Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 september 2008
gepubliceerd op 30 oktober 2008

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 2000 betreffende de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van domeinconcessies voor de bouw en de exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit uit water, stromen of winden, in de zeegebieden waarin België rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2008011454
pub.
30/10/2008
prom.
28/09/2008
ELI
eli/besluit/2008/09/28/2008011454/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 SEPTEMBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 2000 betreffende de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van domeinconcessies voor de bouw en de exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit uit water, stromen of winden, in de zeegebieden waarin België rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, de artikelen 6, § 2, gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005, 30, § 2, gewijzigd bij de wet van 26 juni 2000, en 30bis, § 1, ingevoegd bij de wet van 16 juli 2001 en gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005;

Gelet op de wet van 1 juni 2005 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2000 betreffende de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van domeinconcessies voor de bouw en de exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit uit water, stromen of winden, in de zeegebieden waarin België rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 mei 2004;

Gelet op de adviezen van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas gegeven op 7 december 2006 en 24 april 2008;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 27 mei 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 11 juni 2008;

Gelet op het advies 44.889/1/V van de Raad van State, gegeven op 5 augustus 2008 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Klimaat en Energie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 6 van de wet van 1 juni 2005 houdende wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt treedt in werking bij de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 2.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 december 2000 betreffende de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van domeinconcessies voor de bouw en de exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit uit water, stromen of winden, in de zeegebieden waarin België rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 4° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 4° "richtlijn 2003/54/EG" : de richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van de richtlijn 96/92/EG";2° het enig lid wordt aangevuld als volgt : "9°" afgevaardigde van de minister" : de ambtenaar die wordt aangeduid overeenkomstig artikel 26".

Art. 3.In het artikel 2, 2°, a) en b), van hetzelfde besluit, worden het woord en het nummer "richtlijn 96/92" vervangen door "richtlijn 2003/54/EG".

Art. 4.- In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « aan de commissie » vervangen door de woorden « aan de afgevaardigde van de minister »;2° in § 3, worden de woorden « de commissie » vervangen door de woorden « de afgevaardigde van de minister ».

Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in §§ 1 en 3, worden de woorden « de commissie » vervangen door de woorden « de afgevaardigde van de minister »;2° in de §§ 2 en 3, worden de woorden « van de commissie » vervangen door « van de afgevaardigde van de minister ».

Art. 6.In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "de commissie" vervangen door de woorden "de afgevaardigde van de minister".

Art. 7.In artikel 7, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "aan de commissie" vervangen door de woorden "aan de afgevaardigde van de minister".

Art. 8.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 8.Indien er geen aanvragen tot mededinging ingediend werden, wordt de aanvraag door de afgevaardigde van de minister binnen veertig werkdagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, bedoeld in artikel 6, aan de betrokken administraties en aan de commissie bezorgd. Indien er aanvragen tot mededinging ingediend werden, worden alle aanvragen binnen tien werkdagen na inschrijving van de laatste aanvraag in het register bedoeld in artikel 5, § 2, aan de betrokken administraties en aan de commissie gezonden. Die administraties en de commissie onderzoeken binnen vijfentwintig werkdagen of de elementen van het dossier hen toelaten zich ten gronde uit te spreken.

Op verzoek van de betrokken administraties en de commissie vraagt de afgevaardigde van de minister binnen tien werkdagen, aan de aanvrager de bijkomende inlichtingen die voor hun onderzoek nodig zijn. In dit geval wordt de termijn voorgeschreven bij artikel 9 verlengd met een duur gelijk aan de termijn waarbinnen de aanvrager antwoordt. ».

Art. 9.In artikel 9 van hetzelfde besluit, worden de woorden "en de commissie" ingevoegd tussen de woorden "administraties" en "evalueren".

