Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 juni 2014
gepubliceerd op 14 juli 2014

Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van een bijkomende vergoeding voor de onregelmatige prestaties en de creatie van bijkomende tewerkstelling, voorzien in het akkoord van 4 februari 2011 en 25 februari 2011 dat werd ondertekend door de federale regering en de representatieve organisaties van werkgevers en werknemers van de federale gezondheidssectoren voor de sector van de thuisverpleging, in de wijkgezondheidscentra en de psychiatrische verzorgingstehuizen voor het kalenderjaar 2014

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2014022379
pub.
14/07/2014
prom.
29/06/2014
ELI
eli/besluit/2014/06/29/2014022379/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van een bijkomende vergoeding voor de onregelmatige prestaties en de creatie van bijkomende tewerkstelling, voorzien in het akkoord van 4 februari 2011 en 25 februari 2011 dat werd ondertekend door de federale regering en de representatieve organisaties van werkgevers en werknemers van de federale gezondheidssectoren voor de sector van de thuisverpleging, in de wijkgezondheidscentra en de psychiatrische verzorgingstehuizen voor het kalenderjaar 2014


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikelen 57-59;

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 29 januari 2014;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 3 februari 2014;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 februari 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 24 april 2014;

Gelet op het artikel 8 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het een formele beslissing betreft;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het bedrag bedoeld in dit besluit zo snel mogelijk aan de Fondsen voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten gestort moet worden voor zover het vanaf 1 januari 2014 uitvoering geeft aan de vergoeding voor de onregelmatige prestaties voorzien in het akkoord van 2011 dat door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van werkgevers en werknemers; het is pas op het ogenblik dat dit bedrag is gestort, dat de Fondsen kunnen zorgen voor de verdeling ervan onder hun leden;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bijkomende vergoeding voor de creatie van tewerkstelling en voor de onregelmatige prestaties die in het kader van dit akkoord voor de federale gezondheidssectoren is overeengekomen in het akkoord dat op 4 en 25 februari 2011 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, en voor zover het betrekking heeft op werknemers tewerkgesteld in de sector van de thuisverpleging, de wijkgezondheidscentra en de openbare psychiatrische verzorgingstehuizen wordt voor het jaar 2014 vastgesteld op 7.429.846 euro.

Art. 2.Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering gestort als volgt : a) voor de private sector zal van dit bedrag 6.893.002 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330; b) voor de publieke sector zal van dit bedrag 536.844 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector.

Art. 3.De betalingen door de Fondsen aan de betrokken werkgevers is afhankelijk van de toepassing door deze werkgevers van het in artikel 1 bedoelde akkoord van 4 of 25 februari 2011.

Art. 4.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 juni 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX

^