Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 mei 2018
gepubliceerd op 13 juni 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar met 33 jaar loopbaan in een zwaar beroep (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2018200836
pub.
13/06/2018
prom.
29/05/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 MEI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar met 33 jaar loopbaan in een zwaar beroep (nachtarbeid) (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar met 33 jaar loopbaan in een zwaar beroep (nachtarbeid).

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 mei 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2017 Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar met 33 jaar loopbaan in een zwaar beroep (nachtarbeid) (Overeenkomst geregistreerd op 13 november 2017 onder het nummer 142413/CO/317) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtdiensten.

Onder "werknemer" wordt verstaan : zowel de mannelijke als de vrouwelijke arbeider of bediende. HOOFDSTUK II. - Rechthebbenden

Art. 2.Rekening houdend met : - het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van het Generatiepact; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 120 van 21 maart 2017 tot vaststelling, voor 2017 en 2018, van de voorwaarden voor de toekenning van een bedrijfstoeslag in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die 20 jaar hebben gewerkt in een regeling van nachtarbeid, die hebben gewerkt in een zwaar beroep of die hebben gewerkt in het bouwbedrijf en arbeidsongeschikt zijn; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 121 van 21 maart 2017 tot vaststelling op interprofessioneel niveau, voor 2017 en 2018, van de leeftijd vanaf welke een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan worden toegekend aan sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die 20 jaar hebben gewerkt in een regeling van nachtarbeid, die hebben gewerkt in een zwaar beroep of die hebben gewerkt in het bouwbedrijf en arbeidsongeschikt zijn, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, de werknemers die worden ontslagen om over te gaan tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag hebben recht op een aanvullende vergoeding bovenop de werkloosheidsuitkeringen.

Art. 3.De werknemers bedoeld in artikel 2 hebben recht op deze aanvullende vergoeding als : 1. Ze voor de periode van 1 januari 2017 tot 31 december 2017 de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt.De werknemer moet worden ontslagen in 2017 en de leeftijd van 58 jaar of ouder hebben bereikt uiterlijk op 31 december 2017 en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Ze voor de periode van 1 januari 2018 tot 31 december 2018 de leeftijd van 59 jaar hebben bereikt. De werknemer moet worden ontslagen in 2018 en de leeftijd van 59 jaar of ouder hebben bereikt uiterlijk op 31 december 2018 en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst; 2. Ze recht hebben op werkloosheidsuitkeringen;3. Ze 20 jaar voltijdse anciënniteit tellen in de sector. Voor de berekening van deze jaren, - kunnen periodes van deeltijds werken omgezet worden naar voltijds; - worden gelijkgesteld de periodes van tijdskrediet, opgenomen door de arbeiders in toepassing van de artikelen 3, 4 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen; - kunnen de niet-gedekte jaren door de werkgever worden bijgepast door zijn tussenkomst in de oprichting van de wettelijke reserve van het fonds ten belope van de ontbrekende jaren; 4. Ze de beroepsloopbaan kunnen verantwoorden bepaald in de wettelijk teksten ter zake : ze moeten een beroepsverleden van minstens 33 jaar kunnen aantonen als loontrekkende werknemer waarvan 20 jaar met nachtarbeid, zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

De sociale partners zijn akkoord om het begrip "nachtarbeid" in de sector als volgt te bepalen : wordt beschouwd als nachtwerknemer indien minimaal 26,4 pct. van de effectief gepresteerde tijd gedekt wordt door een nachtpremie. HOOFDSTUK III. - Bedrag en uitkering

