Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 januari 2010
gepubliceerd op 03 maart 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de sectorale hospitalisatieverzekering voor de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en van goederenbehandeling voor rekening van derden en tot vaststelling van de forfaitaire bijdrage verschuldigd aan het "Sociaal Fonds Transport en Logistiek" ter financiering van deze sectorale hospitalisatieverzekering

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010200183
pub.
03/03/2010
prom.
26/01/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de sectorale hospitalisatieverzekering voor de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en van goederenbehandeling voor rekening van derden en tot vaststelling van de forfaitaire bijdrage verschuldigd aan het "Sociaal Fonds Transport en Logistiek" ter financiering van deze sectorale hospitalisatieverzekering (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de sectorale hospitalisatieverzekering voor de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en van goederenbehandeling voor rekening van derden en tot vaststelling van de forfaitaire bijdrage verschuldigd aan het "Sociaal Fonds Transport en Logistiek" ter financiering van deze sectorale hospitalisatieverzekering.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 januari 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 2009 Sectorale hospitalisatieverzekering voor de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en van goederenbehandeling voor rekening van derden en vaststelling van de forfaitaire bijdrage verschuldigd aan het "Sociaal Fonds transport en logistiek" ter financiering van deze sectorale hospitalisatieverzekering (Overeenkomst geregistreerd op 27 november 2009 onder het nummer 96074/CO/140) HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of tot de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden alsook op hun arbeiders, conform het koninklijk besluit van 7 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/05/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007201532 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer en van het koninklijk besluit van 6 april 1995 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 1973 tot oprichting en vaststelling van de benaming van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer en van het koninklijk besluit van 6 april 1995 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken (verschenen in het Belgisch Staatsblad van 31 mei 2007). § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die zich inlaten met : 1° Het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd.2° Het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoervergunning vereist is.3° Het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer over de weg, voertuigen voor dewelke een vervoervergunning vereist is die door de bevoegde overheid afgeleverd werd.4° Het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer over de weg, voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogrammen en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. § 3. Onder "subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1° alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, ongeacht het gebruikt vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel. Onder "logistieke activiteiten" wordt verstaan : ontvangst, opslag, weging, verpakking, etikettering, voorbereiding van bestellingen, beheer van voorraden of verzending van grondstoffen, goederen of producten in de verschillende stadia van hun economische cyclus, zonder dat er nieuwe halfafgewerkte of afgewerkte producten worden voortgebracht.

Onder "voor rekening van derden" wordt verstaan : het uitvoeren van logistieke activiteiten voor andere natuurlijke of rechtspersonen en onder voorwaarde dat de ondernemingen die voor rekening van derden logistieke activiteiten uitoefenen op geen enkel ogenblik eigenaar van de betrokken grondstoffen, goederen of producten worden.

Met ondernemingen die voor rekening van derden logistieke activiteiten uitoefenen worden gelijkgesteld de ondernemingen die bij verbonden vennootschappen van de groep grondstoffen, goederen of producten aankopen en deze grondstoffen, goederen of producten verkopen aan verbonden vennootschappen van de groep en in zoverre deze grondstoffen, goederen of producten tevens het voorwerp zijn van logistieke activiteiten.

Onder een "groep van verbonden vennootschappen" wordt verstaan : de verbonden vennootschappen die tevens voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 11, 1° van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 20/08/1999 numac 1999021323 bron diensten van de eerste minister Wet houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad type wet prom. 07/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999009706 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Strafwetboek, van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, van de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidsstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964 sluiten betreffende het Wetboek van vennootschappen.

