Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 maart 2004
gepubliceerd op 15 april 2004

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het besluit van het Rentenfonds van 1 december 2003 tot vaststelling van de marktregels van de buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2004003151
pub.
15/04/2004
prom.
26/03/2004
ELI
eli/besluit/2004/03/26/2004003151/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 MAART 2004. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het besluit van het Rentenfonds van 1 december 2003 tot vaststelling van de marktregels van de buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de richtlijn 93/22/EEG van de Raad van 10 mei 1993 inzake het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten;

Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds, gewijzigd door de wetten van 19 juni 1959, van 2 januari en 22 juli 1991, van 23 december 1994, van 30 oktober 1998 en van 2 augustus 2002, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 betreffende de buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, inzonderheid op artikel 5, tweede lid;

Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 16 februari 2004;

Overwegende dat de ter goedkeuring voorliggende marktregels niet voor advies aan de Europese Centrale Bank (ECB) voorgelegd werden vermits het voormelde koninklijk besluit van 16 mei 2003 dat het reglementair kader vormt van de marktregels, reeds het voorwerp uitmaakte van een advies van de ECB en omdat de marktregels geen nieuwe normen invoeren met betrekking tot het facultatief verkrijgen van het lidmaatschap door de ECB;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegd besluit van het Rentenfonds van 1 december 2003 tot vaststelling van de marktregels van de buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, gesplitste effecten en schatkistcertificaten, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 26 maart 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

Bijlage bij het koninklijk besluit van 26 maart 2004 Besluit van het rentenfonds van 1 december 2003 tot vaststelling van de marktregels van de buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten Het Rentenfonds, Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 betreffende de buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten 2° het koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 16 mei 2003 betreffende de buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten;3° lineaire obligaties : de lineaire obligaties bedoeld door het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de lineaire obligaties;4° gesplitste effecten : de effecten ontstaan uit de splitsing van lineaire obligaties overeenkomstig hoofdstuk VI van het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de lineaire obligaties;5° schatkistcertificaten : de schatkistcertificaten bedoeld in het ministerieel besluit van 12 december 2000 betreffende de algemene regels inzake de schatkistcertificaten;6° de markt : de buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit;7° lid van de markt : een instelling die behoort tot één van de categorieën van instellingen bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit, die voldoet aan de voorwaarden om de hoedanigheid van lid van de markt te bezitten bepaald in deze marktregels;8° Rentenfonds : de zelfstandige openbare instelling ingesteld door de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds;9° Comité : het Comité van het Rentenfonds bedoeld in artikel 3 van de voornoemde besluitwet van 18 mei 1945;10° Primary Dealer : elke markthouder bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit die het lastenboek van de Primary Dealers ondertekend heeft;11° aanbod : ieder voorstel van transactie op de markt vanwege een lid van de markt met vermelding van een prijs;12° transactiedag : de dag waarop de transactie wordt gesloten;13° valutadag : de dag waarop de transactie moet worden vereffend;14° bankwerkdag : iedere dag dat het Target-systeem (Trans-European Automated Real-time Gross settlement Express Transfer System) operationeel is.15° CBFA : de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen bedoeld in hoofdstuk III van de wet.16° partij : iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een of meerdere transacties op de markt afsluit of wenst af te sluiten. HOOFDSTUK II. - Toelating van financiële instrumenten tot de verhandeling op de markt, schorsing of schrapping van deze instrumenten of sluiting van de mark.

Art. 2.§ 1. Enkel lineaire obligaties, gesplitste effecten en schatkistcertificaten worden toegelaten tot de verhandeling op de markt. De openbaarmaking door de Belgische Staat van de essentiële kenmerken van de uit te geven effecten of van de toelating tot splitsing van lineaire obligaties, geldt als vraag tot toelating voor de opneming op de markt. Zij zijn toegelaten tot de verhandeling op de markt vanaf de openbaarmaking tenzij, tot 2 dagen na de openbaarmaking, het Rentenfonds anders beslist heeft of de CBFA zich hiertegen verzet om redenen van bescherming van de belangen van de beleggers.

In afwijking van het eerste lid, worden de tranches van lineaire obligaties die bij intekening specifiek voorbehouden zijn voor particulieren zoals bepaald in artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de lineaire obligaties, en die op de eerste couponvervaldag fungibel worden met de hoofdtranche, niet toegelaten tot de verhandeling op de markt tot het moment dat ze fungibel worden met de hoofdtranche. § 2. Het Rentenfonds kan op ieder ogenblik op eigen initiatief of op verzoek van de Belgische Staat als emittent de verhandeling van één of meerdere lijnen van lineaire obligaties, gesplitste effecten en schatkistcertificaten, op de volledige markt of op een segment van de markt, voor bepaalde of onbepaalde duur schorsen of de vermelde effecten schrappen, zo het risico bestaat dat de goede werking van de markt voor deze instrumenten niet verzekerd is of in geval van overdreven volatiliteit van de koersen, of de markt sluiten. Het Rentenfonds deelt haar beslissing tot schrapping van een financieel instrument vooraf mee aan de CBFA die zich, na overleg met het Rentenfonds, daartegen kan verzetten in het belang van de bescherming van de beleggers.

Het Rentenfonds moet de verhandeling van een effect schorsen indien de CBFA, na overleg met het Rentenfonds, hem erom verzocht heeft in het belang van de bescherming van de beleggers.

Het Rentenfonds licht de CBFA onmiddellijk in van de in het eerste lid getroffen maatregelen en alle terzake dienende informatie.

Het Rentenfonds gebruikt de gepaste communicatiemiddelen om deze maatregelen aan de markt bekend te maken. HOOFDSTUK III. - Lidmaatschap van de markt

Art. 3.§ 1. De instellingen bedoeld in artikel 3, § 2, eerste lid van het koninklijk besluit zijn van rechtswege lid van de markt.

