Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 april 2014
gepubliceerd op 14 mei 2014

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het derde beheerscontract tussen de Staat en Belgocontrol

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2014014282
pub.
14/05/2014
prom.
25/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/25/2014014282/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het derde beheerscontract tussen de Staat en Belgocontrol


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919, betreffende de regeling der luchtvaart, artikel 5, § 1, gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001;

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, artikel 4, § 3;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim ("de luchtvaartnavigatiedienstenverordening"), artikelen 8 en 9;

Gelet op de goedkeuring van de Raad van Bestuur van Belgocontrol, gegeven op 1 april 2014;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 maart 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 2 april 2014;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen en de Staatsecretaris voor Mobiliteit en op het advies van in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het beheerscontract gesloten op 11 april 2014 tussen de Staat en Belgocontrol, opgenomen in bijlage bij dit besluit, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Deze goedkeuring brengt aanwijzing van Belgocontrol mee : 1° als verlener van luchtverkeersdiensten, in de zin van artikel 8, § 1, van Verordening (EG) nr.550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim ("de luchtvaartnavigatiedienstenverordening"); 2° als verlener van meteorologische diensten, in de zin van artikel 9 § 1 van Verordening (EG) nr.550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim ("de luchtvaartnavigatiedienstenverordening").

Art. 3.Dit besluit en de bijlage erbij treden in werking op 1 juli 2014.

Art. 4.De minister bevoegd voor de Luchtvaart is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET

Derde beheerscontract tussen de Staat en Belgocontrol Inhoudstafel Hoofdstuk I - Voorwerp van het beheerscontract Hoofdstuk II - Definities Hoofdstuk III - Taken van openbare dienst Afdeling 1 - Luchtvaartnavigatiediensten

Afdeling 2 - Informatieverstrekking

Afdeling 3 - Minimale dienstverlening

Hoofdstuk IV - Prestatiedoelstellingen Afdeling 1 - Prestatieplan - algemene principes

Afdeling 2 - Prestatieplan van de eerste referentieperiode

Afdeling 3 - Doelstelling van kostenefficiëntie in de heffingszones

voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten Hoofdstuk V - Certificering, kwaliteit van de dienstverlening en opleiding van personeel Hoofdstuk VI - Internationale betrekkingen Afdeling 1 - Algemeen principe

Afdeling 2 - FABEC

Afdeling 3 - MUAC

Afdeling 4 - Deelnames

Afdeling 5 - Samenwerking met ANA

Hoofdstuk VII - Informatieverstrekking en samenwerking met derden Afdeling 1 - Informatieverstrekking

Afdeling 2 - Samenwerking met derden

Hoofdstuk VIII - Principes inzake tarifering en financiering Afdeling 1 - Algemene principes

Afdeling 2 - « En-route » heffingen

Afdeling 3 - Plaatselijke luchtvaartnavigatieheffingen

Afdeling 4 - Overige inkomsten

Afdeling 5 - Opschorting van dienstverlening

Hoofdstuk IX - Verslagen en jaarrekening Afdeling 1 - Ondernemingsplan

Afdeling 2 - Jaarplan

Afdeling 3 - Jaarlijks activiteitenverslag

Afdeling 4 - Jaarrekening

Afdeling 5 -Jaarverslagen over capaciteit

Hoofdstuk X - Duur van het contract Hoofdstuk XI - Sancties BEHEERSCONTRACT Tussen : 1. de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Mobiliteit overeenkomstig artikel 4, § 1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, hierna « de Staat » genoemd, En 2.Belgocontrol, autonoom overheidsbedrijf, met zetel te Vooruitgangstraat 80, bus 2, 1030 Brussel, vertegenwoordigd door het Directiecomité overeenkomstig de artikelen 4, § 2 en 19 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, hierna « Belgocontrol » genoemd, Wordt het volgende overeengekomen : HOOFDSTUK I - Voorwerp van het beheerscontract

Artikel 1.Dit beheerscontract beoogt in uitvoering van artikel 3 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven de voorwaarden te regelen waaronder Belgocontrol haar opdrachten van openbare dienst dient te vervullen zoals voorzien in de artikelen 170 en 171 van de wet van 21 maart 1991. HOOFDSTUK II - Definities

