Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 juni 2010
gepubliceerd op 13 juli 2010

Koninklijk besluit houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen

bron
programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid
numac
2010021072
pub.
13/07/2010
prom.
25/06/2010
ELI
eli/besluit/2010/06/25/2010021072/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 JUNI 2010. - Koninklijk besluit houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107 van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 oktober 1931 waarbij rechtspersoonlijkheid wordt verleend aan het Koninklijk Belgisch Koloniaal Instituut, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 juni 1955 houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Koloniale Wetenschappen;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 juli 1984 houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen;

Gelet op het ministerieel besluit van 30 juli 1984 waarbij het huishoudelijk reglement van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen werd goedgekeurd;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 december 2002 houdende oprichting van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2009 tot vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden;

Gelet op het advies van de algemene vergadering van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen van 23 januari 2010;

Overwegende dat de bepalingen die de opdracht, de structuur en de werkwijze regelen van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen op tal van punten voorbij-gestreefd zijn en dienen aangepast te worden aan de evolutie sedert 1984 van het wetenschappelijke, maatschappelijke en institutionele bestel;

Overwegende dat sedert 1984 vele bepalingen van diverse herkomst de werkwijze regelen van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, wat een eenvormige interpretatie ervan vaak bemoeilijkt;

Op voordracht van Onze Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De Koning is de Hoge Beschermheer van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen.

Art. 2.De statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen, gevoegd bij dit besluit, worden goedgekeurd.

Art. 3.De Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen heeft rechtspersoonlijkheid.

De Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen wordt beheerd door een Bestuurscommissie. Zij handelt onder het gezag van de Minister die bevoegd is voor het Wetenschapsbeleid.

Art. 4.Worden opgeheven : - het koninklijk besluit van 31 oktober 1931 waarbij rechtspersoonlijkheid wordt verleend aan het Koninklijk Belgisch Koloniaal Instituut, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 juni 1955 houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Koloniale Wetenschappen; - het koninklijk besluit van 30 juli 1984 houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen.

Art. 5.Onze Minister die het Wetenschapsbeleid onder zijn bevoegdheid heeft is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 juni 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE

KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR OVERZEESE WETENSCHAPPEN STATUTEN

Artikel 1.Hoge Bescherming De Koning is de Hoge Beschermheer van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen.

Art. 2.Rechtspersoonlijkheid De Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen heeft rechtspersoonlijkheid. Haar zetel is gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 3.Opdracht De Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen heeft als opdracht de wetenschappelijke kennis van de overzeese gebieden, en meer in het bijzonder van de ontwikkelingslanden, te bevorderen. Zij is een pluridisciplinair en internationaal forum. Belgische wetenschappers en wetenschappers uit de hele wereld ontmoeten er elkaar en stellen er hun werkzaamheden voor in een geest van partnerschap ten dienste van de ontwikkeling van de wetenschap en de mensheid. Hiervoor doet zij een beroep op netwerken van deskundigen, organiseert zij internationale conferenties, kent zij prijzen toe en publiceert zij wetenschappelijke werken.

Art. 4.De klassen, de vice-directeurs en directeurs van de klassen, de leden De klassen De Academie is in drie klassen ingedeeld : de Klasse voor Menswetenschappen, de Klasse voor Natuur- en Geneeskundige Wetenschappen en de Klasse voor Technische Wetenschappen.

De vice-directeurs en directeurs van de klassen Elke klasse kiest een vice-directeur voor één jaar uit de gewone leden. De vice-directeurs moeten alledrie tot dezelfde taalrol behoren en mogen niet tot dezelfde taalrol behoren als de directeurs. Op het einde van hun mandaat worden de vice-directeurs automatisch voor één jaar directeur van hun klasse. Na afloop van hun mandaat kunnen de directeurs slechts na een termijn van een jaar opnieuw verkozen worden.

De leden Elke klasse bestaat uit ten hoogste twintig gewone leden en twintig geassocieerde leden die de Belgische nationaliteit hebben en in België verblijven, ten hoogste twintig corresponderende leden van wie minstens de helft de nationaliteit van een overzees land heeft, eregewone leden, eregeassocieerde leden en erecorresponderende leden, en ten hoogste zes leden honoris causa die dezelfde rechten hebben als de eregewone leden. Voor de Belgische leden is er taalpariteit.

Alle leden mogen de klassezittingen bijwonen. Alleen de gewone leden en de eregewone leden mogen aan de besloten vergaderingen van hun klasse deelnemen.

