Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 juli 2010
gepubliceerd op 07 september 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende de loonvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010012229
pub.
07/09/2010
prom.
30/07/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 JULI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende de loonvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende de loonvoorwaarden.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 juli 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009 Loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 2009 onder het nummer 95833/CO/102.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen ressorteren.

Met "werklieden" worden de werklieden en werksters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Beroepenclassificatie

Art. 2.§ 1. Als "geschoolden" worden aangezien : de kanthouwers; de polyvalente operatoren van de zaagmachine en draadzagers; de schietmeesters; de manuele steenhouwers; de onderhoudswerklieden (de smeden, de mecaniciens, de lassers, de elektriciens, de magazijniers); de bedieners van de breekmolens; de steenzagers-afwerkers, die volgens schets stenen op maat bewerken; de frezers met de machine, die de kwalificatie van steenhouwers hebben; de operatoren van schop of bulldozers, die de minimum kennis hebben om de dagelijkse onderhoud te doen. § 2. Als "geoefenden" worden aangezien : - de diamantzagers; - de operatoren van de zaagmachine; - de lemmetzagers; - de operatoren van de bruggen; - de boorders zonder gebruik van springstoffen; - de klievers; - de aangestelden voor het laden van breekmolen; - de polijsters; - de steenzagers; - de frezers; - de bedieners van andere mecanische machines dan deze bepaald in de categorie van de geschoolden; - de helpers van de onderhoudswerklieden. § 3. Als "geoefenden" worden aangezien : de werklieden die onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van een geschoolde werkman werken, tot wanneer zij het niveau van geschooldheid bereiken waardoor zijzelf en op eigen verantwoordelijkheid de gewone arbeid kunnen uitvoeren die tot de uitoefening van een geschoold beroep behoort. § 4. Als "hulpwerklieden" worden aangezien : de werklieden die noch in de ene noch in de andere van de twee vermelde categorieën kunnen ingedeeld worden.

Art. 3.De werkman die bij gelegenheid functies van een lagere categorie moet uitoefenen, behoudt zijn gewone loon.

De werkman die bij gelegenheid functies van een hogere categorie moet uitoefenen, bekomt hiervoor gedurende deze periode het ermede in verband staande loon, voor zover hij de arbeid waaraan hij tijdelijk is aangesteld normaal verricht. HOOFDSTUK III. - Lonen

Art. 4.De baremische als de werkelijke minimumuurlonen worden met 0,06 EUR op 1 juli 2009 en met 0,06 EUR op 1 juli 2010 verhoogd.

De brutominimumuurlonen worden op 1 april 2009, gekoppeld aan het spilindexcijfer 110,92 van de stabilisatiereeks 112,03 tot 113,15 in een arbeidstijdregeling van 40 uren per week, vastgesteld als volgt : Evolutie in functie van de anciënniteit Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Na maximaal 3 jaar in de functie, evaluatie door de werkgever om over te gaan naar de geoefende.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Na maximaal 2 jaar in de functie, evaluatie door de werkgever om over te gaan naar geoefende +.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De baremische als de werkelijke minimumuurlonen van de geoefende + 5 jaren zijn verhoogd met 0,09 EUR op 1 juli 2009.

Na maximaal 2 jaar in de functie, evaluatie door de werkgever om over te gaan naar geschoolde.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Evolutie in functie van de anciënniteit Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De bruto- en effectieve minimumuurlonen van de geschoolde + 5 jaren worden respectievelijk verhoogd met 0,09 EUR op 1 juli 2009 : Beslissing van de werkgever. HOOFDSTUK IV. - Arbeid in ploegendienst of met "verschoven arbeidstijdregeling"

Art. 5.Onverminderd de bepalingen van artikel 35 van de arbeidswet van 16 maart 1971 ontvangen de werklieden die in opeenvolgende ploegen werken vanaf 1 april 2007 een premie van 0,4030 EUR per uur voor de arbeid verricht tussen 14 en 22 uur. De arbeid verricht tussen 22 en 6 uur geeft recht op een premie van 0,9568 EUR per uur. De arbeid verricht tussen 6 en 14 uur geeft recht op een premie van 0,3468 EUR per uur.

Wordt de arbeid bij gelegenheid verricht volgens een "verschoven arbeidstijdregeling" dan ontvangen de werklieden een premie van 0,5870 EUR per uur voor het werk verricht tussen 17 en 22 uur. De arbeid verricht tussen 22 en 6 uur geeft recht op een premie van 0,9568 EUR per uur.

Wordt de arbeid bij gelegenheid in ploegen verricht, dan ontvangen de werklieden een premie van 0,5870 EUR per uur voor de arbeid verricht tussen 14 en 22 uur. De arbeid verricht tussen 22 en 6 uur geeft recht op een premie van 0,9568 EUR per uur.

