Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 april 2015
gepubliceerd op 30 april 2015

Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in toepassing van de artikelen 2751, 2753, 2757, 2758 en 2759, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2015003170
pub.
30/04/2015
prom.
28/04/2015
ELI
eli/besluit/2015/04/28/2015003170/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 APRIL 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in toepassing van de artikelen 2751, 2753, 2757, 2758 en 2759, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Op 15 mei 2014 bekrachtigde en kondigde U de wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance af. In deze wet werd onder titel 3 een maatregel geïntroduceerd die twee nieuwe categorieën van belastingplichtigen vrijstelt van het doorstorten van een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing. Om investeringen in een door een gewest afgebakende steunzone aantrekkelijker te maken, worden door de artikelen 2758 en 2759 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) deze belastingplichtigen vrijgesteld van het doorstorten van 25 pct. van de bedrijfsvoorheffing die werd ingehouden op de lonen van werknemers die een met de investering verbonden nieuwe arbeidsplaats hebben ingevuld.

De werkgevers die wensen gebruik te maken van deze nieuwe maatregelen zullen echter moeten kunnen aantonen dat ze zich binnen het toepassingsgebied ervan bevinden. Opdat de administratie de controle op een efficiënte en doelmatige wijze zou kunnen uitvoeren zijn er aan U in de voormelde wetsartikelen een aantal bevoegdheden gedelegeerd.

Ik heb dan ook de eer om het voorliggende ontwerp van besluit waarin aan deze bevoegdheden een invulling wordt geven ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen. Zo wordt het voor de belastingplichtigen die wensen te investeren in de door de diverse gewesten afgebakende zones duidelijk aan welke verplichtingen zij moeten voldoen.

In artikel 1 van dit ontwerp wordt de derde paragraaf van artikel 90 van het KB/WIB 92 hersteld. De in deze paragraaf opgenomen bepalingen verduidelijken op welke wijze belastingplichtigen die op een rechtmatige manier gebruik hebben gemaakt van de tijdelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing, bedoeld in respectievelijk de artikelen 2758, § 1, eerste lid, en 2759, § 1, eerste lid, WIB 92, maar die om welke reden dan ook de arbeidsplaatsen niet hebben kunnen behouden gedurende de vooropgestelde minimale behoudstermijn, de tijdelijk van doorstorten vrijgestelde bedrijfsvoorheffing alsnog kunnen aangeven en doorstorten.

Zoals de Ministerraad reeds had verduidelijkt in de memorie van toelichting bij de wet van 24 maart 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/03/2015 pub. 02/04/2015 numac 2015003117 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende de aanpassing van titel 3 van de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance en van de artikelen 2758 en 2759 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan de Verordening Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (1) sluiten houdende de aanpassing van titel 3 van de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014203009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance type wet prom. 15/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014022239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance en artikelen 2758 en 2759 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan de verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (Aanpassingswet), hebben de belastingplichtigen die zich in deze omstandigheden bevinden er alle belang bij om hun situatie op eigen initiatief recht te zetten.

In respectievelijk artikel 2758, § 1, vijfde lid, en artikel 2759, § 1, vijfde lid, WIB 92, is immers bepaald dat de bedrijfsvoorheffing die niet definitief kan worden vrijgesteld, wordt aangemerkt als verschuldigde bedrijfsvoorheffing van de maand binnen dewelke de minimale behoudstermijn is verstreken. In toepassing van de artikelen 412, tweede lid, en 414, WIB 92, zullen er immers nalatigheidsinteresten gevorderd worden bij gebrek aan betaling binnen de in artikel 412, tweede lid, WIB 92 gestelde termijn. De belastingplichtige kan deze interesten evenwel vermijden indien hij zijn situatie voordien heeft rechtgezet.