Buitenlandse instellingen die omwille van het feit dat ze Primary Dealer waren van rechtswege lid van de markt zijn geworden, blijven lid van de markt indien ze nadien het statuut van Primary Dealer verloren hebben totdat zij via eenvoudige kennisgeving bedoeld in § 4 laten weten hebben dat ze geen lid van de markt meer wensen te zijn § 2. De gekwalificeerde tussenpersonen bedoeld in artikel 2, 10°, b), e) en h) van de wet die niet vervat zijn in § 1, kunnen door eenvoudige kennisgeving van hun kant lid worden van de markt. § 3. De gekwalificeerde tussenpersonen bedoeld in artikel 2, 10°, c) en f) van de wet die niet vervat zijn in de §§ 1 en 2, kunnen lid worden van de markt op hun gemotiveerd verzoek en mits zij de voorwaarden bepaald in dit hoofdstuk naleven. § 4. Via een eenvoudige kennisgeving kunnen de in dit artikel bedoelde instellingen laten weten dat ze geen lid van de markt meer wensen te zijn.

Art. 4.§ 1. De eenvoudige kennisgevingen bedoeld in artikel 3 moeten gericht worden aan de Voorzitter van het Comité bij aangetekende brief of met bericht van ontvangst op het adres Kunstlaan 30 te 1040 Brussel. Behoudens andersluidende beslissing van het Comité, treden zij in werking op de 5de bankwerkdag na de dag van ontvangst door de Voorzitter van het Comité of op de latere datum die de verzoekende instelling voorgesteld heeft. § 2. Elk verzoek zoals bedoeld in artikel 3, § 3, moet gericht worden aan de Voorzitter van het Comité bij aangetekende brief of met bericht van ontvangst op het adres Kunstlaan 30, 1040 Brussel.

Het Comité onderzoekt het verzoek tot het verkrijgen van het lidmaatschap. De verzoekende instelling dient in zijn Staat van herkomst onderworpen te zijn aan een toezichtsregeling die door de CBFA toereikend wordt bevonden.

De verzoekende instelling dient bovendien aan de volgende voorwaarden te voldoen : - de nodige kwaliteiten, deskundigheid en betrouwbaarheid bezitten teneinde de bescherming van de belangen van de beleggers en de goede werking, de integriteit en de transparantie van de markt te verzekeren; - over geschikt, deskundig en betrouwbaar personeel, adequate technische en financiële middelen, procedures en informaticasystemen beschikken om het goede verloop van haar marktactiviteiten te verzekeren; - haar personeelsleden of de personen die medewerking verlenen bij de uitoefening van haar activiteiten dienen voldoende ervaring te hebben inzake de verhandeling van de types van financiële instrumenten die op de markt worden verhandeld; - over geschikte controleprocedures beschikken die abnormale transacties, volumes of koersen ogenblikkelijk en systematisch opsporen en de transacties tegenhouden indien nodig; - over procedures beschikken die waarborgen dat haar personeelsleden of de personen die medewerking verlenen bij de uitoefening van haar activiteiten, bijdragen tot de naleving van de regels en verplichtingen die van toepassing zijn op de markt; - over een interne controlecel beschikken die toeziet op de naleving van deze principes en van de geldende regels en wetgeving; - haar interne administratie dient zodanig georganiseerd te zijn dat een snelle en efficiënte controle ter plaatse mogelijk is en dat de door het Rentenfonds of de CBFA opgevraagde gegevens snel en efficiënt ter beschikking worden gesteld.

Bij het verzoek wordt een dossier gevoegd dat ten minste de volgende stukken of informatie bevat : - de identificatie van de instelling (o.a. de rechtsvorm, het toepasselijk recht); - haar aandeelhoudersstructuur (de aandeelhouders met een belangrijke deelneming, de groepsstructuur); - haar leidinggevende personen; - haar personeel dat zal instaan voor de activiteiten op de markt (o.a. het organigram, het profiel van de hoofdverantwoordelijken); - de persoon van de controlecel die toeziet op de naleving van de geldende regels en wetgeving; - haar statuten; - een attest van de autoriteit van de Staat van herkomst waaruit blijkt dat de instelling gemachtigd is om de activiteiten te verrichten waarvoor het verzoek ingediend werd; - een korte beschrijving van de leidende principes en interne controleprocedures;

Het Comité kan de overlegging eisen van iedere bijkomende informatie die nuttig is voor zijn onderzoek.

Bij de beoordeling van het verzoek kan het Comité inlichtingen inwinnen bij de CBFA. Indien er volgens het Comité voldoende elementen zijn om het verzoek voor het verkrijgen van het lidmaatschap te weigeren, brengt het Comité de CBFA hiervan op de hoogte en vraagt het haar akkoord om het lidmaatschap te weigeren.

Het Comité spreekt zich in principe uit over het verzoek binnen de twee maanden na de ontvangst ervan of na de ontvangst van de bijkomende informatie zoals bedoeld in lid 5, tenzij het Comité per aangetekend schrijven laten weten heeft dat deze termijnen verlengd worden, uiterlijk tot negen maanden na ontvangst van de aanvraag. Het kan de activiteiten van de verzoekende instelling op de markt beperken tot de transacties in één of meerdere financiële instrumenten die daar verhandeld worden. Het ontbreken van een beslissing binnen de in dit lid bedoelde termijnen staat gelijk met een verwerping van de aanvraag.

De gemotiveerde beslissing van het Comité wordt aan de verzoekende instelling betekend bij aangetekende brief of met bericht van ontvangst. Wanneer het verzoek verworpen wordt, vermeldt de beslissing de elementen waarop de weigering van het lidmaatschap gebaseerd is.

Wanneer de verzoekende instelling het lidmaatschap verkregen heeft, dient het terstond het Rentenfonds op de hoogte te brengen van elke belangrijke wijziging van de elementen die ten grondslag hebben gelegen van de beslissing van het Comité om het lidmaatschap toe te kennen.

Art. 5.Het lidmaatschap van de markt brengt de aanvaarding en de verplichting tot naleving mee van het geheel van de regels die van toepassing zijn op de markt en meer bepaald van de marktregels opgenomen in dit besluit, inzonderheid de regels bepaald in artikel 33.