De premie voor de arbeid in ploegendienst of met "verschoven arbeidstijdregeling" verschilt van het eigenlijke loon en wordt als zodanig vermeld op de individuele rekening van de werkman. HOOFDSTUK V. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen

Art. 6.De bij de artikel 4 bepaalde lonen en de bij de artikel 5 vastgestelde bijslag en premies worden gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 7.De bij het artikel 6 vermelde lonen, bijslag en premies schommelen naar omhoog of naar omlaag per schijf van 1 pct. van hun waarde voor elke wijziging van het indexcijfer met een gelijk percentage, waarbij het spilindexcijfer de grondslag is.

Wanneer de derde decimaal van deze berekening gelijk is aan of hoger dan vijf, wordt de tweede decimaal van de grens afgerond op de hogere eenheid. Wanneer zij lager is dan vijf, is zij te verwaarlozen.

Art. 8.Het eerste spilindexcijfer naar omhoog is vastgesteld op 112,03.

De opeenvolgende opwaartse spilindexcijfers zijn dus 113,15 - 114,28.

Art. 9.De schommelingen van de bij artikel 7 bedoelde lonen, bijslagen en premies gaan in op de eerste dag van de volgende maand, zodra het indexcijfer één van de spilindexcijfers overschrijdt; die lonen, bijslagen en premies worden niet meer gewijzigd zolang geen nieuwe spil overschreden is. HOOFDSTUK VI. - Premie voor het feest van "Sinte-Barbara"

Art. 10.De "Sinte-Barbara" - premie wordt gelijkgesteld met de betaling van een wettelijke feestdag. Zij wordt uitbetaald aan de werklieden die de voorwaarden vervullen die vereist zijn voor de betaling van een wettelijke feestdag. HOOFDSTUK VII. - Eindejaarspremie

Art. 11.Voor het jaar 2009, wordt een eindejaarspremie die overeenstemt met 6 pct. van de ontvangen brutolonen, met uitzondering van de eindejaarspremie, tijdens de referteperiode van 1 november 2008 tot 31 oktober 2009 toegekend.

Voor het jaar 2010, wordt de referteperiode vastgesteld van 1 november 2009 tot 31 oktober 2010.

De werklieden die de onderneming verlaten ontvangen de premie naar rata van de ontvangen brutolonen in de referteperiode.

Art. 12.De eindejaarspremie wordt uiterlijk op 25 december van het lopende jaar uitbetaald.

Art. 13.In geval van betwisting betreffende de betaling van de eindejaarspremie zal er voor elk geval afzonderlijk een beroep worden gedaan op de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, die zal optreden als bemiddelaar. HOOFDSTUK VIII. - Terugbetaling van de vervoerskosten

Art. 14.De werkgevers komen tegemoet in de vervoerskosten van de werklieden die van een eigen vervoermiddel gebruik maken.

Art. 15.Onverminderd de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 mei 1991, ontvangen de werklieden, ongeacht het vervoermiddel dat zij gebruiken, een bedrag gelijk aan 75 pct. van de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor de afstand afgelegd langs de weg tussen de woonplaats en de werkplaats, dit overeenkomstig de van toepassing zijnde tabellen die gevoegd zijn bij het koninklijk besluit van 28 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van betaling van de werkgeversbijdrage en het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden.

Art. 16.De terugbetaling heeft minstens maandelijks plaats. HOOFDSTUK IX. - Arbeidsduur

Art. 17.De arbeidsduur wordt gehandhaafd op 38 uur per week. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden met werkdagen gelijkgesteld, de feestdagen, de dagen kort verzuim, de dagen die aanleiding geven tot het gewaarborgd weekloon, de dagen die worden besteed aan vakbondsopleiding en sociale promotie, alsmede de recuperatiedagen.

In de ondernemingen waar er 40 uur per week wordt gewerkt, worden er 12 inhaalrustdagen toegekend. HOOFDSTUK X. - Vakbondspremie

Art. 18.Vanaf 2009 verbinden de werkgevers zich er toe om uiterlijk op 31 januari van het volgende jaar aan de VZW "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" waarvan de zetel gevestigd is te Brussel, Hoogstraat 26-28, een bedrag te storten van 135 EUR per jaar en per werkman die op 31 december van het vorige jaar werkelijk is ingeschreven in het personeelsregister, alsmede voor de bruggepensioneerde werklieden.

Indien de werknemer die op 31 december van het jaar is ingeschreven geen volledig jaar heeft gewerkt, wordt er pro rato temporis een premie betaald, met een minimum van 6 maanden.

