Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 december 1999
gepubliceerd op 31 december 1999

Koninklijk besluit tot aanpassing van de lijst van financiële ondernemingen onderworpen aan de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juni 1993 inzake de samenstelling, de organisatie, de werking en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking

bron
ministerie van financien
numac
1999003692
pub.
31/12/1999
prom.
28/12/1999
ELI
eli/besluit/1999/12/28/1999003692/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot aanpassing van de lijst van financiële ondernemingen onderworpen aan de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juni 1993 inzake de samenstelling, de organisatie, de werking en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij wet van 10 augustus 1998 en bij konninklijke besluiten van 22 april 1994 en van 24 maart 1995, en op artikel 11, § 7;

Gelet op de wet van 10 maart 1999 tot wijziging van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, tot fiscale regeling van de verrichtingen van lening van aandelen en houdende diverse andere bepalingen, inzonderheid op artikel 35;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 juni 1993 inzake de samenstelling, de organisatie, de werking en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking, gewijzigd bij koninklijk besluit van 30 mei 1994, bij koninklijk besluit van 23 februari 1995 en bij koninklijk besluit van 4 februari 1999;

Gelet op de adviesen van de Inspectie van Financiën van 21 oktober 1999 en van 21 december 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §1, gewijzigd door de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat artikel 35 van de wet van 10 maart 1999 tot wijziging van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van het toezicht op beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, tot fiscale regeling van de verrichtingen van lening van aandelen en houdende diverse andere bepalingen, een nieuwe categorie van financiële ondernemingen beoogt, de vennootschappen voor plaatsing van orders in financiële instrumenten; dat deze ondernemingen zonder uitstel aan het dispositief anti-witwassen moeten worden onderworpen.

Overwegende dat artikel 57 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen sinds 29 juni 1999 in werking is getreden; dat dit artikel het toepassingsgebied van de wet van 11 januari 1993 uitbreidt naar natuurlijke personen of rechtspersonen ingeschreven op de lijst van de externe belastingconsulenten als bedoeld in artikel 5, § 1, van de vermelde wet van 22 april 1999, alsook naar natuurlijke personen en rechtspersonen ingeschreven op het tableau van de erkende boekhouders en op het tableau van de erkende boekhouders-fiscalisten als bedoeld in artikel 46 van voornoemde wet; dat krachtens artikel 11, § 7, van de wet van 11 januari 1993 de Koning bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit de bijdragen in de werkingskosten van de cel bepaalt, die verschuldigd zijn door de in deze wet beoogde ondernemingen en personen, en de wijze waarop deze worden geïnd;

Overwegende dat krachtens artikel 12, § 1, van het koninklijk besluit van 11 juni 1993 inzake de samenstelling, de organisatie, de werking en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking, de cel elk jaar, in de loop van de maand december, haar begroting voor het volgend jaar opstelt; dat artikel 12, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit bepaalt dat de beoogde ondernemingen en personen elk jaar aan de cel een vaste bijdrage betalen;

Overwegende dat de opneming van de nieuwe beroepen in het toepassingsgebied van de wet van 11 januari 1993 een aanzienlijke uitbreiding van de taken van de cel met zich meebrengt en bijgevolg een uitbreiding van haar financiële middelen noodzaakt; dat de goede werking van het preventief dispositief anti-witwassen zou verhinderd worden indien de cel haar budget voor 2000 niet zou kunnen vastleggen en indien de bijdragen van de nieuwe beoogde instellingen en personen niet zou kunnen geïnd worden in 2000; dat de ondernemingen en personen beoogd in de wet ook zo snel mogelijk moeten op de hoogte zijn van hun bijdrage in de werkingskosten van de cel;

Overwegende dat na evaluatie van de toepassing van de wet van 11 januari 1993 door de personen beoogd in artikel 2bis, 5°, het aangewezen is de bijdrage gestort door deze personen voor het jaar 1999 aan te passen en de cel toe te laten het bedrag onmiddellijk in de loop van dit jaar te innen om zo in staat te zijn haar wettelijke opdracht te verzekeren en bijgevolg haar budget voor het jaar 2000 aan te passen voor 31 december 1999;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en van Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2, eerste lid, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld, gewijzigd bij wet van 10 augustus 1998 en bij koninklijke besluiten van 22 april 1994 en van 24 maart 1995, wordt als volgt aangevuld : « 19° de beleggingsondernemingen naar Belgisch recht die een vergunning hebben als vennootschap voor plaatsing van orders in financiële instrumenten overeenkomstig artikel 47, § 1, van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs. »

Art. 2.In artikel 24 van dezelfde wet worden de woorden "15° tot 18°" vervangen door de woorden "15° tot 19°".

Art. 3.In artikel 2, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 11 juni 1993 inzake de samenstelling, de organisatie, de werking en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de 4° en 5° worden vervangen door de volgende bepalingen : « 4° 500 frank voor de personen bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, 17° en 2bis, 1° tot 4°, van dezelfde wet; 5° voor de personen bedoeld in artikel 2bis, 5° van dezelfde wet, 100.000 frank als de jaarlijkse bruto-opbrengst van de casinospelen bedoeld in artikel 45 van het koninklijk besluit van 23 november 1965 houdende codificatie van de wettelijke bepalingen betreffende de met inkomsten-belastingen gelijkgestelde belastingen minder dan 100 miljoen frank bedraagt, 200.000 frank voor een bruto-opbrengst van 100 tot 200 miljoen frank, 300.000 frank als de bruto-opbrengst meer dan 200 miljoen frank bedraagt en niet hoger is dan 300 miljoen frank, 400.000 frank als de bruto-opbrengst meer dan 300 miljoen frank bedraagt en niet hoger is dan 400 miljoen, 500.000 frank als de bruto-opbrengst meer dan 400 miljoen frank bedraagt. Deze personen zullen ieder jaar aan de cel voor financiële informatieverwerking, volgens de modaliteiten die zij vastlegt, de noodzakelijke inlichtingen verstrekken voor het bepalen van hun bijdrage. »; 2° de 6° wordt opgeheven.

Art. 4.Artikel 12, § 2, derde lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « De bijdragen verschuldigd door de vastgoedmakelaars, de gerechtsdeurwaarders, de notarissen, de bedrijfsrevisoren, de externe accountants en de externe belastingconsulenten, de boekhouders en de boekhouders-fiscalisten, worden aan de cel gestort respectievelijk door bemiddeling van het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars, de Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders, de kamers van notarissen als bedoeld in het besluit van 2 nivôse, jaar XII, betreffende de instelling en de inrichting van de kamers van notarissen, het Instituut der Bedrijfsrevisoren, het Instituut der Accountants en Belastingconsulenten en het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten. »

Art. 5.In artikel 12, § 3, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° eerste lid wordt als volgt aangevuld : « 11° de financiële ondernemingen bedoeld in artikel 2, eerste lid, 19°, van voornoemde wet.» ; 2° in het tweede lid, wordt het woord "tien" door het woord "elf" vervangen.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Ministers van Financiën en Onze Ministers van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 december 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^