Art. 6.§ 1. Ingeval het lid van de markt zijn statuut van beleggingsonderneming of kredietinstelling verliest, verliest het van rechtswege zijn lidmaatschap van de markt. § 2. Wanneer het Rentenfonds vaststelt dat een lid van de markt niet meer aan de in artikel 4, § 2 vermelde voorwaarden voldoet of dat een lid van de markt inbreuken pleegt op de regels die van toepassing zijn op de markt, of wanneer het van oordeel is dat de handelswijze van een lid van de markt van aard is om de goede werking, de integriteit, de veiligheid en de transparantie van de markt in het gevaar te brengen, kan het Comité het lidmaatschap van het lid van de markt voor het geheel of een gedeelte van zijn activiteiten op de markt hetzij schorsen voor een periode van maximum zes maanden, hetzij uitsluiten.

Voorafgaand aan een beslissing van het Comité om het lidmaatschap van een lid al dan niet te schorsen of uit te sluiten, wordt het lid bij aangetekende brief of met bericht van ontvangst hiervan verwittigd en op de hoogte gesteld van de elementen die aanleiding kunnen geven tot een beslissing van schorsing of uitsluiting. In de kennisgeving wordt een termijn van ten minste 15 kalenderdagen en ten hoogste 1 maand bepaald waarbinnen het lid van de markt zijn verweermiddelen bij aangetekende brief of met bericht van ontvangst kan overmaken aan de Voorzitter van het Comité. Indien het lid zijn schriftelijke verweermiddelen mondeling wenst te verdedigen voor het Comité, dient het dit in de brief met de schriftelijke verweermiddelen aan de Voorzitter te laten weten. Het Comité kan op eigen initiatief ook een hoorzitting met het lid vragen. Het Comité organiseert dan na overleg met het lid binnen de kortst mogelijke termijn een hoorzitting. Het Comité kan zich tijdens de hoorzitting laten bijstaan door personeel van het Rentenfonds of personen die medewerken aan de uitvoering van zijn opdrachten. Bij de beoordeling van het verweer kan het Comité inlichtingen inwinnen bij de CBFA. In afwijking van het vorige lid, kan het Comité een beslissing tot schorsing treffen zonder het lid van de markt voorafgaandelijk de kans gegeven te hebben zich te verweren, wanneer er ernstig gevaar bestaat voor de integriteit of de veiligheid van de markt dat dringende maatregelen vereist.

De gemotiveerde beslissing van het Comité tot schorsing of uitsluiting, wordt aan het lid betekend bij aangetekende brief of met bericht van ontvangst, en vermeldt de datum van inwerkingtreding van de schorsing of de uitsluiting, de activiteiten waarop de schorsing of de uitsluiting betrekking heeft, evenals of de beslissing openbaar gemaakt zal worden en, indien wel, de wijze waarop,.

De beslissing wordt vooraf aan de CBFA meegedeeld indien het om een uitsluiting gaat en achteraf indien het om een schorsing gaat. Indien deze beslissing betrekking heeft op een buitenlandse instelling, wordt ze eveneens aan de controleautoriteit van de instelling meegedeeld via de tussenkomst van de CBFA. Het Rentenfonds kan de beslissing tot schorsing of uitsluiting openbaar maken op de wijze die het bepaalt. § 3. Het lid van de markt dat werd geschorst in toepassing van § 2 van dit artikel verliest de hoedanigheid van lid voor de periode bepaald door de beslissing van schorsing.

Het lid van de markt dat werd uitgesloten in toepassing van § 2 van dit artikel verliest de hoedanigheid van lid. Het kan ten vroegste één jaar na de beslissing tot uitsluiting het lidmaatschap opnieuw aanvragen volgens de procedure zoals bedoeld in artikel 4, § 2.

Art. 7.Tegen de beslissingen zoals bedoeld in artikel 4 en 6, § 2 of tegen een verwerping van de aanvraag wegens het ontbreken van een beslissing binnen de in artikel 4, zevende lid bedoelde termijnen, kunnen leden van de markt beroep instellen bij het Hof van Beroep te Brussel volgens de procedure bepaald in artikel 123 van de wet. Het beroep moet op straffe van verval worden ingesteld binnen de 30 dagen na de kennisgeving van de beslissing.

Art. 8.De lijst van de leden van de markt wordt door het Rentenfonds opgesteld en bijgehouden. Ze wordt bekendgemaakt op de internetsite van het Rentenfonds en, jaarlijks, in het Belgisch Staatsblad. De leden die de prudentiële vergunning krachtens dewelke zij toegelaten werden, verloren hebben, worden door het Rentenfonds van de lijst geschrapt. HOOFDSTUK IV. - Algemene regels

Art. 9.De regels van dit hoofdstuk zijn van toepassing op al wie een transactie uitvoert op de markt, tenzij, wanneer de marktregels dit toelaten, de partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen. Zij doen geen afbreuk aan de striktere verplichtingen die de markthouders bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit zijn opgelegd krachtens het door hen onderschreven lastenboek. Afdeling I. - Regels toepasselijk op ieder aanbod en iedere transactie

verricht op de markt

Art. 10.De partij die aan een lid van de markt om een aanbod vraagt deelt hem haar identiteit mede en maakt in voorkomend geval kenbaar dat zij niet in eigen naam handelt. Indien zij een transactie beoogt met een bijzondere valutadag of een bijzonder beding, dan preciseert zij, bij haar aanvraag, die valutadag of dat bijzonder beding.

Wordt een aanbod niet in eigen naam aanvaard dan is de transactie slechts gesloten indien de tegenpartij voor het aanbiedende lid van de markt aanvaardbaar is.

Art. 11.Een aanbod dient de bijzondere valutadag en de bijzondere bedingen van de aangeboden transactie uitdrukkelijk en gelijktijdig met het aanbod te vermelden, tenzij die vervaldag en deze bedingen overeenstemmen met deze van de aanvraag.

Art. 12.Behoudens gelijktijdig uitdrukkelijk andersluidend beding, is een aanbod bindend voor ieder op de markt gebruikelijk bedrag en gedurende de gebruikelijke termijn, gelet op de aard van de transactie.