Art. 10.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 10.Binnen zestig werkdagen na indiening van de adviezen krachtens artikel 9, of, bij gebrek aan adviezen, bij het verstrijken van de in die bepaling bedoelde termijn, eventueel verlengd overeenkomstig artikel 8, tweede lid, brengt de afgevaardigde van de minister na raadpleging van de beheerder van het transmissienet, zijn voorstel tot het toekennen van een domeinconcessie of zijn voorstel tot weigering, alsook het geheel van het dossier dat hiermee verband houdt, inzonderheid de stukken bedoeld onder artikel 4, § 2, en de adviezen van de betrokken administraties en de commissie ter kennis aan de minister.

Indien de afgevaardigde van de minister een toekenning voorstelt van domeinconcessie, zal deze, in gevallen van aanvraag tot mededinging, haar keuze rechtvaardigen op basis van de selectiecriteria van artikel 2.

Art. 11.Artikel 11 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : «

Art. 11.De beslissing van de minister om de domeinconcessie toe te kennen wordt via aangetekend schrijven ter kennis gebracht van de aanvrager, van de commissie, van de beheerder van het transmissienet en de betrokken administraties, binnen een termijn van zestig werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van het voorstel van de afgevaardigde van de minister. Dit gebeurt via ministerieel besluit bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Desgevallend vermeldt dit besluit bijzondere voorwaarden van toekenning.

Indien de minister beslist de domeinconcessie niet toe te kennen, worden de aanvrager, de commissie, de beheerder van het transmissienet en de betrokken administraties daarvan in kennis gesteld bij aangetekend schrijven, binnen een termijn van zestig werkdagen te rekenen van de ontvangst van het voorstel van de afgevaardigde van de minister. ».

Art. 12.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punten 1°, 2° en 4°, worden de woorden "de commissie" vervangen door de woorden "de afgevaardigde van de minister";2° het punt 3° wordt vervangen als volgt : « 3° informeren de commissie en de afgevaardigde van de minister over elke wijziging betreffende de technische en financiële elementen, vermeld in het oorspronkelijk dossier op basis waarvan de concessie werd toegestaan";3° in punt 12° worden de woorden " de commissie" vervangen door de woorden "de afgevaardigde van de minister";4° in punt 14° wordt het woord "jaarlijks" vervangen door de woorden "jaarlijks en op vraag" : 5° het punt 15° wordt vervangen als volgt : « 15° verstrekken jaarlijks aan de afgevaardigde van de minister de technische gegevens inzake de werking van de installaties met het oog op de voorbereiding van de prospectieve studie".

Art. 13.Hoofdstuk VI van hetzelfde besluit, bestaande uit de artikelen 15 tot 20, wordt vervangen als volgt : « HOOFDSTUK VI. - Wijziging, verlenging, uitbreiding en overdracht van de domeinconcessie. Afdeling 1. - Wijziging.

Art. 15.§ 1. De bepalingen van de hoofdstukken III en IV zijn van toepassing op de aanvragen tot wijzigingen van de domeinconcessie. § 2. In afwijking van § 1, voorzien de bepalingen van de artikelen 16 tot 18 een vereenvoudigde procedure voor elke aanvraag tot wijziging van technische en financiële elementen van de domeinconcessie, wanneer de concessiehouder het volgende verantwoordt : 1° hetzij van het marginaal karakter van de overwogen wijzigingen;2° hetzij de verplichting zo te handelen omwille van dwingende technische redenen, onafhankelijk van zijn wil en die niet konden ontdekt worden bij het toekennen van de domeinconcessie;3° hetzij de verplichting daarop een beroep te doen om zich te schikken naar een van de verplichtingen voorgeschreven in artikel 14. De procedure die voorzien is in de hoofdstukken III en IV, blijft echter van toepassing indien bij het toekennen van de domeinconcessie, één of meerdere concurrerende aanvragen werden ingediend en voor zover dat de aanvraag tot wijziging gebeurt binnen een termijn die minder dan één jaar bedraagt, vanaf de toekenning van de domeinconcessie en voor zover dat de overwogen wijziging een invloed zou kunnen hebben op de vergelijking van de aanbiedingen bij de toekenning van de concessies.