Indien de werknemer niet meer is ingeschreven op 31 december van het jaar, maar in de onderneming heeft gewerkt, zal de premie pro rato temporis worden betaald.

Elke begonnen maand wordt beschouwd als een volledige maand.

Voor iedere werknemer die tijdens de referteperiode meer dan één jaar afwezig is, stort de onderneming niet in het bovenvermelde fonds.

Met voormeld bedrag kan het sociaal fonds aan de werknemers een premie van 135 EUR toekennen.

Art. 19.De storting die per werkgever en per onderneming geschiedt, is afhankelijk van de naleving van de voorwaarden betreffende de verzoenings- en opzeggingsprocedure in geval van stopzetting van de arbeid en zij wordt verricht wanneer noch collectief, noch individueel het werk in de onderneming wordt belemmerd.

Art. 20.Elke actie die tot gevolg heeft dat artikel 24 niet in acht wordt genomen, kan een vermindering met een vierde van de storting meebrengen; de beslissing van de werkgever wordt slechts genomen nadat er in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de vakorganisaties een onderzoek is verricht.

Art. 21.De premie wordt door toedoen van de VZW "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf", Hoogstraat 26-28 te Brussel, aan de rechthebbenden betaald en door dit fonds pro rato temporis verdeeld onder de georganiseerde werknemers die lid zijn van één van de vakorganisaties die deze overeenkomst hebben ondertekend.

Art. 22.De rekeningen van de VZW "Sociaal Fonds voor de werklieden van het groefbedrijf" worden een- maal per jaar aan de vertegenwoordiger van de werkgevers voorgelegd terwijl de administratie van het mijnwezen eventueel de aangiften en de bijdragen der werkgevers controleert. HOOFDSTUK XI. - Beëindiging van de loopbaan

Art. 23.Voor de werknemers die 55 jaar en ouder zijn en die een medisch of ander probleem hebben, waardoor zij hun beroepsarbeid niet meer kunnen voortzetten en tengevolge hiervan door hun werkgever worden ontslagen, zal er, voor zover zij 20 jaar dienst hebben in de sector, door het fonds voor bestaanszekerheid, beslissing van de raad van beheer, een maandelijkse aanvullende vergoeding worden toegekend die overeenkomt met de helft van het verschil tussen het nettorefertemaandloon en de werkloosheidsuitkering op het ogenblik van het vertrek. Deze vergoeding wordt toegekend tot een maximum van 65 jaar en wordt gekoppeld aan de inning van de werkloosheidsuitkeringen.

Indien nodig kan er tussen de werkgever en de representatieve werknemersorganisaties een overleg plaatshebben.

In geval van geschil zal er een beroep worden gedaan op de voorzitter van het paritair subcomité, die zal optreden als bemiddelaar. HOOFDSTUK XII. - Uitkering in geval van werkloosheid wegens vorst, sneeuw of ijzel en/of om economische redenen

Art. 24.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 27 en 50 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, hebben de in artikel 1 bedoelde werklieden, ten laste van hun werkgever, recht op de betaling van een dagelijkse uitkering in geval van volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeid wegens vorst, sneeuw of ijzel en/of om economische redenen.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst beslist de werkgever, in overleg met de vakbondsafvaardiging, of bij gebrek hiervan, met de meerderheid van het personeel, over de opportuniteit van de volledige of gedeeltelijke arbeidsonderbreking om de in het 1e lid van het vorige artikel opgesomde redenen, over de datum van deze arbeidsonderbreking en de datum van de volledige of gedeeltelijke schorsing van de arbeid.

Zo de beslissing omtrent de schorsing van de arbeid echter tijdens het weekend wordt genomen, wordt het personeel van deze beslissing in kennis gesteld door de franstalige uitzending van het gesproken nieuws van de "Radio télévision belge" (uitzending om 17 uur en/of 19 uur op de vooravond van de dag waarop de arbeid normaal wordt hervat, dit wil zeggen over het algemeen op zondag).

Art. 25.De beslissing omtrent de hervatting van de arbeid en de datum van de hervatting worden aan het personeel medegedeeld via de franstalige uitzending van het gesproken nieuws van de "Radio télévision belge" (uitzending van 17 uur en/of 19 uur).

Art. 26.De oorzaken die niet afhankelijk zijn van de onderneming, zoals de gedeeltelijke of de totale stillegging van het vervoer, de schorsing van de arbeid bij leveranciers of kopers, kunnen geen aanleiding geven tot de betaling van de uitkering indien de werkgever, die enkel om deze vreemde redenen de arbeid moet staken, haar personeel uit dien hoofde de werkloosheid oplegt.