Art. 13.Een mondeling gesloten transactie is bindend. De schriftelijke of elektronische bevestiging strekt tot bewijs en kan de overeengekomen gegevens van de transactie niet eenzijdig wijzigen.

Art. 14.De leden van de markt nemen alle telefonische gesprekken op met het oog op het afsluiten en het afwikkelen van transacties op de markt op magneetband of met een gelijkwaardig systeem om misverstanden en vergissingen te voorkomen en op te lossen en om het afwikkelen van transacties op de markt te versnellen.

Deze opnames dienen minstens vier maanden bewaard te worden tenzij het Rentenfonds of de CBFA het lid van de markt met het oog op een onderzoek heeft verzocht bepaalde opnames langer te bewaren, of tenzij voor opnames van bepaalde transacties waar er betwisting tussen de contracterende partijen blijft bestaan of behoudens strengere regels in het land van herkomst van het lid van de markt.

Het lid van de markt moet zijn cliënt of de tegenpartij inlichten over de opname van de telefoongesprekken.

Art. 15.Een partij moet aan haar tegenpartij zo snel mogelijk en ten laatste op het einde van de transactiedag zelf, al de voorwaarden van een op de markt gesloten transactie schriftelijk of elektronisch bevestigen. Het is de partijen niet toegestaan om hiervan af te zien.

Indien twee partijen, die een transactie in eigen naam hebben gesloten, overeengekomen zijn om die te vereffenen in het effectenvereffeningsstelsel van de Nationale Bank van België in hun hoedanigheid van rechtstreeks deelnemer aan dat stelsel, geldt de notificatie ter afwikkeling aan het stelsel als bevestiging van de transactie.

Wanneer de bevestiging niet via dit stelsel gerealiseerd kan worden, vermeldt ze tenminste : - de datum en het uur van de verzending van de bevestiging; - de identiteit van de partij die de transactie afgesloten heeft; - in voorkomend geval, de identiteit van de cliënt van de partij; - de transactiedag; - de aard van de transactie; - de identificatie van de verhandelde effecten gebruik makend in het bijzonder van de I.S.I.N. standaardcode; - het nominale bedrag van de verhandelde effecten; - de rente of koers waartegen de transactie werd uitgevoerd; - de valutadag; - de vereffeningsinstellling.

De bevestigingen met alle verstuurde gegevens dienen ten minste vijf jaar bewaard te blijven.

In afwijking van de vorige leden hoeven de partijen in een transactie naar elkaar geen bevestiging te sturen wanneer het elektronisch handelsplatform waarop de transactie afgesloten werd, zelf aan beide partijen meedeelt dat de transactie verwezenlijkt is, hen de details van de transacties doorgeeft en zelf de instructies doorgeeft voor de vereffening van de transacties.

Art. 16.Tenzij de partijen anders overeenkomen of wettelijke of reglementaire bepalingen zich hiertegen verzetten, worden de verhandelde effecten in gedematerialiseerde vorm geleverd.

Art. 17.Iedere partij in een transactie dient de vereffeningsinstructies van een transactie zo snel mogelijk en ten laatste op het einde van de transactiedag zelf, te verstrekken aan haar effectenvereffeningsstelsel of, indien die partij de transactie niet vereffent in de hoedanigheid van rechtstreeks deelnemer aan een stelsel, aan de rekeninghoudende instelling die zij belast met de vereffening. In dit laatste geval is deze partij er verantwoordelijk voor dat haar rekeninghoudende instelling op haar beurt de vereffeningsinstructies binnen dezelfde termijn en correct doorstuurt.

Art. 18.Indien de verhandelde effecten dienen te worden geleverd in de vorm van op naam gestelde inschrijvingen op een grootboek van de staatsschuld, worden de effecten, naargelang van het geval, geleverd overeenkomstig artikel 16 of 47, lid 3 en volgende van het koninklijk besluit van 23 januari 1991 betreffende de effecten van de Staatsschuld.

Art. 19.Tenzij de partijen uitdrukkelijk anders overeenkomen, worden de effecten slechts geleverd tegen betaling of mits vestiging van de overeengekomen waarborg. Afdeling II. - Regels inzake koop en verkoop

Onderafdeling I. - De prijs en de valutadag

Art. 20.Bij een koop en een verkoop wordt de prijs uitgedrukt : 1° voor lineaire obligaties, in de vorm van een koers die een percentage is van de nominale waarde van de effecten;deze koers veronderstelt de verplichting voor de koper om daarenboven aan de verkoper de verlopen interesten, berekend overeenkomstig artikel 23 of 24, te betalen; 2° voor gesplitste effecten, in de vorm van een interestvoet per jaar die voor de koper van de effecten het rendement van de belegging aangeeft, berekend overeenkomstig de in artikel 25 opgenomen formules, gedurende de termijn die loopt van de valutadag van de aankoop tot de vervaldag van de effecten;3° voor schatkistcertificaten, in de vorm van een interestvoet per jaar die voor de koper van de effecten het rendement van de belegging aangeeft, berekend overeenkomstig de in artikel 26 opgenomen formule, gedurende de termijn die loopt van de valutadag van de aankoop tot de vervaldag van de effecten.

Art. 21.Bij een aanbod dat niet gelijktijdig betrekking heeft op een aankoop en een verkoop wordt uitdrukkelijk vermeld of het aanbod een aankoop of een verkoop betreft.

Bij een aanbod dat gelijktijdig betrekking heeft op een aankoop en een verkoop met betrekking tot : 1° lineaire obligaties, geldt de laagste opgegeven koers voor de aankoop van de effecten door diegene die het aanbod formuleert en de hoogste opgegeven koers voor de verkoop van de effecten door diegene die het aanbod formuleert;2° gesplitste effecten of schatkistcertificaten, geldt de hoogste opgegeven rentevoet voor de aankoop van de effecten door diegene die het aanbod formuleert en de laagste opgegeven rentevoet voor de verkoop van de effecten door diegene die het aanbod formuleert.