Art. 2.§ 1 Voor de toepassing van dit beheerscontract wordt verstaan onder : de « Overeenkomst van Chicago » : de Overeenkomst betreffende de Internationale Burgerlijke Luchtvaart, ondertekend op 7 december 1944 te Chicago, goedgekeurd door de wet van 30 april 1947; de « Multilaterale Overeenkomst » : de Multilaterale Overeenkomst betreffende « en route » heffingen, opgemaakt te Brussel op 12 februari 1981 en goedgekeurd door de wet van 16 november 1984; de « Overeenkomst van 25 november 1986 » : de Overeenkomst inzake de terbeschikkingstelling en exploitatie van installaties en diensten voor het luchtverkeer door Eurocontrol in het luchtverkeersleidingscentrum Maastricht, afgesloten op 25 november 1986 tussen België, Nederland, het Groothertogdom Luxemburg, de Bondsrepubliek Duitsland en Eurocontrol; het « FABEC Verdrag » : het Verdrag betreffende de oprichting van het functioneel luchtruimblok « Europe Central » tussen de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk België, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat, ondertekend op 2 december 2010 (inwerkingtreding op 1 juni 2013); de « wet van 21 maart 1991 » : de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven; het « Samenwerkingsakkoord » : het Samenwerkingsakkoord dat op 30 november 1989 werd afgesloten tussen de Staat, handelend voor de Regie der Luchtwegen, en de Gewesten; het « koninklijk besluit van 15 september 1994 » : het koninklijk besluit van 15 september 1994 tot vaststelling van de vliegverkeersregelen; « I.C.A.O. » : de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie opgericht door de Overeenkomst van Chicago; « Eurocontrol » : de Europese Organisatie voor de Veiligheid van de Luchtvaart, opgericht door het Internationaal Verdrag tot Samenwerking in het belang van de Veiligheid van de Luchtvaart, ondertekend op 13 december 1960 te Brussel en goedgekeurd door de wet van 12 maart 1962, zoals gewijzigd door het protocol van Brussel van 12 februari 1981, goedgekeurd door de wet van 16 november 1984; « MUAC (Maastricht Upper Area Control Center) » : het Luchtverkeersleidingscentrum Maastricht opgericht door de Overeenkomst van 25 november 1986; « FABEC » : het Functioneel luchtruimblok « Europe Central » opgericht krachtens het FABEC Verdrag; « ANA » : « l'Administration de la navigation aérienne luxembourgeoise », het Luxemburgse Bestuur voor de Luchtvaart; de « Minister » : de Minister tot wiens bevoegdheid het vervoer behoort; de « BSA-ANS » : de dienst opgericht binnen het Directoraat-generaal Luchtvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer door het koninklijk besluit van 14 februari 2006 tot oprichting van een nationale toezichthoudende instantie (NSA) van de luchtvaartnavigatiediensten; de « Onderzoekscel » : de autonome cel voor onderzoek van luchtvaartongevallen en incidenten opgericht door artikel 2 van het koninklijk besluit van 9 december 1998 tot regeling van het onderzoek van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart; de « Ombudsdienst » : de dienst opgericht door het koninklijk besluit van 15 maart 2002 houdende de oprichting van een ombudsdienst voor de luchthaven Brussel-Nationaal of iedere dienst of orgaan die nadien zijn opdrachten zou overnemen; de « regionale openbare luchthavens » : de luchthavens van Antwerpen-Deurne, van Oostende, van Charleroi-Gosselies en van Luik-Bierset; de « regionale openbare vliegvelden » : de vliegvelden van Grimbergen, van Saint-Hubert en van Spa-La Sauvenière; de « luchthavenautoriteit » : de autoriteit bevoegd door of krachtens de wet om de uitbating van een luchthaven of openbaar vliegveld te regelen; de « luchthavenexploitant » : de rechtspersoon aan wie de luchthavenautoriteit de uitbating van een luchthaven of een openbaar vliegveld heeft overgedragen of, in voorkomend geval, in concessie gegeven; « gecoördineerde luchthaven » : gecoördineerde luchthaven in de zin van de Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van « slots » op communautaire luchthavens; « gecoördineerde bewegingen » : de opeenvolgende bewegingen van luchtvaartuigen voor lijnvluchten en geplande chartervluchten; « AIP » - Aeronautical Information Publication (Luchtvaartgids) : officiële publicatie die de luchtvaartinlichtingen van blijvende aard bevat die essentieel zijn voor de luchtvaart, gepubliceerd door Belgocontrol onder verantwoordelijkheid van de Staat overeenkomstig bijlage 15 van de Overeenkomst van Chicago; de « opdrachten van openbare dienst » : de opdrachten van openbare dienst toevertrouwd aan Belgocontrol door de artikelen 170 en 171 van de wet van 21 maart 1991; « Prestatieregeling » : de prestatieregeling bedoeld in artikel 11 van Verordening nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim gewijzigd bij de Verordening (EG) nr. 1070/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009. § 2. De termen bepaald in artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 september 1994 die in dit beheerscontract worden gebruikt zonder er anders te worden gedefinieerd evenals de termen bepaald in de reglementering betreffende het Gemeenschappelijk Europees luchtruim hebben de betekenis zoals bepaald in dat besluit of deze reglementering. HOOFDSTUK III - Taken van openbare dienst Afdeling 1. - Luchtvaartnavigatiediensten

Onderafdeling 1 - Luchtverkeersdiensten

Art. 3.§ 1. Belgocontrol waarborgt de veiligheid van het luchtverkeer in het in het tweede lid beschreven luchtruim, op de luchthaven Brussel-Nationaal alsook op de regionale luchthavens en openbare vliegvelden.

Ter vervulling van zijn opdrachten van openbare dienst staat Belgocontrol in voor het verlenen van luchtverkeersdiensten in het luchtruim van het vluchtinlichtingengebied van Brussel, onverminderd de luchtruimoverdrachten die werden overeengekomen met de aangrenzende luchtverkeersleidingscentra, en meer bepaald met uitzondering van het luchtruim waarbinnen de luchtverkeersleiding wordt waargenomen door de diensten van het Groothertogdom Luxemburg, en met uitzondering van de taken die zijn toevertrouwd aan Eurocontrol en aan de militaire overheden of aan andere dienstverleners voor de eventuele creatie of wijziging van verkeersleidingsgebieden.

Deze diensten omvatten : 1° luchtverkeersleidingsdiensten, inbegrepen de algemene luchtverkeersleiding en de naderingsluchtverkeersleiding, alsook de plaatselijke luchtverkeersleiding op de luchthaven Brussel-Nationaal en op de regionale luchthavens met het doel a) botsingen tussen luchtvaartuigen alsook tussen luchtvaartuigen en hindernissen op het manoeuvreerterrein te voorkomen en b) een geordende luchtverkeersstroom tot stand te brengen en te handhaven;2° de vluchtinlichtingendienst, met het doel adviezen en inlichtingen te verstrekken die nuttig zijn voor een veilige en doeltreffende uitvoering van de vluchten;3° de alarmeringsdienst, met het oog op het bij de verantwoordelijke diensten melding maken van vliegtuigen in nood die bijstand behoeven en het op verzoek assisteren van dergelijke organisaties. Onderafdeling 2 - Overige luchtvaartnavigatiediensten § 2. Met het oog op het verlenen van de luchtverkeersdiensten bedoeld in § 1 verschaft Belgocontrol eveneens volgende luchtvaartnavigatiediensten : - communicatie-, navigatie- en plaatsbepalingsdiensten; - meteorologische diensten voor de luchtvaartnavigatie; - luchtvaartinlichtingendiensten, met inbegrip van de publicatie van de AIP. § 3. Belgocontrol en het Directoraat-generaal Luchtvaart zullen een service level agreement afsluiten die de verantwoordelijkheden en modaliteiten vastlegt waaronder Belgocontrol de luchtvaartinlichtingendiensten, met inbegrip van de publicatie van de AIP, verzorgt. Belgocontrol en het Directoraat-generaal Luchtvaart betrekken Defensie in de mate van het mogelijke bij het afsluiten van deze service level agreement. Afdeling 2. - Informatieverstrekking

Art. 4.§ 1. Belgocontrol verschaft aan de luchtvaartinspectiediensten alle gegevens die het nodig heeft, en inzonderheid gegevens betreffende de luchtvaartuigen, hun besturing, hun bewegingen en de waarneembare gevolgen ervan. § 2. Belgocontrol verschaft aan de Onderzoekscel alle relevante gegevens die zij bezit en die verband houden met een incident of een ongeval in de burgerluchtvaart. § 3. In het kader van een beleid ter beheer van de geluidshinder zal Belgocontrol aan elke autoriteit die hiertoe krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling gemachtigd is, de gegevens verschaffen die deze autoriteit overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen nodig heeft voor het uitvoeren van haar taken. Afdeling 3. - Minimale dienstverlening