Om te vermijden dat de belastingplichtige moet wachten tot de maand waarin de minimale behoudstermijn is verstreken, wordt in artikel 90, § 3, KB/WIB 92, de mogelijkheid vastgelegd dat de belastingplichtige ook al vroeger zijn situatie rechtzet. De elektronische toepassing "FinProf" waarvan de werkgevers gebruik maken bij de aangifte van de bedrijfsvoorheffing, kan evenwel geen aangifte verwerken van bedrijfsvoorheffing die in de toekomst verschuldigd is. Vandaar dat in dit ontwerp is bepaald dat belastingplichtigen die hun situatie wensen te regulariseren vóór het verstrijken van de minimale behoudstermijn, in de aangifte de maand en het jaar moeten vermelden waarin de aangifte wordt overgelegd. De belastingplichtigen die hun situatie pas regulariseren na het verstrijken van de minimale behoudstermijn moeten op de aangifte de maand en het jaar vermelden die volgt op het ogenblik dat de minimale behoudstermijn is verstreken, ongeacht de datum waarop de aangifte wordt overlegd.

Stel, een werkgever (KMO) vult een arbeidsplaats in op 1 februari van het jaar X. Op 15 december van het jaar X+2 wordt de werknemer die de arbeidsplaats heeft ingevuld ontslaan en niet vervangen.

Veronderstel dat de werkgever in december van het jaar X+2 zijn situatie regulariseert door de in artikel 1 van dit ontwerp bedoelde aangifte in te dienen. Aangezien de minimale behoudstermijn verstrijkt op 31 januari van het jaar X+3, moet hij in de aangifte de maand en het jaar vermelden waarin de aangifte wordt overgelegd. Dat is in dit voorbeeld de maand december van het jaar X+2.

Veronderstel dat de werkgever pas in april van het jaar X+3 zijn situatie regulariseert. Aangezien de minimale behoudstermijn is verstreken op 31 januari van het jaar X+3, moet hij in de aangifte de maand en het jaar vermelden die volgt op het ogenblik dat de minimale behoudstermijn verstreken is, Dat is in dit voorbeeld de maand februari van het jaar X+3.

Dit ontwerp bevat in artikel 2 vervolgens ook een aanpassing van artikel 952, KB/WIB 92. Deze aanpassing heeft niet enkel tot doel om de in dit artikel bepaalde aangifteplicht uit te breiden naar de werkgevers die gebruik maken van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing waarin is voorzien in respectievelijk artikelen 2758 en 2759, WIB 92, maar ook om de gevolgen van een aantal andere wetswijzigingen op dit artikel te verwerken.

In de economische herstel wet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2009 pub. 07/04/2009 numac 2009201450 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Economische Herstelwet sluiten zijn in artikelen 15 en 18 twee wijzigingsbepalingen opgenomen die tot doel hadden om het toepassingsgebied van artikelen 2751 en 2757, WIB 92 uit te breiden tot de naamloze vennootschap van publiek recht "Belgacom", de naamloze vennootschap van publiek recht "De Post", de naamloze vennootschap van publiek recht "NMBS-Holding", de naamloze vennootschap van publiek recht "NMBS" en de naamloze vennootschap van publiek recht "Infrabel".

In artikel 2, a en b van dit ontwerp worden dan ook de noodzakelijke wijzigingen voorgesteld die tot doel hebben om deze overheidsbedrijven evenals de naamloze vennootschap van publiek recht "HR Rail" in het toepassingsgebied van artikel 952, KB/WIB 92 op te nemen.

Vervolgens is in artikel 2, f, van dit ontwerp ook een aanpassing aan hetzelfde artikel 952, KB/WIB 92 vastgelegd, zodat de verhoging van het vrijstellingspercentage van 75 naar 80 pct. waarin is voorzien in artikel 3 van de wet van 17 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2013 pub. 28/06/2013 numac 2013003202 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale en financiële bepalingen en bepalingen betreffende de duurzame ontwikkeling sluiten houdende fiscale en financiële bepalingen en bepalingen betreffende de duurzame ontwikkeling, voor bezoldigingen aan assistent-onderzoekers, postdoctorale onderzoekers, onderzoekers die aan onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of -programma's werken en het wetenschappelijk personeel van "Young Innovative Companies" ook geïntegreerd wordt in hetzelfde artikel van het KB/WIB 92.