Art. 4.§ 1. De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met bedrijfstoeslag is gelijk aan de helft van het verschil tussen het netto referentieloon en de werkloosheidsuitkering. § 2. Arbeiders : Het netto referentieloon wordt als volgt berekend : a) (gemiddeld bruto uurloon op een referteperiode van 3 maanden) x 37 uren x 52 weken/12 maanden. Onder "gemiddeld bruto uurloon" moet worden verstaan : het basisuurloon, vermeerderd met de premies voorzien in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten en/of op het niveau van de onderneming (het betreft terugkerende en periodieke premies) en waarop sociale bijdragen werden ingehouden, met uitsluiting van het vakantiegeld en van de toeslagen voor overuren; b) dit quotiënt wordt vermeerderd met 8,33 pct.om het bruto maandelijks referentieloon te bekomen; c) na aftrek van de RSZ-bijdragen (berekend op basis van het loon aan 100 pct.en niet aan 108 pct.) en aftrek van de bedrijfsvoorheffing bekomt men het maandelijks netto referentieloon; d) het uurloon voor de berekening is datgene dat is bepaald bij de loonschaal of in voorkomend geval het toegepast individueel loon;e) de coëfficiënt van de wettelijke arbeidsduur, momenteel vastgesteld op 37, wordt aangepast naar gelang van de wekelijkse arbeidsduur die van kracht is op het ogenblik van de berekening van het maandelijks netto referentieloon;f) de dagen ziekte en de dagen afwezigheid ten gevolge van een arbeidsongeval en de dagen klein verlet conform de collectieve arbeidsovereenkomst nr.16 van 24 oktober 1974 betreffende het behoud van het normale loon voor de werknemers voor dagen afwezigheid ter gelegenheid van bepaalde familiale gebeurtenissen worden gelijkgesteld. § 3. Bedienden : De netto refertewedde wordt als volgt berekend : a) (gemiddelde brutowedde op een referteperiode van 3 maanden) + (eindejaarspremie/12). Onder "gemiddelde brutowedde" moet worden verstaan : de maandelijkse basiswedde, vermeerderd met de premies voorzien in de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten en/of op het niveau van de onderneming (het betreft terugkerende en periodieke premies) en waarop sociale bijdragen moeten betaald worden, met uitsluiting van het vakantiegeld en van de toeslagen voor overuren; b) dit quotiënt vertegenwoordigt de maandelijkse brutowedde waarvan de sociale lasten en de voorheffing dienen afgetrokken te worden;c) men verstaat onder "maandelijkse basiswedde" : deze voorzien in het barema of, voor zover deze hoger ligt, de toegepaste basiswedde. Er wordt overeengekomen dat de dagen ziekte en wegens arbeidsongeval geassimileerd worden in het kader van de bestaande enveloppe.

HOODSTUK IV. - Betaling van de vergoeding

Art. 5.Om de lasten van de eventuele stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag te verdelen, hebben de sociale partners beslist de betaling van de aanvullende vergoeding toe te vertrouwen aan een paritair orgaan. Afdeling 1. - Voor de arbeiders

Art. 6.§ 1. De betaling van de aanvullende vergoeding wordt toevertrouwd aan het "Fonds voor bestaanszekerheid van de bewaking". § 2. Het fonds kan evenwel slechts tegemoetkomen na voorafgaande schriftelijke melding aan het fonds door de werkgever omtrent zijn voornemen om van onderhavige stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag gebruik te maken en na ontvangst van een gunstig advies van de raad van bestuur van het fonds, onder voorbehoud van aanvaarding van de aanvraag tot werkloosheid met bedrijfstoeslag door de RVA. In geval van ongunstig advies van de RVA is de aanvullende vergoeding voor de ontslagen arbeiders bedoeld in artikel 2 ten laste van de werkgever. § 3. De adviezen waarvan sprake is in dit artikel dienen te worden verstrekt binnen een termijn van 90 dagen na ontvangst van de bij het eerste lid voorziene melding, op voorwaarde dat het fonds beschikt over alle nodige documenten. § 4. Om de lasten van de eventueel toe te kennen stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag te verdelen, hebben de sociale gesprekspartners beslist de verantwoordelijkheid te geven aan het fonds om deze stelsels toe te kennen of te weigeren en de betaling hiervan te waarborgen zoals voorzien in artikelen 4 tot 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974. § 5. De sociale gesprekspartners hebben de vaste bedoeling deze doelstelling te realiseren in het kader van het budget bepaald door de statuten van het fonds, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 2016 (registratienummer 135595/CO/317).