Art. 27.Ingeval dit nodig is en zonder dat hij hierop systematisch een beroep doet, heeft de werkgever de mogelijkheid de in artikel 1 bedoelde werknemers tewerk te stellen in een andere sector die niet afhankelijk is van het slechte weer en/of van economische redenen, en arbeid te laten verrichten die overeenkomt met hun bekwaamheid.

Art. 28.Het bedrag van de dagelijkse vergoeding wordt vastgesteld overeenkomstig de als bijlage opgenomen schalen.

Het dagelijks minimumbedrag bedraagt 8,19 EUR vanaf 1 januari 2009 tot 31 maart 2009.

Het dagelijks minimumbedrag bedraagt 8,44 EUR vanaf 1 april 2009 tot 31 december 2009.

Het dagelijks minimumbedrag bedraagt 8,69 EUR vanaf 1 januari 2010.

Art. 29.De dagen die recht geven op de aldus vastgestelde uitkering zijn die welke worden vergoed bij toepassing van de werkloosheidsreglementering. De in deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde uitkering wordt ook toegekend, wanneer alle andere voorwaarden zijn vervuld aan de werklieden die zijn uitgesloten van de werkloosheidsuitkeringen, in de volgende gevallen : 1. wanneer zij niet voldoen aan de voorwaarden inzake wachttijd die door de werkloosheidsreglementering worden gesteld;2. wanneer zij de 65-jarige leeftijd hebben bereikt;3. wanneer te hunnen opzichte overeenkomstig de werkloosheidsreglementering een sanctie werd toegepast.

Art. 30.De bij artikel 1 bedoelde werklieden hebben recht op de betaling van de uitkering voor zover : a) zij zonder onderbreking in dienst van hun werkgever in dezelfde onderneming zijn gebleven gedurende tenminste één maand die aan de onderbreking van de arbeid in de onderneming onmiddellijk voorafgaat;b) zij in de onderneming niet méér dagen ongeoorloofd verzuimd hebben dan zij maanden aanwezigheid in de onderneming tellen, met maximaal negen dagen in de loop van de twaalf maanden die aan de onderbreking wegens vorst, sneeuw of ijzel en/of economische redenen voorafgaan;c) zij vóór de datum van de uitbetaling van de uitkering hun arbeidsovereenkomst van werklieden niet hebben opgezegd of niet om dringende reden door hun werkgever zijn ontslagen;d) zij aan de werkgever het bewijs leveren van hun werkloosheid door ieder rechtsmiddel, met name door voorlegging van : - hun controlekaart, die wordt opgesteld door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening; - of van een getuigschrift van het plaatselijk priklokaal waaruit blijkt dat zij zich voor de controle hebben aangemeld tijdens de beschouwde periode.

Art. 31.De bij artikel 28 bedoelde daguitkering is alleen dan aan de in deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogde werklieden verschuldigd, wanneer zij gedurende de uren die onmiddellijk aan de schorsing van de arbeid voorafgaan (bijvoorbeeld de vooravond) aanvaarden de doorgangs- en werkplaatsen vrij te maken zodat er kan worden voortgewerkt tot aan de door de werkgever bevolen schorsing.

Deze arbeid moet onder gewone voorwaarden van veiligheid voor de betrokkenen verricht worden.

Art. 32.De uitkering wordt niet toegekend voor de dagen slecht weer wegens vorst, sneeuw of ijzel en/of wegens economische werkloosheid tijdens periodes van staking of lock-out.

Art. 33.De uitkering wordt rechtstreeks aan de werkman betaald door de werkgever bij wie hij is tewerkgesteld.

De betaling van de uitkering gebeurt op de gewone dag van de uitbetaling voor de periode waarin de arbeid is geschorst of op een tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging overeen te komen datum. HOOFDSTUK XIII. - Duur van de tegemoetkoming

Art. 34.De uitkeringen vastgesteld in het hoofdstuk XII zijn verschuldigd tot maximaal 45 werkdagen in het stelsel van de vijfdaagse werkweek voor het dienstjaar 2009. Hetzelfde geldt voor 2010. Het fonds voor bestaanszekerheid zal een bedrag toewijzen om de vergoeding voor bestaanszekerheid te vervolledigen voor de ondernemingen die met belangrijke economische werkloosheid te maken krijgen. Vanaf 1 januari 2009 tot 31 maart 2009, is de als bijlage opgenomen schaal opgesteld op basis van een dagelijks minimum bedrag van 8,19 EUR dat wordt verhoogd naar verhouding van het aantal personen ten laste en van het uurloon, tot een maximum bedrag van 11,66 EUR per dag.

