Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 juni 2014
gepubliceerd op 14 juli 2014

Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van een bijkomende vergoeding voor de onregelmatige prestaties en de creatie van bijkomende tewerkstelling, voorzien in het akkoord van 24 oktober 2012 dat werd ondertekend door de federale regering en de representatieve organisaties van werkgevers en werknemers van de federale gezondheidssectoren voor de sector van de thuisverpleging, in de wijkgezondheidscentra en de ambulante revalidatiecentra voor het kalenderjaar 2014

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2014022376
pub.
14/07/2014
prom.
29/06/2014
ELI
eli/besluit/2014/06/29/2014022376/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van een bijkomende vergoeding voor de onregelmatige prestaties en de creatie van bijkomende tewerkstelling, voorzien in het akkoord van 24 oktober 2012 dat werd ondertekend door de federale regering en de representatieve organisaties van werkgevers en werknemers van de federale gezondheidssectoren voor de sector van de thuisverpleging, in de wijkgezondheidscentra en de ambulante revalidatiecentra voor het kalenderjaar 2014


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikels 57-59;

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 29 januari 2014;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 3 februari 2014;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 februari 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 24 april 2014;

Gelet op het voorafgaand onderzoek van de noodzaak om een effectbeoordeling waarbij werd besloten dat geen effectbeoordeling is vereist;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het bedrag bedoeld in dit besluit zo snel mogelijk aan Fondsen voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten gestort moet worden voor zover het vanaf 1 januari 2014 uitvoering geeft aan de vergoeding voor de onregelmatige prestaties voorzien in het akkoord van 2013 dat door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van werkgevers en werknemers; het is pas op het ogenblik dat dit bedrag is gestort, dat de Fondsen kunnen zorgen voor de verdeling ervan onder hun leden;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bijkomende vergoeding voor de creatie van tewerkstelling die in het kader van dit akkoord voor de federale gezondheidssectoren is overeengekomen in het akkoord dat op 24 oktober 2012 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, en voor zover het betrekking heeft op werknemers tewerkgesteld in de sector van de thuisverpleging, de wijkgezondheidscentra en revalidatiecentra wordt voor het jaar 2014 vastgesteld op 4.108.000 euro.

Art. 2.Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering gestort als volgt: a) voor de private sector zal van dit bedrag 3.900.000 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330; b) voor de publieke sector zal van dit bedrag 208.000 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector.

Art. 3.De betalingen door de Fondsen aan de betrokken werkgevers is afhankelijk van de toepassing door deze werkgevers van het in artikel 1 bedoelde akkoord.

Art. 4.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 juni 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX

^