Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 maart 2003
gepubliceerd op 11 april 2003

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, tiende lid, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022377
pub.
11/04/2003
prom.
31/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/31/2003022377/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 MAART 2003. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, tiende lid, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, inzonderheid op artikel 7, tiende lid, zoals ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december 1996, bekrachtigd bij de wet van 13 juni 1997;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen, gegeven op 27 januari 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 februari 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 27 maart 2003;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989, en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de berekening van de premies in het kader van de tweede pensioenpijler niet kan uitgevoerd worden zolang de coëfficiënt waarmee het grensbedrag moet worden vermenigvuldigd, niet gekend is;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het in artikel 7, 3° lid van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers bedoelde jaarbedrag, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 maart 1999 en 26 mei 2002, wordt voor de jaren na 2002 vermenigvuldigd met 1,024.

Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 maart 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^