Vanaf 1 april 2009 tot 31 december 2009, is de als bijlage opgenomen schaal opgesteld op basis van een dagelijks minimum bedrag van 8,44 EUR dat wordt verhoogd naar verhouding van het aantal personen ten laste en van het uurloon, tot een maximum bedrag van 11,91 EUR per dag.

Vanaf 1 januari 2010, is de als bijlage opgenomen schaal opgesteld op basis van een dagelijks minimum bedrag van 8,69 EUR dat wordt verhoogd naar verhouding van het aantal personen ten laste van het uurloon, tot een maximum bedrag van 12,16 EUR per dag. HOOFDSTUK XIV. - Terugbetaling inzake opleiding

Art. 35.Er zal een jaarlijks bedrag van 49,58 EUR per werknemer in het sociaal fonds worden gestort, volgens de modaliteiten van de vakbondspremie. HOOFDSTUK XV. - Uitzendarbeid

Art. 36.De ondernemingen verbinden er zich toe alleen een beroep te doen op uitzendarbeid op basis van de wetgeving terzake.

Indien, na de periode van vijftien dagen indienstneming, de werkgever de uitzendkracht wenst te behouden, moet hij de goedkeuring verkrijgen van de in het huidige paritair subcomité vertegenwoordigde vakorganisaties. HOOFDSTUK XVI. - Afschaffing van de carenzdag

Art. 37.Vanaf het jaar 1997 is de eerste dag van de eerste periode van ziekte in de loop van het jaar afgeschaft per semester. HOOFDSTUK XVII. - Tegemoetkoming in geval van langdurige ziekte

Art. 38.De werklieden die een anciënniteit van minstens 2 jaar tellen, genieten in geval van ziekte van minstens 30 opeenvolgende kalenderdagen, van een bijkomende uitkering van 74,37 EUR. HOOFDSTUK XVIII. - Vorming van de jongeren

Art. 39.Het alternerend leren en werken zal worden bevorderd door : - de invoering van de industriële leerovereenkomst; - de invoering van werk-opleiding overeenkomsten.

Er zal worden onderhandeld over kaderovereenkomsten, ondertekend door de gewestelijke secretarissen van de op het niveau van het paritair subcomité vertegenwoordigde interprofessionele organisaties, en goedgekeurd door het paritair subcomité.

Art. 40.Met toepassing van het interprofessioneel akkoord gesloten voor de jaren 2009-2010, komen de partijen overeen om de deelname aan de opleidingen met 5 pct. te doen toenemen.

Deze doelstelling kan worden bereikt door een beroep te doen op opleidings- en inschakelingsplannen ("PFI"), alternerend leren, interne voortgezette opleiding van het personeel, betaald educatief verlof, stages in samenwerking met de FOREm en de scholen.

In dit kader zullen de prioriteiten worden bepaald in het raam van de kaderovereenkomst met het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap betreffende de opleiding en socio-professionele inschakeling (cfr.

Tekst als bijlage).

Het opleidingsfonds staat in voor de controle van de gedane inspanning en brengt verslag uit aan het paritair subcomité. De controlemodaliteiten zullen worden bepaald door de raad van bestuur van het opleidingsfonds. HOOFDSTUK XIX. - Tewerkstellingsbevorderende maatregelen

Art. 41.Overeenkomstig de bepalingen van de wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg, verbindt deze sector zich tot : a) de invoering van een recht op halftijds brugpensioen op 55 jaar;b) de invoering van flexibele uurroosters en beperking van de overuren.c) de invoering van een recht op brugpensioen op 56 jaar en na een loopbaan van 40 jaar en na een trimester te hebben gewerkt vóór de leeftijd van 17 jaar (overeenkomst nr.92 van de Nationale Arbeidsraad); d) de invoering van flexibele arbeidstijdregelingen en de beperking van overuren. Voor deze vier maatregelen zullen kaderovereenkomsten worden opgesteld, ondertekend door de gewestelijke secretarissen van de interprofessionele organisaties vertegenwoordigd op het niveau van het paritair subcomité en goedgekeurd door dat subcomité. HOOFDSTUK XX. - Waarborg van het globaal tewerkstellingsvolume

Art. 42.a) De werkgevers verbinden er zich toe tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst het globaal tewerkstellingsvolume te handhaven, op basis van de personeelssterkte op 31 december 2006.