Art. 5.In het luchtruim bedoeld in artikel 3, § 1, 1ste lid, en op de luchthavens en vliegvelden bedoeld in artikel 3, § 1, 1° waarborgt Belgocontrol in alle omstandigheden een minimale dienstverlening, bestaande uit de vereiste prestaties om de luchtverkeersdienstverlening te verzekeren die nodig is voor : 1° hulp aan luchtvaartuigen in moeilijkheden;2° vluchten met een humanitair karakter die door de Minister zijn erkend. HOOFDSTUK IV - Prestatiedoelstellingen Afdeling 1. - Prestatieplan - algemene principes

Art. 6.§ 1. De door Belgocontrol te leveren bijdrage in de realisatie van de prestatiedoelen van het prestatieplan op het niveau van het functioneel luchtruimblok wordt vastgelegd overeenkomstig de prestatieregeling en volgens de hierna volgende principes. § 2. Het Directoraat-generaal Luchtvaart pleegt overleg met Belgocontrol met het oog op het bepalen van het Belgisch standpunt bij de vaststelling van de EU-wijde prestatiedoelen. § 3. Met het oog op de voorbereiding van het prestatieplan deelt Belgocontrol ten laatste negen maanden voor het begin van de referentieperiode haar ontwerp van ondernemingsplan mee aan de BSA-ANS. § 4. De BSA-ANS pleegt overleg met Belgocontrol voor de opstelling en de herziening van het prestatieplan. § 5. Indien de bijdrage van Belgocontrol tot de realisatie van de prestatiedoelen voorzien in het ontwerp van prestatieplan verschilt van de doelstellingen vervat in het ontwerp van ondernemingsplan, plegen Belgocontrol en de BSA-ANS overleg teneinde passende maatregelen overeen te komen. § 6. Bij blijvende betwisting tussen Belgocontrol en de BSA-ANS over de bijdrage van Belgocontrol in de realisatie van de prestatiedoelen bij de opstelling of de herziening van het prestatieplan zal de Minister overleg organiseren tussen Belgocontrol en de BSA-ANS. Afdeling 2. - Prestatieplan van de eerste referentieperiode

[2012-2014]

Art. 7.§ 1. Conform Verordening (EU) nr. 691/2010 van de Commissie van 29 juli 2010 tot vaststelling van een prestatieregeling voor luchtvaartnavigatiediensten en netwerkfuncties en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2096/2005 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten werd een prestatieplan op het niveau van het functioneel luchtruimblok FABEC opgesteld voor de eerste referentieperiode. § 2. Belgocontrol levert de nodige bijdrage voor het behalen van de volgende nationale en FABEC-prestatiedoelen : Onderafdeling 1 - Veiligheid

Art. 8.§ 1. Belgocontrol dient het maturiteitsniveau `implementing C' te behalen in de verschillende domeinen van het veiligheidsbeheer zoals gemeten volgens een methodologie die is gebaseerd op het « ATM Safety Maturity Survey Framework ». § 2. Belgocontrol zal het risicoanalyse-instrument voor een geharmoniseerde rapportage over de ernstbeoordeling in werking stellen. § 3. Belgocontrol zal het bestaansniveau of de onvoldoende aanwezigheid van een « just culture » meten.

Onderafdeling 2 - Capaciteit

Art. 9.In 2014 mag het aantal minuten en-route-ATFM-vertraging per vlucht maximaal 0.13 minuten per vlucht bedragen.

Onderafdeling 3 - Kostenefficiëntie

Art. 10.Belgocontrol vermindert zijn En route vastgestelde eenheidstarief met 3,5% in vergelijking met 2013 (uitgedrukt in reële termen, EUR 2009).

Onderafdeling 4 - Milieu

Art. 11.§ 1. Belgocontrol voert CDO-procedures (Continuous Descent Operations) in op de luchthaven van Brussel-Nationaal op de preferentiële banen. § 2. Belgocontrol draagt bij tot een vermindering met 5 % van de en-route extensie in FABEC in vergelijking met 2011. De en-route extensie wordt uitgedrukt als de gevlogen afstand vergeleken met de orthodromische afstand. Afdeling 3. - Doelstelling van kostenefficiëntie in de heffingszones

voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten

Art. 12.§ 1. Onafhankelijk van het prestatieplan en op niet cumulatieve wijze met de in dat plan vastgestelde doelen, verbindt Belgocontrol zich ertoe een kostenefficiëntiedoelstelling na te streven met betrekking tot de heffingszones voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten. § 2. Belgocontrol verbindt er zich toe om in de periode 2015 tot 2019 de gewogen gemiddelde eenheidskost van de plaatselijke luchtvaartnavigatiedienstverlening jaarlijks te verminderen met 2,5 %, uitgedrukt in reële termen.

In geval van een aanzienlijke negatieve verkeersevolutie kan de Minister, op gemotiveerde vraag van Belgocontrol, dit percentage aanpassen.

De gewogen gemiddelde eenheidskost is het resultaat van de verhouding tussen de som van de in artikel 32, § 1, vastgestelde kosten van de verschillende heffingszones voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten, uitgedrukt in reële termen en de som van de in artikel 32, § 1, vastgestelde luchtvaartnavigatiediensteenheden van de verschillende heffingszones. § 3. Naast de in § 2 vermelde gezamenlijke doelstelling voor alle heffingszones voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten, streeft Belgocontrol ernaar om in de periode 2015 tot 2019 de eenheidskost in elke heffingszone voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten, uitgedrukt in reële termen, jaarlijks met minstens 1,5 % te verminderen. HOOFDSTUK V - Certificering, kwaliteit van dienstverlening en opleiding van personeel

Art. 13.§ 1. Belgocontrol zal alle nodige maatregelen nemen voor het behoud van het certificaat afgeleverd overeenkomstig artikel 7 van de Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim. § 2. Belgocontrol streeft ernaar om aan haar interne en externe klanten een voortdurende kwaliteit te garanderen in haar dienstverlening, gericht op een verbetering van haar prestatie in de domeinen van veiligheid, capaciteit, efficiëntie en milieu. Te dien einde verbindt Belgocontrol zich ertoe om een kwaliteitsbeheersprogramma, conform aan de internationale norm ISO 9001, te blijven hanteren. § 3. Belgocontrol verstrekt aan haar personeel van de afdeling « Air Traffic Services » (ATS) een basisopleiding die overeenstemt met de beste praktijken in de sector, de I.C.A.O.-normen en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 van de Commissie van 17 oktober 2011 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 482/2008 en (EU) nr. 691/2010. § 4. Conform Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 van de Commissie van 17 oktober 2011 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 482/2008 en (EU) nr. 691/2010 zorgt Belgocontrol er voor dat het technisch personeel dat veiligheidstaken uitvoert beschikt over de opleiding en de kwalificaties die nodig zijn voor de uitvoering van de haar toevertrouwde taken. § 5. Belgocontrol verschaft aan haar voltallig personeel een continue operationele opleiding en besteedt hieraan jaarlijks een bedrag dat overeenstemt met ten minste 2,5 procent van haar loonmassa. HOOFDSTUK VI - Internationale betrekkingen Afdeling 1. - Algemeen principe