Ten slotte wordt in artikel 3 van dit ontwerp ook bijlage IIIbis, KB/WIB 92 aangepast waarin de lijst is opgenomen van de codes met betrekking tot de aard van de inkomsten in toepassing van artikel 952, § 3, a, KB/WIB 92 en wordt in artikel 4 van dit ontwerp bijlage IIIter, KB/WIB 92 aangepast waarin de modaliteiten zijn opgenomen die moeten worden nageleefd door de in artikel 952, § 1, KB/WIB 92 bedoelde schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing.

In de memorie van toelichting bij de aanpassingswet werd reeds verduidelijkt dat ook ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid in de plaats van een werkgever kunnen gebruik maken van de in artikelen 2758, § 1, eerste lid, en 2759, § 1, eerste lid, WIB 92 bedoelde vrijstelling.

Zoals reeds in de voormelde memorie van toelichting werd vermeld, wordt in deze maatregel geen afbreuk gedaan aan het principe dat degene die gebruik maakt van de maatregel, de volledige verantwoordelijkheid draagt voor het correct toepassen van de vrijstelling van doorstorting. De onderneming die erkend is voor uitzendarbeid en die voor toepassing van deze maatregel in de plaats wenst te treden van de werkgever, moet er zich dus van vergewissen dat aan alle voorwaarden is voldaan en hiervoor, voor zover deze onderneming er zelf niet over beschikt, de nodige bewijsstukken bij deze werkgever op te vragen.

De bepalingen van dit besluit treden in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Dit ontwerp werd aangepast ingevolge de opmerkingen van de Raad van State.

Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

Raad van State afdeling Wetgeving advies 57.262/3 van 20 april 2015 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in toepassing van de artikelen 2751, 2753, 2757, 2758 en 2759, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992' Op 13 maart 2015 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen, verlengd tot 20 april 2015, een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in toepassing van de artikelen 2751, 2753, 2757, 2758 en 2759, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 '.

Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 14 april 2015. De kamer was samengesteld uit Jo Baert, kamervoorzitter, Jeroen Van Nieuwenhove en Wouter Pas, staatsraden, Michel Tison, assessor, en Marleen Verschraeghen, toegevoegd griffier.

Het verslag is uitgebracht door Kristine Bams, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jeroen Van Nieuwenhove, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 20 april 2015. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 2. Het voor advies voorgelegde ontwerp strekt ertoe verscheidene wijzigingen aan te brengen in het koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten0 `tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992' (hierna: KB WIB 92), teneinde het in overeenstemming te brengen met de wijzigingen aangebracht aan het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (hierna: WIB 92) bij de wet van 24 maart 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/03/2015 pub. 02/04/2015 numac 2015003117 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende de aanpassing van titel 3 van de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance en van de artikelen 2758 en 2759 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan de Verordening Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (1) sluiten `houdende de aanpassing van titel 3 van de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014203009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance type wet prom. 15/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014022239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance en van de artikelen 2758 en 2759 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan de Verordening (EU) nr.651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard'. Voorts worden nog wijzigingen aangebracht in het KB WIB 92 ingevolge een aantal andere wetswijzigingen.

Bij artikel 1 van het ontwerp wordt artikel 90, § 3, van het KB WIB 92 hersteld. De ontworpen bepaling heeft betrekking op de afzonderlijke aangifte die moet worden ingediend door de werkgever die in toepassing van de artikelen 2758, § 1, eerste lid, of 2759, § 1, eerste lid, van het WIB 92 tijdelijk is vrijgesteld van de doorstorting van 25 % van de bedrijfsvoorheffing en die verzaakt aan de verplichting om aan te tonen dat één of meerdere arbeidsplaatsen gedurende de voorgeschreven termijn behouden zijn gebleven en gedurende deze periode hebben voldaan aan de voorwaarden van artikel 2758, § 4, tweede lid, van het WIB 92.

Artikel 2 van het ontwerp bevat een aantal wijzigingen die worden aangebracht in artikel 952 van het KB WIB 92, dat de aangifteplicht regelt voor schuldenaars van bedrijfsvoorheffing. In samenhang daarmee wordt bij artikel 3 van het ontwerp bijlage IIIbis bij het KB WIB 92 gewijzigd, dat de lijst van codes bevat met betrekking tot de aard van de inkomsten in toepassing van artikel 952, § 3, a), en wordt bij artikel 4 van het ontwerp bijlage IIIter bij het KB WIB 92 gewijzigd, dat de modaliteiten bevat die moeten worden nageleefd door de in artikel 952, § 1, bedoelde schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing.

