Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 april 2001
gepubliceerd op 01 juni 2001

Koninklijk besluit betreffende het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van economische zaken
numac
2001022361
pub.
01/06/2001
prom.
29/04/2001
ELI
eli/besluit/2001/04/29/2001022361/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 APRIL 2001. - Koninklijk besluit betreffende het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid op artikel 5, § 1, 6°;

Gelet op richtlijn 86/594/CEE van de Raad van 1 december 1986 betreffende het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid;

Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 15 september 1999;

Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, gegeven op 14 oktober 1999;

Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 26 oktober 1999;

Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, gegeven op 16 december 1999;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn, in het kader van de Interministeriële Conferentie Leefmilieu van 17 februari 2000;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van de 24 februari 2000 over het verzoek om advies door de Raad van State binnen een termijn van een maand in het geval van de omzetting van de Europese richtlijnen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 12 december 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en Onze Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In dit besluit, wordt verstaan onder : 1° huishoudelijke apparaten : alle machines, onderdelen van machines of installaties, die zijn gefabriceerd om voornamelijk te worden gebruikt binnen de woning met inbegrip van kelders, garages en andere bijgebouwen, en met name huishoudelijke apparaten voor onderhoud, schoonmaak, bereiding en conservering van levensmiddelen, productie en verspreiding van calorieën en frigorieën, klimaat regeling en andere apparaten die voor niet- professionele doeleinden worden gebruikt;2° familie van huishoudelijke apparaten : alle modellen of typen van verschillende huishoudelijke apparaten die zijn ontworpen om dezelfde functie te vervullen en door een identieke hoofdenergiebron worden gevoed.Een familie omvat in het algemeen verschillende modellen of typen; 3° serie van huishoudelijke apparaten : alle huishoudelijke apparaten van een zelfde model of type met bepaalde kenmerken die door een zelfde fabrikant zijn geproduceerd;4° partij van huishoudelijke apparaten : bepaalde hoeveelheid van een bepaalde serie die is gefabriceerd of geproduceerd onder uniforme voorwaarden;5° voortgebracht luchtgeluid : het A-gewogen geluidsvermogensniveau, LWA, van het huishoudelijke apparaat, in decibel (dB) ten opzichte van het geluidsvermorgen van één picowatt (1 pW), overgebracht door de lucht.

Art. 2.Dit besluit is niet van toepassing op : - apparaten, uitrustingen of machines die uitsluitend voor industriële of professionele doeleinden zijn ontworpen; - apparaten die een wezenlijk onderdeel vormen van een gebouw of de installaties van een gebouw, zoals installaties voor klimaatregeling, verwarming of ventilatie (met uitzondering van huishoudventilatoren, afzuigkappen voor fornuizen en losse verwarmingsapparaten), oliebranders voor centrale verwarming, pompen voor watervoorziening en voor afvoersystemen; - onderdelen van uitrustingen, zoals motoren; - elektro-akoestische apparaten.

Art. 3.§ 1. Op gezamenlijk beslissing van de Minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheid heeft, en de Minister die de Leefmilieu onder zijn bevoegdheid heeft, kan voor bepaalde families van apparaten het publiceren van informatie over het door deze apparaten voortgebracht luchtgeluid worden verplicht gesteld.

Deze informatie wordt verstrekt door de fabricant van de apparaten, of, indien de fabricant buiten de Europese Gemeenschap is gevestigd, de door in de Gemeenschap gevestigde invoerder.

In dat geval : 1° wordt het voor de informatie bestemde geluidsniveau vastgesteld overeenkomstig de in artikel 6, § 1, omschreven voorschriften;2° kan de informatie worden gecontroleerd door middel van steekproeven op basis van de in artikel 6, § 2, genoemde beginselen;3° is de fabrikant of de invoerder verantwoordelijk voor de juistheid van de verschafte informatie. § 2. Wanneer voor een familie van apparaten geen enkele verplichting overeenkomstig § 1, eerste lid, bestaat, kan de fabrikant of de invoerder van deze apparaten de informatie over het door deze apparaten voortgebrachte luchtgeluid publiceren. In dit geval, blijft § 1, derde lid, onder 1°, 2°, 3°, van dit artikel van toepassing.