Art. 14.§ 1. Onverminderd het Samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten, met betrekking tot de vertegenwoordiging van het Koninkrijk België in de Ministerraad van de Europese Unie, overleggen het Directoraat-generaal Luchtvaart en Belgocontrol op regelmatige basis met het oog op het bepalen van het Belgisch standpunt binnen de Europese en internationale instanties over elk dossier met een gemeenschappelijk belang of met een mogelijke impact voor Belgocontrol en/of de Belgische Staat. § 2. Bij deze gelegenheid waken het Directoraat-generaal Luchtvaart en Belgocontrol erover om de toegankelijkheid van en de connectiviteit met de Belgische luchthavens tot het internationaal netwerk van luchtwegen te optimaliseren. Afdeling 2. - FABEC

Art. 15.§ 1. Belgocontrol spant zich, in samenwerking met het Directoraat-generaal Luchtvaart, naar best vermogen in met het oog op de realisatie van de doelstelling van het FABEC, zoals vastgesteld in het FABEC Verdrag. § 2. Belgocontrol en het Directoraat-generaal Luchtvaart overleggen met elkaar teneinde een gemeenschappelijk standpunt in te nemen over de dossiers die voorgesteld worden aan bestuurlijke organen van het FABEC, waarvan zij respectievelijk lid zijn, in het bijzonder met betrekking tot het beheer van het FABEC luchtruim en het financierings- en heffingenbeleid. Defensie wordt bij dit overleg betrokken. Afdeling 3. - MUAC

Art. 16.§ 1. Onverminderd een eventuele herziening van de Overeenkomst van 25 november 1986, blijft Belgocontrol zich ertoe verbinden om, vanuit de zorg om het beheer van het Belgische luchtruim te optimaliseren, de harmonisering en integratie te bevorderen binnen het kader dat door België, Nederland, het Groothertogdom Luxemburg en de Bondsrepubliek Duitsland gezamenlijk werd bepaald overeenkomstig de bovengenoemde Overeenkomst. § 2. Onverminderd een eventuele herziening van het protocol afgesloten op 25 juli 2005 tussen Belgocontrol en het Directoraat-generaal Luchtvaart, worden Belgocontrol en het Directoraat-generaal Luchtvaart, elk voor wat hen betreft, belast met de Belgische vertegenwoordiging in de beheers- en coördinatieorganen van MUAC, overeenkomstig het bovengenoemde protocol. § 3. Het Directoraat-generaal Luchtvaart betrekt Belgocontrol bij alle onderhandelingen aangaande het statuut van MUAC en de Overeenkomst van 25 november 1986. Afdeling 4. - Deelnames

Art. 17.In voorkomend geval, kan Belgocontrol, binnen het kader van artikel 13 van de wet van 21 maart 1991 en volgens de modaliteiten overeen te komen met de Staat, een belang nemen en/of de Staat vertegenwoordigen in iedere organisatie of vennootschap van publiek recht of privaat recht die Eurocontrol opvolgt voor de exploitatie van MUAC of die wordt opgericht in het kader van het FABEC. Afdeling 5. - Samenwerking met ANA

Art. 18.Belgocontrol streeft naar een efficiënte samenwerking met ANA in economische, operationele en technische domeinen en overeenkomstig te bepalen modaliteiten. HOOFDSTUK VII - Informatieverstrekking en samenwerking met derden Afdeling 1. - Informatieverstrekking

Art. 19.§ 1. Belgocontrol verschaft aan de luchthavenautoriteiten en de luchthavenexploitanten, elk voor de onder hun bevoegdheid vallende luchthavens en overeenkomstig de onderling vastgelegde modaliteiten, gegevens betreffende de luchtvaartuigen, hun besturing, hun bewegingen en de waarneembare gevolgen ervan. § 2. Belgocontrol verschaft aan de bevoegde diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaams Gewest op hun verzoek en volgens de tussen de betrokken partijen overeengekomen modaliteiten, de gegevens zoals bedoeld in § 1 en dit voor de luchthaven Brussel-Nationaal.

Art. 20.§ 1. Belgocontrol werkt samen met de exploitant van de luchthaven Brussel-Nationaal teneinde de omwonenden van de luchthaven Brussel-Nationaal op dynamische wijze op een internet website te informeren over de bewegingen van de vliegtuigen (baangebruik, gevolgde trajecten, meteorologische gegevens in realtime). § 2. Belgocontrol verschaft aan de Ombudsdienst, volgens de modaliteiten overeen te komen met deze dienst, alle informatie die nodig is voor het uitvoeren van diens taken.

Art. 21.§ 1. In het kader van een beleid ter beheer van de geluidshinder bepaald door de inzake luchthavenexploitatie bevoegde overheden, verbindt Belgocontrol zich er toe om, in samenwerking met de betrokken luchthavenuitbater en het Directoraat-generaal Luchtvaart, onderzoek te verrichten naar de beste oriëntering van de luchtverkeersstromen rekening houdend met de eisen inzake veiligheid, operationele stabiliteit, capaciteit, regelmatigheid en doeltreffendheid van het luchtverkeer, en verleent zij haar medewerking aan de uitvoering van de procedurewijzigingen die daaruit zouden voortvloeien. § 2. Onverminderd de bevoegdheden die hun zijn toevertrouwd door artikel 2, § 2 van het koninklijk besluit van 15 september 1994, plegen de in dat artikel bedoelde overheden overleg met Belgocontrol opdat de wijzigingen aan de ATS-routes, aan het systeem van het baangebruik en aan de vluchtprocedures rekening houden met de prestatiedoelstellingen bedoeld in artikel 6 en dat zij voldoende gespreid zijn in de tijd om rekening te houden met alle veiligheidsaspecten en met de operationele stabiliteit. Afdeling 2. - Samenwerking met derden

Art. 22.§ 1. Belgocontrol pleegt regelmatig overleg met Defensie en met het Directoraat-generaal Luchtvaart met het oog op een versterking van de strategische samenwerking tussen de burgerlijke en militaire luchtvaartnavigatiedienstverleners alsook met het oog op een optimalisering van de structuur en het gebruik van het Belgisch luchtruim. § 2. Teneinde de doeltreffendheid van de luchtvaartnavigatiediensten verleend aan de burgerlijke en militaire gebruikers te verbeteren, pleegt Belgocontrol overleg met Defensie om de synergiën op het vlak van operaties, meteorologie, techniek en opleiding te identificeren en in werking te stellen. § 3. In het kader van de in werking stelling van het concept flexibel gebruik van het luchtruim, werkt Belgocontrol samen met de Luchtcomponent van Defensie en met het Directoraat-generaal Luchtvaart voor de oprichting van een nationale luchtruimbeheerscel die verantwoordelijk is voor het dagelijks beheer van het Belgisch luchtruim.

