Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 september 2013
gepubliceerd op 07 oktober 2013

Koninklijk besluit houdende de dienstverleningsovereenkomst tussen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de Belgische Mededingingsautoriteit

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2013011505
pub.
07/10/2013
prom.
26/09/2013
ELI
eli/besluit/2013/09/26/2013011505/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 SEPTEMBER 2013. - Koninklijk besluit houdende de dienstverleningsovereenkomst tussen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de Belgische Mededingingsautoriteit


VERSLAG AAN DE KONING Art. IV.16, § 4, WER stelt dat een in de Ministerraad overlegd koninklijk besluit zal bepalen welke middelen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (FOD Economie) ter beschikking dient te stellen aan de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA), en dat daartoe een dienstverleningsovereenkomst gesloten dient te worden tussen beiden.

Dit besluit bepaalt dat de FOD Economie de middelen ter beschikking dient te stellen die nodig zijn opdat de BMA een gelijkwaardige ondersteuning zou krijgen als de algemene directies van de FOD Economie en verder genieten zal voor de duur van de overeenkomst van de specifieke ondersteuning die tot de oprichting van de BMA gegeven werd aan de Algemene Directie Mededinging en aan de Raad voor de Mededinging.

Het besluit bepaalt daartoe een model van overeenkomst. De regeling krijgt de vorm van een dienstverleningsovereenkomst wanneer de overeenkomst na oprichting van de BMA door beide partijen wordt onderschreven.

Het besluit regelt ook de financiële delegaties die nodig zijn opdat de BMA zou kunnen functioneren in periode tussen haar oprichting en de datum waarop aan alle vereisten is voldaan om de haar toegekende dotatie te ontvangen en te beheren. In deze tussenperiode zal BMA functioneren als een geïndividualiseerd kostencentrum binnen de FOD Economie.

26 SEPTEMBER 2013. - Koninklijk besluit houdende de dienstverleningsovereenkomst tussen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de Belgische Mededingingsautoriteit FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van economisch recht, boek IV, artikel IV.16, § 4;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 juli 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 16 juli 2013;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 23 juli 2013 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie en Consumenten, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (hierna FOD Economie) stelt aan de Belgische Mededingingsautoriteit (hierna BMA) de middelen ter beschikking vermeld in het ontwerp dienstverleningsovereenkomst dat is opgenomen in bijlage bij dit besluit.

Art. 2.Van de datum van de oprichting van de BMA tot de door de voorzitter van de BMA na overleg met de voorzitter van de FOD Economie bepaalde datum wordt de aan de BMA toegekende dotatie gestort aan de FOD Economie en door de FOD Economie ter beschikking gehouden van de BMA als geïndividualiseerd kostencentrum en inkoopgroep. Voor de aanwending van deze fondsen gelden de in dit besluit bepaalde financiële delegaties.

Art. 3.De Voorzitter van de BMA is gemachtigd om het voorwerp van elke opdracht goed te keuren, en aan te rekenen op het budget van de BMA. De directeur van de stafdienst Budget en Beheerscontrole krijgt delegatie om de gunningswijze te kiezen, het bestek vast te stellen en de procedure in te zetten na goedkeuring van het voorwerp van de opdracht.

Art. 4.De directeur van de stafdienst Budget en Beheerscontrole krijgt delegatie om de kandidaten voor een opdracht te selecteren, in de zin van artikel 3, 6° van de wet van 15 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/2006 pub. 15/02/2007 numac 2006021341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten sluiten betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten van aanneming van werken, leveringen en diensten.

Art. 5.De Voorzitter van de BMA is gemachtigd om de opdracht te gunnen.

De directeur van de stafdienst Budget en Beheerscontrole krijgt delegatie om de opdracht te gunnen indien het geraamde bedrag van de opdracht niet hoger ligt dan het bedrag bedoeld in artikel 105, paragraaf 1, 4° van het koninklijk besluit van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/07/2011 pub. 09/08/2011 numac 2011021058 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren sluiten plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.