De inwerkingtreding van het te nemen besluit wordt geregeld bij artikel 5 van het ontwerp. 3. Het ontworpen besluit vindt rechtsgrond in de bepalingen van het WIB 92 die worden aangehaald in de opsomming in het eerste lid van de aanhef.De verwijzing naar artikel 2759, § 1, zevende lid, is wel niet correct: het gaat immers om het achtste lid, namelijk het laatste van de twee leden die zijn toegevoegd bij artikel 9, k), van de wet van 24 maart 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/03/2015 pub. 02/04/2015 numac 2015003117 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende de aanpassing van titel 3 van de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance en van de artikelen 2758 en 2759 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan de Verordening Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (1) sluiten.

Onderzoek van de tekst Artikel 4 4. In de inleidende zin van artikel 4 schrijve men "wordt de bepaling onder VIII hersteld als volgt:" in plaats van "wordt aangevuld als volgt:".(1) Artikel 5 5. Aan artikel 2, a) en b), van het te nemen besluit wordt overeenkomstig artikel 5, eerste en tweede lid, van het ontwerp terugwerkende kracht verleend tot 1 januari 2009, terwijl aan artikel 2, f), terugwerkende kracht wordt verleend tot 1 juli 2013.De gemachtigde verwees in dat verband naar het verslag aan de Koning, waarin wordt uiteengezet dat het de bedoeling is om de rechtszekerheid te bestendigen. Hij voegde daaraan toe dat het gaat om een vorm van regularisatie voor aangiftes die in het verleden zijn ingediend en dat men wil vermijden om de indruk te wekken dat er nu iets veranderd is in de wijze waarop de aangiftes moeten gebeuren.

De regeling van de wijze waarop een aangifte wordt ingediend leent zich niet tot terugwerkende kracht. Zelfs indien effectief alle aangiften in het verleden zouden zijn gebeurd op de wijze zoals in de ontworpen bepalingen wordt voorgeschreven, heeft de terugwerkende kracht geen zin. Het is dan ook raadzaam om af te zien van de terugwerkende kracht. 6. Artikel 5, derde lid, van het ontwerp bepaalt dat de overige bepalingen van het besluit in werking treden op dezelfde datum als "het koninklijk besluit dat de steunzones vastlegt in uitvoering van artikel 16, vierde lid, van de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014203009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance type wet prom. 15/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014022239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance".Nog afgezien van de vraag of het ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van artikel 16 van de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014203009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance type wet prom. 15/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014022239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, wat het Vlaamse Gewest betreft, en tot vaststelling van het in artikel 2758, § 5, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde formulier' waarover de Raad van State vandaag advies 57.263/3 geeft, het enige dergelijke besluit zal vormen waarbij steunzones worden vastgelegd, (2) kan beter worden gekozen voor een inwerkingtreding op een vaste datum, waarbij dan dezelfde datum wordt gekozen als voor het laatstgenoemde ontwerpbesluit, veeleer dan het aan de burger over te laten om het andere besluit te moeten raadplegen om de datum van inwerkingtreding van het te nemen besluit te kunnen vernemen.