Art. 23.Teneinde de continuïteit en de coördinatie van hun respectieve taken te verzekeren, blijft Belgocontrol met de exploitant van de luchthaven Brussel-Nationaal, in uitvoering van de Service Level Agreement afgesloten op 6 juni 2003 op continue wijze overeenkomsten aangaan met als voorwerp de capaciteit, punctualiteit, informatie-uitwisseling, infrastructuur, terreinen en gebouwen en andere cruciale aspecten van hun respectievelijke dienstverlening.

Art. 24.§ 1. Zonder afbreuk te doen aan de doelstellingen inzake luchtvaartveiligheid, in optimale configuratie van het baangebruik en door middel van een passende verdeling tussen de aankomsten en de vertrekken, waarborgt Belgocontrol de opgegeven capaciteit van de banen op de luchthaven Brussel-Nationaal als volledig gecoördineerde luchthaven van 74 gecoördineerde bewegingen per uur. § 2. De capaciteitswaarden bepaald in of afgeleverd overeenkomstig § 1 worden enkel gewaarborgd onder normale exploitatievoorwaarden.

Belgocontrol kan genoodzaakt zijn de capaciteit van de luchthaven Brussel-Nationaal in voorkomend geval te verminderen ingevolge externe factoren zoals ongunstige weersomstandigheden, de uitvoering van werken, beperkingen inzake leefmilieu of omwille van belangrijke wijzigingen aan de luchthaveninfrastructuur, de vliegprocedures, de organisatie van de vliegbewegingen aan de grond, of de samenstelling van de vloot die de luchthaven aandoet.

Art. 25.Zonder afbreuk te doen aan de uitvoering van haar taken van openbare dienst, zal Belgocontrol naar best vermogen haar expertise internationaal valoriseren, meer bepaald inzake CNS (communicatie, navigatie en toezicht), ATM programma's, opleiding van de luchtverkeersleiders en technische bijstand, inzonderheid in het kader van ontwikkelingssamenwerkingsprojecten. HOOFDSTUK VIII - Principes inzake tarifering en financiering Afdeling 1. - Algemene principes

Art. 26.De principes inzake tarifering en financiering zijn vastgelegd overeenkomstig de Europese regelgeving tot vaststelling van het gemeenschappelijk heffingenstelsel.

Art. 27.§ 1. De vastgestelde kosten gedragen door Belgocontrol in het kader van de luchtvaartnavigatiedienstverlening worden gefinancierd via heffingen die worden opgelegd aan de gebruikers en/of via overige inkomsten overeenkomstig de Europese regelgeving tot vaststelling van het gemeenschappelijk heffingenstelsel. § 2. De Staat ziet erop toe dat het toegepaste financieringssysteem de dekking van de vastgestelde kosten verzekert, rekening houdend met de verplichtingen die aan Belgocontrol opgelegd worden onder meer inzake investeringen en deelname aan internationale projecten. Afdeling 2. - « En-route » heffingen

Art. 28.Belgocontrol legt voor elk jaar van een referentieperiode een raming van haar kosten nodig om het « en route » verkeer in het door haar gecontroleerde luchtruim te verzekeren evenals het geraamde aantal luchtvaartnavigatiediensteenheden vast en bezorgt deze aan de Staat. Overeenkomstig de principes voor de vaststelling van de kostengrondslag voor de « en route » heffingen en de principes voor de berekening van het eenheidstarief vastgelegd in de toepasselijke EU-regelgeving m.b.t. het gemeenschappelijk heffingenstelsel, legt de Staat de totale kosten voor de en-route dienstverlening en het eenheidstarief vast.

Art. 29.De « en route » heffingen worden aan de gebruikers gefactureerd en geïnd via Eurocontrol, overeenkomstig de Multilaterale Overeenkomst met inbegrip van de Toepassingsvoorschriften van het Eurocontrolsysteem van « en route » heffingen en zijn bijlagen.

Art. 30.Belgocontrol betaalt de Belgische bijdrage aan Eurocontrol en ontvangt de totaliteit van het Belgische gedeelte van de « en-route » heffingen afkomstig van Eurocontrol, waarin het deel zit begrepen bestemd voor de terugbetaling van de diensten die Belgocontrol levert voor de vrijgestelde vluchten.

Art. 31.Volgende vluchten zijn vrijgesteld van « en route » heffingen : 1° vluchten die worden uitgevoerd met luchtvaartuigen waarvan het maximaal toegestane startgewicht minder dan twee ton bedraagt;2° gemengde VFR/IFR-vluchten in de heffingszones voor zover deze uitsluitend onder VFR worden uitgevoerd en geen heffing is opgelegd aan VFR-vluchten;3° vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd voor officiële missies van regerende vorsten en hun directe familie, staatshoofden, regeringsleiders en ministers van de regeringen;deze vrijstelling moet altijd worden gestaafd door de passende statusvermelding of opmerking in het vliegplan; 4° opsporings- en reddingsvluchten waarvoor de bevoegde instantie toestemming heeft gegeven;5° Belgische militaire vluchten alsook buitenlandse militaire vluchten indien de Staat waaronder deze luchtvaartuigen ressorteren een gelijkaardige behandeling verleent aan Belgische militaire vluchten op basis van behoorlijk vastgestelde wederkerigheid;6° vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd met het oog op het controleren of testen van apparatuur die gebruikt wordt of bestemd is om te worden gebruikt als grondapparatuur voor luchtvaartnavigatie, met uitzondering van vluchten voor positiebepaling door het desbetreffende luchtvaartuig;7° humanitaire vluchten waarvoor de bevoegde instantie toestemming heeft gegeven;8° douane- en politievluchten. Afdeling 3. - Plaatselijke luchtvaartnavigatieheffingen

Art. 32.§ 1. Belgocontrol legt voor elk jaar van een referentieperiode en voor elke vastgestelde heffingszone een raming van haar kosten nodig om de plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten te verlenen, evenals het geraamde aantal luchtvaartnavigatiediensteenheden vast en bezorgt deze aan de Staat.

De Staat stelt de totale kosten voor de plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten vast per heffingszone, overeenkomstig de Europese regelgeving tot vaststelling van een gemeenschappelijk heffingenstelsel. § 2. De in § 1 vastgestelde kosten worden gefinancierd via heffingen die worden opgelegd aan de gebruikers en/of via overige inkomsten.