Na verkiezing in besloten vergadering van hun klasse, en op voordracht van de Vast Secretaris van de Academie, worden de gewone leden door de Koning en de geassocieerde en corresponderende leden door de Minister die het Wetenschapsbeleid onder zijn bevoegdheid heeft, benoemd.

Wanneer de gewone, de geassocieerde en de corresponderende leden de leeftijd van 65 jaar bereiken, worden zij tot het erelidmaatschap bevorderd. Het erelidmaatschap kan ook toegekend worden aan leden die niet meer regelmatig aan de werkzaamheden van de Academie kunnen deelnemen.

Art. 5.De Vast Secretaris en het Bureau De Vast Secretaris wordt verkozen uit de gewone leden. De kandidaturen worden door ten minste drie gewone of eregewone leden aan de Voorzitter voorgedragen, die ze ten minste één maand vóór de verkiezing bekendmaakt aan de klassen. Tijdens een algemene vergadering van alle gewone en eregewone leden van de Academie wordt de Vast Secretaris verkozen. Om geldig te zijn, vereist de stemming de aanwezigheid van de helft van de gewone leden. De verkiezing geschiedt bij volstrekte meerderheid van stemmen. De Vast Secretaris wordt door de Koning benoemd.

De Vast Secretaris is belast met het dagelijks beheer van de Academie.

Hij staat aan het hoofd van het personeel. Hij is secretaris van de Bestuurscommissie (cf. art. 7) en van het Bureau. Hij woont alle zittingen van de Academie bij. Hij heeft enkel stemrecht in de klasse waarvan hij lid is. Hij is belast met het opstellen van de notulen van alle zittingen en het bewaren van alle archiefstukken. Hij beheert de uitgaven en inkomsten van de Academie, houdt er de boekhouding van bij die hij tweemaal per jaar aan de leden van de Bestuurscommissie en eenmaal per jaar aan twee door de Bestuurscommissie aangeduide verificateurs voorlegt. Hij stelt de catalogus op van de publicaties van de Academie en vult hem regelmatig aan. Hij zorgt voor de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de begroting en de rekeningen van de Academie, evenals van - in de loop van de eerste helft van januari - naam, voornaam, beroep en verblijfplaats van de leden van de Bestuurscommissie.

In geval van langdurige afwezigheid duidt de Bestuurscommissie een gewoon lid aan om de Vast Secretaris te vervangen; dit lid neemt alle bevoegdheden van de Vast Secretaris op zich en geniet al diens voorrechten. Hij draagt de titel van Vast Secretaris ad interim.

De Vast Secretaris wordt op rust gesteld op het einde van het kalenderjaar waarin hij 67 jaar wordt. Hij voert dan de titel van Erevast Secretaris.

Het Bureau is een raadgevend orgaan dat de Vast Secretaris moet bijstaan bij het beheer van de Academie. Het is samengesteld uit de Vast Secretaris, de Voorzitter, de directeurs en vice-directeurs in functie en de erevoorzitters.

Art. 6.De Voorzitter De Koning benoemt, op voorstel van de Academie, voor één jaar, om beurten de directeur van elke klasse tot Voorzitter van de Academie.

De Voorzitter wordt afwisselend gekozen onder de directeurs van de Franse taalrol en de directeurs van de Nederlandse taalrol.

De Voorzitter roept de Bestuurscommissie bijeen en zit ze voor. Hij vertegenwoordigt de Academie op openbare plechtigheden.

Art. 7.De Bestuurscommissie De Academie wordt beheerd door een Bestuurscommissie. Zij heeft volheid van bevoegdheden. Zij vertegenwoordigt de Academie in rechte.

Zij handelt onder het gezag van de Minister die bevoegd is voor het Wetenschapsbeleid.

Zij bestaat uit zes gewone leden van de Academie - meer bepaald twee leden per klasse, hetzij een per taalrol -, de Voorzitter en de Vast Secretaris. De zes verkozen leden worden voor drie jaar aangewezen; zij worden benoemd door de Minister die het Wetenschapsbeleid onder zijn bevoegdheid heeft. Elk jaar is één derde van de Bestuurscommissie hernieuwbaar. Uittredende leden kunnen voor een tweede mandaat van drie jaar verkozen worden. De Minister kan een ambtenaar van het Federale Wetenschapsbeleid aanwijzen om te zetelen in de Bestuurscommissie. Zijn stemgerechtigd, de zes benoemde leden en de Voorzitter. Hebben raadgevende stem, de Vast Secretaris en de ambtenaar die de Minister vertegenwoordigt.