Art. 16.§ 1. In geval van een vereenvoudigde procedure, wordt de aanvraag tot wijziging van de domeinconcessie gericht aan de afgevaardigde van de minister, bij een ter post aangetekende schrijven met een ontvangstbewijs. De aanvraag wordt in twee exemplaren en per elektronische post gestuurd.

De aanvraag wordt vergezeld van een nota die minstens de volgende elementen omvat : 1° een opgave van de overwogen wijzigingen;2° de reden waarom de vereenvoudigde procedure van toepassing is, ten opzichte van het artikel 15, § 2;3° de veranderingen die de voorziene wijzigingen inhouden, in vergelijking met het dossier voor de aanvraag van de domeinconcessie;4° de redenen waarom de criteria voor selectie en toekenning, bedoeld in de artikelen 2 en 3, vervuld blijven. § 2. De afgevaardigde van de minister onderzoekt of de aanvraag het geheel van de elementen omvat, die bedoeld zijn in § 1.

Indien de aanvraag volledig is, wordt ze ingeschreven in een register van aanvragen tot wijziging en verlenging van de concessies, door de zorg van de afgevaardigde van de minister, binnen een termijn van zeven werkdagen volgend op de ontvangst van de aanvraag.

De inschrijving vermeldt het voorwerp van de aanvraag en verwijst naar de documenten, bijgevoegd bij de aanvraag, in toepassing van § 1.

De verzoeker krijgt kennisgeving van de inschrijving. § 3. Indien de aanvraag onvolledig is, signaleert de afgevaardigde van de minister, binnen een termijn van tien werkdagen volgend op de ontvangst van de aanvraag per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs aan de aanvrager, welke informatie of documenten ontbreken. De afgevaardigde van de minister verleent hem een termijn van zeven werkdagen om de aanvraag te vervolledigen. De termijn begint op de werkdag volgend op de datum van ontvangst van de vraag naar informatie van de afgevaardigde van de minister. Gedurende deze termijn, wordt de inschrijving van de aanvraag in het register van aanvragen tot wijziging en verlenging van concessies, geschorst. § 4. De afgevaardigde van de minister kan bijkomende kopieën eisen van alle documenten bedoeld in § 1 of van een gedeelte ervan.

Art. 17.§ 1. Binnen twintig werkdagen volgend op de inschrijving in het register van de aanvragen tot wijziging en verlenging, maakt de afgevaardigde van de minister, na de beheerder van het transmissienet te hebben geïnformeerd en de commissie te hebben geraadpleegd, zijn voorstel tot wijziging of zijn voorstel tot weigering en het geheel van het daarop betrekking hebbende dossier, over aan de minister.

Het advies van de commissie wordt aan de afgevaardigde van de minister bezorgd binnen de vijftien werkdagen die volgen op de ontvangst van de aanvraag. De termijn voorgeschreven bij het eerste lid wordt verlengd met een duur die gelijk is aan de termijn waarbinnen de commissie geantwoord heeft of bij ontstentenis van advies, met een duur van vijftien werkdagen. § 2. - In geval van noodzaak kan de afgevaardigde van de minister, vooraleer zijn voorstel te sturen, het advies vragen van een of meerdere betrokken administraties. In dit geval maakt hij het dossier tot wijziging van de domeinconcessie over aan de geraadpleegde overheid.

Binnen vijftien werkdagen nadat zij gevat is, brengt de geraadpleegde overheid haar advies uit. De termijn voorgeschreven bij § 1, eerste lid, wordt verlengd met een duur die gelijk is aan de termijn waarbinnen de geraadpleegde overheid geantwoord heeft of bij ontstentenis van advies, met een duur van vijftien werkdagen.