Art. 22.Behoudens gelijktijdig uitdrukkelijk andersluidend beding bij het sluiten van de transactie is de valutadag van een koop/verkoop : 1° indien hij schatkistcertificaten betreft, de tweede bankwerkdag volgend op de transactiedag;2° indien hij lineaire obligaties of gesplitste effecten betreft, de derde bankwerkdag volgend op de transactiedag. Onderafdeling II. - Het te betalen bedrag

Art. 23.Voor de lineaire obligaties met een vaste rentevoet, behoudens het in het tweede lid bedoelde geval, worden de verlopen interesten (I) die de koper moet vergoeden bij de vereffening berekend volgens de onderstaande formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - Y gelijk is aan het nominaal bedrag van de verhandelde effecten; - i gelijk is aan het interestbedrag dat verschuldigd is door de emittent na afloop van de op de valutadag lopende interestperiode en uitgedrukt wordt in een percentage van de nominale waarde; - n staat voor het exacte aantal kalenderdagen tussen de aanvangsdatum van de op de valutadag lopende interestperiode (inbegrepen) en de valutadag (niet inbegrepen); - b gelijk is aan het exacte aantal kalenderdagen tussen de aanvangsdatum van de op de valutadag lopende interestperiode (inbegrepen) en de vervaldag van de interest voor deze periode (niet inbegrepen) Voor de lineaire obligaties met een vaste rentevoet en met een jaarlijkse couponbetaling waarvan de eerste coupon een looptijd heeft van minder dan één jaar, waarbij de valutadatum van de transactie vóór de vervaldag van de eerste coupon valt, worden de verlopen interesten (I) die de koper moet vergoeden bij vereffening berekend volgens de in het eerste lid vermelde formule, waarbij - b gelijk is aan het exacte aantal kalenderdagen tussen de dag die zich één jaar vóór de vervaldag van de interest voor deze periode bevindt (inbegrepen) en de vervaldag van de interest voor deze periode (niet inbegrepen) Als de valutadag samenvalt met een vervaldag van interesten, behoudt de verkoper het voordeel van de interesten en worden geen verlopen interesten vergoed.

Art. 24.De verlopen interesten (I) die de koper van lineaire obligaties met variabele rentevoet moet vergoeden, worden berekend volgens de onderstaande formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - Y gelijk is aan het nominaal bedrag van de verhandelde effecten; - i de nominale jaarlijkse rentevoet is van de verhandelde effecten voor de op de valutadag lopende interestperiode; - n staat voor het exacte aantal kalenderdagen tussen de aanvangsdatum van de op de valutadag lopende interestperiode (inbegrepen) en de valutadag (niet inbegrepen).

Indien de valutadag samenvalt met een vervaldag van interesten, behoudt de verkoper het voordeel van de interesten en worden geen verlopen interesten vergoed.

Art. 25.In geval van aankoop van gesplitste effecten wordt het door de koper te betalen bedrag (c) berekend volgens de onderstaande formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - Y gelijk is aan het nominaal bedrag van de verhandelde effecten; - i overeenstemt met de interestvoet waartegen de transactie werd verricht; - N staat voor het aantal volledige kalenderjaren tussen de valutadag van de transactie (inbegrepen) en de vervaldag van de verhandelde effecten (niet inbegrepen); - k staat voor het exacte aantal kalenderdagen tussen de valutadag van de transactie (inbegrepen) en de volgende vervaldag van interesten van lineaire obligaties waaruit de gekochte effecten voortkomen (niet inbegrepen); - b staat voor het exacte aantal kalenderdagen tussen de aanvangsdatum van de op de valutadag lopende interestperiode voor de lineaire obligaties waaruit de gekochte effecten voortkomen (inbegrepen) en de vervaldag van de interesten voor deze periode (niet inbegrepen).

Art. 26.In geval van aankoop van schatkistcertificaten, wordt het door de koper te betalen bedrag (c) berekend volgens onderstaande formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - Y gelijk is aan het bedrag aan schatkistcertificaten dat op rekening is geboekt of dat is overgeboekt op het grootboek van de staatsschuld; - i overeenstemt met de interestvoet waartegen de transactie werd verricht; - n staat voor het exacte aantal kalenderdagen tussen de valutadag van de transactie (inbegrepen) en de vervaldag van de verhandelde schatkistcertificaten (niet inbegrepen).

Onderafdeling III. - De laattijdige betaling of levering

Art. 27.Indien, te rekenen vanaf de valutadag en niettegenstaande de verkoper de effecten voor levering heeft aangeboden, de koper zijn betalingsverplichting niet nakomt, is de koper aan de verkoper, behoudens uitdrukkelijk andersluidend beding tussen de partijen, van rechtswege een forfaitaire vergoeding (r) verschuldigd berekend volgens de onderstaande formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - c het door de koper te betalen geldbedrag is; - i overeenstemt met de van toepassing zijnde jaarlijkse nominale rentevoet van de marginale beleningsfaciliteit van de Europese Centrale Bank; - n staat voor het aantal kalenderdagen tussen, enerzijds, de valutadag van de transactie of, indien hij erna komt, de dag van de aanbieding van de effecten door de verkoper (inbegrepen) en, anderzijds, de dag van de vereffening van de transactie of de valutadag van de in artikel 28, § 3, 1e lid bedoelde verkoop op de markt (niet inbegrepen).

Indien verschillende rentevoeten i van toepassing zijn geweest gedurende de periode waarvoor de vergoeding verschuldigd is, wordt de berekening van de forfaitaire vergoeding opgesplitst in evenveel periodes als er rentevoeten zijn en houdt zij rekening met de nieuwe rentevoet vanaf de dag waarop hij van toepassing werd.

De forfaitaire vergoeding wordt uiterlijk betaald op de dag van de vereffening van de transactie of op de valutadag van de in het artikel 28, § 3, 1e lid bedoelde verkoop op de markt.