De griffier Marleen Verschraeghen De voorzitter Jo Baert _______ Nota (1) Zie immers artikel 4, 5°, van het koninklijk besluit van 31 juli 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2009 pub. 07/08/2009 numac 2009003292 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing sluiten `tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing', waarbij de bestaande bepaling onder VIII is opgeheven.(2) Indien er bij andere besluiten nog andere steunzones dan in het Vlaamse Gewest worden vastgesteld en indien daarvoor een andere datum van inwerkingtreding wordt gekozen, ontstaat verwarring omtrent de datum van inwerkingtreding van het te nemen besluit, hetgeen absoluut moet worden vermeden. 28 APRIL 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in toepassing van de artikelen 2751, 2753, 2757, 2758 en 2759, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992: - artikel 2751, achtste lid, ingevoegd bij de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 19/07/2005 numac 2005012166 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/07/2005 numac 2005000427 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van bepaalde aspecten van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse bepalingen met betrekking tot de politiediensten sluiten; - artikel 2753, § 1, zesde lid, vervangen en aangevuld bij de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021170 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten en gewijzigd bij de wetten van 27 december 2006 en 21 december 2013; - artikel 2757, zesde lid, ingevoegd bij de wet van 17 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2007 pub. 19/06/2007 numac 2007012208 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008 sluiten; - artikel 2758, § 1, zevende lid, ingevoegd bij de wet van 24 maart 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/03/2015 pub. 02/04/2015 numac 2015003117 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende de aanpassing van titel 3 van de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance en van de artikelen 2758 en 2759 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan de Verordening Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (1) sluiten; - artikel 2758, § 4, vijfde lid, hersteld bij de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014203009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance type wet prom. 15/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014022239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen sluiten en gewijzigd bij de wet van 24 maart 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/03/2015 pub. 02/04/2015 numac 2015003117 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende de aanpassing van titel 3 van de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance en van de artikelen 2758 en 2759 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan de Verordening Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (1) sluiten; - artikel 2759, § 1, achtste lid, ingevoegd bij de wet van24 maart 2015; - artikel 312;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 23 februari 2015;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting gegeven op 11 maart 2015;

Gelet op het advies nr. 57.262/3 van de Raad van State gegeven op 20 april 2015 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 90, § 3, van het KB/WIB 92, opgeheven bij het koninklijk besluit van 3 juni 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 25/07/2007 numac 2007201801 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2006 betreffende een eindejaarstoelage ter uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord 2006-2010 voor de Non Profit/Social Profit" (1) type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 05/07/2007 numac 2007201949 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater van 30 maart 2007, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007201799 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/06/2007 numac 2007022963 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 december 1997 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 25/07/2007 numac 2007201731 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, betreffende de vrijstelling van arbeidsprestaties met behoud van loon type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 05/07/2007 numac 2007201802 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, betreffende de maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid in de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest en organisatie van het "Sociaal Fonds Sociale Maribel van de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en van het Waalse Gewest" type koninklijk besluit prom. 03/06/2007 pub. 15/06/2007 numac 2007201793 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 augustus 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen op 58 jaar sluiten, wordt hersteld als volgt: " § 3. De werkgever die in toepassing van de artikelen 2758, § 1, eerste lid, of 2759, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek tijdelijk is vrijgesteld van de storting van 25 pct. van de bedrijfsvoorheffing en die verzaakt aan de verplichting om aan te tonen dat één of meerdere nieuwe arbeidsplaatsen gedurende de voorgeschreven termijn behouden zijn gebleven en gedurende deze periode hebben voldaan aan de voorwaarde bedoeld in artikel 2758, § 4, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, moet volgens de modaliteiten vastgelegd in § 1, eerste lid, een afzonderlijke aangifte in de bedrijfsvoorheffing indienen.

In afwijking van § 1 verstrijkt de termijn voor het indienen van deze afzonderlijke aangifte op respectievelijk: - de 15de dag na het verstrijken van de 36ste maand volgend op de maand waarin de nieuwe arbeidsplaats voor het eerst werd ingevuld, voor de in het eerste lid vermelde werkgever die in toepassing van artikel 2758, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek tijdelijk is vrijgesteld van storting van 25 pct. van de bedrijfsvoorheffing; - de 15de dag na het verstrijken van de 60ste maand volgend op de maand waarin de nieuwe arbeidsplaats voor het eerst werd ingevuld, voor de in het eerste lid vermelde werkgever die in toepassing van artikel 2759, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek tijdelijk is vrijgesteld van storting van 25 pct. van de bedrijfsvoorheffing.

