Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 november 1999
gepubliceerd op 17 december 1999

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk, betreffende vrijwillige deeltijdse arbeid

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012838
pub.
17/12/1999
prom.
25/11/1999
ELI
eli/besluit/1999/11/25/1999012838/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk, betreffende vrijwillige deeltijdse arbeid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk, betreffende vrijwillige deeltijdse arbeid.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het marokijnwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1997 Vrijwillige deeltijdse arbeid (Overeenkomst geregistreerd op 3 december 1997 onder het nummer 46305/CO/128.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk ressorteren.

Onder arbeiders worden verstaan de arbeiders en de arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Algemene bepaling

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996. HOOFDSTUK III. - Principe

Art. 3.Elke arbeider heeft het recht vrijwillig van een voltijdse arbeidsregeling over te stappen naar een deeltijds arbeidsregime of zijn deeltijds arbeidsregime te verminderen.

Art. 4.Het deeltijds arbeidsregime zal ten minste de helft bedragen van het aantal arbeidsuren begrepen in een voltijdse arbeidsregeling.

Overeenkomstig de bedrijfsorganisatorische mogelijkheden zal de keuze van het arbeidsregime vastgesteld worden tussen werkgever en arbeider.

Art. 5.De individuele arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk gewijzigd en de normale wettelijke regels inzake deeltijdse arbeid blijven van kracht. De wijziging aan de arbeidsovereenkomst is van bepaalde of onbepaalde duur.

Art. 6.De werkgever heeft de verplichting een vervanger aan te werven voor het aantal weggevallen arbeidsuren tenzij hij aantoont dat deze maatregel leidt tot de vermindering van de tijdelijke werkloosheid.

Art. 7.De arbeider die gebruik wenst te maken van de in artikel 3 gegeven mogelijkheden, zal de werkgever hiervan schriftelijk op de hoogte stellen drie maand voor de aanvang van de vermindering van de arbeidsduur.

De aanvraag zal de aanvang en de periode vermelden tijdens dewelke de arbeider de arbeidsduur wenst te verminderen, alsook het gewenste arbeidsregime. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 november 1999.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^