Art. 28.§ 1. Behoudens uitdrukkelijk andersluidend beding mag de verkoper, wanneer de koper de prijs van de transactie nog niet heeft betaald op het einde van de tweede bankwerkdag volgend op hetzij de valutadag hetzij, indien hij erna komt, de dag waarop de verkoper de effecten voor levering heeft aangeboden, vanaf dat ogenblik de koper kennis geven van zijn voornemen om de transactie te ontbinden bij gebrek aan betaling binnen de twee bankwerkdagen volgend op het zenden van de kennisgeving.

De kennisgeving beschrijft de karakteristieken van de betrokken operatie. Zij wordt dezelfde dag per e-mail of per telefax en per aangetekende brief naar de koper gezonden. Tegelijkertijd en bij middel van dezelfde kanalen wordt een kopie van de kennisgeving naar het Comité gestuurd. § 2. Indien, op het einde van de tweede bankwerkdag volgend op het zenden van de kennisgeving, de koper de prijs nog altijd niet heeft betaald, is de transactie van rechtswege ontbonden.

De verkoper brengt, zo spoedig mogelijk en uiterlijk om 11 uur, Belgische tijd, van de derde bankwerkdag volgend op het zenden van de kennisgeving, het Comité op de hoogte van die ontbinding door middel van een e-mail of een telefax en een aangetekende brief.

Na kennisneming van de ontbinding van de transactie wijst het Comité een lid van de markt aan, met wie het de bemiddelingsvoorwaarden is overeengekomen, teneinde een verkoop op de markt te realiseren. § 3. Het aangewezen lid van de markt voert zo spoedig mogelijk, in naam en voor rekening van de verkoper, de verkoop op de markt uit : - van effecten van dezelfde aard als die van de ontbonden transactie en voor een identiek nominaal bedrag; - met de gebruikelijke valutadag bepaald in artikel 22; - op de voor de verkoper voordeligste wijze, overeenkomstig artikel 26, 8° van de wet.

Op de dag zelf van de verkoop op de markt meldt het aangewezen lid van de markt aan de verkoper, aan de in gebreke zijnde koper en aan het Comité per e-mail of per telefax en per aangetekende brief : - de dag en het uur waarop de verkoop werd gesloten; - de valutadag van de verkoop; - het te vereffenen geldbedrag met aanduiding van de prijs en, in voorkomend geval, de afrekening inzake de te betalen verlopen interesten; - de gedetailleerde opgave van de door de verkoper aan het aangewezen lid van de markt verschuldigde makelaarslonen en kosten.

De verkoper stuurt bij middel van dezelfde kanalen naar de in gebreke zijnde koper en naar het Comité een kopie van de borderellen die betrekking hebben op de verkoop op de markt, van zodra hij daarover beschikt. § 4. Onverminderd de toepassing van artikel 27 wordt het verschil tussen, enerzijds, het geldbedrag van de ontbonden transactie en, anderzijds, het geldbedrag van de verkoop bedoeld in § 3, lid 2, 3e streepje verminderd met de makelaarslonen en de kosten bedoeld in § 3, lid 2, 4e streepje, betaald op de valutadag van de verkoop : - in geval het verschil positief is, door de in gebreke zijnde koper ten bate van de verkoper; - in geval het verschil negatief is, door de verkoper ten bate van de in gebreke zijnde koper.

Bij de berekening van het in het vorige lid bedoelde verschil wordt het bedrag van de interesten, die eventueel zijn vervallen tussen de valutadagen van de twee transacties, in mindering gebracht van het te vereffenen geldbedrag van de ontbonden transactie.

Art. 29.§ 1. Behoudens uitdrukkelijk andersluidend beding mag de koper, wanneer de verkoper de effecten nog niet voor levering heeft aangeboden op het einde van de zevende kalenderdag volgend op de valutadag, vanaf dat ogenblik de verkoper kennisgeven van zijn voornemen om de transactie te ontbinden bij gebrek aan levering binnen de twee bankwerkdagen volgend op het zenden van de kennisgeving.

Indien de zevende kalenderdag volgend op de valutadag geen bankwerkdag is, wordt de termijn verlengd tot de eerste daaropvolgende bankwerkdag.

De kennisgeving beschrijft de karakteristieken van de betrokken operatie. Zij wordt dezelfde dag per e-mail of per telefax en per aangetekende brief naar de verkoper gezonden. Tegelijkertijd en bij middel van dezelfde kanalen wordt een kopie van de kennisgeving naar het Comité gestuurd. § 2. Indien, op het einde van de tweede bankwerkdag volgend op het zenden van de kennisgeving, de verkoper de effecten nog altijd niet heeft aangeboden voor levering, is de transactie van rechtswege ontbonden.

De koper brengt, zo spoedig mogelijk en uiterlijk om 11 uur, Belgische tijd, van de derde bankwerkdag volgend op het zenden van de kennisgeving, het Comité op de hoogte van die ontbinding door middel van een e-mail of een telefax en een aangetekende brief.

Na kennisneming van de ontbinding van de transactie wijst het Comité een lid van de markt aan, met wie het de bemiddelingsvoorwaarden is overeengekomen, teneinde een koop op de markt te realiseren. § 3. Het aangewezen lid van de markt voert zo spoedig mogelijk, in naam en voor rekening van de koper, de koop op de markt uit : - van effecten van dezelfde aard als die van de ontbonden transactie en voor een identiek nominaal bedrag; - met de gebruikelijke valutadag bepaald in artikel 22; - op de voor de koper voordeligste wijze, overeenkomstig artikel 26, 8° van de wet. Op de dag zelf van de koop op de markt meldt het aangewezen lid van de markt aan de koper, aan de in gebreke zijnde verkoper en aan het Comité per e-mail of per telefax en per aangetekende brief : - de dag en het uur waarop de koop werd gesloten; - de valutadag van de koop; - het te vereffenen geldbedrag met aanduiding van de prijs en, in voorkomend geval, de afrekening inzake de te betalen verlopen interesten; - de gedetailleerde opgave van de door de koper aan het aangewezen lid van de markt verschuldigde makelaarslonen en kosten.