Deze aangifte bevat: a) in het vak "aard der inkomsten": de code die is opgenomen in bijlage IIIbis;b) in het vak "belastbare inkomsten": het totaal van de door de werkgever betaalde of toegekende belastbare bezoldigingen die verbonden zijn met één of meerdere nieuwe arbeidsplaatsen bedoeld in het eerste lid en waarvoor in toepassing van artikel 2758, § 1, eerste lid, of artikel 2759, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek een aangifte als bedoeld in artikel 952, § 3, is overgelegd;c) in het vak "verschuldigde bedrijfsvoorheffing": het totaal van de niet doorgestorte bedrijfsvoorheffing dat verbonden is met één of meerdere nieuwe arbeidsplaatsen bedoeld in het eerste lid;d) in het vak "jaar en periode van betaling der inkomsten": de maand en het jaar waarin het vroegste van de twee volgende tijdstippen heeft plaatsgevonden: - het tijdstip waarop de aangifte wordt overgelegd; - voor de in het eerste lid vermelde werkgever die in toepassing van artikel 2758, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek tijdelijk is vrijgesteld van de storting van 25 pct. van de bedrijfsvoorheffing: het tijdstip waarop de 36ste maand volgend op de eerste invulling van de nieuwe arbeidsplaats, verstreken is; - voor de in het eerste lid vermelde werkgever die in toepassing van artikel 2759, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek tijdelijk is vrijgesteld van de storting van 25 pct. van de bedrijfsvoorheffing: het tijdstip waarop de 60ste maand volgend op de eerste invulling van de nieuwe arbeidsplaats, verstreken is.".

Art. 2.In artikel 952 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/08/2006 pub. 28/08/2006 numac 2006003400 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de aangifte in de bedrijfsvoorheffing type koninklijk besluit prom. 22/08/2006 pub. 25/08/2006 numac 2006022840 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 352 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen sluiten en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 december 2006, 21 december 2006, 12 maart 2007, 8 juni 2007, 27 januari 2009, 31 juli 2009, 5 december 2011 en 21 februari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in paragraaf 1, derde lid, wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt: "1° de werkgevers omschreven in artikel 2751, tweede lid, van hetzelfde Wetboek die bezoldigingen betalen of toekennen die betrekking hebben op door een werknemer gepresteerd overwerk;"; b) in paragraaf 1, derde lid, wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt: "7° de werkgevers omschreven in artikel 2757, tweede lid, van hetzelfde Wetboek die bezoldigingen betalen of toekennen;"; c) in paragraaf 1, derde lid, wordt de bepaling onder 8° hersteld als volgt: "8° de in artikel 2758, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek beoogde werkgevers en de in artikel 2758, § 1, zevende lid, van hetzelfde Wetboek beoogde ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid, die bezoldigingen bedoeld in artikel 2758, § 4, van hetzelfde Wetboek betalen of toekennen;"; d) paragraaf 1, derde lid, wordt aangevuld met een 9° luidende: "9° de in artikel 2759, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek beoogde werkgevers en de in artikel 2759, § 1, zevende lid, van hetzelfde Wetboek beoogde ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid, die bezoldigingen bedoeld in artikel 2758, § 4, van hetzelfde Wetboek betalen of toekennen;"; e) in paragraaf 3, b, 3°, worden de woorden "de in § 1, derde lid, 3° tot 6° " vervangen door de woorden "de in § 1, derde lid, 3° tot 6° en 8° tot 9° "; f) in paragraaf 3, c, 3°, worden de woorden "gelijk aan 75 pct." vervangen door de woorden "gelijk aan 80 pct."; g) in paragraaf 3, c, wordt de bepaling onder 10° hersteld als volgt: "10° voor de in § 1, derde lid, 8° en 9° bedoelde schuldenaars: een negatief bedrag gelijk aan 25 pct.van de ingehouden bedrijfsvoorheffing op de belastbare bezoldigingen.".