Het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek is niet bevoegd voor de ondernemingen die voor rekening van derden uitsluitend logistieke activiteiten uitoefenen en de daarmee gelijkgestelde ondernemingen wanneer deze logistieke activiteiten een onlosmakelijk onderdeel vormen van een productie- of handelsactiviteit waarbij deze logistieke activiteiten opgenomen zijn in de bevoegdheid van een specifiek paritair comité. § 4. Onder "arbeiders", wordt bedoeld : de arbeiders en arbeidsters aangegeven in de DMFA in de RSZ-categorie 083 met werknemerscode 015 of 027.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is evenwel niet van toepassing op : a) de arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst van studentenarbeid, aangegeven in de DMFA met werknemerscode 840 en 841;b) de arbeiders aangegeven in de DMFA in de RSZ-categorie 083 met werknemerscode 035. HOOFDSTUK 2. - Begrippen

Art. 2.Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld onder "sociaal fonds" : het "Sociaal Fonds Transport en Logistiek" opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juli 1973 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Sociaal Fonds voor het vervoer van goederen met motorvoertuigen" en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 december 1973 (Belgisch Staatsblad van 15 januari 1974), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 april 1994 (Belgisch Staatsblad van 16 juni 1994) en gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, houdende wijziging van de benaming van het "Sociaal Fonds voor het vervoer van goederen met voertuigen" in "Sociaal Fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden" en wijziging van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 november 1999 (Belgisch Staatsblad van 28 december 1999), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2004, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 augustus 2005 (Belgisch Staatsblad 23 november 2005), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 betreffende de wijziging van de benaming van het "Sociaal Fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden" in "Sociaal Fonds Transport en Logistiek". HOOFDSTUK 3. - Hospitalisatieverzekering

Art. 3.Het "Sociaal Fonds Transport en Logistiek" zal een sectorale hospitalisatieverzekering afsluiten ten gunste van de arbeiders bedoeld in artikel 1, § 4.

De gewaarborgde dekking van deze hospitalisatieverzekering geldt zowel in het binnenland als in het buitenland.

De verzekerde mag tijdens de twaalf maanden voorafgaand aan het schadegeval niet in het buitenland (met "buitenland" wordt bedoeld : een ander land dan het woonland van de verzekerde) verbleven hebben gedurende meer dan 3 ononderbroken maanden voor niet professionele doeleinden.

Om het recht op de tussenkomsten van de hospitalisatieverzekering te openen, moeten de betrokken arbeiders sedert minstens zes maanden ononderbroken in dienst geweest zijn van één of meerdere werkgevers bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst, en dus als arbeider aangegeven zijn in de RSZ-categorie 083.

Als "dagen tijdens dewelke de arbeiders in dienst zijn", worden bedoeld : alle dagen aangegeven in de DMFA-aangifte, met uitzondering van de dagen aangegeven met code 30 indien deze de zes maanden overschrijden.

Het recht op de tussenkomsten voorzien door de hospitalisatieverzekering, zal eindigen zes maanden na de datum waarop de aangeslotene niet meer ressorteert onder de paritaire subcomités 140.04 of 140.09 en dus niet meer als arbeider is aangegeven in de RSZ-categorie 083.

Art. 4.Het "Sociaal Fonds transport en logistiek" wordt belast met de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst en kan hiervoor beschikken over een forfaitaire werkgeversbijdrage bepaald overeenkomstig artikel 5 van deze overeenkomst.

In uitvoering van artikel 13 van de statuten van het "Sociaal fonds transport en logistiek" wordt de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid belast met de inning en de invordering van deze werkgeversbijdrage. HOOFDSTUK 4. - Forfaitaire bijdrage

Art. 5.Vanaf 1 januari 2010 wordt de verschuldigde bijdrage wordt voor het geheel van de tewerkstellingen, in de zin van artikel 2, 1°, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/05/2003 pub. 06/06/2003 numac 2003012302 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 , betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen sluiten tot uitvoering van hoofdstuk VII van titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, waarvoor de werkgeverscategorie gelijk is aan 083 en met uitzondering van de tewerkstellingen waarvoor de werknemerscode 035, 840 of 841 is aangeduid, als volgt berekend : Voor tewerkstellingen die uitsluitend in dagen worden aangegeven : F x X / (13 x D) waarbij : - F = het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdrage vastgesteld in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst - X = het aantal dagen aangegeven via de DMFA-aangifte - D = het aantal dagen per week van het arbeidsstelsel Het resultaat van deze berekening mag niet hoger zijn dan het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdrage vastgesteld in artikel 6 van deze overeenkomst. Indien het resultaat van de berekening toch hoger zou zijn, wordt de forfaitaire bijdrage beperkt tot het kwartaalbedrag.

