Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 april 1999
gepubliceerd op 29 juni 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 1 december 1998 houdende uitvoering van artikel 74, § 1, 6° van de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016161
pub.
29/06/1999
prom.
30/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/30/1999016161/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage I van het koninklijk besluit van 1 december 1998 houdende uitvoering van artikel 74, § 1, 6° van de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen, inzonderheid op artikel 74, § 1, 6° ingevoegd bij artikel 28 van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1998 houdende uitvoering van artikel 74, § 1, 6° van de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het akkoord van de Regeringscommissaris van 19 april 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd, op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de nieuwe opdracht van het Participatiefonds, meer bepaald de toekenning van gedeelde risicodekkingen op beroepsleningen, ingevoegd bij artikel 28 van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap in werking is getreden op 1 januari 1999;

Dat het Europees Investeringsfonds (E.I.F.) zich er recent toe heeft verbonden om een bijkomend gedeelte van de risicodekking op zich te nemen voor de beroepsleningen verstrekt tijdens de jaren 1999 en 2000 en waarvoor het Participatiefonds de gedeelde risicodekking heeft verstrekt;

Dat deze co-garantie van het E.I.F., die het product van de beroepsleningen met gedeelde risicodekkingen interessanter maakt voor de startende KMO's, enkele wijzigingen van de modelovereenkomst vereist;

Dat de inhoud van dit besluit, dan ook onverwijld ter kennis moet worden gebracht van de kandidaat-leningaanvragers en van de financiële instellingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van de modelovereenkomst opgenomen in de bijlage I van het koninklijk besluit van 1 december 1998 houdende uitvoering van artikel 74, § 1, 6° van de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen, wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : « Aan de gedeelde risicodekking verstrekt door het FONDS kan, « pari passu », een co-garantie van het Europees Investeringsfonds (E.I.F.) worden toegevoegd. De limieten, de voorwaarden en de modaliteiten van deze co-garantie worden vastgelegd in een afzonderlijke overeenkomst tussen de KREDIETSINSTELLING en het FONDS, waarbij het FONDS optreedt als mandataris voor het E.I.F.. »

Art. 2.In artikel 3 van de modelovereenkomst opgenomen in de bijlage I van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de noot 2 bij de voorwaarde (4) worden de woorden « verhoogd met 1 % per jaar » vervangen door de woorden « verhoogd met 1,5 % per jaar »; 2° in de voorwaarde (6) worden de woorden « geen rekening gehouden met de aangeboden zekerheden » vervangen door de woorden « geen rekening gehouden met de eventuele co-garantie verstrekt door het E.I.F., noch met de aangeboden zekerheden »;

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 april 1999 ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR

^