Art. 3.In bijlage IIIbis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/08/2006 pub. 28/08/2006 numac 2006003400 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de aangifte in de bedrijfsvoorheffing type koninklijk besluit prom. 22/08/2006 pub. 25/08/2006 numac 2006022840 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 352 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen sluiten, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 juli 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2009 pub. 07/08/2009 numac 2009003292 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing sluiten en aangevuld bij het koninklijk besluit van 21 februari 2014 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het opschrift worden de woorden "artikel 952, § 3, a, KB/WIB 92" vervangen door de woorden "artikelen 90, § 3 en 952, § 3, a, KB/WIB 92";b) de bijlage wordt aangevuld als volgt: "80 steunzone (artikel 2758, § 1, vijfde lid, WIB 92) 81 steunzone (artikel 2758, § 1, eerste lid, WIB 92) 90 steunzone (artikel 2759, § 1, vijfde lid, WIB 92) 91 steunzone (artikel 2759, § 1, eerste lid, WIB 92)".

Art. 4.In bijlage IIIter, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/08/2006 pub. 28/08/2006 numac 2006003400 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de aangifte in de bedrijfsvoorheffing type koninklijk besluit prom. 22/08/2006 pub. 25/08/2006 numac 2006022840 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 352 van de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen sluiten, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 11 december 2006, 12 maart 2007, 8 juni 2007, 31 juli 2009 en 23 maart 2014 wordt de bepaling onder VIII hersteld als volgt: "VIII. De in artikel 952, § 1, derde lid, 8° en 9°, bedoelde werkgevers en ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid: De werkgevers, evenals de ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid die in de plaats van de werkgever de tijdelijke vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing verkrijgen, houden voor elke investering waarvoor een formulier als bedoeld in artikel 2758, § 5, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 is overgelegd de volgende gegevens en documenten ter beschikking van de administratie: a) de volledige identiteit van de werkgever met vermelding van het nationaal nummer of het refertenummer als schuldenaar inzake bedrijfsvoorheffing;b) een kopie van het geldig overgelegde formulier, bedoeld in artikel 2758, § 5, van het hetzelfde Wetboek;c) een overzicht van het maandelijkse gemiddelde aantal werknemers, uitgedrukt in voltijds equivalenten, die zijn tewerkgesteld in de inrichting waar de investering is verricht, met inbegrip van de uitzendkrachten die door een onderneming die erkend is voor uitzendarbeid in deze inrichting worden tewerkgesteld, voor de periode die start bij het begin van de 12de maand voorafgaand aan de voltooiing van de investering en die eindigt in de maand volgend op de maand waarin de meest recent gecreëerde nieuwe arbeidsplaats voor het eerst werd ingevuld; De werkgevers en de ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid houden een nominatieve lijst ter beschikking van de administratie met daarin voor elke werknemer die een door hen betaalde of toegekende in artikel 952, § 1, derde lid, 8° en 9°, bedoelde bezoldiging ontvangt: a) de volledige identiteit alsmede, in voorkomend geval, het nationaal nummer;b) de datum van indiensttreding en in voorkomend geval de datum van uitdiensttreding zoals die in de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling (DIMONA) zijn vermeld;c) een verwijzing naar één van de nieuwe arbeidsplaatsen vermeld op het door de werkgever op geldige wijze overgelegde formulier bedoeld in artikel 2758, § 5, van hetzelfde Wetboek die door deze werknemer wordt ingevuld, evenals de datum van de eerste invulling van deze arbeidsplaats. De werkgevers en de ondernemingen die erkend zijn voor uitzendarbeid houden voor elke werknemer aan wie zij een in artikel 952, § 1, derde lid, 8° en 9°, bedoelde bezoldiging betalen of toekennen, de volgende documenten ter beschikking van de administratie: a) een overzicht van de betaalde of toegekende bruto belastbare bezoldigingen evenals een gedetailleerde berekening van de op die bezoldigingen ingehouden bedrijfsvoorheffing;b) een kopie van de arbeidsovereenkomst gesloten tussen deze werknemer en de werkgever of de onderneming die erkend is voor uitzendarbeid;c) een door de werknemer ondertekende taakbeschrijving; d) een document, aangevuld met de nodige bewijsstukken, waarin het verband wordt aangetoond tussen de door de werkgever verrichte investering die werd vermeld op het in artikel 2758, § 5, van hetzelfde Wetboek bedoelde formulier en de ten gevolge van deze investering gecreëerde nieuwe arbeidsplaats die wordt ingevuld door deze werknemer.".

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.De minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 april 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

^