In geval van problemen, zal er overleg met de vakbondsvrijgestelden gebeuren. De werkgevers verbinden zich ertoe om geen ontslagen door te voeren om economische redenen zonder voorafgaand overleg met de vakorganisaties. b) De werkgevers verbinden zich tot overleg met de vakorganisaties ter evaluatie van de arbeidsvoorwaarden ten einde te waken over de veiligheid op de arbeidsplaatsen en de toepassing van de regels inzake hygiëne voor de werknemers.Deze maatregel dringt zich op naar aanleiding van het vertrek van de arbeidersafgevaardigden. Een jaarlijks raamactieplan inzake veiligheid en gezondheid moet ten laatste tegen 31 december 2010 op sectorvlak opgesteld worden. HOOFDSTUK XXI. - Vernieuwing en onderzoek in ontwikkeling

Art. 43.Overeenkomstig het voor de jaren 2007-2008 afgesloten interprofessioneel akkoord komen de partijen overeen dat, teneinde bij te dragen aan de ontwikkeling van een cultuur van vernieuwing in de bedrijven en er zoveel mogelijk werknemers bij te betrekken, op basis van hun bezorgdheden en hun ervaring, zal het onderwerp van de vernieuwing jaarlijks op de agenda van het paritair subcomité komen met het oog op een dialoog, zonder dat daardoor een onredelijke vermindering van administratief werk ontstaat en op voorwaarde dat de vertrouwelijke aard van de tijdens die dialoog meegedeelde inlichtingen gerespecteerd wordt. HOOFDSTUK XXII. - Aanwerving, integratie of aan het werk houden van personen die verminderde mentale of fysieke vermogens hebben al dan niet veroorzaakt door een (arbeids)ongeval of door een (beroeps)ziekte

Art. 44.Onder de uitdrukkelijke voorwaarde van een anciënniteit van tien jaar in de sector, zal door de partijen overlegd worden over de herinschakeling. HOOFDSTUK XXIII. - Hospitalisatieverzekering

Art. 45.De partijen zullen de situatie in de sector onderzoeken door het zekerheidsfonds HOOFDSTUK XXIV. - Tijdskrediet

Art. 46.De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad zal van toepassing zijn. HOOFDSTUK XXV. - Geldigheid

Art. 47.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009 en treedt buiten werking op 31 december 2010. Zij wordt stilzwijgend verlengd voor een jaar tot het sluiten van een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden. (...)

Art. 48.De collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 4 mei 2009 in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, geregistreerd onder het nummer 93246/CO/102.02 wordt vervangen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 1 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende de loonvoorwaarden Dagelijkse bijslag van de werkgever in geval van gedeeltelijke werkloosheid vanaf 1 januari 2009 tot 31 maart 2009.

Forfaitaire schaal Uurbedrag

Kinderen ten laste EUREUREUREUREUREUREUREUR 0123456 6,258,198,198,198,198,199,259,25 6,378,198,198,198,198,1910,0510,05 6,478,198,198,198,198,1910,9210,92 6,598,198,198,198,198,1911,6611,66 6,728,198,198,198,198,1911,6611,66 6,848,198,198,198,199,4511,6611,66 6,948,198,198,198,199,9811,6611,66 7,068,198,198,198,1910,5211,6611,66 7,198,198,198,198,1910,9411,6611,66 7,318,198,198,198,7611,5411,6611,66 7,418,198,198,199,3011,6611,6611,66 7,548,198,198,199,8311,6611,6611,66 7,668,198,198,1910,3711,6611,6611,66 7,788,198,198,1910,8911,6611,6611,66 7,888,198,198,5611,4111,6611,6611,66 8,018,198,199,1111,6611,6611,6611,66 8,138,198,199,6011,6611,6611,6611,66 8,258,198,8410,3711,6611,6611,6611,66 8,358,199,3110,5911,6611,6611,6611,66 8,488,939,8310,8111,6611,6611,6611,66 8,609,4110,3211,6111,6611,6611,6611,66 8,689,8010,6711,6611,6611,6611,6611,66


Grille forfaitaire Taux horaire

Enfants à charge EUREUREUREUREUREUREUREUR 0123456 6,258,198,198,198,198,199,259,25 6,378,198,198,198,198,1910,0510,05 6,478,198,198,198,198,1910,9210,92 6,598,198,198,198,198,1911,6611,66 6,728,198,198,198,198,1911,6611,66 6,848,198,198,198,199,4511,6611,66 6,948,198,198,198,199,9811,6611,66 7,068,198,198,198,1910,5211,6611,66 7,198,198,198,198,1910,9411,6611,66 7,318,198,198,198,7611,5411,6611,66 7,418,198,198,199,3011,6611,6611,66 7,548,198,198,199,8311,6611,6611,66 7,668,198,198,1910,3711,6611,6611,66 7,788,198,198,1910,8911,6611,6611,66 7,888,198,198,5611,4111,6611,6611,66 8,018,198,199,1111,6611,6611,6611,66 8,138,198,199,6011,6611,6611,6611,66 8,258,198,8410,3711,6611,6611,6611,66 8,358,199,3110,5911,6611,6611,6611,66 8,488,939,8310,8111,6611,6611,6611,66 8,609,4110,3211,6111,6611,6611,6611,66 8,689,8010,6711,6611,6611,6611,6611,66


Dagelijkse bijslag van de werkgever in geval van gedeeltelijke werkloosheid vanaf 1 april 2009 tot 31 december 2009.