De Bestuurscommissie kan slechts geldig beslissingen nemen indien minstens vier leden aanwezig zijn, de Voorzitter inbegrepen. De beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen.

Bij staking van stemmen beslist de stem van de Voorzitter.

De Bestuurscommissie kan wetenschappelijke commissies oprichten indien zij dit voor het vervullen van haar opdracht nuttig acht, en keurt de oprichting van werkgroepen goed.

De wetenschappelijke commissies hebben als doel zich over actuele thema's te buigen terwijl de werkgroepen de praktische uitvoering van duidelijk omschreven evenementen als opdracht hebben.

Art. 8.De wetenschappelijke commissies De wetenschappelijke commissies kiezen hun voorzitter voor drie jaar uit de gewone leden die er deel van uitmaken. De mandaten van de voorzitters zijn slechts éénmaal hernieuwbaar. Een voorzitter die 65 jaar wordt tijdens zijn mandaat, mag dit behouden tot het einde, en desgevallend tot het einde van de verlenging ervan.

In een wetenschappelijke commissie kunnen personen zetelen die niet tot de Academie behoren.

Art. 9.De werkgroepen Werkgroepen worden met een welbepaald doel opgericht en hebben een tijdelijk karakter; van zodra de bestaansreden van een werkgroep vervalt, wordt hij ontbonden. De werkgroepen kiezen hun voorzitter uit de leden van de Academie die er deel van uitmaken.

In een werkgroep kunnen personen zetelen die niet tot de Academie behoren.

Art. 10.Zittingen Elke klasse is verplicht elke maand - met uitzondering van de maanden juli, augustus en september - een vergadering te houden voor haar gewone, geassocieerde en corresponderende leden.

In oktober vergaderen de drie Klassen in een plenaire zitting waar verslag uitgebracht wordt over de werkzaamheden van de Academie en waar de door de Academie uitgereikte prijzen bekendgemaakt worden.

Art. 11.Jaarlijkse wedstrijden De Academie organiseert jaarlijkse wedstrijden over thema's die verband houden met haar opdracht. De werken die zij bekroont kunnen op kosten van de Academie gepubliceerd worden. De leden mogen niet aan de wedstrijden deelnemen.

Art. 12.Giften De Academie mag giften ontvangen.

Art. 13.Rekeningen De Bestuurscommissie maakt elk jaar, ten laatste drie maanden vóór de aanvang van het kalenderjaar, de tussentijdse begroting van de inkomsten en de uitgaven op; zij legt binnen de drie maanden na afloop van het kalenderjaar de afgesloten begroting voor aan de Minister die het Wetenschapsbeleid onder zijn bevoegdheid heeft.

Art. 14.Wijziging statuten Elk artikel van de statuten kan gewijzigd worden op initiatief van de gewone en eregewone leden van de Academie, samengekomen in buitengewone algemene vergadering. Deze vergadering moet ten laatste drie maanden vüür de datum waarop ze zal plaatsvinden bijeengeroepen worden, met uitdrukkelijke vermelding op de bij de oproep gevoegde dagorde van de voorstellen tot wijziging van de statuten. De stemming vereist de aanwezigheid van de helft van de gewone leden. Eén volmacht per lid wordt aanvaard. De verkiezing geschiedt bij volstrekte meerderheid van stemmen.

Art. 15.Huishoudelijk reglement De bepalingen van de statuten worden verder uitgewerkt in het huishoudelijk reglement dat door de Bestuurscommissie wordt opgesteld en ter goedkeuring aan de algemene vergadering wordt voorgelegd. Het voorstel van huishoudelijk reglement wordt ter goedkeuring overgemaakt aan de Minister die het Wetenschapsbeleid onder zijn bevoegdheid heeft.

Art. 16.Overgangsbepalingen De lopende mandaten die op datum van het in voege treden van het koninklijk besluit houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen van 25 juni 2010, worden voortgezet tot het einde van de oorspronkelijk voorziene termijn.

De benoemde leden die op datum van het in voege treden van het koninklijk besluit houdende de statuten van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen van 25 juni 2010, behouden hun titel, bevoegdheden en voorrechten.

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 25 juni 2010.

De Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE

KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR OVERZEESE WETENSCHAPPEN Huishoudelijk Reglement A. Verkiezingen

Artikel 1.De verkiezingen met het oog op het voordragen van de kandidaturen voor de openstaande plaatsen van gewoon, geassocieerd of corresponderend lid van de Academie worden gehouden in april. Dit geldt eveneens voor de verkiezing van de leden honoris causa.

Art. 2.Een Belgisch corresponderend lid dat zich in België vestigt, kan bij de Vast Secretaris een schriftelijke aanvraag indienen om geassocieerd lid te worden.

Art. 3.In de oproepingsbrief waarmee de betrokken klasse wordt bijeengeroepen moeten de voordracht en de bespreking van de kandidaturen evenals de verkiezing vermeld worden, met nauwkeurige opgave van dag en uur.

Art. 4.Voor elke openstaande plaats worden de kandidaturen in besloten vergadering voorgedragen. Hierbij moet gestreefd worden naar een harmonisch evenwicht tussen de verschillende wetenschapstakken.

De kandidaturen moeten schriftelijk en minstens dertig dagen vóór de zitting tijdens dewelke zij zullen voorgesteld worden aan de Vast Secretaris bezorgd worden; ze moeten door drie gewone of eregewone leden (peters) ondertekend zijn en vergezeld zijn van een curriculum vitae waarin volgende gegevens verstrekt worden : naam en voornaam van de kandidaat, geboorteplaats en -datum, burgerlijke staat en nationaliteit, volledig adres, titels en diploma's, functie en werkzaamheden, wetenschappelijke opdrachten, lidmaatschap geleerde genootschappen, eervolle onderscheidingen en titels van de belangrijkste publicaties.

Bij de voorstelling moeten de peters erover waken de aanspraak van hun kandidaat te onderstrepen aan de hand van, onder andere, diens publicaties, waarvan de belangrijkste moeten worden voorgelegd.

De voorstelling van de kandidaten, gevolgd door de stemming, zal enkel kunnen plaatsvinden indien minstens tien leden aanwezig zijn. Is het quorum in april niet bereikt, dan worden de voorstelling van de kandidaten en de verkiezing tot de meizitting uitgesteld onder dezelfde voorwaarden.

Art. 5.De verkiezing geschiedt bij volstrekte meerderheid van stemmen, uitgebracht in geheime stemming.

De verkozen kandidaten nemen de openstaande plaatsen in in functie van het aantal verworven stemmen. Indien het aantal verkozen kandidaten groter is dan het aantal openstaande plaatsen, kan de kandidatuur van de overblijvende kandidaten het volgende jaar opnieuw ingediend worden.

In geval van gelijkheid van stemmen is de oudste kandidaat verkozen.

Art. 6.Het tellen van de stemmen gebeurt door de directeur bijgestaan door twee onder de aanwezige leden gekozen assessoren.

Art. 7.Wie familielid of verwant is van een kandidaat, tot de derde graad inbegrepen, mag noch aan het voordragen noch aan de stemming deelnemen.

Art. 8.Tijdens haar aprilzitting houdt de klasse in besloten vergadering een gedachtenwisseling over de aanwijzing van de vice-directeur.

Art. 9.Tijdens haar meizitting verkiest iedere klasse, in besloten vergadering, onder haar gewone leden, een vice-directeur voor het volgende jaar. Hij vervangt in deze hoedanigheid de directeur wanneer deze verhinderd is. Na afloop van dat jaar oefent hij gedurende één jaar de functie van directeur uit.

B. Zittingen

Art. 10.Ten minste acht dagen vóór elke vergadering verzendt de Vast Secretaris de oproepingsbrieven naar de leden die in België verblijven. Ze vermelden de voornaamste punten van de agenda.

Art. 11.De directeur staat in voor het goede verloop van de zittingen. Hij duidt de te behandelen onderwerpen aan, leidt de besprekingen, legt de voorstellen ter stemming, verzamelt de stemmen, deelt het resultaat mee en acteert, met de Vast Secretaris, de goedkeuring van de notulen door de klasse.

Art. 12.De beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van de aanwe-zige leden. Er wordt gestemd ofwel door de hand op te steken, ofwel bij naamafroeping, ofwel bij geheime stemming. Deze laatste stemwijze is verplicht wanneer ten minste vijf leden erom vragen of wanneer het personen betreft.

Bij staking van stemmen is de directeur van de klasse bevoegd te beslissen.