Voor tewerkstellingen die in dagen en uren worden aangegeven : F x Z / (13 x U) waarbij : - F = het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdrage vastgesteld in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst - Z = het aantal uren aangegeven via de DMFA-aangifte - U = het gemiddeld aantal uren per week van de maatpersoon.

Het resultaat van deze berekening mag niet hoger zijn dan het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdrage vastgesteld in artikel 6 van deze overeenkomst. Indien het resultaat van de berekening toch hoger zou zijn, wordt de forfaitaire bijdrage beperkt tot het kwartaalbedrag.

Art. 6.Het kwartaalbedrag van de forfaitaire patronale bijdrage wordt vastgesteld op 25,00 EUR. HOOFDSTUK 5. - Derde betalersysteem

Art. 7.Van zodra de beheerder van de hospitalisatieverzekering via de DMFA en DIMONA-aangiftes, kan beschikken over de gegevens van de aangesloten arbeiders zal een derde betalersysteem in gang treden.

De aangesloten arbeiders zullen op dat moment de betaling van de tussenkomsten voorzien in de hospitalisatieverzekering niet meer persoonlijk moeten uitvoeren, maar zullen kunnen beschikken over een kaart van de beheerder, die in de meeste ziekenhuizen zal kunnen aangeboden worden. De ziekenhuisfacturen zullen via deze kaart onmiddellijk door de beheerder zonder voorafbetaling door de aangesloten arbeider, betaald worden.

Zolang het derde betalersysteem nog niet beschikbaar is, worden de gemaakte hopitalisatiekosten - met aftrek van de wettelijke tussenkomsten - door de beheerder zo snel mogelijk terugbetaald aan de aangesloten arbeider.

Art. 8.Zolang er niet met een derde betalersysteem kan worden gewerkt, zal een arbeider die beroep wenst te doen op de hospitalisatieverzekering zijn anciënniteit in de sector moeten bewijzen aan de hand van een tewerkstellingsattest ondertekend door de werkgever. Zijn tewerkstelling bij een vorige werkgever kan hij desgewenst bewijzen aan de hand van een kopie van het tewerkstellingsattest dat elke werkgever moet overhandigen aan elke arbeider die uit dienst treedt of een kopie van zijn C4-document. HOOFDSTUK 6. - Opting in

Art. 9.§ 1. Er bestaat in 2008 reeds een hospitalisatieverzekering binnen de onderneming : De invoering van deze sectorale hospitalisatieverzekering mag geen afbreuk doen aan reeds bestaande gunstiger systemen op ondernemingsvlak. Indien in 2008 binnen de onderneming reeds een collectieve hospitalisatieverzekering met een ruimere dekking van toepassing is, zal de werkgever een gelijkwaardige regeling uitwerken binnen de geëigende overlegorganen. § 2. Er bestaat in 2008 nog geen hospitalisatieverzekering binnen de onderneming : Mits het betalen van een bijpremie kan een werkgever zijn arbeiders ook de mogelijkheid bieden tot aansluiting van hun gezinsleden bij de collectieve polis.

Ook kan een werkgever een uitbreiding van de dekking voorzien voor de arbeiders die bij hem tewerkgesteld zijn. § 3. Indien ingevolge artikel 9, § 1 en/of artikel 9, § 2 een individuele bijdrage van de arbeider voorzien is, kan krachtens artikel 23 van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende de bescherming van het loon der werknemers, het bedrag van deze individuele bijdrage in mindering worden gebracht van het nettoloon van de betrokken arbeiders. HOOFDSTUK 7 Individuele voortzetting van de collectieve hospitalisatieverzekering

Art. 10.Zoals voorzien in artikel 3, verliezen de verzekerde arbeiders hun dekking zes maanden na de uitdiensttreding (ontslag, pensioen,... ) of het begin van de volledige loopbaanonderbreking of volledig tijdskrediet, tenzij ze opnieuw het werk hervatten of weder tewerkgesteld worden als arbeider in een onderneming met RSZ-categorie 083, die onder de bevoegdheid valt van de paritaire subcomités 140.04 of 140.09, en dit ten laatste zes maanden na het tijdstip van uitdiensttreding of het begin van de volledige loopbaanonderbreking of tijdskrediet.