Onverminderd het Samenwerkingsakkoord, wordt er per heffingszone jaarlijks in september door de Staat bij een in Ministeraad overlegd koninklijk besluit een factor F vastgelegd voor het volgende jaar. De factor F wordt gedefinieerd als dat deel van de kosten dat gedekt zal worden door heffingen aan de gebruikers. Het deel van de kosten dat gedekt zal worden door overige inkomsten wordt gedefinieerd als (1-F).

Art. 33.§ 1. Per heffingszone voor elke luchthaven rekent Belgocontrol aan de gebruikers voor elke opstijging een heffing aan waarvan het bedrag gelijk is aan volgend product : U x Wi x Ei x Di x Oi x ?. Daarin is : - U : het eenheidstarief; - Wi : het aantal betaalbare plaatselijke luchtvaartnavigatiediensteenheden voor deze vlucht; - Ei : de milieufactor van de vlucht; - Di : de dag/nachtfactor van de vlucht; - Oi : de ATS optimalisatiefactor van de vlucht; - i : de identificatie van de individuele vlucht; - ? : de compensatiecoëfficiënt nodig om meer- of minontvangsten ten gevolge van de factoren E, O en D te compenseren (? = ?Wi/?[Wi x Ei x Di x Oi]).

De berekening van ? gebeurt op basis van de gegevens van het jaar n-2. § 2. Het eenheidstarief (U) voor elke heffingszone wordt jaarlijks berekend door de in artikel 32 § 1 vastgestelde kosten, vermenigvuldigd met de factor F voor de betreffende heffingszone en verminderd/vermeerderd met het correctiemechanisme in toepassing van Bijlage V lid 2.2. ii) tot en met ix) van de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 391/2013, te delen door het in artikel 32 § 1 vastgestelde totaal aantal plaatselijke luchtvaartnavigatiediensteenheden voor het desbetreffende jaar. § 3. Het aantal plaatselijke luchtvaartnavigatiediensteenheden (W) is gelijk aan de factor "gewicht", uitgedrukt overeenkomstig bijlage V van de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 391/2013 als een getal van twee decimalen, zijnde het quotiënt dat verkregen wordt door het gecertificeerde maximale startgewicht van het luchtvaartuig in ton, te delen door 50 en te verheffen tot de macht 0,7.

Onderafdeling 1 - Modulatiefactoren voor de luchthaven Brussel-Nationaal § 4. De milieufactor (E) wordt bepaald volgens de geluidscategorie van de luchtvaartuigen en is gelijk aan : - 0,85 voor categorie A; - 0,9 voor categorie B; - 0,95 voor categorie C; - 1,05 voor categorie D; - 1,2 voor categorie E; - 1,7 voor categorie F. De geluidscategorie van een luchtvaartuig wordt bepaald aan de hand van geluidscertificatiegegevens van het betreffende luchtvaartuigtype overeenkomstig deel 2 van volume I van bijlage 16 bij de Overeenkomst van Chicago. De categorie wordt als volgt bepaald : Cat A : Ntot ? Mmax - 20EPNdB, en het verschil tussen de geluidscertificatiewaarde met de maximale waarde bedraagt voor elk meetpunt minstens 4 EPNdB;

Cat B : Ntot ? Nmax - 15EPNdB, en het verschil tussen de geluidscertificatiewaarde met de maximale waarde bedraagt voor elk meetpunt minstens 3 EPNdB;

Cat C : Ntot ? Nmax - 10EPNdB, en het verschil tussen de geluidscertificatiewaarde met de maximale waarde bedraagt voor elk meetpunt minstens 2 EPNdB;

Cat D : Ntot ? Nmax - 5EPNdB, en het verschil tussen de geluidscertificatiewaarde met de maximale waarde bedraagt voor elk meetpunt minstens 1 EPNdB;

Cat E : Ntot ? Nmax, en de geluidscertificatiewaarde overschrijdt voor geen enkel meetpunt de maximale waarde;

Cat F : de geluidscertificatiewaarde in een meetpunt overschrijdt de maximale waarde.

Daarbij is : Ntot = de som van de drie geluidscertificatiewaarden in EPNdB voor het geluidsniveau bij laterale vlucht, landen en opstijgen van het betreffende luchtvaartuigtype bij maximaal opstijggewicht;

Nmax = de som van de maximale geluidscertificatiewaarden in EPNdB voor het geluidsniveau bij laterale vlucht, landen en opstijgen van het betreffende luchtvaartuigtype bij maximaal opstijggewicht en bepaald overeenkomstig hoofdstuk 3 van Deel 2 van Volume I van de bovenvermelde bijlage 16.

Voor vliegtuigen waarvan het type gecertificeerd werd overeenkomstig hoofdstuk 2, van Deel 2 van Volume I van de bovenvermelde bijlage 16 wordt Nmax verhoogd met 2.1 dB. Bij ontstentenis van de certificatiegegevens volgens de ICAO.-voorschriften, kunnen eveneens de certificatiegegevens volgens de EASA.-voorschriften worden gebruikt.

Voor bepaalde types van vliegtuigen, waarvoor geen geluidscertificatie vereist is en waarvoor geen of slechts gedeeltelijke geluidsgegevens beschikbaar zijn, wordt in overleg met de exploitant van het luchtvaartuig een gepaste procedure uitgewerkt om tot een realistische Nmax-waarde te komen.

Belgocontrol maakt hiertoe gebruik van de indeling van de luchtvaartuigen in categorieën door toedoen van de bevoegde dienst van de luchthaven van Brussel-Nationaal. § 5. De dag/nachtfactor (D) is gelijk aan (D1 + D2)/2, waarbij D1 de dag/nachtfactor is voor het landen en D2 de dag/nachtfactor voor het opstijgen.

D1 wordt bepaald aan de hand van volgende tabel :

Dag/nachtfactor bij landen (D1)

Geluidsquotum vlucht (QC)

Facteur de jour/de nuit pour l'atterrissage (D1)

Quota de bruit du vol (QC)

QC < 8,0

8,0 ?QC < 12

12 ? QC

QC < 8,0

8,0 ?QC< 12

12 ? QC

Tijdstip van de dag in lokale tijd

06:00- 06:59

1.25

1.25

1.5

Moment de la journée en heure locale

06:00- 06:59

1.25

1.25

1.5

07:00- 07:59

1.0

1.0

1.25

07:00- 07:59

1.0

1.0

1.25

08:00-20:59

0.9

1.0

1.0

08:00-20:59

0.9

1.0

1.0

21:00-22:59

1.0

1.0

1.25

21:00-22:59

1.0

1.0

1.25

23:00- 05:59

2.0

2.25

2.25

23:00- 05:59

2.0

2.25

2.25


D2 wordt bepaald aan de hand van volgende tabel :

Dag/nachtfactor bij opstijgen (D2)