Art. 13.In afwezigheid van de directeur en van de vice-directeur neemt het gewoon lid met de hoogste anciënniteit het voorzitterschap waar.

Art. 14.Geen enkele lezing of toespraak betreffende eenzelfde onderwerp mag langer dan een half uur duren zonder een beslissing van de klasse.

Art. 15.Niemand mag onderbroken worden terwijl hij aan het woord is, behalve ingeval de directeur een redenaar die een bepaling van het reglement overtreedt of die van het besproken onderwerp afwijkt, interpelleert.

Art. 16.Na de voorstelling van een mededeling door een spreker - niet-lid van de Academie beslist de klasse of zij al dan niet de publicatie van de tekst in overweging wil nemen.

Art. 17.Elk jaar, tijdens de meizitting, beslist elke klasse over het toekennen van de prijzen van de wedstrijden.

Art. 18.Uitnodiging op de klassezittingen van personen die niet tot de Academie behoren.

De leden van de Academie mogen, volgens de hierna vermelde procedure, kandidaat-sprekers - niet-leden van de Academie voorstellen om een lezing voor de klasse te geven. De voorstellen moeten ten laatste één week vóór de vergadering van het Bureau, dat over hun geschiktheid beslist, aan de Vast Secretaris overgemaakt worden. De uitnodiging van sprekers - niet-leden geeft geen enkel recht op vergoeding door de Academie van reis- en verblijfkosten of honoraria en mag in geen geval verbintenissen scheppen voor de Academie.

De Vast Secretaris en de klassedirecteur kunnen personen die niet tot de Academie behoren uitnodigen om de klassezittingen bij te wonen.

Elke spreker mag naar keuze vijf personen uitnodigen. Hij moet de Vast Secretaris minstens twee weken op voorhand hun namen en andere nuttige informatie over deze personen meedelen.

Art. 19.Elk jaar in oktober houden de drie klassen van de Academie samen een plenaire zitting waarvan de agenda het verslag van de Vast Secretaris moet omvatten, evenals de proclamatie van de uitslagen van de wedstrijden.

Art. 20.De (ere)gewone, (ere)geassocieerde en (ere)corresponderende leden hebben recht op presentiegeld voor elke plenaire of klassezitting en elke commissie- of werkgroepvergadering die zij bijwonen. Indien zij buiten een straal van 25 km rond Brussel wonen, wordt hen bovendien voor elke dag waarop vergaderd wordt een verblijfsvergoeding toegekend, vermeerderd met de reiskosten per spoor in eerste klasse van hun verblijfplaats naar Brussel en terug. Indien zij in het buitenland verblijven worden hun alleen de kosten van de reis op Belgisch grondgebied terugbetaald.

C. Publicaties

Art. 21.De Academie publiceert : 1. De Mededelingen der Zittingen;2. Verhandelingen;3. Acta van conferenties;4. De Belgische Overzeese Biografie;5. De Fontes Historiae Africanae reeks;6. De Verzameling van Historische Bijdragen; De Mededelingen der Zittingen Dit is het tijdschrift van de Academie.

Elke jaargang bestaat uit vier afleveringen : de eerste aflevering, het Jaarboek, bevat alle administratieve gegevens (ledenbestand, samenstelling commissies, reglementen wedstrijden en prijzen, wedstrijdvragen, laureatenpalmares, notulen, enz.); de overige drie afleveringen (één per klasse) zijn voorbehouden voor de publicatie van de teksten van de wetenschappelijke voordrachten die tijdens de zittingen werden gehouden. Het aantal bladzijden ligt niet vast; het aantal artikelen kan van jaar tot jaar verschillen.

Een voordracht van een spreker - niet-lid van de Academie kan enkel gepubliceerd worden na gunstig advies van de klasse, nadat deze kennis heeft genomen van de commentaren van minstens twee verslaggevers, aangeduid tijdens de zitting van de voordracht.

Verhandelingen Elke verhandeling is een monografie waarvan de publicatie door de betrokken klasse werd aanvaard na goedkeuring door een leescommissie.

Elke klasse heeft haar verhandelingenreeks.

Werken die werden voorgelezen of aan de Academie werden voorgelegd om in de reeks verhandelingen gedrukt te worden, worden vermeld in de notulen van de zitting tijdens dewelke zij werden voorgesteld.

