Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 april 1999
gepubliceerd op 29 juni 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 april 1965 tot vaststelling van de datum van de inwerkingtreding van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening en tot bepaling van de risico's die gedekt zijn door de verzekeringsmaatschappijen die de verening zonder winstoogmerk « Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening » vormen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022441
pub.
29/06/1999
prom.
26/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/26/1999022441/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 april 1965 tot vaststelling van de datum van de inwerkingtreding van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening en tot bepaling van de risico's die gedekt zijn door de verzekeringsmaatschappijen die de verening zonder winstoogmerk « Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening » vormen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, inzonderheid artikel 7, gewijzigd bij de wet van 22 febuari 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 april 1965 tot vaststelling van de datum van het inwerkingtreden van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening en tot bepaling van de risico's die gedekt zijn de verzekeringsmaatschappijen die de vereniging zonder winstoogmerk « Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening » vormen;

Gelet op de wetten op de raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat bij de wet van 22 februari 1998 het toepassingsveld van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening werd uitgebreid tot de dringende tussenkomsten, onafhankelijk van de plaats waar de nood hiertoe zich voordoet; dat hierdoor de uitgaven van het « Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening » in deze mate toenemen dat een uitbreiding van het aantal leden hievan onverwijld noodzakelijk is : Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezonderheid en Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het opschrift van het koninklijk besluit van 1 april 1965 tot vastelling van de datum van inwerkingtreden van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening en tot bepaking van de risico's die gedekt zijn door de verzekeringsmaatschappijen die de vereniging zonder winstoogmerk « Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening » vormen, wordt het woord « verzekeringsmaatschappijen » vervangen door het woord « verzekeringsondernemingen ».

Art. 2.Artikel 2 van voornoemd koninklijk besluit van 1 april 1965 wordt vervangen door de volgende bepaling : « Art 2. De vereniging zonder winstoogmerk « Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening » wordt gevormd door de verzekeringsondernemingen die dekking verlenen van hiernavolgende risico's : 1° het risico bedoeld in de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen;2° het risico bedoeld in de wet van 10 april 1971 betreffende de arbeidsongevallen;3° het risico « ongevallen » bedoeld onder tak 1 van bijlage 1 van het koninklijk besluit van 22 februari1991 van algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen;4° het risico « ziekte » bedoeld in tak 2 van bijlage 1 van voornoemd koninklijk besluit van 22 februari 1991;5° het risico « algemene burgelijke aansprakelijkheid« , bedoeld in tak 13 van bijlage 1 van voornoemd koninklijk besluit van 22 februari 1991;6° van het risico « leven » bedoeld in tak 21 van bijlage 1 in voornoemd koninklijk besluit van 22 februari 1991 ».

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Art. 4.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS

^