Art. 4.Wanneer, voor een familie van huishoudelijke apparaten, reeds een etiket betreffende andere informatie is voorgeschreven overeenkomstig een andere wetgeving wordt de informatie over het voortgebrachte luchtgeluid op dat etiket verstrekt.

Art. 5.§ 1. Het in de handel brengen van huishoudelijke apparaten kan niet geweigerd, verboden of beperkt worden om redenen in verband met de informatie over het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid, wanneer de informatie over deze apparaten overeenkomstig de voorschriften van dit besluit wordt gegeven. § 2. Onverminderd de resultaten van de steekproefcontroles die kunnen worden verricht zodra de huishoudelijke apparaten ten behoeve van potentiële kopers worden tentoongesteld, wordt de publicatie van de informatie betreffende het voortgebrachte luchtgeluid verondersteld te voldoen aan de bepalingen van dit besluit.

Art. 6.§ 1. De algemene testmethode om het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid te bepalen moet zo precies zijn dat de onzekerheid van de uitgevoerde metingen voor de A-gewogen geluidsvermogensniveaus normale afwijkingen geeft van maximaal 2 dB. De in het eerste lid genoemde normale afwijkingen geven het cumulatief effect weer van alle oorzaken van onzekerheid van de metingen, met uitzondering van het proef tot proef variëren van het geluidsemissie van de geluidsbron van het apparaat.

De in het eerste lid bedoelde algemene methode wordt voor iedere familie van apparaten aangevuld met een beschrijving van plaatsing, montage, belasting en werking van de huishoudelijke apparaten in proefomstandigheden om het normale gebruik na te bootsen en ervoor te zorgen dat de proeven voldoende herhaalbaar en reproduceerbaar zijn.

De standaardafwijking van de reproduceerbaarheid moet voor iedere familie van apparaten worden opgegeven. § 2. De statistische methode ter controle van het opgegeven geluidsniveau van de apparaten van een partij is een controle door meting van een steekproef uit afzonderlijke partijen van apparaten via eenzijdige toetsen.

De statistische basisparameters van de in de eerste lid bedoelde statistische methode worden zo gekozen dat de goedkeurkans 95 % bedraagt wanneer 6,5 % van de geluidsemissiewaarden van een partij de opgegeven waarde overschrijdt. De omvang van een enkelvoudige of gelijkwaardige steekproef is gelijk aan 3. Bij de gekozen statistische methode moet een totale referentie-standaardafwijking worden gehanteerd die gelijk is aan 3,5 dB. § 3. De organismen die deze proeven verrichten moeten geaccrediteerd zijn op basis van de wet van 20 juli 1990 inzake de accreditatie van certificatie- en keuringsinstellingen, alsmede van beproevingslaboratoria.

Art. 7.Wanneer na controle overeenkomstig artikel 6, § 2, blijkt dat het niveau van het door een partij apparaten voortgebrachte luchtgeluid hoger ligt dan het opgegeven niveau en indien de fabrikant of de invoerder de gebreken vertonende partij niet uit de markt neemt, moet hij de informatie onverwijld corrigeren.

Art. 8.§ 1. De opgave van het door een huishoudelijk apparaat voortgebrachte luchtgeluid wordt verondersteld te voldoen aan de voorschriften van dit besluit, indien de metingen voor het vaststellen van het nominale niveau van het voortgebrachte luchtgeluid en de controles zijn uitgevoerd overeenkomstig : 1° de normen die zijn opgesteld aan de hand van geharmoniseerde normen waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen zijn bekendgemaakt; of 2° de in de § 2 bedoelde Belgische technische normen en voorschriften voor zover op de gebieden die door deze normen en voorschriften worden bestreken geen geharmoniseerde normen bestaan. § 2. De Minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheid heeft, doet aan de Europese Commissie mededeling van de tekst van de normen als bedoeld in § 1, onder b). De referenties van deze normen worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 9.Onze Minister bevoegd voor Leefmilieu en Onze Minister bevoegd voor Economie zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 april 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE

^