Acta van conferenties De voordrachten die tijdens openbare manifestaties werden gehouden, kunnen door de Academie in de reeks acta gepubliceerd worden na goedkeuring door een leescommissie.

De Belgische Overzeese Biografie De Belgische Overzeese Biografie is een verzameling levensbeschrijvingen gewijd aan Belgen en niet-Belgen die overzee werkten en bijdroegen tot 's lands faam. Dit werk/deze serie wordt uitgegeven onder toezicht van de Commissie voor de Belgische Overzeese Biografie.

De Fontes Historiae Africanae reeks Fontes Historiae Africanae/Bronnen van de Afrikaanse geschiedenis is een internationaal publicatieproject om kritische edities van bronnen van de gechiedenis van Afrika ten zuiden van de Sahara te publiceren.

De Verzameling van Historische Bijdragen In deze reeks worden verzamelwerken gepubliceerd bestaande uit een reeks originele bijdragen gebaseerd op in vele gevallen onuitgegeven bronnen.

Art. 22.Voor het indienen van manuscripten moeten de auteurs zich schikken naar de richtlijnen van de Academie.

Art. 23.De drukker mag slechts tot drukken overgaan nadat hij de toestemming van de Vast Secretaris heeft gekregen.

D. Jaarlijkse wedstrijden a) Opstellen van de vragen en indiening van de werken Art.24. Elke klasse schrijft jaarlijks een wedstrijd uit over een vraag die verband houdt met de door haar behandelde materies.

Tijdens haar februarizitting bepaalt elke klasse het thema waarover de vraag zal handelen en duidt zij twee leden aan om ze op te stellen.

Tijdens haar maartzitting legt elke klasse de tekst van de vraag definitief vast. Deze vraag moet voldoende ruim geformuleerd worden zodat het tot een echte competitie kan komen.

Art. 25.De wedstrijd is toegankelijk voor wetenschappers wereldwijd zonder enige leeftijdsbeperking. De leden van de Academie mogen niet deelnemen.

Art. 26.Elk door de Academie voor de jaarlijkse wedstrijd bekroonde werk krijgt een prijs in speciën.

Art. 27.Het voor de jaarlijkse wedstrijd van de Academie ingediende werk moet een origineel en recent (max. drie jaar oud) wetenschappelijk manuscript zijn : een doctoraal proefschrift of een werk van ten minste hetzelfde niveau.

Het werk mag niet uitgegeven zijn vóór de bekendmaking van de vraag.

Het indienen van een werk voor de jaarlijkse wedstrijd impliceert dat de potentiële laureaat instemt met de voorwaarden die aan het aanvaarden van de prijs verbonden zijn.

Art. 28.De Academie neemt werken in het Nederlands, het Frans, het Duits, het Engels en het Spaans in overweging.

Art. 29.De auteurs van de voor de wedstrijd ingediende werken mogen anoniem blijven. In dat geval voegen zij bij hun werk een verzegelde enveloppe met daarin hun naam en adres en voorzien van een duidelijk herkenbaar devies dat ook aan het begin van hun werk terug te vinden is. Deze enveloppe wordt opengemaakt na de toekenning van de prijs.

Art. 30.De voor de wedstrijd ingediende werken moeten in vijf exemplaren op het secretariaat van de Academie toekomen vóór 1 maart van het tweede kalenderjaar dat op de publicatie van de vragen volgt. b) Beoordeling van de ingediende werken Art.31. Tijdens hun maartzitting duiden de klassen voor elk werk drie lezers aan om het te onderzoeken en er voor de jury een verslag over op te stellen.

Art. 32.De jury wordt voorgezeten door de Voorzitter van de Academie en is samengesteld uit zes gewone of eregewone leden, nl. twee per klasse, hetzij een per taalrol. Zij worden voor twee jaar aangeduid door de klasse. Elk jaar tijdens de maartzitting wordt de helft van de jury hernieuwd.

Art. 33.De prijzen worden in de maand mei door de klasse toegekend nadat zij het verslag van de jury gelezen en goedgekeurd heeft. De auteur van het bekroonde werk zal de titel van « Laureaat van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen » dragen.

Art. 34.Na toekenning van de prijzen blijven de werken op het secretariaat van de Academie ter beschikking van de leden.

Art. 35.Het huishoudelijk reglement dat werd goedgekeurd door de Ministers van Onderwijs op 30 juli 1984 wordt opgeheven.

Goedgekeurd, 30 juni 2010.

De Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid, Mevr. S. LARUELLE

^