Conform de bepalingen van artikel 138bis -8 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst beschikken de verzekerde arbeiders, in geval van verlies van het voordeel van de collectieve verzekering, over het recht om deze verzekering individueel voort te zetten. Deze voortzetting wordt toegekend zonder bijkomende medische formaliteiten of wachttijden indien de verzekerde arbeider gedurende de twee jaren die voorafgaan aan het verlies van het voordeel, ononderbroken aangesloten geweest is bij een of meer opeenvolgende ziekteverzekeringsovereenkomsten, afgesloten bij een verzekeringsonderneming.

De premie die bij individuele voortzetting van de collectieve hospitalisatieverzekering door de recht-hebbende arbeider zal moeten betaald worden, is die van het individueel tarief in overeenstemming met zijn leeftijd op het moment van de aansluiting bij de individuele verzekering.

Teneinde de verzekerde arbeiders de mogelijkheid te bieden om tijdig hun individuele voortzetting aan te vragen bij de verzekeraar, verbinden de werkgevers zich er toe om in geval van verlies van dekking, volgende informatie schriftelijk of elektronisch over te maken aan de verzekerde arbeider : - het precieze tijdstip van het verlies van dekking van de collectieve hospitalisatieverzekering : dit is de datum van uitdiensttreding (of aanvang volledig tijdskrediet of volledige loopbaanonderbreking) vermeerderd met zes maanden, tenzij wedertewerkstelling als arbeider binnen de paritaire subcomités 140.04 of 140.09 binnen deze periode; - de mogelijkheid om de verzekering individueel verder te zetten; - de contactgegevens van de verzekeraar; - de termijn van dertig dagen waarbinnen de verzekerde arbeider het recht op individuele voortzetting kan uitoefenen.

Deze informatie dient aan de verzekerde arbeider te worden overgemaakt ten laatste dertig dagen na zijn/haar ontslag of uitdiensttreding uit de onderneming.

De specifieke documenten, noodzakelijk voor het naleven van deze verplichting, worden via de web-site van het "Sociaal Fonds Transport en Logistiek" ter beschikking gesteld.

Art. 11.Conform artikel 138bis -9 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, geeft de verzekeraar informatie betreffende de mogelijkheid voor de verzekerde om individueel een bijkomende premie te betalen tijdens de periode van collectieve dekking. Deze premie moet er volgens de wet voor zorgen dat de verzekerde bij latere voortzetting van zijn waarborg een tarief zal krijgen dat rekening houdt met de leeftijd waarop hij de bijkomende premie is beginnen te betalen.

Krachtens artikel 23 van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende de bescherming van het loon der werknemers, kan het bedrag van deze bijkomende premie in mindering worden gebracht van het nettoloon van de betrokken arbeiders.

De werkgevers verbinden er zich toe de door de verzekeraar ter beschikking gestelde informatie te bezorgen aan alle verzekerde arbeiders en telkens een nieuwe arbeider wordt aangesloten en deze voor ontvangst te laten tekenen.

De specifieke documenten, noodzakelijk voor het naleven van deze verplichting, worden via de website van het "Sociaal Fonds Transport en Logistiek" ter beschikking gesteld. HOOFDSTUK 8. - Geldigheidsduur

Art. 12.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2010 en wordt afgesloten voor onbepaalde duur. § 2. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2008 betreffende de sectorale hospitalisatieverzekering voor de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en van goederenbehandeling voor rekening van derden en tot vaststelling van de forfaitaire bijdrage verschuldigd aan het "Sociaal Fonds Transport en Logistiek" ter financiering van deze sectorale hospitalisatieverzekering. § 3. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd.

Deze opzegging moet minstens zes maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen. De termijn van zes maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief. § 4. De partijen verbinden zich er toe dat de opzeg enkel kan en mag gebeuren krachtens een volledig gedocumenteerde argumentatie van één of meerdere betrokken partijen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 januari 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^