Art. 18.§ 1. De beslissing van de minister houdende wijziging van de domeinconcessie wordt per aangetekend schrijven ter kennis gebracht van de aanvrager, van de commissie, van de beheerder van het transmissienet en van de betrokken administraties, binnen een termijn van twintig werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangstdatum van het voorstel van de minister. Dit wordt bij uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Desgevallend vermeldt dit besluit bijzondere voorwaarden van toekenning. § 2. Indien de minister beslist om de aanvraag tot wijziging van de domeinconcessie te weigeren, worden de aanvrager, de commissie, en de beheerder van het transmissienet hiervan per aangetekend schrijven in kennis gesteld, binnen een termijn van twintig werkdagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het voorstel van de afgevaardigde van de minister. De betrokken administraties worden hiervan in dezelfde voorwaarden geïnformeerd indien zij werden geraadpleegd in toepassing van artikel 17, § 2. Afdeling 2. - Verlenging.

Art. 18bis.De bepalingen van de artikelen 16 tot 18 zijn van toepassing op de aanvragen tot verlenging van de domeinconcessie.

Enkel de aanvragen tot verlenging die tenminste twee jaar voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de concessie werden overgedragen zijn ontvankelijk. Afdeling 3. - Uitbreiding.

Art. 19.De bepalingen van de hoofdstukken III en IV zijn van toepassing op de aanvragen tot uitbreiding van de perimeter van domeinconcessie. Afdeling 4. - Overdracht

Art. 20.De aanvraag tot verkoop, gehele of gedeeltelijke overdracht, verdeling en verhuur van de domeinconcessie moet aan de afgevaardigde van de minister ter kennis worden gebracht. De concessiehouder mag geen gevolg geven aan dit plan, voor het verstrijken van een termijn van vijftig werkdagen, tijdens dewelke de minister, na advies van de commissie en op voorstel van de afgevaardigde van de minister, aan de titularis van de concessie kan betekenen dat deze verrichting onverenigbaar is met het behoud van de domeinconcessie. De kandidaat-overnemer van de concessie is onderworpen aan de selectiecriteria opgesomd in artikel 2. De verplichtingen en voorwaarden betreffende de concessie zijn tegenstelbaar aan de nieuwe begunstigde. »

Art. 14.In artikel 22 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden "de commissie" vervangen door de woorden "de afgevaardigde van de minister";2° het derde lid wordt vervangen als volgt : « Bij het verstrijken van deze door de afgevaardigde van de minister verleende termijn, stuurt deze desgevallend zijn voorstel tot intrekking en het desbetreffende dossier naar de minister.» ; 3° een vierde lid wordt ingevoegd in hetzelfde artikel, luidende : « De beslissing van de minister houdende de intrekking van de domeinconcessie wordt via aangetekend schrijven ter kennis gebracht van de concessiehouder van de commissie, van de beheerder van het transmissienet en van de betrokken administraties".

Art. 15.In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "aan de commissie" vervangen door de woorden "aan de afgevaardigde van de minister";2° in het derde lid, worden de woorden " de commissie " vervangen door de woorden " zijn afgevaardigde".3° een vierde lid wordt ingevoegd, luidende : « De beslissing van de minister houdende de aanvaarding van de verzaking van de domeinconcessie wordt via aangetekend schrijven ter kennis gebracht van de concessiehouder van de commissie, van de beheerder van het transmissienet en van de betrokken administraties".

Art. 16.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 25.De inbreuken op de bepalingen van artikel 14 worden gestraft met een gevangenisstraf van één maand tot zes maanden en met een geldboete van vijftig euro tot vierhonderd vijfennegentig euro achtenzeventig eurocent of met één van die straffen alleen. » .

Art. 17.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 26.De minister duidt onder de ambtenaren van de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, de afgevaardigden aan die belast worden met : 1° hem te vertegenwoordigen in de gevallen bedoeld in dit besluit;2° het toezicht op de toepassing van dit besluit.» .

Art. 18.Elke procedure tot toekenning, verlenging, wijziging, uitbreiding, overdracht of intrekking van een domeinconcessie die is ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit, wordt behandeld overeenkomstig de regels die van toepassing zijn voor deze datum.

Art. 19.De Minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 september 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Klimaat en Energie, P. MAGNETTE

^