De koper stuurt bij middel van dezelfde kanalen naar de in gebreke zijnde verkoper en naar het Comité een kopie van de borderellen die betrekking hebben op de koop op de markt, van zodra hij daarover beschikt. § 4. Het verschil tussen het te vereffenen geldbedrag van de ontbonden transactie en de som van de bedragen bedoeld in § 3, lid 2, 3e en 4e streepje, wordt op de valutadag van de koop betaald : - in geval het verschil positief is, door de koper ten bate van de in gebreke zijnde verkoper; - in geval het verschil negatief is, door de in gebreke zijnde verkoper ten bate van de koper.

Bij de berekening van het in het vorige lid bedoelde verschil wordt het bedrag van de interesten, die eventueel zijn vervallen tussen de valutadagen van de twee transacties, in mindering gebracht van het te vereffenen geldbedrag van de ontbonden transactie. HOOFDSTUK V. - Verplichtingen voor de leden van de markt

Art. 30.De regels van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de leden van de markt. Zij kunnen op generlei wijze afwijken van deze regels.

Zij doen geen afbreuk aan de striktere verplichtingen die de markthouders bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit zijn opgelegd krachtens het door hen onderschreven lastenboek.

Art. 31.De leden van de markt bevestigen schriftelijk of elektronisch op een borderel aan hun opdrachtgevende cliënt zo snel mogelijk en ten laatste op het einde van dag dat de opdracht uitgevoerd werd, iedere transactie waarvoor zij van deze cliënt de opdracht ontvangen hebben.

Dit borderel vermeldt : - de identiteit van het lid van de markt dat de transactie heeft afgesloten; - de identiteit van de opdrachtgevende cliënt; - de transactiedag; - de aard van de transactie; - de identificatie van de verhandelde effecten gebruik makend in het bijzonder van de I.S.I.N. standaardcode; - het nominale bedrag van de verhandelde effecten; - de rente of koers waartegen de transactie werd uitgevoerd; - de afrekening inzake de te betalen verlopen interesten; - het te vereffenen geldbedrag; - de valutadag; - de verschuldigde commissielonen en kosten; - en, algemeen, alle overige bijzondere bedingen.

Een duplicaat van het borderel dient ten minste vijf jaar bewaard te blijven.

Art. 32.Ieder lid van de markt moet bij het verstrekken van beleggingsdiensten zoals bedoeld in artikel 2, 8° van de wet, bij ieder aanbod en bij iedere transactie op de markt handelen overeenkomstig de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen, de bepalingen van dit besluit, de geldende gedragscodes, de eerlijke gebruiken in de handel in financiële instrumenten en de hoogste normen van integriteit.

De bestuurders, zaakvoerders en de leden van het directiecomité van een lid van de markt kijken toe op de naleving van deze regels door hun instelling.

Zij brengen het Rentenfonds op de hoogte van elke definitieve tuchtsanctie die werd getroffen ten aanzien van een personeelslid op grond van de niet-naleving van zijn beroepsverplichtingen die voortvloeien uit dit besluit. De betekening vermeldt de identiteit van de gesanctioneerde persoon en de motivering van de sanctie.

Art. 33.Voor een deugdelijke bedrijfsvoering en voor het goede verloop van hun marktactiviteiten, zijn de leden van de markt ertoe gehouden te beschikken over geschikt, deskundig en betrouwbaar personeel en doeltreffend gebruik te maken van adequate technische en financiële middelen, procedures en informaticasystemen. Ze dienen er met name voor te zorgen : - dat zij de nodige kwaliteiten, deskundigheid en betrouwbaarheid bezitten teneinde de bescherming van de belangen van de beleggers en de goede werking, de integriteit en de transparantie van de markt te verzekeren; - dat hun personeelsleden of de personen die medewerking verlenen bij de uitoefening van hun activiteiten, voldoende ervaring hebben inzake de verhandeling van de types van financiële instrumenten die op de markt worden verhandeld; - over geschikte controleprocedures te beschikken die abnormale transacties, volumes of koersen ogenblikkelijk en systematisch opsporen en de transacties tegenhouden indien nodig; - over procedures te beschikken die waarborgen dat hun personeelsleden of de personen die medewerking verlenen bij de uitoefening van hun activiteiten, bijdragen tot de naleving van de regels en verplichtingen die van toepassing zijn op de markt; - over een interne controlecel te beschikken die toeziet op de naleving van deze principes en van de geldende regels en wetgeving; - dat hun interne administratie zodanig georganiseerd is dat een snelle en efficiënte controle ter plaatse mogelijk is en dat de door het Rentenfonds of de CBFA opgevraagde gegevens snel en efficiënt ter beschikking worden gesteld.

Art. 34.§ 1. De leden van de markt zijn ertoe gehouden zich op een loyale en billijke wijze in te zetten om de integriteit van en de eerlijke praktijken op de markt optimaal te bevorderen. § 2. Met het oog op de toepassing van § 1 zijn de leden van de markt er met name toe gehouden : - af te zien van elke actie die de transparantie of het goede verloop van een aanbod of een transactie zou kunnen schaden; - terstond en loyaal te handelen tegenover hun tegenpartijen; - zich te onthouden te doen geloven of de indruk te wekken dat zij bereid zijn om een transactie te sluiten aan bepaalde voorwaarden terwijl zij in werkelijkheid niet van plan zijn de transactie te sluiten of slechts bereid zijn ze te sluiten aan afwijkende voorwaarden; - om niet gelijktijdig aan- en verkooptransacties voor eigen rekening te sluiten zonder voldoende gegronde economische reden en met als doel hun volume op de markt te vermeerderen. HOOFDSTUK VI. - Melding van transacties en markttransparantie

Art. 35.Met het oog op de transparantie van de markt dient elk lid van de markt dat optreedt als makelaar, lasthebber, commissionair of tegenpartij, elke aankoop- en verkooptransactie die hij verricht op de markt zo snel mogelijk en ten laatste vóór 10.30 uur Belgische tijd van de bankwerkdag na de dag van het sluiten van de transactie individueel te melden aan het Rentenfonds.