Forfaitaire schaal Uurbedrag

Kinderen ten laste EUREUREUREUREUREUREUREUR 0123456 6,258,448,448,448,448,449,509,50 6,378,448,448,448,448,4410,3010,30 6,478,448,448,448,448,4411,1711,17 6,598,448,448,448,448,4411,9111 ,91 6,728,448,448,448,448,4411,9111,91 6,848,448,448,448,449,7011,9111,91 6,948,448,448,448,4410,2311,9111,91 7,068,448,448,448,4410,7711,9111,91 7,198,448,448,448,4411,9111,9111,91 7,318,448,448,449,0111,9111,9111,91 7,418,448,448,449,5511,9111,9111,91 7,548,448,448,4410,0811,9111,9111,91 7,668,448,448,4410,6211,9111,9111,91 7,788,448,448,4411,1411,9111,9111,91 7,888,448,448,8111,6611,9111,9111,91 8,018,448,449,3611,9111,9111,9111,91 8,138,448,449,8511,9111,9111,9111,91 8,258,449,0910,6211,9111,9111,9111,91 8,358,449,5610,8411,9111,9111,9111,91 8,489,1810,0811,0611,9111,9111,9111,91 8,609,6610,5711,8611,9111,9111,9111,91 8,6810,0510,9211,9111,9111,9111,9111,91


Grille forfaitaire Taux horaire

Enfants à charge EUREUREUREUREUREUREUREUR 0123456 6,258,448,448,448,448,449,509,50 6,378,448,448,448,448,4410,3010,30 6,478,448,448,448,448,4411,1711,17 6,598,448,448,448,448,4411,9111,91 6,728,448,448,448,448,4411,9111,91 6,848,448,448,448,449,7011,9111,91 6,948,448,448,448,4410,2311,9111,91 7,068,448,448,448,4410,7711,9111,91 7,198,448,448,448,4411,9111,9111,91 7,318,448,448,449,0111,9111,9111,91 7,418,448,448,449,5511,9111,9111,91 7,548,448,448,4410,0811,9111,9111,91 7,668,448,448,4410,6211,9111,9111,91 7,788,448,448,4411,1411,9111,9111,91 7,888,448,448,8111,6611,9111,9111,91 8,018,448,449,3611,9111,9111,9111,91 8,138,448,449,8511,9111,9111,9111,91 8,258,449,0910,6211,9111,9111,9111,91 8,358,449,5610,8411,9111,9111,9111,91 8,489,1810,0811,0611,9111,9111,9111,91 8,609,6610,5711,8611,9111,9111,9111,91 8,6810,0510,9211,9111,9111,9111,9111,91


Dagelijkse bijslag van de werkgever in geval van gedeeltelijke werkloosheid vanaf 1 januari 2010

Forfaitaire schaal Uurbedrag

Kinderen ten laste EUREUREUREUREUREUREUREUR 0123456 6,258,698,698,698,698,699,759,75 6,378,698,698,698,698,6910,5510,55 6,478,698,698,698,698,6911,4211,42 6,598,698,698,698,698,6912,1612,16 6,728,698,698,698,698,6912,1612,16 6,848,698,698,698,699,9512,1612,16 6,948,698,698,698,6910,4812,1612,16 7,068,698,698,698,6911,0212,1612,16 7,198,698,698,698,6911,4412,1612,16 7,318,698,698,699,2612,0412,1612,16 7,418,698,698,699,8012,1612,1612,16 7,548,698,698,6910,3312,1612,1612,16 7,668,698,698,6910,8712,1612,1612,16 7,788,698,698 ,6911,3912,1612,1612,16 7,888,698,699,0611,9112,1612,1612,16 8,018,698,699,6112,1612,1612,1612,16 8,138,698,6910,1012,1612,1612,1612,16 8,258,699,3410,8712,1612,1612,1612,16 8,358,699,8111,0912,1612,1612,1612,16 8,489,4310,3311,3112,1612,1612,1612,16 8,609,9110,8212,1112,1612,1612,1612,16 8,6810,3011,1712,1612,1612,1612,1612,16