Zij verklaren dat de leden van de raad van bestuur van het fonds in die zin zullen moeten handelen. Om elk probleem te vermijden, wordt er beslist dat het totaal bedrag dat nodig is voor de uitbetaling aan elke begunstigde van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag tot op de wettelijke pensioenleeftijd, zal moeten gekapitaliseerd worden vanaf het vertrek. § 6. De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt uitgekeerd aan de gerechtigde zodra het dossier volledig is. Afdeling 2. - Voor de bedienden

Art. 7.§ 1. De betaling van de aanvullende vergoeding wordt toevertrouwd aan een paritair orgaan samengesteld uit de vertegenwoordigers van de directie en van de bedienden in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis ervan, achtereenvolgens de ondernemingsraad als dusdanig, of de syndicale delegatie of de syndicale vertegenwoordigers en de directie, voorafgaandelijk kennis te nemen van ieder voornemen tot afdanking van bedienden die eventueel tot de in toepassingstelling van onderhavig stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan leiden en waarbij de betaling wordt verzekerd van een toelage zoals voorzien in de artikelen 4 tot 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974. § 2. Hiertoe komen de sociale partners overeen dat in iedere onderneming een speciale rekening dient te worden geopend, te spijzen door 0,3 pct. van de brutowedden aan 100 pct. van de bedienden tewerkgesteld in de onderneming.

Deze rekening zal automatisch worden gespijsd door de onderneming op het ogenblik van de RSZ-aangifte; de rechtvaardiging hiervan zal aan het aangeduide paritair orgaan worden verstrekt. Dit orgaan zal onder zijn leden een vertegenwoordiger van het personeel en een vertegenwoordiger van de directie belasten met het lopend beheer van genoemde rekening. De werkgever dient door genoemd orgaan minstens één maal per maand officieel te worden ingelicht over de stand van zaken. § 3. De sociale partners verklaren dat de aangewezen leden van het paritair orgaan in die zin zullen moeten handelen. Om elk probleem te vermijden, wordt er beslist dat het totaal bedrag dat nodig is voor de uitbetaling van elke begunstigde van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag tot op wettelijke pensioenleeftijd zal moeten gekapitaliseerd worden vanaf het vertrek. § 4. De werkgever verbindt zich ertoe het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag waarvan hier sprake, toe te kennen aan de bedienden die de toestemming hebben gekregen van het aangewezen paritair orgaan voor een eventuele ten laste neming van hun vergoedingen. § 5. De aanvullende vergoeding bij werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt uitgekeerd aan de gerechtigde in de loop van de maand volgend op de maand waarop hij recht heeft op de werkloosheidsuitkering. § 6. De uitkering gebeurt op voorlegging van een bewijskrachtig document waaruit blijkt dat de betrokkene werkloosheiduitkeringen heeft ontvangen. HOOFDSTUK V. - Toezicht

Art. 8.§ 1. Arbeiders : De raad van bestuur van het fonds houdt toezicht over de correcte uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. Bedienden : Onverminderd de bevoegdheid van de ondernemingsraad en van de syndicale delegatie houdt het onder artikel 7, § 1 aangewezen paritair orgaan toezicht op de uitvoering van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst op het vlak van de onderneming. HOOFDSTUK VI. - Overgang van tijdskrediet of van een verlof voor verzorging naar het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 9.De werknemer die tijdskrediet geniet, zoals voorzien in artikel 8, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, of loopbaanonderbreking, kan het voordeel van de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers verkrijgen, in geval van ontslag, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door artikel 3 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Ingeval de werknemer de bepalingen van alinea 1 van dit artikel kan genieten, wordt de aanvullende vergoeding berekend alsof hij zijn arbeidsprestaties niet heeft verminderd.

Het brutoloon dat de werknemer voor zijn prestaties ontvangt, wordt dus vermenigvuldigd met twee indien hij de voorkeur had gegeven aan een vermindering van zijn arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, en met 5/4 indien hij de voorkeur had gegeven aan een loopbaanvermindering van 1/5de. HOOFDSTUK VII. - Vervanging

Art. 10.De werkgever is ertoe gehouden, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van het Generatiepact, om te voorzien in de vervanging van de begunstigde van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag die jonger is dan 62 jaar op het ogenblik van de opname. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2017 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2018.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 mei 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^