Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 juni 2002
gepubliceerd op 03 juli 2002

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 tot uitvoering van artikel 35, § 1, 7°, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022534
pub.
03/07/2002
prom.
26/06/2002
ELI
eli/besluit/2002/06/26/2002022534/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 JUNI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 tot uitvoering van artikel 35, § 1, 7°, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, inzonderheid op artikel 35, § 1, 7°, ingevoegd bij de wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1999 tot uitvoering van artikel 35, § 1 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 april 2000, 17 september 2000 en 4 april 2001;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 juni 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 25 juni 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat uit het Interprofessioneel Akkoord 2001-2002, ondertekend op 22 december 2000, voortvloeit dat de sociale gesprekspartners besloten hebben betere tewerkstellingsmogelijkheden voor de oudere werknemers trachten te bekomen, onder andere door de door de regering voorziene bijdragevermindering (naar verhouding van de leeftijd) vanaf 2002 aan te wenden voor de tewerkstelling van werknemers van 58 jaar en ouder;

Overwegende dat, voor het bereiken van het nagestreefde doel, het uiterst belangrijk is dat de werkgevers onverwijld kunnen genieten van de in dit besluit bedoelde maatregel;

Dat het besluit dus uitwerking moet hebben op 1 april 2002, opdat het lopende kwartaal in aanmerking zou worden genomen voor de toekenning van de bijdragevermindering waarin dit besluit voorziet;

Overwegende daarenboven dat het uiterst belangrijk is dat de sociale secretariaten en de diensten belast met de inning van de sociale-zekerheidsbijdragen onmiddellijk zouden ingelicht worden over de inhoud van dit besluit;

Dat voormelde secretariaten en diensten hun werkdocumenten en -methoden immers moeten aanpassen opdat de uitvoering van de maatregel niet zou belemmerd worden;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 tot uitvoering van artikel 35, § 1, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van sociale zekerheid voor werknemers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 april 2000, 17 september 2000 en 4 april 2001, wordt aangevuld als volgt : 4° de factoren die betrekking hebben op de leeftijd van de werknemer. Bij de werknemers die deel uitmaken van categorie 1 of 3 en die op de laatste dag van het kwartaal waarvoor de structurele vermindering wordt aangevraagd, de leeftijd van 58 jaar bereiken, wordt het bedrag van de vermindering voor een werknemer met volledige prestaties (R) verhoogd met 400 EUR.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2002.

Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, op 26 juni 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^