Grille forfaitaire Taux horaire

Enfants à charge EUREUREUREUREUREUREUREUR 0123456 6,258,698,698,698,698,699,759,75 6,378,698,698,698,698,6910,5510,55 6,478,698,698,698,698,6911,4211,42 6,598,698,698,698,698,6912,1612,16 6,728,698,698,698,698,6912,1612,16 6,848,698,698,698,699,9512,1612,16 6,948,698,698,698,6910,4812,1612,16 7,068,698,698,698,6911,0212,1612,16 7,198,698,698,698,6911,4412,1612,16 7,318,698,698,699,2612,0412,1612,16 7,418,698,698,699,8012,1612,1612,16 7,548,698,698,6910,3312,1612,1612,16 7,668,698,698,6910,8712,1612,1612,16 7,788,698,698,6911,3912,1612,1612,16 7,888,698,699,0611,9112,1612,1612,16 8,018,698,699 ,6112,1612,1612,1612,16 8,138,698,6910,1012,1612,1612,1612,16 8,258,699,3410,8712,1612,1612,1612,16 8,358,699,8111,0912,1612,1612,1612,16 8,489,4310,3311,3112,1612,1612,1612,16 8,609,9110,8212,1112,1612,1612,1612,16 8,6810,3011,1712,1612,1612,1612,1612,16


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, betreffende de loonvoorwaarden Overeenkomst in samenwerking inzake opleiding, beroepsinschakeling en onderwijs in de sector van de groeven (PSC 102.02 en 102.04) met toepassing van de kaderovereenkomst Deze overeenkomst wordt onderverdeeld in specifieke overeenkomsten : - een overeenkomst Waalse Gewest - Opleidingsfonds PSC 102.02 102.04 - FOREm; - een overeenkomst Waalse Gewest - Opleidingsfonds PSC 102.02 102.04 - Secundair onderwijs; - een overeenkomst Waalse Gewest - Opleidingsfonds PSC 102.01 102.04 - Onderwijs voor Sociale Promotie.

Elke specifieke overeenkomst neemt de belangrijkste doelstellingen van de kaderovereenkomst over.

Elke overeenkomst is gericht op de 11 hoofdlijnen die bepaald zijn in de kaderovereenkomst maar neemt meer in het bijzonder de volgende hoofdlijnen in rekening : 1) De bevordering en de herwaardering van de beroepen van de sector in samenwerking met de FOREm en het onderwijs met de steun van de VZW Le Maillet d'or en met name door Tecnipierre en "la Fête de la Pierre";2) De definitie van de opleidingsprogramma's in verband met de verschillende beroepen teneinde de CCPQ te steunen;3) De toename van de stages in de onderneming in samenwerking met de FOREm voor de stagiaires in opleiding en de "PFI";in samenwerking met het voltijds onderwijs voor de technische en beroepskwalificatie en het alternerend leren; 4) De ontwikkeling van de talenopleidingen in samenwerking met het "maison des langues" van de provincie Luik;5) een regelmatige analyse van de arbeidsmarkt maken op het niveau van het Opleidingsfonds, van de behoeften aan arbeidskrachten voor de verschillende beroepen en een aanpassing aan het halfjaarlijks minimum van de acties van het Opleidingsfonds in samenwerking met de partners;6) op basis van de analyse van het Opleidingsfonds de communicatie aan de FOREm versterken van de werkaanbiedingen van de ondernemingen van de sector;7) de opleiding voor werkzoekenden versterken met het oog op de gelijke kansen voor de toegang tot opleiding en tewerkstelling voor alle publiek.Er zal samenwerking worden georganiseerd door het Opleidingsfonds met de Mire met het oog op het publiek van de O.C.M.W.'s en van de AWIPH; 8) Het Opleidingsfonds gaat in samenwerking met de FOREm de voortgezette opleiding van de werknemers van de sector intensifiëren, zowel op technisch gebied om de evolutie van de technologie te volgen als op het gebied van talen om de aanwezigheid van de sector op het niveau van de export te versterken.Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan oudere en ervaren werknemers om hun inzetbaarheid te handhaven teneinde de overdracht van hun kennis aan stagiairs en nieuwe werknemers te bevorderen; 9) Het Opleidingsfonds zal de nodige contacten nemen met de competentiecentra en de centra voor vooruitstrevende technologie teneinde de mogelijkheden te onderzoeken om een beroep te doen op deze centra voor bepaalde functies en de mogelijkheid te evalueren om bij te dragen tot de ontwikkeling en de valorisatie ervan.10) Het Opleidingsfonds zal zich onderhouden met de commissie voor validatie van de competenties om na te gaan welke criteria moeten worden ingediend om het voor werknemers die niet over een diploma beschikken maar die erkend zijn voor hun competenties in hun vak mogelijk te maken om hun kwalificatie te laten erkennen door de validatie van hun competenties.11) Zoals vermeld in punt 7 zal het Opleidingsfonds de samenwerking vragen met de Mire teneinde de beroepsinschakeling te steunen. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^