Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 september 2006
gepubliceerd op 29 september 2006

Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 15 mei 2006 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet en de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie en tot uitvoering van de wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd

bron
federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2006009749
pub.
29/09/2006
prom.
28/09/2006
ELI
eli/besluit/2006/09/28/2006009749/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 15 mei 2006 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet en de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie en tot uitvoering van de wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 mei 2006 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van Strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet en de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, inzonderheid op artikel 65;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 16 augustus 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 12 september 2006;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dringend tal van middelen en maatregelen het de jeugdrechters mogelijk moeten maken om een adequaat antwoord te bieden op jeugddelinquentie;

Overwegende dat procedurele vernieuwingen op het niveau van de jeugdrechtbank dringend in werking moeten treden;

Overwegende dat de nieuwe rechtswaarborgen ten aanzien van de slachtoffers, de minderjarigen en de personen die hen in rechte of in feite onder hun bewaring hebben dringend moeten worden gerealiseerd;

Overwegende dat de maatregelen tot grotere responsabilisering van de ouders en de minderjarigen dringend toegepast moeten kunnen worden;

Overwegende dat de uitgebreide wettelijke grondslag voor de jeugdrechtbank om maatregelen te treffen ten aanzien van geesteszieke minderjarigen dringend in werking dient te treden;

Overwegende de dringende noodzaak om samenwerkingsakkoorden met de bevoegde instanties van de Gemeenschappen te sluiten om andere bepalingen in werking te laten treden.

Gelet op advies 41.328/2 van de Raad van State, gegeven op 21 september 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De artikelen 7, 9, 11, 13, 14, 16, 17, 19, 21, 23, 24, 25, 26 en 27 van de wet van 15 mei 2006 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van Strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet en de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie, treden in werking op 16 oktober 2006.

Art. 2.De artikelen 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10, 12, 15, 16, 17, 18, 19, 23, 27, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63 en 64 van de wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, treden in werking op 16 oktober 2006.

Art. 3.Artikel 7 van de wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, treedt in werking op 16 oktober 2006, met uitzondering van : - punt 2°, voor zover het refereert aan artikel 37, § 2, eerste lid, 3°, 5°, 6°, 9°, 10° en 11° van de wet, aan artikel 37, § 2, tweede lid, van de wet en aan de eerste zin van artikel 37, § 2, derde lid, van de wet, luidende : « In eerste instantie verdient een in de artikelen 37bis tot 37quinquies omschreven herstelrechtelijk aanbod de voorkeur »; - punt 4°, voor zover het refereert aan artikel 37, § 2ter, eerste lid, 3°, van de wet, luidende : « deelnemen aan een herstelrechtelijk aanbod als bedoeld in de arikelen 37bis tot 37quinquies ; »; - punt 7°, d) en f).

Art. 4.Artikel 22 van de wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, treedt in werking op 16 oktober 2006, met uitzondering van punt 2°.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 6.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Volksgezondheid zijn, ieder voor wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, L. ONKELINX De Minister van Sociale zaken, en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^