31 december 1993.

Koninklijk besluit van 27 april 1994, Belgisch Staatsblad van 30 april 1994.

Koninklijk besluit van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 14 augustus 1996.

Koninklijk besluit van 19 juni 1997, Belgisch Staatsblad van 28 juni 1997.

Koninklijk besluit van 12 augustus 2000, Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2000.

Koninklijk besluit van 23 november 2000, Belgisch Staatsblad van 30 november 2000.

Koninklijk besluit van 26 januari 2001, Belgisch Staatsblad van 31 januari 2001.

Koninklijk besluit van 27 april 2001, Belgisch Staatsblad van 28 april 2001.

Koninklijk besluit van 13 juli 2001, Belgisch Staatsblad van 11 augustus 2001.

^