Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 maart 2004
gepubliceerd op 15 april 2004

Koninklijk besluit tot vaststelling van het aantal zetels dat toegekend wordt aan het Franse kiescollege en het Nederlandse kiescollege voor de verkiezing van het Europese Parlement

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2004000214
pub.
15/04/2004
prom.
31/03/2004
ELI
eli/besluit/2004/03/31/2004000214/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 MAART 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het aantal zetels dat toegekend wordt aan het Franse kiescollege en het Nederlandse kiescollege voor de verkiezing van het Europese Parlement


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De wet van 5 maart 2004 tot regeling van de verdeling tussen de kiescolleges van het aantal in het Europees Parlement te verkiezen Belgische leden, heeft artikel 10, § 3, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement gewijzigd, teneinde de vermindering van het aantal Europese parlementsleden dat België zal kunnen kiezen na de uitbreiding van de Europese Unie, te voorzien.

Artikel 11 van het Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lid-Staten van de Europese Unie) en de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, en met de Slotakte, gedaan te Athene op 16 april 2003, hierna het Toetredingsverdrag genoemd, bepaalt het aantal Belgische vertegenwoordigers in het Europese Parlement op 24 voor de zittingsperiode 2004-2009.

Dit ontwerp van koninklijk besluit strekt er bijgevolg toe, met het oog op de verkiezingen van het Europese Parlement van 13 juni 2004, de verdeling van de 23 aan de Nederlandse en Franse kiescolleges toegekende zetels uit te voeren, waarbij één zetel voorbehouden wordt voor het Duitstalige kiescollege, overeenkomstig artikel 10, § 5, van de voormelde wet van 23 maart 1989.

De nieuwe verdeling zal gebeuren op basis van de bevolkingscijfers die voortvloeien uit de door het NIS op 1 oktober 2001 uitgevoerde volkstelling en die bekendgemaakt werden in de tweede editie van het Belgisch Staatsblad van 28 mei 2002.

Het voormelde artikel 10 van de wet van 23 maart 1989 eist dat, om deze verdeling uit te voeren, de volgende parameters in beschouwing genomen moeten worden : - de nationale deler, die verkregen wordt door het bevolkingscijfer van het Rijk (10.296.350), min de bevolking van de gemeenten van het Duitse taalgebied (71.304), te delen door 23 (aantal aan België toegekende zetels van Europees volksvertegenwoordiger, na aftrek van de zetel die voor het Duitstalige kiescollege gereserveerd wordt) : deze deler komt in dit geval op 444.567 (10.296.350 - 71.304 = 10.225.046 : 23 = 444.567,22 afgerond op 444.567). - de bevolking die onder het Franse kiescollege ressorteert : deze bevolking wordt bepaald door bij de bevolking van de Waalse kieskring (3.354.711 - 71.304 = 3.283.407) het deel van de bevolking van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad dat verkregen wordt door de bevolking van dit arrondissement (973.565) te vermenigvuldigen met het percentage van het aantal geldige uitgebrachte stemmen op de Franstalige lijsten ten opzichte van het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen bij de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad welke het laatst heeft plaatsgehad, te voegen, voordat er tot deze verdeling overgegaan wordt (namelijk die van 13 juni 1999). - de bevolking die onder het Nederlandse kiescollege ressorteert : deze bevolking wordt bepaald door bij de bevolking van de Vlaamse kieskring (5.405.571), de bevolking van het administratief arrondissement Halle-Vilvoorde (562.503) en het deel van de bevolking van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, dat verkregen wordt door de bevolking van dit arrondissement (973.565) te vermenigvuldigen met het percentage van het aantal geldig uitgebrachte stemmen op de Nederlandstalige lijsten ten opzichte van het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen bij de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 13 juni 1999, te voegen.

Tijdens de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 13 juni 1999 zijn het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen, het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen op de Franstalige lijsten en het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen op de Nederlandstalige lijsten respectievelijk vastgesteld op 426.741, 366.195 (F) en 60.546 (N).

Het deel van de bevolking van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad dat geacht wordt tot het Franse kiescollege te behoren, wordt derhalve als volgt bepaald : 366.195 x 100/426.741 = 85,12 % 973.565 x 85, 812 % = 835.436 Het deel van de bevolking van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad dat geacht wordt tot het Nederlandse kiescollege te behoren, wordt derhalve als volgt bepaald : 60.546 x 100/426.741 = 14,188 % 973.565 x 14,188 % = 138.129 Overeenkomstig de voorgaande aanwijzingen : - wordt de bevolking die tot het Franse kiescollege behoort als volgt bepaald : 3.283.407 + 835.436 = 4.118.843; - wordt de bevolking die tot het Nederlandse kiescollege behoort als volgt bepaald : 5.405.571 + 562.503 + 138.129 = 6.106.203.

Overeenkomstig artikel 10, § 3, tweede lid, van de voormelde wet van 23 maart 1989 worden aan elk van de Franse en Nederlandse kiescolleges evenveel zetels toegekend als het aantal maal dat de bevolking die eronder ressorteert de nationale deler bevat, waarbij de overblijvende zetel toegekend wordt aan het college met het grootste nog niet vertegenwoordigde bevolkingsoverschot.

Het aantal zetels dat aan de Franse en de Nederlandse kiescolleges toegekend wordt, wordt derhalve als volgt bepaald : - Frans college : 4.118.843/444.567 = 9,265 zetels; - Nederlands college : 6.106.203/444.567 = 13, 735 zetels.

Aangezien het grootste nog niet vertegenwoordigde bevolkingsoverschot tot het Nederlandse kiescollege behoort, heeft dit kiescollege recht op 14 zetels (13 + 1), en heeft het Franse kiescollege recht op 9 zetels.

Het koninklijk besluit van 8 oktober 2002 dat de thans van toepassing zijnde verdeling vaststelt, wordt opgeheven.

Het huidig ontwerp van besluit zal vanzelfsprekend maar van toepassing zijn voor de Europese verkiezingen van 13 juni 2004 als het Toetredingsverdrag dat het aantal leden van het Europese Parlement bepaalt dat België moet verkiezen in werking treedt (normaal op 1 mei 2004).

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

31 MAART 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het aantal zetels dat toegekend wordt aan het Franse kiescollege en het Nederlandse kiescollege voor de verkiezing van het Europese Parlement ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lid-Staten van de Europese Unie) en de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, en met de Slotakte, gedaan te Athene op 16 april 2003, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op artikel 63, § 3, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement, inzonderheid op artikel 10, §§ 2 tot 4, vervangen door de gewone wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de wet van 5 maart 2004;

Gelet op de uitslagen van de algemene socio-economische enquête van 1 oktober 2001, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 mei 2002 ;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de verkiezing van het Europese Parlement kiezen de kiezers van het Franse kiescollege 9 vertegenwoordigers, en kiezen die van het Nederlandse kiescollege er 14.

Art. 2.Het koninklijk besluit van 8 oktober 2002 tot vaststelling van het aantal zetels dat toegekend wordt aan het Franse kiescollege en het Nederlandse kiescollege voor de verkiezing van het Europese Parlement wordt opgeheven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt maar het zal maar van toepassing zijn voor de volgende Europese verkiezingen op voorwaarde dat het Verdrag tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (lid-Staten van de Europese Unie) en de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, en met de Slotakte, gedaan te Athene op 16 april 2003, in werking treedt.

Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 maart 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^