Geluidsquotum vlucht (QC)

Facteur de jour/de nuit pour décollage (D2)

Quota de bruit du vol (QC)

QC < 8,0

8,0 ? QC <12

12 ? QC

QC < 8,0

8,0 ? QC <12

12 ? QC

Tijdstip van de dag in lokale tijd

06:00 - 06:59

1.25

1.5

3.0

Moment de la journée en heue locale

06:00 - 06:59

1.25

1.5

3.0

07:00 - 07:59

1.1

1.25

2.25

07:00 - 07:59

1.1

1.25

2.25

08:00 - 20:59

0.9

1.0

1.0

08:00 -20:59

0.9

1.0

1.0

21:00 - 22:59

1.1

1.25

2.25

21:00 - 22:59

1.1

1.25

2.25

23:00 - 05:59

2.0

2.5

3.0

23:00 - 05:59

2.0

2.5

3.0


Belgocontrol maakt hiertoe gebruik van de geluidsquota (QC) van de luchtvaartuigen door toedoen van de bevoegde dienst van de luchthaven Brussel-Nationaal.

Het voor de opstijging in aanmerking te nemen uur is dat van het tijdstip waarop het luchtvaartuig de grond verlaat. § 6. De ATS optimalisatiefactor (O) wordt als volgt bepaald, waar M voor het gecertificeerde maximale startgewicht staat : a) Voor M< 25 ton : O = 0,16+ 25,2/(M+5);b) Voor 25 ton< M < 150 ton : O = 1;c) Voor 150 ton < M < 375 ton : O = 1- (M-150)/801,35 voor het jaar 2014; O = 1- (M-150)/1.140,64 voor het jaar 2015;

O = 1 - (M-150)/2.162,60 voor het jaar 2016;

O = 1 vanaf het jaar 2017; d) Voor 375 ton < M : O = 0,71922 voor het jaar 2014; O = 0,80274 voor het jaar 2015;

O = 0,89596 voor het jaar 2016;

O = 1 vanaf het jaar 2017.

Onderafdeling 2 - Modulatiefactoren voor de regionale openbare luchthavens § 7. In afwachting van de herziening van het Samenwerkingsakkoord, zijn de milieufactor (E), de dag/nachtfactor (D) en de ATS optimalisatiefactor (O) gelijk aan 1 voor de heffingszone van elke regionale openbare luchthaven. § 8. Na de herziening van het Samenwerkingsakkoord kan de Minister in overleg met de betrokken Gewesten de waarden van de in § 7 vermelde modulatiefactoren aanpassen voor elke regionale openbare luchthaven overeenkomstig artikel 16 van de Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 391/2013.

Onderafdeling 3 - Vrijgestelde vluchten

Art. 34.Volgende vluchten zijn vrijgesteld van heffingen voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten : 1° vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd voor officiële missies van regerende vorsten en hun directe familie, staatshoofden, regeringsleiders en ministers van de regeringen;deze vrijstelling moet altijd worden gestaafd door de passende statusvermelding of opmerking in het vliegplan; 2° opsporings- en reddingsvluchten waarvoor de bevoegde instantie toestemming heeft gegeven;3° Belgische militaire vluchten alsook buitenlandse militaire vluchten indien de Staat waaronder deze luchtvaartuigen ressorteren een gelijkaardige behandeling verleent aan Belgische militaire vluchten op basis van behoorlijk vastgestelde wederkerigheid;4° vluchten die uitsluitend worden uitgevoerd met het oog op het controleren of testen van apparatuur die gebruikt wordt of bestemd is om te worden gebruikt als grondapparatuur voor luchtvaartnavigatie, met uitzondering van vluchten voor positiebepaling door het desbetreffende luchtvaartuig;5° vluchten die noodgedwongen terugkeren;6° humanitaire vluchten waarvoor de bevoegde instantie toestemming heeft gegeven;7° douane- en politievluchten. Afdeling 4. - Overige inkomsten

Onderafdeling 1 - algemene principes

Art. 35.De vergoeding voor de taken die Belgocontrol uitvoert op de regionale openbare luchthavens en vliegvelden overeenkomstig het Samenwerkingsakkoord wordt beschouwd als overige inkomsten.

Art. 36.§ 1. De prestaties die voortvloeien uit de uitvoering van de volgende taken en die niet gedekt worden door de in afdeling 3 bepaalde heffingen, worden vergoed door overige inkomsten ontvangen van de Gewesten, de luchthavenexploitanten en/of de Staat : - De plaatselijke luchtvaartnavigatiedienstverlening te Brussel-Nationaal; - De plaatselijke luchtvaartnavigatiedienstverlening op de regionale openbare luchthavens. § 2. Op het einde van elk boekjaar zal Belgocontrol het bedrag van de vergoedingen voor haar prestaties voor het volgende boekjaar ramen, dat nagekeken wordt door het College van Commissarissen.

Onderafdeling 2 - Overige inkomsten Brussel-Nationaal

Art. 37.§ 1. Voor de plaatselijke luchtvaartnavigatiedienstverlening te Brussel-Nationaal is de vergoeding door de Staat gelijk aan volgend product : US x W. Daarin is : - US : eenheidstarief Staat; - W : het aantal betaalbare plaatselijke luchtvaartnavigatiediensteenheden zoals vastgesteld in artikel 32 § 1. § 2. Het 'eenheidstarief Staat' wordt berekend door de in artikel 32 § 1 vastgestelde kosten, vermenigvuldigd met de factor (1-F), verminderd met de overige inkomsten ontvangen van de luchthavenexploitant, te delen door het in artikel 32 § 1 vastgestelde totaal aantal plaatselijke luchtvaartnavigatiediensteenheden voor het desbetreffende jaar.

Onderafdeling 3 - Overige inkomsten regionale openbare luchthavens

Art. 38.§ 1. Per heffingszone voor elke regionale openbare luchthaven wordt jaarlijks in september door de Staat in overleg met de betrokken gewesten de verdeelsleutel tussen het deel van de prestaties te financieren door de Gewesten en/of de luchthavenexploitanten en het deel van de prestaties te financieren door de Staat vastgelegd voor het volgende jaar. § 2. Onverminderd een herziening van het Samenwerkingsakkoord, wordt bij de vaststelling van deze verdeelsleutel rekening gehouden met de vergoeding voor de taken die Belgocontrol overeenkomstig voormeld Samenwerkingsakkoord uitvoert op de regionale openbare luchthavens en vliegvelden. § 3. Per heffingszone voor elke regionale openbare luchthaven is de vergoeding door de Staat gelijk aan volgend product : US x W. Daarin is : - US : eenheidstarief Staat; - W : het aantal betaalbare plaatselijke luchtvaartnavigatiediensteenheden zoals vastgesteld in artikel 32 § 1. § 4. Het 'eenheidstarief Staat' wordt per regionale luchthaven berekend door de in artikel 32, § 1 vastgestelde kosten, vermenigvuldigd met de factor (1-F), verminderd met de overige inkomsten ontvangen van de Gewesten en/of van de luchthavenexploitanten, te delen door het in artikel 32, § 1 vastgestelde totaal aantal plaatselijke luchtvaartnavigatiediensteenheden voor het desbetreffende jaar.