Art. 6.De Voorzitter van de BMA is gemachtigd om, op voorstel van de directeur van de stafdienst Budget en Beheerscontrole, de aan het Rekenhof voor te leggen boekhoudkundige rekeningen en documenten goed te keuren.

Art. 7.De directeur van de stafdienst Budget en Beheerscontrole krijgt delegatie om de boekhouders en de vereffenaars aan te duiden die instaan voor de verwerking van de boekhoudkundige - en begrotingsverrichtingen van het kostencentrum van de BMA

Art. 8.Een begeleidingscomité volgt halfjaarlijks de uitvoering van de overeenkomst op en stuurt bij wanneer nodig.

Dit begeleidingscomité bestaat uit de voorzitters van de FOD Economie en van de BMA, twee andere leden die respectievelijk door voormelde voorzitters worden aangeduid, en een vertegenwoordiger van de Minister van Economie die het comité voorzit.

Bij onenigheid over de door de FOD Economie geleverde diensten of het gedrag dienaangaande van de BMA, beslist de vertegenwoordiger van de Minister.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op de oprichtingsdag van de BMA.

Art. 10.De minister die economie in zijn bevoegdheid heeft is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 september 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, J. VANDE LANOTTE

Bijlage Dienstverleningsovereenkomst Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder : 1° Algemene Directie Mededinging : de algemene directie bedoeld in artikel 34 van de Wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 15 september 2006;2° BMA : de Belgische Mededingingsautoriteit opgericht door de bepalingen van Boek IV van het Wetboek van economisch recht; 3° FOD Economie : Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 4° het koninklijk besluit : het bij toepassing van artikel IV.16, § 4 van het Wetboek van economisch recht genomen koninklijk besluit van 26 september 2013 over de dienstverleningsovereenkomst tussen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de Belgische Mededingingsautoriteit waarbij deze overeenkomst een bijlage is; 5° de Minister : de minister die economie tot zijn bevoegdheid heeft. Partijen

Artikel 2.Deze overeenkomst wordt gesloten tussen de FOD Economie en de BMA. Doel en voorwerp van de overeenkomst

Artikel 3.Het doel van de overeenkomst is het verzekeren dat de BMA de ondersteuning krijgt die gelijkwaardig is aan de ondersteuning die door de FOD Economie wordt gegeven aan haar algemene directies en de specifieke ondersteuning die tussen de Algemene Directie mededinging en de diensten van de FOD werd afgesproken.

De duur van de overeenkomst

Artikel 4.De overeenkomst treedt in werking op de datum van oprichting van de BMA. Zij geldt voor een hernieuwbare periode van twee jaar.

Ten minste zes maanden voor het einde van de geldigheidsperiode van de overeenkomst dient de voorzitter van de BMA aan de voorzitter van het directiecomité van de FOD Economie mee te delen of de BMA de overeenkomst geheel of gedeeltelijk en al dan niet gewijzigd wenst te hernieuwen voor een nieuwe periode van twee jaar.

Wanneer de BMA de overeenkomst geheel of gedeeltelijk niet wenst te hernieuwen of geen overeenkomst is bereikt over wijzigingen, dan blijft de FOD Economie, tenzij de BMA meedeelt aan deze diensten te willen verzaken, de diensten waarvoor geen nieuwe overeenkomst tot stand gekomen is bij het einde van de geldigheidsperiode van de overeenkomst, verder leveren aan de BMA tot het begin van het eerste begrotingsjaar waarvoor de begroting is opgesteld na het einde van de in deze paragraaf bedoelde geldigheidsperiode van de overeenkomst.

Financiering van de dienstverlening

Artikel 5.De kostprijs van de onder punt 3 van deze overeenkomst bedoelde diensten wordt gedragen door de FOD Economie.

Begeleidingscommissie en geschillenbeslechting

Artikel 6.De uitvoering van de overeenkomst wordt opgevolgd en eventuele geschillen worden beslecht overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 september 2013 houdende de dienstverleningsovereenkomst tussen de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en de Belgische Mededingingsautoriteit.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten J. VANDE LANOTTE

^