Elke melding dient de volgende gegevens te bevatten : 1° de identiteit van het lid van de markt;2° de aard van de transactie;3° de ISIN-code van het verhandelde effect;4° het nominale bedrag van de verhandelde effecten;5° de rente of koers waartegen de transactie werd uitgevoerd;6° de datum en het uur van de transactie;7° de hoedanigheid - voor eigen rekening of voor rekening van een cliënt - waarin het lid optreedt;8° de identiteit van de tegenpartij.

Art. 36.In uitvoering van artikel 6, 2° van het koninklijk besluit bepaalt het Rentenfonds, elke dag waarop de Primary Dealers verplicht zijn koersen en rentevoeten te noteren overeenkomstig de bepalingen van het lastenboek dat hen verbindt : - een referentiekoers voor elke lijn van lineaire obligaties; - een referentierentevoet voor die soorten van gesplitste effecten die het Rentenfonds het meest representatief acht; - een referentierentevoet voor elk schatkistcertificaat.

Het publiceert de dag zelf de koersen en rentevoeten die het overeenkomstig het eerste lid heeft vastgesteld.

Art. 37.In uitvoering van artikel 6, 3° van het koninklijk besluit stelt het Rentenfonds in de loop van elke bankwerkdag de statistische gegevens op betreffende de vorige bankwerkdag gesloten transacties, en publiceert deze statistische gegevens dezelfde dag. Onverminderd de publicatie van andere inlichtingen, publiceert het Rentenfonds een nominaal volume : - van aankopen/verkopen verricht op de markt, uitgesplitst in de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten; - van aankopen/verkopen verricht op de markt per lijn van lineaire obligaties en per schatkistcertificaat. HOOFDSTUK VII. - Toezicht en ordehandhaving

Art. 38.Het Rentenfonds houdt toezicht op de naleving van de regels bedoeld in dit besluit.

Het maakt daarbij gebruik van de bevoegdheden die hem zijn toegekend in artikel 2, vijfde lid van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds, zonder afbreuk te doen aan het gebruik van de bevoegdheden die hem eveneens werden toegekend door of krachtens andere wettelijke bepalingen. Het kan eveneens de medewerking vragen van de CBFA en van buitenlandse controleautoriteiten.

Art. 39.Onverminderd de maatregelen bedoeld in artikel 6, § 2, kan het Comité ten aanzien van een lid van de markt een waarschuwing of een berisping uitspreken en/of een administratieve boete opleggen en/of het lid van de markt voor een geheel of een gedeelte van zijn activiteiten op de markt hetzij schorsen voor een periode van maximum zes maanden hetzij uitsluiten zoals bepaald is in artikel 2, zesde lid van de besluitwet van 18 mei 1945 houdende oprichting van een Rentenfonds, wanneer het Rentenfonds vaststelt dat een lid van de markt dat optreedt op de markt de regels bedoeld in dit besluit niet naleeft of wanneer het van oordeel is dat de handelwijze van een lid van de markt van aard is om de goede werking, de integriteit, de veiligheid en de transparantie van de markt in gevaar te brengen, voor zover het lid van de markt daarbij de regels bedoeld in artikel 7, § 2 van het koninklijk besluit niet overtreden heeft.

Het eerste lid is ook van toepassing op instellingen die sedert de feiten geen lid meer zijn van de markt.

De procedure zoals beschreven in artikel 6, § 2, tweede tot en met vijfde lid dient hierbij gevolgd te worden. Wanneer een administratieve geldboete wordt opgelegd, vermeldt de beslissing de hoogte van de boete en de wijze waarop de boete dient betaald te worden aan de Schatkist.

De beroepsprocedure zoals bedoeld in artikel 7 is eveneens van toepassing. HOOFDSTUK VIII. - Klachten en scheidsrechterlijke geschillenbeslechting

Art. 40.De klachten en verzoeken om scheidsrechterlijke geschillenbeslechting bedoeld respectievelijk in artikel 7, § 5 en in artikel 10 van het koninklijk besluit, moeten schriftelijk worden gericht aan de Voorzitter van het Comité, Kunstlaan 30, 1040 Brussel.

Art. 41.In de uitoefening van de functies die hem zijn toevertrouwd bij het koninklijk besluit, kan het Comité, in de mate dat dit hem geschikt lijkt, steunen op de standpunten en adviezen van de Nationale Bank van België, de Europese Centrale Bank, van andere toezichtsautoriteiten of marktondernemingen en, voor wat betreft de gebruiken en gewoonten op de markt, van gevestigde marktpartijen. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 42.Het Rentenfonds bepaalt in omzendbrieven en onderrichtingen alle maatregelen ter verduidelijking en uitwerking van de toepassing van de regels vastgesteld in dit besluit.

Art. 43.Voor alle transacties uitgevoerd door de Staat, het Rentenfonds, de Amortisatiekas, en voor alle verrichtingen van de Europese Centrale Bank, of in opdracht van de Europese Centrale Bank uitgevoerd door de Nationale Bank van België of van andere nationale centrale banken van het Europees stelsel van centrale banken, in de uitvoering van hun respectievelijke taken, zijn artikel 6, §§ 2 en 3, artikel 38, tweede lid en artikel 39 niet van toepassing voor de bedoelde instellingen.

De mededeling van gegevens door de instellingen bedoeld in het eerste lid op vraag van het Rentenfonds gebeurt op vrijwillige basis.

Art. 44.Het besluit van het Comité van het Rentenfonds van 27 december 1995 tot vaststelling van het marktreglement van de secundaire buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, goedgekeurd door het ministerieel besluit van 24 januari 1996, wordt opgeheven.

Art. 45.Dit besluit treedt in werking op de dag dat het koninklijk besluit dat het goedkeurt van kracht wordt.

Tot de inwerkingtreding van artikel 26, 8° van de wet, dienen de verwijzingen naar dat artikel vervangen te worden door artikel 36, § 1, 2° van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs.

Brussel, 1 december 2003.

De voorzitter van het Comité, J.P. ARNOLDI

^