Art. 39.§ 1. De in art. 37 § 1 en 38 § 3 bedoelde vergoedingen worden maandelijks door Belgocontrol gefactureerd aan de Staat. De facturen zijn betaalbaar binnen de 30 kalenderdagen na factuurdatum. § 2. In het begin van het volgende boekjaar zal Belgocontrol een ex post berekening maken, die nagekeken wordt door het College van Commissarissen, door toepassing van de correcties voorzien in Bijlage V lid 2.2. ii) tot en met ix) van de Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 391/2013. Het verschil tussen de gefactureerde vergoedingen en het ex post berekende verschuldigde bedrag wordt door Belgocontrol gefactureerd of gecrediteerd aan de Staat.

De correcties worden conform de Europese regelgeving overgedragen naar de volgende jaren voor de berekening van het 'eenheidstarief Staat'. Afdeling 5. - Opschorting van de dienstverlening

Art. 40.Belgocontrol kan haar dienstverlening opschorten indien een gebruiker nalaat de verschuldigde sommen te betalen, overeenkomstig de modaliteiten vastgelegd in het reglement van de raad van bestuur van Belgocontrol, zoals goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 18 maart 2006. HOOFDSTUK IX - Verslagen en jaarrekening Afdeling 1. - Ondernemingsplan

Art. 41.§ 1. De raad van bestuur van Belgocontrol stelt jaarlijks een ondernemingsplan over vijf jaar op dat de doelstellingen en de strategie van Belgocontrol op middellange termijn bepaalt. § 2. Het ondernemingsplan bevat ten minste de volgende elementen : 1°. een beschrijving en analyse van de algemene en strategische omgeving van de onderneming op nationaal en internationaal vlak; 2°. de formulering van de algemene doelstellingen van de onderneming en de strategie om deze te bereiken; 3°. een beschrijving van de prestatiedoelen vastgelegd in het prestatieplan met een identificatie van de bijdrage van Belgocontrol voor het bereiken van deze doelen; 4°. een beschrijving van de middelen die moeten worden ingezet om (i) de verschillende doelstellingen eigen aan Belgocontrol te bereiken, met voor zover relevant, een beschrijving van de impact van grote investeringsprojecten op deze doelen, en om (ii) de voorgestelde strategie uit te voeren; 5°. een financieel plan dat ten minste de economische hypothesen omvat, alsook een prefiguratie van de balansen en resultatenrekeningen en het thesauriebudget. § 3. De elementen van het ondernemingsplan die betrekking hebben op de uitvoering van de taken van openbare dienst worden uiterlijk op 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het eerste boekjaar waarop het plan slaat ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister, met het Directoraat-generaal Luchtvaart in kopie. Indien bepaalde elementen van het ondernemingsplan invloed kunnen hebben op de infrastructuur van het Ministerie van Defensie of op het luchtruim bestemd voor militaire operaties, legt de Minister deze elementen onverwijld aan de Minister van Landsverdediging voor met het oog op het bekomen van zijn schriftelijk en voorafgaand akkoord met betrekking tot deze elementen.

De goedkeuring van de Minister wordt geacht te zijn gegeven bij ontstentenis van een stellingname van zijn kant voor 30 november van het betreffende jaar. Afdeling 2 - Jaarplan

Art. 42.Het directiecomité stelt het in de Europese regelgeving tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen bedoelde jaarplan voor het komende jaar op en legt het uiterlijk op 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het boekjaar waarop het plan slaat ter goedkeuring aan de raad van bestuur voor. Afdeling 3. - Jaarlijks activiteitenverslag

Art. 43.De raad van bestuur stelt elk jaar een activiteitenverslag van het afgelopen jaar op.

Dit verslag bevat ten minste : - een beschrijving van de wijze waarop Belgocontrol haar taken van openbare dienst heeft uitgevoerd; - de elementen bedoeld in de Europese regelgeving tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen.

Het jaarlijks activiteitenverslag wordt ten laatste op 31 mei van elk jaar aan de Minister overgemaakt met het Directoraat-generaal Luchtvaart in kopie. Afdeling 4. - Jaarrekening

Art. 44.De raad van bestuur maakt voor 30 april van het jaar volgend op het betrokken boekjaar de jaarrekening ter goedkeuring over aan de Minister. De Minister spreekt zich uit binnen de zes maanden na afsluiting van het boekjaar. Afdeling 5. - Jaarverslagen over capaciteit

Art. 45.§ 1. Belgocontrol stelt een jaarverslag op over het gebruik van de capaciteit van de banen op de luchthaven Brussel-Nationaal en de regionale openbare luchthavens tijdens het afgelopen jaar. § 2. Belgocontrol stuurt het verslag van de luchthaven van Brussel-Nationaal naar de Minister en naar de Minister van Landsverdediging en de verslagen van de regionale openbare luchthavens naar de bevoegde gewestministers voor 31 mei van elk jaar. HOOFDSTUK X - Duur van het contract

Art. 46.§ 1. Dit beheerscontract wordt gesloten voor een duur van vijf jaar die aanvangt op de datum van de inwerkingtreding ervan. § 2. De bepalingen van artikel 39 § 1 treden in werking vanaf 1 januari 2015. HOOFDSTUK XI - Sancties

Art. 47.In geval van gebrekkige uitvoering door Belgocontrol van de verbintenissen bepaald in dit beheerscontract, welke zij niet heeft rechtgezet binnen de redelijke termijn die daarvoor wordt gesteld in de ingebrekestelling door de Staat, kan de Minister, op het einde van elk betrokken boekjaar, Belgocontrol verplichten, voor elk type van niet-naleving, tot de betaling van een schadevergoeding die niet meer mag bedragen dan 1 percent van het omzetcijfer verwezenlijkt door Belgocontrol bij de uitvoering van zijn opdrachten van openbare dienst. Het totale bedrag van de schadevergoedingen betaald door Belgocontrol in de loop van een jaar mag niet meer bedragen dan 3 percent van het voormelde omzetcijfer.

Gedaan te Brussel, op 11 april 2014, in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent een exemplaar te hebben ontvangen.

Voor de Belgische Staat : De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET Voor Belgocontrol : De Gedelegeerd bestuurder, T. DECUYPER De Voorzitter, R. LORAND

^